NL7905829A - Looftrekker. - Google Patents

Description

* > ' * D HO/Se/1

Hendrik de Vries te st.Annaparochie.

Dooftrekker._

De uitvinding betreft een meerrijige looftrekker met een frame en aan het frame aangebrachte, tegengesteld roterend aangedreven, een kneep vrijlatende rollen.

Bij een loof trekker wordt door de in tegengestelde 5 richting draaiende rollen in de kneep het loof ingeklemd en van de produkten, b.v. aardappelen, afgetrokken. De looftrekker wordt meestal door een trekker voortbewogen en aangedreven door de hoofdas van de trekker. Aardappelen zijn gepoot in rijen of ruggen, die in principe op 10 gelijke afstanden evenwijdig aan elkaar op de akker liggen. De ruggen of rijen zijn ongeveer trapeziumvormig in doorsnede. In de praktijk is de afstand tussen de rijen niet altijd konstant. Dit heeft bij toepassing van een meerrijige loof trekker het bezwaar, dat delen van de ak-15 ker hetzij onvoldoende getrokken worden, doordat het rol-lenpaar een rij asymmetrisch volgt, of indien de afwijking tussen de rijen groot is, een rij in het geheel niet wordt getrokken. Het is derhalve noodzakelijk na het machinaal looftrekken delen van de akker nogmaals met de 20 hand te na te trekken. Dit is uiteraard arbeidsintensief.

De uitvinding beoogt voor dit probleem een oplossing te verschaffen. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de paren rollen door een tussenframe alzijdig 25 verplaatsbaar aan het frame zijn aangebracht en de beweging wort gestuurd door een rij in de akker volgende volgorganen.

Met de maatregel volgens de uitvinding wordt bereikt, dat elk rollenpaar nauwkeurig de betreffende rij 30 zal volgen. Door de alzijdige ophanging is het ook mogelijk verschillen in hoogte te compenseren doordat elk rollenpaar onafhankelijk van de andere de rij volgt.

Het tussenframe wordt bij voorkeur gevorm door een stangenstelsel, hetwelk door middel van kogelgewrichten 35 met het frame is gekoppeld.

790 5 8 29 -2- Λ r

De volgorganen worden bij voorkeur gevormd door paren glij-platen. De glijplaten zijn scharnierbaar gekoppeld met elkander door middel van een ten opzichte van elkander draaibaar hefboomarmstelsel. De glijplaten staan onder een naar 5 elkander gerichte voorspanning, teneinde ze in kontakt met de rij te houden.

Het is ook mogelijk dat de volgorganen gevormd worden door een groep van drie glijplaten, waa. van er twee symmetrisch ten opzichte van het rijmidden bewegen en de derde 10 centraal over de rij beweegt.

Aan de hand van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld wordt de uitvinding nader verduidelijkt.

Figuur 1 toont perspektiv isch een aanzicht van de loof-trekker volgens de uitvinding, en 15 Figuur 2 toont schematisch het* achteraanzicht van de looftrekker volgens fig.l

De meerrijige looftrekker volgens de uitvinding bezit een frame 1, bestaande uit vertikale en horizontale balken, • dat verbonden kan worden met een niet getekende trekker, die 20 de looftrekker in de pijlrichting voortbeweegt. Voorts vertoont de looftrekker volgens de uitvinding een hulpframe bestaande uit de stangen 2,3,4,5,6,7,8,9, dat de rollen bijvoorbeeld 10 en 11 draagt. Met het hulpframe is voorts een aandrijfkast 12 verbonden, die over een flexibele koppeling 25 met de as 13 verbonden is met de hoofas van de trekker. Via een kettingoverbrenging 14 worden de aandrijfschijven 15,16 tegengesteld in rotatie gebracht, ever de assen 17 en 18 worden de beide rollen 10 en 11 tegengesteld aangedreven. Volgorganen in de vorm van glijplaten 19 en 20 bepalen de 30 stand van de rollenparen, b.v. 10,11. De glijplaten 19 en 20 staan onder een naar elkaar gerichte voorspanning door middel van de trekveer 21. Zij zijn onderling gekoppeld door de roteerbaar ten opzichte van elkander aangebrachte hefboomar-men 22,23,24,25,26. Doordat de gewrichten 27, 28, 29, 30, 35 3i, 32, 33, 34, 35 en 36 als kogelgewrichten zijn uitge voerd, is het hulpframe alzijdig beweegbaar en kan (zie fig.

2) gestuurd door de glijplaten 19 en 20 elke afwijking zowel in de hoogte als in dwarsrichting van de rij aardappelen 790 5 8 29 -3- * t volgen onafhankelijk van de naburige met het zelfde frame verbonden hulpframe met rollen. Wordt de rij breder, dan wijken de glijplaten 19,20 uit elkander , maar houden het hulpframe en derhalve het rollenpaar symmetrisch ten opzich-5 te van het midden van de rij, zodat het looftrekken optimaal geschiedt. De puntvormige einddelen van de rollen zijn via een as gekoppeld met de glijplaat en bewegen derhalve met deze glijplaten mee.

Het is volgens de uitvinding derhalve mogelijk om ter-10 wijl de trekker en het daarmee verbonden frame in één rechte lijn beweegt, het hulpframe en de rollenparen de van die rechte afwijkende rijen aardappelen te laten volgen.

15 20 790 5 8 29

Claims (6)

1. Meerrijige loof trekker met een frame en aan het frame aangebrachte, tegengesteld roterend aangedreven, een kneeop vrijlatende rollen, met het kenmerk, dat de paren 5 rollen door een tussenframe alzijdig verplaatsbaar aan het frame zijn aangebracht en de beweging wort gestuurd door een rij in de akker volgende volgorganen.

2. Looftrekker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tussenframe wordt gevormd door een stangenstelsel 10 (2,3,4,5,6,7,8,9), hetwelk door middel van kogelgewrichten met het frame is gekoppeld.

3. Looftrekker volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de volgorganen paren glijplaten zijn.

4. Looftrekker volgens conclusie 3, met het kenmerk, 15 dat de glijplaten scharnierbaar gekoppeld zijn door middel van een ten opzichte van elkander draaibaar hefboomarmstelsel.

5. Looftrekker volgens conclusies 3-4, met het kenmerk, dat de glijplaten onder een naar elkander gerichte voorspan- 20 ning staan.

6. Looftrekker volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de volgorganen gevormd worden door een groep van drie glijplaten, waarvan er twee symmetrisch ten opzichte van het rijmidden bewegen en de derde centraal over de rij beweegt. 25 7 9 0 5 8 29