NL7905692A - Wapen voor het afvuren van explosieve projektielen. - Google Patents

Description

»* t * 793354/Ti

Aanvraagster: SARMAC S.A.

54 bis, route des Acacias, 1227 CAROUGE, Geneve Zwitserland

Door aanvraagster wordt als uitvinder genoemd: Maurice RUSBACH Korte aanduiding: Wapen voor het afvuren van explosieve projektielen.

De uitvinding heeft betrekking op een persoonlijk wapen voor het afvuren van explosieve projektielen. Het wapen volgens de uitvinding is bestemd op compagniesniveau te worden gebruikt. Wanneer - - - een infanterist geen ondersteuning ondervindt van het tankwapen maakt 5 het wapen volgens de uitvinding het mogelijk vijandelijke stellingen, bijv. machinegeweernesten, die voor de opmars een gevaarlijk obstakel vormen, in korte tijd en vanaf een grote afstand te vernielen door nauwkeurig vlakbaanvuur van explosieve projektielen.

Het uitvoeren van deze taak is onmogelijk met de huidige infan-10 terxewapens, zoals het infanteriegeweer, waarvan de afgevuurde kogels een kleine doorslagkracht hebben en dat, indien gebruikt als granaatwerper, onnauwkeurig is. De bekende raketwerper heeft het bezwaar in hoofdzaak een antitankwapen te zijn, veel ruimte in beslag te nemen, zware munitie te gebruiken en bij het afvuren de afvuurpositie te 15 verraden.

Het wapen volgens de uitvinding heeft de voordelen van een eenvoudige, sterke en lichte constructie, gemakkelijk hanteerbaar te zijn, gemakkelijk gebruikt te kunnen worden door de kleine terugslag, het snel openen van de loop en het snel uitwerpen en herladen van de 20 huls, een groot vermogen en een grote nauwkeurigheid bij het afvuren van explosieve projektielen in patronen met hoge aanvangssnelheid, terwijl het wapen volledig veilig kan worden gebruikt en een groot aantal projektielen door de schutter kan worden meegevoerd.

790 56 92

V

2

Het wapen volgens de uitvinding wordt hiertoe gekenmerkt door een getrokken loop, kantelbaar aangebracht op een wieg, bevestigd aan een staartstuk dat kan verschuiven in een frame en een hydrau-mechanische terugstootrem met gedeeltelijke herwinning van energie 5 waarvan het beweegbare doel direkt op de wieg is aangebracht, terwijl loop en wieg kunnen worden teruggetrokken in een niet-werkzame transportstand bij verkleining van de afmetingen van het wapen.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 is een zijaanzicht van het wapen, gereed te worden afge-10 vuurd; fig. 2 is een zijaanzicht van het wapen in de transportstand; fig. 3 is een langsdoorsnede met de loop in de open stand, gereed te worden geladen; fig. 4a en 4b zijn langsdoorsneden op vergrote schaal met de 15 loop in de vuurstand; fig. 5 t/m 8 en de fig. 10 t/m 12 zijn dwarsdoorsneden over de lijnen V-V t/m VIII-VIII en X-X t/m XII-XII in de figuren 4a en 4b; fig. 9 is een gedeeltelijke langsdoorsnede over de lijn IX-IX in fig. 8; 20 fig. 13 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede over de lijn ΧΙΠ-ΧΙΙΙ in fig. 1; fig. 14 t/m 16 zijn gedeeltelijke langsdoorsneden van het ontsteek- en ontlaadbesturingsmechanisme.

Het wapen volgens de uitvinding heeft een frame waaraan de kolf 25 en een ondersteunende wieg zijn bevestigd. Met de loop en het lichaam van de rem vormt de wieg de bij de terugstoot bewegende massa.

Het onderste gedeelte van het frame draagt een afvuurhandgreep en een uitklapbare steun.

Teneinde de nauwkeurigheid van het afvuren te vergroten heeft 30 het frame een kolf waarop het hoofdpunt van de op de schouder 790 5 6 92 * * 3 rustende zone ligt op de druklijn der terugstoot; dit verkleint het heffend koppel bij het afvoren van het schot.

Hiertoe is de richttelescoop voor het verbeteren van het richten zijwaarts verplaatst waardoor het nadeel dat de schutter zijn hoofd 5 naar opzij moet buigen wordt ondervangen.

De loopbuis is via een koppeldeel bevestigd aan de wieg die schuift in het frame. Wieg en staartstukblok vormen een enkel deel met de middelen voor het bevestigen van de terugstootrem.

De koppeling maakt het mogelijk de loop in vertikale richting 10 over een bepaalde hoek te openen,voor het laden en uitwerpen van de huls.

Het staartstukblok bevat het percussiemechanisme.

De wieg schuift in gevormde geleidingen binnen het frame. De lengte van deze rechte schuif baan is dezelfde als de remlengte, bijv.

15 250 mm. Er is een extra 30 mm als veiligheidsmarge.

Deze slag correspondeert met de afstand waarover de loop bij het transporteren van het wapen wordt teruggetrokken.

De energie van de terugstoot wordt opgenomen door de hydraulische rem en de opneemveer, die als funktie heeft de loop terug in 20 de uitgangsstand te brengen. De stang van de remzuiger is bevestigd aan het lichaam van het frame; dit betekent dat de remcilinder beweegt ten opzichte van de zuiger. Het gehele remstelsel wordt door het frame afgeschermd·

De loopbuis 1 heeft een mondingsdemper 11 met een zijdelingse 25 anstistofwerking die tevens de mondingsvlam verkleint. Ongeveer halverwege de lengte en ongeveer loodrecht ten opzichte van het evenwichtspunt is de loop 1 via het koppeldeel 2 gekoppeld met de wieg 3.

Het uitwerpblok 12 dat zich onder de patroonkamer van de loop-30 buis 1 bevindt draagt de uitwerper 13 en het besturingsmechanisme 7905692 * 4 daarvan.

De uitwerper 13 werkt slechts wanneer de loopbuis 1 het eind van de openingsslag bereikt; op dat moment komt de houdpal 14 tegen de beweegbare aanslag 15 nabij de wieg 3 en geeft de uitwerper 13 5 vrij. Deze wordt weggedrukt door de veer 16 en werpt de huls uit.

De veer 16 oefent de kracht uit via de zuiger 17 en de spil 18.

De uitwerper 13 wordt herspannen bij het sluiten van de loopbuis 1 door het slot 22 die als nok werkt en wordt gehouden door de pal 14, waarbij de pal opnieuw valt in de uitsparingen 19 gevormd in 10 de zijdelingse geleidingen van de uitwerper 13.

Het uitwerperblok 12 heeft verder de aanslagzitting 20 van de grendel 7.

De wieg 3 en het staartstuk 5, in één blok vervaardigd, en de bevestiging van de rem vormen één geheel vervaardigd uit een licht-15 metaallegering zoals Duraluminium.

De wieg draagt en geleidt het geheel van de terugbewegende massa's via de glijgroeven 21. Deze zijn aan elke kant en langs de gehele lengte van de terugslagmassa aangebracht en de uitstekende geleidemiddelen 8 van het frame kunnen daarin verschuiven.

20 Het staartstukblok 5 neemt de grendel- en percussiemechanismen dat op. Het omvat het stalen slot 22/via de zwaluwstaartverbinding 23 in het blok is bevestigd.

Het slot werkt als aanslag voor de basis van het huis en een zitting voor d.e slagpen en maakt het mogelijk dat het bovenste deel 25 van het wapen, boven de spil van de loopbuis zwaarder kan zijn zodat de balans van het wapen beter is én nauwkeuriger kan worden gevuurd.

De loop is vergrendeld met de grendelbout 7 die is verbonden met dè spil 24 en in de blokkeerstand wordt gedrukt door de kleine stang 25 met een kogelkoppeling, waarbij de veer 26 op het blok 5 rust.

30 Daar de inwendige ruimte van het frame 4 geheel wordt opgenomen 790 5 6 92 4 5' voor de heen en weer gaande bewegingen van de terugslagmassa wozdt de mechanische verbinding die inwerkt op de vuurregelaar geheel in het frame ingesloten en is op deze wijze beschermd; dit geheel vormt de niet aan de terugslag deelnemende massa.

5 Het ontgrendelen geschiedt, aan de rechter kant ten opzichte van de schutter, door middel van een oor 27 verbonden met de grendel 7 en vallend in een uitsparing 28 waardoor voldoende ruimte ontstaat om de grendel vrij te geven.

Via de uitsparing 28 heeft het oor 27 toegang tot een groef 29 10 gevormd parallel met de geleiding 8 aan de rechter kant van de wieg 3; een aanslag 30 bevestigd aan de buitenkant van het frame 4 verschuift in deze groef tijdens de beweging ervan ten opzichte van de terugstootmassa.

Als een pal beweegt de aanslag 13 slechts in één richting bij 15 de samenwerking ervan met het oor 27. De aanslag werkt als vaste aanslag aan het einde van de tegenterugstootslag; wanneer het draagoppervlak het oor 27 treft doen zij de grendel 7 de hoekver-plaatsing uitvoeren die voor het hergrendelen nodig is. Gedurende deze hoekverplaatsing wordt het oor 27 omhoogbewogen en beweegt boven 20 de aanslag 30; het oor kruist deze bij het terugkeren in de groef 29.

In de niet gegrendelde stand is een speling van een fractie van een mm tussen de twee randen van de zitting voldoende om de loop vrij te geven.

Door het omlaagbewegen van de loop wordt deze autoamtisch ver-25 grendeld.

Aan het begin van de terugstootslag werkt de aanslag 30 als beweegbare aanslag voor het geven van een vrije doorgang aan het oor 27 in de groef 29 zonder de vergrendelde positie van de grendel 7 te beïnvloeden.

30 Hiertoe werkt het vooreinde van het slot 27 in op de helling 34 790 5 6 92 6 van de aanslag 30 en drukt de aanslag terug in het horizontale vlak. De loop kan met de hand op twee wijzen worden ontgrendeld: - ofwel door het enigszins terugdrukken van de loop totdat het oor 27 de aanslag 30 passeert en het mogelijk maakt dat de loop terug 5 komt; het ontgrendelen geschiedt dan op de terugslag; - of wel door handbediening van de trekknop 35 die de aanslag 3é doet verglijden in de groef 29; in de samenwerking met het oor 27 komt de funktie overeen met die van de aanslag 30 tijdens het oplopen.

10 Het geheel van deze middelen komt door de veerzuiger 38 in de neutrale stand terug. Een dunne metaalplaat 39 vastgehouden door een doorgaande pen sluit de Holte bestemd voor het passeren van de hefboom 35 gedurende de verplaatsing daarvan.

De ontsteking geschiedt via de slagplaat 41 die wordt herspannen 15 door de neus 42 van de grendel 7 tijdens de dubbele teruggaande beweging welke optreedt tijdens het openen en sluiten van de loopbuis.

Tijdens deze beweging drukt de neus 42 de hiel 43 van de slagplaat roterend rond de as 44 over een hoek die de aanslag 45 doet vallen in de uitsparing 46 via de haarspeldveer; deze hoek corres-20 pondeert met die van de slagplaatimpuls.

De slagplaat 41 wordt bediend door een kleine slag aangedrukt door de veer 47.

Het in beweging brengen van de slagplaat wordt van buiten de teruggaande massa geregeld en wel aan de, ten opzichte van de 25 schutter linker, kant. Een schuifdrukstang 48 brengt de werking van de trekker 49 over op de aanslag 45 via de verhoging 50.

Wanneer de stang 48 door de trekker 49 wordt bewogen (zie fig. 16) wordt de aanslag 50 geheven en geeft de nok 45 de slagplaat 41 . vrij. Wanneer het schot is afgevuurd doet de helling 51 de stang 48 30 tijdens de terugslagbeweging omlaagbewegen. De stang 48 wordt tijdens 7905692 a 7 de gehele terugslag in de lage stand gehouden via het bovenste horizontale oppervlak van de geleidegroef 21.

Wanneer de drukstang 48 omlaag beweegt gaat ook de trekker 49 omlaag via de rol 52 (door indrukken van de werkveer 53). De trekker 5 49, bevestigd bij 54, wordt in deze laagste stand vastgehouden door de rol 55 van de achterrand 56 en door de inkeping 57. De inkeping 57 zal uiteindelijk de trekker 49 vrijgeven wanneer aan de trekkergreep 58 wordt getrokken om een schot af te vuren. Wanneer de stopstang 58 is vrijgegeven drukt de veer 53 de drukstang 48 omhoog; dit veroor-10 zaakt het afvuren door het vrijgeven van de inkeping 46 van de slagplaat 41 door het omhoogbrengen van de pal 45.

Hierdoor wordt voorkomen dat bij het afvuren van het schot via de trekkerhandgreep 58 druk wordt uitgeoefend op de vinger van de schutter.

15 De rollen 55 van de handgreepachterrand, samenwerkend met het hellend deel 77 van de trekker 49 kunnen de trekker weer omlaag brengen tijdens de beweging die het geheel naar de veilige stand terugbrengt.

Het mechanisme is opgesloten in een huis 60 dat één geheel vormt 20 met de handgreep 61. Deze eenheid kan worden verwijderd door de twee bouten 62 die het bevestigd houden aan het frame 4 over 180° te draaien.

Het mechanisme is voorzien van twee veiligheden, een veiligheid 63 om het wapen buiten bedrijf te stellen en een veiligheid 55/56 25 werkzaam wanneer het wapen in actie is. De funktie van deze laatste is te voorkomen dat het schot onbedoeld wordt afgevuurd doordat iets blijft hangen wanneer de grendel is vrijgegeven. De veiligheid 55/56 wordt omhoog gebracht wanneer de schutter de handgreep vasthoudt door de beweging van de hefboom 61 in de achterkant van de handgreep; 30 hierdoor worden de rollen 55 weggetrokken die anders voorkomen dat de 7905692 8 • trekker 49 de slagplaat 41 vrijgeeft.

In een voorkeursuitvoeringsvorm, afgebeeld in doorsnede in fig. 15, wordt de trekker 58 in de inactieve stand vastgehouden door een veiligheid gevormd door de hefboom 56. Op deze hefboom 56 wordt 5 ingewerkt door de veer 80; deze bedient de grendel 81 die samenwerkt met het binnenoppervlak van het huis 60 en het onderoppervlak van het wegtrekdeel 82. Dit onderoppervlak heeft een stapvormig deel 83 zodat, met de grendel in de voorste stand, het geheel kan kantelen om de as 84 onder inwerking van de trekker 58.

10 Het geheel heeft een pal 85 die kan draaien rond de as 86 en staat onder inwerking van een veer 87 die het geheel in de aanslag houdt tegen de pen 88. De pal heeft een oppervlak 89 samenwerkend met het einde van een arm van een terugbrengorgaan 90; de andere arm daarvan staat onder 90° en heeft een hoek 91 die samenwerkt met een 15 drukstang 48. Deze drukstang 48 wordt door een niet getekende veer naar boven gedrukt.

De terugstootrem is hydraulisch met gedeeltelijke herwinning van energie, verkregen door het indrukken van een gedeeltelijk voorgespannen veer 9 waarvan de funktie is de slag op de juiste 20 wijze te beëindigen wanneer de loop is opgelopen onafhankelijk van de helling van het wapen.

Het lichaam van het huis vormt een deel van de terugbewegende massa en is daaraan bevestigd via de bevestigingsmiddelen 64 en 65 aangebracht op de beweegbare wieg 3. De stang 10, met een zuiger 66 daar-25 aan vastgeschroefd is stationair ten opzichte van het frame en wordt door het afsluiteinde 67 in deze stand gehouden.

Bij verplaatsing van het cilindrisch lichaam van de rem 6, dat kan bewegen ten opzichte van de stang, zal de olie daarin van de ene zijde van de stationaire zuiger 66 in tegengestelde richting naar de 30 andere zijde stromen bij de verplaatsing van het lichaam.

790 5 6 92 » 9 s.

In een van de getekende uitvoeringsvormen gaat de olie door een boring tussen de zuiger óó en het lichaam 6. Een lineaire afname van de speling resulteert in een geleidelijk afremmen wanneer het lichaam 6 ten opzichte van de zuiger 66 wordt verplaatst.

5 Dit effekt reduceert de reaktie welke de neiging heeft het wapen omhoog te brengen voordat het projektiel de loop heeft verlaten.

De veer wordt rechtgehouden door de stang 10 en gedeeltelijk door het omhulsel 70.

De terugbewegende massa wordt gehouden door een bufferaanslag 10 die automatisch valt in een holte achter in het staartstukblok wanneer de terugbewegende massa verder beweegt dan de terugstoot. Door het indrukken van het bewerkte oppervlak 71 kan de massa worden vrijgege-geven.

Een buffer 72 beschermt de zuiger 66 door te voorkomen dat deze 15 aanslaat tegen de bodem van de mantel wanneer het wapen met de hand wordt ingekort tot in de transporttoestand of voor het absorberen van een beweging tot voorbij de maximum terugslag.

De richttelescoop 73 geeft een tweevoudige vergroting, is beweegbaar en kan worden afgenomen aan de linkerkant van het wapen.

20 De telescoop is bevestigd met behulp van een zwaluwstaart 74 die de telescoop in de juiste stand vasthoudt en het tevens mogelijk maakt de telescoop te verwijderen.

Met behulp van een instelbaar oculair kan de telescoop aan het oog van de schutter worden aangepast.

25 De steun 75 kan worden uitgeklapt wanneer het wapen liggend wordt afgevuurd, en wordt in deze stand vastgehouden door de bout 76.

In de naar voren gerichte, horizontale, stand beschermt de steun de loop, in het bijzonder de mondingdempel tijdens de terugslag.

Bij transport van het wapen kan de steun geheel onder de hand-30 greep worden teruggeklapt en in deze stand door de bout 76 worden vastgehouden.

790 56 92 * 10

Het wapen is zeer eenvoudig te bedienen en bijzonder zeker. Wanneer een schot is afgevuurd zullen loop, wieg en remlichaam samen terugbewegen, geleid in het frame, waarbij de opneemveer wordt samengedrukt. De rem is zodanig ingericht dat de energie geleidelijk wordt 5 geabsorbeerd, waardoor de reaktie op het wapen voordat Het projektiel de loop geheel heeft verlaten wordt verkleind.

Na de terugstoot brengt de terugbrengveer de bewegende delen weer in de uitgangsstand. Voordat deze beweging geheel is voltooid leidt een aanslag op het frame het ontgrendelen en het openen van de loop 10 in. De huls wordt uitgeworpen wanneer het hoek-openen van de loop is gecompleteerd. Wanneer met de hand nieuwe munitie is aangebracht wordt de loop gesloten door de loop op de wieg omlaag te bewegen en wordt dan automatisch vergrendeld. De beweging van de grendel gedurende deze bewerking veroorzaakt het herspannen van het slagpenmechanisme. 15 Verplaatsing van de trefferhandgreep doet de trekker omhoog bewegen en maakt de aanslag vrij van de neus met de hamer; de slagpen raakt dan de patroonhuls.

79056 92

Claims (7)

1. Persoonlijk wapen voor het afvuren van explosieve projektielen, gekenmerkt door een getrokken loop, kantelbaar aangebracht op een wieg, bevestigd aan een staartstuk dat kan verschuiven in een frame en een hydraumechanische terugstootrem met gedeel- 5 telljl<:è herwinning van energie waarvan het beweegbare deel direkt op de wieg is aangebracht, terwijl loop en wieg kunnen worden teruggetrokken in een niet-werkzame transportstand bij verkleining van de afmetingen van het wapen.

2. Wapen volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat 10 de gehele terugstootmassa gevormd door loop, wieg, staartstuk en cilinder der terugstootrem kan verschuiven in het frame via geleidingen opgenomen in langsgroeven gevormd in de binnenzijoppervlakken van het frame.

3. Wapen volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het 15 geheel der op het projektiel inwerkende ontstekingsmiddelen in het staartstukblok is aangebracht.

4. Wapen volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het vrijgeven van het ontstekingsslagelement wordt bestuurt door een verschuifbare drukstang aangebracht aan de zijkant van het wapen 20 binnen het frame en buiten de baan van de tijdens de terugstoot bewegende massa en wordt bediend door een aftrekmechanisme bestuurd door een trekker die is opgenomen in een afvuurhandgreep. *

5. Wapen volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de terugstootrem een zuiger omvat met een zuigerstang bevestigd aan 25 de voorkant van het frame en gaande door een kamer integraal met de tijdens de terugstoot bewegende massa's terwijl deze stang zich uitstrekt buiten de kamer naar de achterzijde van het frame in een huls bevestigd aan deze frameachterkant, en een veer rond de stang is aan- 79056 92 12 gebracht, tot in de huls uitsteekt en rust tegen het uitwendige achteroppervlak van de kamer en tegen het inwendige achteroppervlak van het frame.

6. Wapen volgens conclusie 4 of 5, gekenmerkt door 5 automatisch werkende middelen voor het vergrendelen van de loop in de actieve vuurstand.

7. Wapen volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het herspannen en vergrendelen van de loop automatisch tot stand worden gebracht door het omlaag bewegen der loop in de afvuurstand. 790 5 6 92