NL7905617A - Inrichting voor het bevestigen van injecteuren, mondstukken of inlaatstompen, en de afdichting van filterslangen in de slangbodem van filters voor stof bevattend gas. - Google Patents

Inrichting voor het bevestigen van injecteuren, mondstukken of inlaatstompen, en de afdichting van filterslangen in de slangbodem van filters voor stof bevattend gas. Download PDF

Info

Publication number
NL7905617A
NL7905617A NL7905617A NL7905617A NL7905617A NL 7905617 A NL7905617 A NL 7905617A NL 7905617 A NL7905617 A NL 7905617A NL 7905617 A NL7905617 A NL 7905617A NL 7905617 A NL7905617 A NL 7905617A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
dust
nozzles
gas
injectors
expansion
Prior art date
Application number
NL7905617A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Intensiv Filter Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Intensiv Filter Gmbh filed Critical Intensiv Filter Gmbh
Publication of NL7905617A publication Critical patent/NL7905617A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D46/00Filters or filtering processes specially modified for separating dispersed particles from gases or vapours
    • B01D46/02Particle separators, e.g. dust precipitators, having hollow filters made of flexible material

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Filtering Of Dispersed Particles In Gases (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)

Description

^ * a « INTENSIV-FILTER GmbH & Co. KG., te Velbert, Bondsrepubliek Duitsland.
Inrichting voor het bevestigen van injecteuren, mondstukken of inlaatstom-pen, en de afdichting van filterslangen in de slangbodem van filters voor stof bevattend gas.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bevestigen van injecteuren, mondstukken of inlaatstompen in de slangbodem van filters voor stof bevattend gas, voorzien van een groep aan hun ene einde gesloten en aan hun andere einde open, over steunkorven getrokken 5 en in een als scheidingswand tussen de ruimte voor stof bevattend gas en een ruimte voor gereinigd gas uitgevoerd slangbodem bevestigde filterslangen, waarbij de te reinigen stroom stof bevattend gas van buiten naar binnen door de filterslangen stroomt, die met regelmatige tussenpozen met behulp van injecteuren, mondstukken of inlaatstompen door middel van een in 10 tegengestelde richting werkzame, door een spoelgasinrichting tot stand ge brachte spoelgas stroom van het aan het uitwendige oppervlak daarvan hechtende stof kunnen worden bevrijd, welke filterslangen zijn aangebracht in een huis, dat een opening heeft voor de inlaat van stof bevattend gas, een uitlaat voor gereinigd gas en inrichtingen voor het afzuigen van stof, 15 en door de injecteuren, mondstukken of inlaatstompen zodanig zijn afgedicht in de slangbodëm, dat geen stof door de afdichtvlakken tussen de filterslangen en de slangbodem vanuit de ruimte voor het stof bevattende gas in de ruimte voor het gereinigde gas kan komen.
Injecteuren, mondstukken en inlaatstompen zijn op dit ge-20 bied onderdelen van een filter voor stof bevattend gas, welke onderdelen nodig zijn om de spoelgasstroom vanuit de ruimte voor gereinigd gas met een gunstige werkingsgraad in de afzonderlijke filterslangen naar binnen te leiden.
7905617 ï 2 *
Bij de Bekende filterinrichtingen zijn deze onderdelen met een afzonderlijke afdichting of, zoals in de meeste gevallen gebruikelijk is, met de als afdichting werkénde rand van de filterslang, bevestigd in de slangbodem. Hiertoe dienen schroefverbindingen, draadbeugels uit veer-5 draad, klembeugels of bijzondere monteringen met twee of meer dan twee hef bomen als bedieningsinrichting, Met deze elementen wordt de voor het afdichten van de filterslang tegen de slangbodem benodigde afdichtkracht opgewekt, (Duitse Gebrauchsmusters 7.810.568 en 7.815.811).
Bij alle gebruikelijke filterinrichtingen voor stof be-10 vattend gas moeten de slangen van tijd tot tijd worden verwisseld, omdat de ingebouwde filterslangen slijten, verstopt raken met het te filtreren produkt of omdat wanneer het produkt wordt veranderd, het vooraf gefilterde produkt niet in aanraking mag komen met het daarna te filtreren produkt.
Het verwisselen van de filterslangen is een niet-produk-15 tieve bezigheid. Derhalve moeten dezen werkzaamheden worden uitgevoerd met een zo klein mogelijk tijdsverloop. Voor deze werkzaamheden staan vrijwel uitsluitend hulpkrachten ter beschikking zonder bijzonder vakkennis. Fouten bij het inbouwen van de filterslangen moeten worden vermeden, omdat fout ingebouwde filterslangen de doorgang van stof mogelijk maken. Dat is voor 20 de werking van de filterinrichtingen overeenkomstig de gelden/milieube- schermingswetten, niet toelaatbaar-. Derhalve moet het verwisselen van de slangen voor wat betreft het praktisch uitvoeren daarvan, zo eenvoudig mogelijk zijn.
Verder is het bij het verwisselen van slangen nodig op 25 de slangbodem te lopen. Derhalve moeten alle. de begaanbaarheid begrenzende in- en opbousels op grond van de snelle uitvoerbaarheid en het voorkomen van ongevallen, als nadelig worden aangezien.
Omdat voor elke filterslang een bevestigingsinrichting nodig is, maar in het bijzonder bij grote filterinrichtingen duizenden fil-30 terslangen in êên inrichting aanwezig kunnen zijn, is een met zo weinig mogelijk middelen te maken inrichting gewenst.
Bij gebruikelijke filterinrichtingen is het voor het inbouwen en het verwisselen van de filterslangen benodigde inbouwen en uitbouwen van de afhankelijk van de uitvoering van het filter toegepaste 35 injecteuren, mondstukken of inlaatstompen, slechts met een aanzienlijk 790 56 1 7 * 3 ê tijdsverbruik mogelijk. Hierbij is een aantal handelingen nodig, bijvoorbeeld het losdraaien en weer aandraaien van schroefverbindingen, en het losmaken, bewaren en weer gebruiken van klemelementen. Hierbij wordt door de elementen zelf of door de verankeringen daarvan, de begaanbaarheid 5 zonder hinder te ondervinden van een slangbodem verhinderd. Bovendien ver eist het aanbrengen van verankeringen op de slangbodem, een aanzienlijke arbeidsinspanning.
Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een met zo weinig mogelijk handgrepen te hanteren, voldoende vastzittende bevesti-ging te verschaffen voor injecteuren, mondstukken of inlaatstompen in de slangbodem van filters voor stofbevattend gas met een stofdichte verbinding tussen de filterslang en de slangbodem, welke verbinding geen de begaanbaarheid belemmerende in- en uitbouwsels op de slangbodem nodig maakt, en die met zo min mogelijk technische inspanning kan worden vervaardigd.
15 Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat de injecteuren, mondstukken of inlaatstcmpen door middel van spreihefbomen of spreischijven zijn bevestigd.
Verdere van belang zijnde kenmerken van de uitvinding zijn alsvogt uitgevoerd. Volgens een kenmerk, dat aanzienlijke betekenis toe-2o komt zijn de spreihefbomen of spreischijven vanuit een stabiele stand voorafgaande aan het inbouwen via een labiele tussenstand bij het inbouwen in een stabiele stand na het inbouwen omklapbaar aangebracht. Hierbij zijn de spreihefbomen of spreischijven gesteund in een gedeelde ring.
De met de uitvinding te bereiken technische vooruitgang 25 berust op de volgende voordelen. De injecteuren, mondstukken of inlaat- stompen kunnen met slechts een enkele handgreep met een natuurlijk bewegings-verloop worden in- of uitgebouwd, te weten het inbouwen door het naar beneden drukken, en het uitbouwen door het naar buiten trekken. Elke handeling neemt slechts enkele seconden tijd. Hierbij klappen de spreihefbomen 30 of spreischijven na het steunen tegen de, de bovenste rand van de filter slang bekledende, gedeelde ring, uit de stabiele uitgangsstand via de labiele tussenstand in de stabiele eindstand. Omdat de spreihefbomen of spreischijven in de eindstand nog onder spanning staan, ontstaat een radiaal en een axiaal gerichte kracht. De radiaal gerichte kracht drukt de filterslang 35 tegen de wand van het gat in de slangbodem, en brengt zodoende een stof- 7905617 0 • ·* if dichte verbinding tot stand. De axiaal gerichte kracht drukt de injecteur, het mondstuk of de inlaatstomp in de filterslang en brengt zodoende de bevestiging tot stand van de injecteur, het mondstuk of de inlaatstomp.
Ook bij het uitbouwen klappen de spreihefbomen of spreischijven bij het 5 naar buiten trekken vanuit de filterslang, eveneens door slechts één enkele handgreep vanuit de stabiele eindstand via de labiele tussenstand in de stabiele uitgangsstand, waardoor de daarvoor afgedichte en bevestigde onderdelen vrijkomen.
Een verder voordeel is de vrije slangbodem zonder belem-10 merende bevestigingselementen, dat wil zeggen dat er geen de begaanbaarheid van de slangbodem belemmerende aanbouwdelen aanwezig zijn.
Bij een praktische uitvoeringsvorm, die aanzienlijke betekenis toekomt, zijn de spreihefbomen in dwarsdoorsnede hoekvormig uitgevoerd met een korter been en een langer been.
15 Opdat de spreihefboom gemakkelijk kan omklappen zijn zij door middel van veerkrachtige ringen bevestigd aan de injecteuren, mondstukken of inlaatstompen. Bij voorkeur zijn de veerkrachtige ringen uitgevoerd als ronde koordringen.
Voor het omklappen in de ingebouwde toestand, ligt het 2o langere been van de spreihefboom in de uitgangsstand voorafgaande aan het inbouwen, op de gedeelde ring.
Om de beweging van de injecteur, het mondstuk of de inlaatstomp bij het inbouwen te begrenzen, ligt de rand in ingebouwde toestand op de gedeelte ring.
25 Opdat de spreihefbomen niet ongewild kunnen omklappen, zijn zijdelings aan de injecteuren, mondstukken of inlaatstompen, leiribben aangebracht, waarvan de buitenranden buiten de kortere benen uitsteken van de spreihefbomen in de stand daarvan voorafgaande aan het inbouwen.
Om de bij verschillende afmetingen van de filterslangen 30 verschillende bevestigings- en afdichtingskrachten op te brengen, kan de radiaal en de axiaal gerichte kracht worden bepaald door de lengte van het kortere been van de spreihefboom.
Bij een gewijzigde uitvoeringsvorm, die eveneens aanzienlijke betekenis toekomt, bestaat de spreischijf uit veerkrachtig materiaal. 35 Opdat de spreischijf gemakkelijk kan omklappen tussen de uit gangs- en de 7905617 5 * eindstand, is de schijf uitgevoerd als ringvormige kegelmantel met binnen-en buitensleuven.
De radiaal gerichte kracht voor het afdichten van de filterslang, en de axiaal gerichte kracht voor het bevestigen van de in-5 richting in de slangbodem, kunnen vorden bepaald door de afmeting van de kegelhoek, de veerkracht van het materiaal, de dikte daarvan, de sleufaanbrenging en de maat uit het verschil tussen de uitwendige diameter van de spreischijf en de inwendige diameter van de groef.
Opdat de spreischijf kan steunen voor het omklappen, is 10 de gedeelde ring ter hoogte van de groef voorzien van een naar binnen uitstekende rand.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een dwarsdoorsnede toont van het filter voor stof 15 bevattend gas, fig. 2 een lengtedoorsnede is, gedeeltelijk weggebroken, van een inlaatstomp met spreihefbamen, voorafgaande aan het inbouwen daarvan, fig. 3 de in fig. 2 weergegeven inlaatstomp toont in in-20 gebouwde toestand, fig. 1+ een doorsnede is volgens de lijn IV-IV in fig. 3, fig. 5 een lengtedoorsnede is, gedeeltelijk weggebroken, van een inlaatstomp met spreischijf voorafgaande aan het inbouwen daarvan, fig. 6 de inlaatstomp volgens fig. 5 toont in ingebouwde 25 toestand, en fig. 7 een aanzicht is van een gedeelte van een spreischijf.
In een huis 10 met een opening 11 voor de inlaat van stof bevattend gas, een opening 12 voor de uitlaat van gereinigd gas, en een inrichting 13 voor het afzuigen van stof, is een slangbodem 1U aangebracht, 30 die het huis 10 scheidt in een kamer 15 voor stof bevattend gas en een ka mer 16 voor gereinigd gas. In openingen van de lsangbodem 1U zijn over steunkorven 18 getrokken, aan de bovenkant open en de onderkant gesloten filterslangen 19 aangebracht. Afhankelijk van de uitvoeringsvorm van het filter voor stofbevattend gas, zijn hierin injecteuren, mondstukken of 35 inlaatstompen 17 aangebracht, die zijn voorzien van de onderhavige bevesti- 7905617 6 a gingsinrichting. Voor de injecteuren, mondstukken of inlaatstompen 17 wordt hierna alleen nog de aanduiding inlaatstompen 17 gebruikt.
De te filtreren stof bevattende gassen kanen via de in-laatopening 11 in het huis 10 en van hier door de filterslang 19 heen via 5 de ruimte 16 voor gereinigd gas door de inlaatopening 12 naar buiten. Ten einde het op het uitwendige oppervlak van de filterslangen aanhechtende stof los te maken, wordt met regelematige tussenpozen via een niet weergegeven spoelgasinrichting, spoelgas in tegengestelde richting door de inlaatstompen 17 in de filterslangen 19 geleid. Het losgemaakte stof valt 10 in het onderste gedeelte van het huis 10, en wordt door de stofafvoerinrich-ting 13 verwijderd.
In de fig. 2-h hebben de inlaatstompen 17 spreihefbomen 20, bij voorkeur drie stuk, die onder hoeken van 120° zijn aangebracht.
De spreihefbomen 20 worden door een veerkrachtige ring 21 in een als pris-15 ma uitgevoerde goot 17b voorafgaande aan het inbouwen zodanig vastgehouden, dat het langere been 20a van de spreihefbomen 20 in hoofdzaak horizontaal ligt. Bij het naar beneden drukken van de inlaatstompen 17 in de ingebouwde toestand volgens fig. 3, worden de spreihefbomen 20 door het rusten van het langere been 20a op een gedeelte ring 18a van de steunkorf 18, gedwon-20 gen tot omklappen, zodat het kortere been 20b van de spreihefboom 20 aangrijpt in de groef 18b van de ring 18a. De eindstand wordt begrensd door een rand 17c van de inlaat stomp 17. Bij het naar beneden drukken van de inlaatstomp 17 ontstaat door het kortere been 20b een radiaal gerichte kracht, die de gedeelde ring 18a van de steunkorf 18 over de gehele omtrek 25 tegen de filterslang 19 drukt, die op deze plaats een versterking 19a heeft, met een kraal 19b.
Door de via de ring 18a en de groef 18b op de filterslang 19 uitgeoefende klemwerking ontstaat een stofdichte verbinding tussen de filterslang 19 en de slangbodem 1¼. De in de ingebouwde toestand op het 30 kortere been 20b van de spreihefboom 20 inwerkende, axiale kracht, drukt de rand 17c op de ring 18a en brengt zodoende de bevestiging tot stand van de inlaat stomp 17 in de slangbodem 1¾. De vasthoud- en afdichtkrachten kunnen afzonderlijk worden bepaald door de lengte van het kortere been 20b. Wanneer het been 20b langer wordt gemaakt, zijn de krachten groter, waarbij 35 wanneer het korter wordt gemaakt, de krachten kleiner zijn. Aan de inlaat- 7905617 7 β stompen 17 zijn zijdelings in het gebied van de spreihefbomen 20, lei-ribben 17d aangebracht, zoals is te zien in fig. 2, die met hun buitenste eindranden voorafgaande aan het inbouwen buiten het been 20b van de sprei-hefboom 20 uitsteken, Zodoende voorkomen zij een ongewild omklappen van 5 de spreihefboom 20 bij het voeren van de inlaatstomp 17 in een opening van de slangbodem 1b, en maken zij zodoende een feilloos inbouwen mogelijk.
Bij de in de fig. 5-7 weergegeven bevestigingsinrichting is in plaats van de spreihefboom 20 een spreischijf 22 voorzien. De op de in fig. 7 weergegeven op soortgelijke wijze, gedeelde, veerkrachtige sprei-10 schijf 22 is gepast in een ringvormige groef 17e van de inlaatstomp 17.
Bij het inbouwen van de inlaatstomp 17 door het naar beneden drukken daarvan wordt de spreischijf 22 door een naar binnen uitstekende rand 18c van de gedeelte ring 18a tot omklappen gebracht. Dit geschiedt op het moment, dat de draaipunten van de spreischijf 22 in de ringvormige groef 17e en 15 in de goref 18b zich op dezelfde hoogte bevinden. Door het spreiden van de schijf 22 wordt op de gedeelde ring 18a een radiale kracht uitgeoefend, die de filterslang 19 stofdicht verbindt met de slangbodem 1¾. De inbouw-•weg is voor wat betreft de lengte daarvan begrenst door de rand 17c. Zodoende blijft in de ingebouwde toestand volgens fig. 6, een axiale kracht 20 behouden, die de inlaatstomp 17 met zijn rand 17c op de gedeelte ring 18a drukt, en zodoende de bevestiging tot stand brengt.
De uitwendige diameter van de spreischijf 22 is in de stand voorafgaande aan het inbouwen met een bepaald bedrag kleiner dan de inwendige diameter van de ring 18a. Zodoende wordt een gemakkelijk inbren-25 gen mogelijk gemaakt. De inwendige diameter van de spreischijf 22 en de van hier zich uitstrekkende sleuven zijn zodanig bemeten, dat de schijf van beneden over de inlaatstomp 17 en een leirand 17f, vrij in de ringvormige groef 17e kan worden gebracht. Door de grootte van de kegelhoek a, de veerkracht van het materiaal, de dikte daarvan, de sleufaanbrenging en 30 de maat uit het verschil tussen de uitwendige diameter van de spréischijf 22 en de inwendige diameter van de groef 18b kunnen de inbouweigenschappen en de sprei- en vasthoudkrachten afzonderlijk worden bepaald.
Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. 35 7905617

Claims (14)

1. Inrichting voor het bevestigen van injecteuren, mondstukken of inlaatstompen in de slangbodem van filters voor stofbevattend 5 gas, voorzien van een groep aan hun ene einde gesloten en aan hun andere einde open, over steunkorven getrokken en in een als scheidingswand tussen een ruimte voor het stofbevattende gas en een ruimte voor het gereinigde gas uitgevoerde slangbodem bevestigde filterslangen, door welke filter-slangen de te reinigen stroom gas met stof van buiten naar binnen stroomt, 10 en die met regelmatige tussenpozen met behulp van injecteuren, mondstukken of inlaatstompen door middel van een in tegengestelde richting werkzame, door een spoelgasinrichting tot stand gebrachte spoelgasstroom van het aan het uitwendige oppervlak hechtende stof kunnen worden bevrijd, waarbij de filterslangen zijn aangebracht in een huis, dat een opening heeft voor de 15 inlaat van het stofbevattende gas, een uitlaat voor het gereinigde gas en inrichtingen voor de stofafvoer, en door de injecteuren, mondstukken of inlaatstompen zodanig in de slangbodem zijn af gedicht, dat geen stof door de af dicht vlakken tussen de filterslangen en de slangbodem vanuit de ruimte voor het stofbevattende gas in de ruimte voor het gereinigde gas kan komen, 20 met het kenmerk, dat de injecteuren, mondstukken of inlaatstompen (17) door middel van spreihefbomen (20) of spreischijven (22) zijn bevestigd in de slangbodem (1H).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spreihefbomen (20) of spreischijven (22) uit een stabiele uitgangsstand 25 voorafgaande aan het inbouwen via een labiele tussenstand bij het inbouwen in een stabiele eindstand na het inbouwen canklapbaar zijn aangebracht.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de spreihefbomen (20) of de spreischijven (22) worden gesteund door een gedeelte ring (18a).
30 H. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spreihefbomen (20) in dwarsdoorsnede hoekvormig zijn uitgevoerd met een korter been (20a) en een langer been (20b).
5· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spriehefbomen (f20) door middel van een veerkrach-35 tige ring (21) zijn bevestigd aan de injecteuren, mondstukken of inlaat stompen (17). 7905617 Sr * t
6. Inrichting volgens conclusie 5» met het kenmerk, dat de veerkrachtige ringen (27) zijn uitgevoerd als ronde koordringen.
7. Inrichtingen volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het langere heen (20a) van de spreihefboom (20) in 5 de uitgangsstand voorafgaande aan het inhouwen, op de ring (18a) ligt.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rand (17c) in de ingehouwde toestand op de ring (18a) ligt.
9· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat leiribben (I7d) zijdelings zijn aangebracht aan de injecteuren, mondstukken of inlaatstompen (17), vanwelke leiribben de buitenranden voorafgaande aan het inbouwen buiten het kortere been (20b) van de spreihefboom (20) in de uitgangsstand daarvan, uitsteken,
10. Inrichting volgens êén der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat de radiaal en de axiaal gerichte kracht kunnen worden bepaald door de lengte van het kortere been (20b) van de spreihefboom (20).
11. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de spreischijf 22 bestaat uit veerkrachtig materiaal.
12. Inrichting volgens een der conclusies 1-3 en 11, 20 met het kenmerk, dat de spreischijf (22) is uitgevoerd als ringvormige kegelmantel met binnen- en buitensleuven.
13. Inrichting volgens een der conclusies 1-3 en 11,12, met het kenmerk, dat de radiale kracht voor het afdichten van de filter-slang (19) en de axiale kracht voor de bevestiging afzonderlijk kunnen 25 worden bepaald door de grootte van de kegelhoek (a)3 de veerkracht van het materiaal, de dikte daarvan, de sleufaanbrengingen de maat uit het verschil tussen de uitwendige diameter van de spreischijf (22) en de inwendige diameter van de groef (18b). 1U. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, en 11-13, 30 met het kenmerk, dat de gedeelde ring (18a) ter hoogte van de groef (18b) is voorzien van een naar binnen uitstekende rand (18c).
15. Inrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 7805617
NL7905617A 1979-04-24 1979-07-19 Inrichting voor het bevestigen van injecteuren, mondstukken of inlaatstompen, en de afdichting van filterslangen in de slangbodem van filters voor stof bevattend gas. NL7905617A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2916453 1979-04-24
DE2916453A DE2916453C2 (de) 1979-04-24 1979-04-24 Einrichtung zum Befestigen von Injektoren, Düsen oder Einlaufstutzen im Schlauchboden von Staubgasfiltern

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7905617A true NL7905617A (nl) 1980-10-28

Family

ID=6069076

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905617A NL7905617A (nl) 1979-04-24 1979-07-19 Inrichting voor het bevestigen van injecteuren, mondstukken of inlaatstompen, en de afdichting van filterslangen in de slangbodem van filters voor stof bevattend gas.

Country Status (12)

Country Link
AT (1) AT375840B (nl)
BE (1) BE878690A (nl)
CH (1) CH642562A5 (nl)
DE (1) DE2916453C2 (nl)
DK (1) DK371979A (nl)
ES (1) ES484279A1 (nl)
FR (1) FR2454833A1 (nl)
GB (1) GB2047114B (nl)
IT (1) IT1122394B (nl)
NL (1) NL7905617A (nl)
SE (1) SE434345B (nl)
YU (1) YU212079A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5061303A (en) * 1989-07-31 1991-10-29 Pneumafil Corporation Snap-in filter unit
US5202021A (en) * 1991-08-26 1993-04-13 Hosokawa Micron International Inc. Integrated molded collar, filter bag, cage and locking ring assembly for baghouses
IT1312572B1 (it) * 1999-05-28 2002-04-22 Workmec S R L Dispositivo per la separazione di particelle solide a manichefiltranti.
DE102008046836B4 (de) * 2008-09-11 2013-07-04 Buschjost Norgren Gmbh & Co Kg Speichertanksystem mit Absperrvorrichtung
DE102017207497B3 (de) 2017-05-04 2018-06-21 Dehne Entstaubungstechnik Ag Filtervorrichtung mit einer Luftdüse

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2973211A (en) * 1955-08-02 1961-02-28 Alden E Osborn Pipe joint
FR1396229A (fr) * 1964-05-27 1965-04-16 Dispositifs pour assurer l'étanchéité de fermetures ou d'assemblages de tuyaux
US4073632A (en) * 1975-07-07 1978-02-14 United States Filter Corporation Filter bag assembly
DE7536766U (de) * 1975-11-19 1977-08-25 Flex-Kleen Corp., Chicago, Ill. (V.St.A.) Einbau- und tragkonstruktion fuer schlauchfilter
US4131440A (en) * 1977-11-10 1978-12-26 Aktiebolaget Svenska Flaktrabriken Quick-connect-and-disconnect assembly

Also Published As

Publication number Publication date
DK371979A (da) 1980-10-25
CH642562A5 (de) 1984-04-30
IT1122394B (it) 1986-04-23
DE2916453B1 (de) 1980-12-18
IT7924857A0 (it) 1979-08-01
SE434345B (sv) 1984-07-23
ATA594279A (de) 1984-02-15
SE7907585L (sv) 1980-10-25
GB2047114A (en) 1980-11-26
AT375840B (de) 1984-09-10
DE2916453C2 (de) 1981-08-06
GB2047114B (en) 1982-12-15
FR2454833B1 (nl) 1982-11-19
YU212079A (en) 1982-08-31
FR2454833A1 (fr) 1980-11-21
BE878690A (fr) 1979-12-31
ES484279A1 (es) 1980-05-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9586166B2 (en) Air cleaner replaceable filter cartridges; and, methods
JP3462207B2 (ja) 液体用フィルタ、特に内燃機関用の潤滑油用フィルタ
NL7905617A (nl) Inrichting voor het bevestigen van injecteuren, mondstukken of inlaatstompen, en de afdichting van filterslangen in de slangbodem van filters voor stof bevattend gas.
RU1839708C (ru) Реактор с циркулирующим псевдоожиженным слоем
TWI387478B (zh) 流體過濾器
US4089664A (en) Bag holder for self-cleaning bag filter
FI125659B (en) Drip Remover, Method for Modifying Existing Wet Type Gas Washer and Wet Type Gas Washer
CN111417793B (zh) 过滤装置以及该装置用于分离和收集制动灰尘的用途
US3522886A (en) Tank-type filter for pool water and the like
CN108290130B (zh) 易清洗的催化剂滤筐
US20170252684A1 (en) Filter Element Having Projecting Bayonet-Type Protrusion
SE421673B (sv) Tvastegsluftrenare
US5304304A (en) Filter cloth arrangement in a rotating filter
US3513980A (en) Filter tube securing means
US3856489A (en) Holder for annular filter
US3538687A (en) Device for filtering solids from a gas
JP6155534B2 (ja) 圧縮空気噴射装置
JP2017136596A (ja) 圧縮空気噴射装置
CN109645823B (zh) 用于浓缩咖啡机的快速拆装分水网
KR102144226B1 (ko) 끼움 결합이 가능한 상부캡이 구비된 집진기용 카트리지필터
US2694465A (en) Wet-type air cleaner
RU2257941C2 (ru) Рукавный фильтр
KR102079577B1 (ko) 가스절단용 화구의 불순물 제거장치
KR101593775B1 (ko) 집진기용 백필터의 고정구조
CN111389151A (zh) 过滤器预清机

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed