NL7905448A

NL7905448A - Werkwijze en inrichting voor het aan de binnen- en de buitenzijde bekleden van metalen buizen.

Info

Publication number: NL7905448A
Application number: NL7905448A
Authority: NL
Original assignee: Metallgesellschaft Ag
Priority date: 1978-07-12
Filing date: 1979-07-12
Publication date: 1980-01-15
Also published as: DE2830593B1; GB2025267B; US4273798A; SE7906038L; GB2025267A; BE877671A; DE2830593C2; FR2430802A1; IT7924263A0; JPS5515697A; IT1112124B

Description

m

V

>' MEEALLGESELLSCHAFT Aktiengesellschaffc, frankfurt am Main Bondr. Duitsland

Werkwijze en inrichting voor het aan de binnen- en de buitenzijde bekleden van metalen buizen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het aan de binnen- en buitenzijde met kunststof bekleden van horizontaal en loodrecht op de transportrichting daarvan gelegerde, op het oppervlak voorbehandelde metalen buizen met een begrensde lengte, 5 waarbij de tot boven het smeltpunt van de gebruikte kunststof verwarmde, vastgezette metalen buizen worden doorstroomd *door een mengsel van kunst-stofpoeder en lucht.

Met kunststof bekleed staal is een modern samengesteld materiaal, dat steeds bredere toepassing vindt. In toenemende mate worden 10 met kunststof beklede draden, draadweefseis, platen, enz. aangeboden. Hetzelfde geldt tevens in het bijzonder voor in de grond gelegde stalen buizen. Hierbij vervangt de kunststofbekleding steeds meer de aanzienlijk duurdere bekleding met rubber of met heet asfalt met aansluitend om banden.

Stalen buizen met een kleine diameter, zoals deze overwegend worden ge-15 bruikt in de huizen- en toestellenbouw, worden reeds voorzien van een uitwendige kunststofbekleding. Daarenboven kan ook het binnenvlak van metalen buizen zijn bekleed met kunststof.

Voor het bekleden van metalen buizen met kunststoffen bestaat een aantal werkwijzen. Het aanbrengen van de kunststof kan direkt 20 door dompelen in een kunst stof oplos sing plaatsvinden of door het opbreng-smelten volgens twee werkwijzen. Hierbij wordt de kunststofsmelt op de te bekleden buis geëxtrudeerd of wordt het kunststofpoeder in direkte aanraking gebracht met het verwarmde buisoppervlak, waarbij het kunststofpoeder op het verwarmde buisoppervlak vastgefrit en versmelt tot een regelmatige 790 54 48 4 <· *

/•J

2 kunststoffoelie. Op deze laatste werkwijze berusten alle poedersmeltwerk-wijzen, zoals het wervelsinteren, het elektrostatisch lakken met een poeder, het centrifugaal sinteren, enz. Deze werkwijzen maken een foutloze bekleding mogelijk van metalen buizen met matige snelheden, waarbij door ^ het draaien van de buizen gedurende het bekleden, een regelmatige laagdikte van de kunststoflaag wordt bereikt.

Bij een uit het Duitse Auslegeschrift 2.052.31H bekende werkwijze voor het met kunststoffen bekleden van het binnenvlak van horizontaal en loodrecht op de transportrichting daarvan gelegerde metalen bui-.jq zen, wordt een bij voorkeur turbulent mengsel van kunststofpoeder en lucht door de te bekleden buis, die via een inductiespoel regelmatig wordt verwarmd, geleid, waarbij de kunststof aan de buisbinnenwand vastfrit. Aansluitend wordt de inductiespoel nogmaals over de buis bewogen en de kunststoflaag verwarmd en doorsmolten.

lij Voor het aanbrengen van een kunststofbekleding op het buitenvlak van metalen buizen is voorzien in het op horizontaal en loodrecht op hun transportrichting gelegerde buizen, kunststofpoeder stapsgewijs in twee drappen elektrostatisch aan te brengen, en na elke stap de aangebrachte kunststoflaag te doorsmelten (Duits Octrooischrift 2.328.1*03). 20 Thans is getracht de volgens de in het Duitse Auslege schrift 2.052.311* beschreven werkwijze, aan de binnenzijde van een kunst·--stoflaag voorziene buizen, vervolgens volgens de in het Duitse Octrooischrift 2.328.01*3 beschreven werkwijze aan de buitenzijde te bekleden met kunststof. Bij een dergelijke werkwijzeverloop moet echter op de koop toe 25 worden genomen, dat bij de op het binnenvlak van de buizen zich bevindende kunststoflaag als gevolg van het verwarmen en doorsmelten van de op het buitenvlak van de buizen aangebrachte kunststoflaag, sterke sinaasappel-schilwerkingen, alsmede poriënvorming optreden, die de kwaliteit van de kunststoflaag zodanig beïnvloeden, dat dergelijke buizen niet langer ge-30 schikt zijn voor vele toepassingsgebieden.

Uit het Duitse Offenlegungsschrift 1.90U.618 is verder een werkwijze bekend voor het aan de binnen- en buitenzijde bekleden van horizontaal en loodrecht op hun transportrichting opgehangen metalen buizen, waarbij deze worden verwarmd en vervolgens voor het uitwendig bekleden wor-35 den gedompeld in een bed uit gefluidiseerd kunststofpoeder, en voor het 790 5 4 48 i 3 *·' inwendig bekleden kunststofpoeder door de buizen heen wordt geleid. Deze werkwijze heeft als gevolg van de vergelijkenderwijs slechte kwaliteit van de bekledingen in de praktijk geen ingang kunnen vinden.

Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een bruik-^ bare weg aan te geven on metalen buizen in een enkele werkwijagang op de binnen- en buitenvlakken daarvan onafgebroken te bekleden met kunststoffen.

De oplossing van deze opgave vindt volgens de uitvinding plaats, doordat de metalen buizen worden verwarmd en tegelijkertijd worden doorstroomd door het mengsel uit kunststofpoeder en lucht, en hierbij aan 10 de binnenzijde worden befrit met kunststof, waarna de metalen buizen in een aantal, bij voorkeur twee trappen in de niet op de transportinrichting legerende gebieden op het buitenvlak met kunststof worden bekleed door het versproeien in een elektrostatisch veld, en na elke stap de op het betrokken gebied van het buitenvlak van de metalen buizen aangebrachte, alsmede de 15 op de overeenkomstige gebieden van het binnenvlak vastgefritte kunststof-lagen worden doorsmolten en glad gemaakt.

De inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze bestaat uit monteringen voor het vastzetten van de metalen buizen, uit een bekle-dings- en verwarmingsinrichting voor het befritten van het binnenvlak van 20 de metalen buizen met kunststof, alsmede twee bekledingsinrichtingen, twee verwarmingsinrichtingen en twee achter elkaar aangebrachte, horizontaal liggende draagketting-transportinrichtingen, voor het aan de buitenzijde bekleden van de metalen buizen en het doorsmelten en glad maken van de kunststoflagen, waarbij de afstand van de kettingen van de ene draagketting-25 transporteur afwijkt van die van de kettingen van de andere draagkettings-transporteur.

Bij voorkeur is stroomopwaarts van de inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze, een inrichting aangebracht voor het aanbrengen van een hechthulpmiddel op de binnenvlakken van de metalen buizen, en een 30 oven voor het inbranden daarvan.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een bovenaanzicht is, en fig. 2 een zijaanzicht van de onderhavige inrichting.

35 De op de binnen- en buitenzijde ontvette en van roest 790 54 48 'K· '«*

It + ' ontdane stalen precisiebuizen 13 volgens DIN 2393 met een lengte van 6 m, een diameter van 28 mm en een wanddikte van 1,5 mm, worden bij 1 in de bekledingslijn gebracht.

In de bekledingsinrichting 2 worden de buizen 13 op hun 5 binnenzijde bekleed met een hechthulpmiddel met een laagdikte van ongeveer 15 um. Het bekleden vindt plaats door in de buizen 13 gebrachte lanzen.

In de inbrandoven 3 worden de buizen dan verwarmd op 250°C om het hechthulpmiddel in te branden.

Vervolgens worden de buizen 13 toegevoerd aan een bekle-10 dingsinrichting U, waarin de buizen 13 worden verwarmd en de binnenzijde daarvan regelmatig wordt befrit met polyamide 11-poeder in een laagdikte van 200 ym. Het befritten met polyamide 11 wordt bereikt, doordat door de vastgezette buizen 13 een mengsel uit polyamide 11-poeder en lucht wordt geleid en de buizen 13 tegelijkertijd zodanig hoog tot boven het smelt-15 punt van het polyamide 11 worden verwarmd, dat uit het mengsel uit polyamide 11 -poeder en lucht een laag met de gewenste dikte op de binnenzijde van de buizen wordt vastgefrit. Het voor het bekleden niet verbruikte polyamide 11 -poeder wordt uit de buizen 13 geblazen. De verwarming wordt bereikt, doordat in tegengestelde richting aan het mengsel uit polyamide 11 -poeder 20 en lucht, induct ie spoelen over de buizen worden bewogen. De buizen worden dan op de draagkettingtransportinrichting 5a, 5 gebracht, en geleid door de bekledingskamer 7·

Door de twee aandrukbanden 6 a, b zonder einde worden de buizen naar beneden op de draagkettingtransportinrichting 5 a, b en daarbij 25 tevens gedraaid.

Hierbij wordt een epoxyharslaag uitsluitend op de eindge-bieden van de buitenzijde van de buizen 13 aangebracht voor het versproeien van epoxyharspoeder in een elektrostatisch veld. Vervolgens worden de buizen 13 voor het doorsmelten en uitharden van de op de buitenzijde en in 30 het bijbehorende gebied binnenzijde aangebrachte epoxyharslaag geleid door de oven 8.

Dan worden de buizen 13 overgedragen aan de draagketting- t rensport inrichting 9 a,b en geleid in de bekledingskasten 11 a, b, waar zij door de aandrukband 10 zonder einde op de draagkettingtransportinrich-35 ting 9a, b worden gedrukt en daarbij tevens worden gedraaid.

790 5 4 48

Claims

30 CONCLUSIES 1. fferkvijze voor het op de binnen- en buitenzijde met kunststof bekleden van horizontaal en loodrecht op hun transportrichting gelegerde, op hun oppervlak voorbehandelde metalen buizen met een begrensde ^ lengte, vaarbij de tot boven het smeltpunt van de gebruikte kunststof 790 5 Λ 48 -J-ί Mr *' verwarmde, vastgezette metalen buizen worden doorstroomd door een mengsel uit kunststofpoeder en lucht, met het kenmerk'; dat de metalen huizen gelijk met het verwarmen worden doorstroomd door het mengsel uit kunststofpoeder en lucht, en zodoende op de binnenzijde worden befrit met kunststof, waar-5 bij de draaiende metalen buizen vervolgens in een aantal, bij voorkeur twee trappen in de betrokken, niet op de transportinrichting gelegerde gebieden op de buitenzijde worden bekleed door versproeien van kunststof in een elektrostatisch veld, en na elke trap de op de betrokken gebieden van de buitenzijde van de metalen buizen aangebrachte, alsmede de op de 10 bijbehorende gebieden van de binnenzijde vastgefritte kunststoflagen, worden doorsmolten en glad gemaakt.
2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, voorzien van monteringen voor het vastzetten van de metalen buizen, van een bekledings- en verwarmingsinrichting voor het met kunst- 15 stof befritten van de binnenvlakken van de metalen buizen, en van een transportinrichting, gekenmerkt door twee bekledings inrichtingen (7, 11 a,b), door twee verwarmingsinrichtingen (8, 12 a,b) en twee achter elkaar aangebrachte, horizontaal liggende draagkettingtransportinrichtingen (5 a,bj 9 a,b) voor het met kunststof bekleden van de buitenvlakken van de metalen 20 buizen en het doorsmelten en gladmaken van de op de binnen- en buitenvlakken aangebrachte kunststoffen, waarbij de afstand tussen de kettingen van de ene draagkettingtransportinrichting (5 a,b) afwijkt van die tussen de kettingen van de andere draagkettingtransportinrichting (9 a»b).
3. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt door een 25 stroomopwaarts aangebrachte inrichting (2) voor het aanbrengen, en een oven (3) voor het inbranden van een hechthulpmiddel. k. Werkwijze in hoofdzaak zoals in de beschrijving be- €ïl schreven/m de tekening weergegeven.
5· Inrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving be-30 schreven en in de tekening weergegeven. 790 5 4 48