NL7905414A - Harnas voor weefgetouwen. - Google Patents

Description

V

; ' > *.

YOSHIDA KOGYO K.K., te Tokio, Japan.

Harnas voor weefgetouwen.

De uitvinding heeft in hoofdzaak betrekking op weefgetouwen voor smalle stoffen, en betreffcmeer in het bijzonder een harnas voor dergelijke getouwen.

Békende harnassen voor weefgetouwen voor smalle stof-5 fen bezitten in hoofdzaak een weeflusfreem met twee paren van weeflus-ondersteunende stangen waarop een aantal weeflussen zijn gemonteerd.

Elk van de weeflus ondersteunende stangen wordt slechts aan een einde ondersteund door het weeflusfreem. Een gemeenschappelijk probleem dat optreedt bij bekende harnassen, is dat de weeflus-ondersteunende stangen 10 zeer sterk kunnen schudden terwijl het weeflusfreem in vertikale richting gedurende het weven heen en weer wordt bewogen, hetgeen vaak leidt tot breuk of andere vervorming van de stangen alsmede van de weeflussen die zich daarop bevinden.

Het is daarom een oogmerk van de uitvinding om een 15 harnas voor weefgetouwen te leveren dat kan voorkomen dat de weeflus-ondersteunende stangen gedurende het weven schudden of trillen.

Een ander oogmerk van de uitvinding is het leveren van een harnas voor weefgetouwen dat kan voorkomen dat de weeflussen verschuiven op de weeflusondersteunende stangen.

20 Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat een harnas voor weefgetouwen een weeflusvasthoudorgaan heeft dat is gemonteerd op een rechthoekig weeflusfreem om te voorkomen dat de weeflussen zich verplaatsen over de weeflus-ondersteunende stangen. Het weeflus-vasthoud-orgaan bezit een langwerpige strip met een gedeelte dat kan samenwerken 25 met de weeflussenaai een einde van elke weeflus. De strip heeft een paar van in zijdelingse richting op een afstand van elkaar gelegen vertikale groeven, en het weeflusfreem heeft een paar van schroefdraad voorziene gaten. Een paar van koppen voorziene schroeven kan zich uit- 790 54 14 -iU,_ 2 > strekken door de groeven naar de respectieve van schroefdraad voorziene gaten. Met deze opstelling kan de weeflusvasthoudstrip na het losmaken van de van koppen voorziene schroeven, in vertikale richting ten opzichte van de weeflusondersteunende stangen worden bewogen teneinde de druk 5 van de strip op de weeflussen in te stellen.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarbij bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een harnas volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 een vooraanzicht van een harnas, 10 fig. 2 in perspectief op grotere schaal een weeflusvasthoudorgaan voor de harnas van fig. 1, fig. 3 op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 1, fig. 4 een schematisch vooraanzicht van een 15 andere uitvoeringsvorm van het harnas, fig. 5 een vooraanzicht van een weeflusvasthoudorgaan voor het harnas van fig. 4, en fig. 6 op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn VI-VI van fig. 5.

20 Het in fig. 1 weergegeven harnas 10 voor weef getouwen bestaat uit een aantal weeflussen 11 (in de weergegeven uitvoeringsvorm zijn er 10 stuks aanwezig), die elk een oog 12 in het midden hebben waardoor een kettingdraad kan passeren gedurende het weven, en een weeflusfreem 13 dat de weeflussen 11 ondersteunt. Het weeflusfreem 25 13 is in hoofdzaak een rechthoek en bezit eerste en tweede paren van weeflusondersteunende stangen 14, 15, 16 en 17 die loodrecht uitsteken van tegenover elkaar gelegen respectieve vertikalen zijden 18 en 19 van het rechthoekige freem 13. Het eerste paar van stangen 14 en 15 loopt naar en eindigt op een korte afstand van het respectieve tweede paar van 30 stangen 16 en 17 en omgekeerd.

De weeflussen 11 zijn verdeeld in twee groepen die afzonderlijk worden gedragen door de eerste en tweede paren van stangen 14, 15, 16 en 17. Elke weeflus 11 heeft een paar lussen of gaten 20 (fig. 3) in zijn van elkaar af gelegen einden, waardoor het eerste 35 paar van stangen 14, 15 (of het tweede paar van stangen 16, 17) losjes 790 54 14

V

i .

3 ar * zich uitstrekt. De weeflussen 11 worden dus ondersteund tussen het eerste paar van stangen 14, 15 en tussen het tweede paar stangen 16, 17.

Het harnas 10 bezit verder een weeflusvasthouder 21 die op het weeflusfreem 13 is gemonteerd om te voorkomen dat de weeflussen 5 11 zich over de stangen 14, 15, 16, 17 verplaatsen. Een andere functie van de weeflusvasthouder 21 is het voorkomen van verwerpelijke trillingen van de weeflusondersteunende stangen 14-17 gedurende het weven. De weeflusvasthouder 21 heeft de vorm van een langwerpige strip met een L-vormige dwarsdoorsnede, die is opgebouwd uit een vertikale steunplaat ting 10 22 die zich uitstrekt op en langaridy'van de tegenover elkaar gelegen horizontale zijden 23, 24, van het rechthoekige freem 13 en een persplaat 25 die in horizontale richting uitsteekt van de steunplaat 22. De persplaat 25 kan aan zijn onderzijde samenwerken met de ene einden 26 van de weeflussen 11 die op de stangen 14-17 worden gedragen.

15 De steunplaat 25 is voorzien van een paar vertikale groeven 27 en 28 die op een afstand van elkaar zijn gelegen langs de steunplaat 22. Zoals verduidelijkt in fig. 3 is weergegeven loopt een paar van koppen voorziene schroeven 29, 30 met spel-ing door de twee respectievelijke gaten 27 en 28 en werken door middel van schroefdraad samen met een 20 paar van schroefdraad voorziene respectieve gaten 31 in de laatstgenoemde van de horizontale freemzijden 23. Dienovereenkomstig kan de weeflusvasthouder 21 na het losmaken van de van koppen voorziene schroeven 29 en 30 in vertikale richting worden bewogen ten opzichte van het weeflusfreem 13 teneinde de druk van de persplaat 25 in te stellen die wordt uitgeoefend 25 op de weeflussen 11. Verder kunnen de weeflussen 11 na het losmaken van de van koppen voorziene schroeven 29 en 30 opnieuw worden gepositioneerd op de stangen 14-17 voor het instellen van een nieuwe plaatsing.

Zoals in fig. 4 is weergegeven wijkt een gewijzigd harnas 10A volgens een tweede uitvoeringsvorm af van het har-nas 10 van 30 fig. 1, doordat slechts een weeflus-vasthouder 32 een aantal groeven 33 in het ondervlak van een persplaat 34 (fig. 6) heeft voor het ontvangen van het ene einde 26 (fig. 3) van een van de weeflussen 11 in elke groef. De groeven 33 zijn in zijdelingse richting op een afstand van elkaar en lopen elk in dwarsrichting van de persplaat 34. Met deze opstelling 35 kunnen de afstanden tussen aangrenzende weeflussen 11 constant worden 79054 14

Claims (5)

5 CONCLUSIES

1. Harnas voor een weefgetouw, met het kenmerk, dat hij bestaat uit: a) een aantal weeflussen, b) een rechthoekig weeflusfreem met tenminste een paar van horizontale 10 stangen die uitsteken vanaf een van de tegenover elkaar gelegen verti- kale zijden van het rechthoekige freem voor het daarop ondersteunen van de weeflussen aan van elkaar afgelegen einden van elke weeflus, en c) een weeflusvasthoudorgaan op elk weeflusfreem om te voorkomen dat de weeflussen over de horizontale stangen verplaatsen.

2. Harnas volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het weeflusvasthoudorgaan een langwerpige strip omvat met een gedeelte dat evenwijdig loopt aan de horizontale stangen, welk gedeelte kan samenwerken met de weeflussen aan een van de van elkaar afgelegen einden van elke weeflus.

3. Harnas volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de strip een paar van in zijdelingse richting op een afstand van elkaar gelegen vertikale groeven heeft waardoor een paar van respectieve van koppen voorziene schroeven met speling zich kan uitstrekken, welk weeflusfreem een paar van schroefdraad voorziene gaten heeft waarin het paar 25 van koppen voorziene schroeven zich kan uitstrekken, waarbij de strip na het loslaten van het paar van koppen voorziene schroeven, in vertikale richting ten opzichte van de horizontale stangen beweegbaar is.

4. Harnas volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het gedeelte van de strip dat een aantal van in zijdelingse richtingen 30 op afstand van elkaar gelegen schroeven heeft, kan samenwerken met een van de weeflussen aan een einde daarvan.

5. Harnas zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 7905414 35