NL7905399A - Ritssluiting. - Google Patents

Ritssluiting. Download PDF

Info

Publication number
NL7905399A
NL7905399A NL7905399A NL7905399A NL7905399A NL 7905399 A NL7905399 A NL 7905399A NL 7905399 A NL7905399 A NL 7905399A NL 7905399 A NL7905399 A NL 7905399A NL 7905399 A NL7905399 A NL 7905399A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
eye
coupling elements
torsion
strand
strands
Prior art date
Application number
NL7905399A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Heilmann Optilon
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE2830520A external-priority patent/DE2830520C2/de
Priority claimed from DE19782830530 external-priority patent/DE2830530A1/de
Priority claimed from DE19782830521 external-priority patent/DE2830521A1/de
Application filed by Heilmann Optilon filed Critical Heilmann Optilon
Publication of NL7905399A publication Critical patent/NL7905399A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B19/00Slide fasteners
    • A44B19/10Slide fasteners with a one-piece interlocking member on each stringer tape
    • A44B19/14Interlocking member formed by a profiled or castellated edge
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B19/00Slide fasteners
    • A44B19/24Details
    • A44B19/40Connection of separate, or one-piece, interlocking members to stringer tapes; Reinforcing such connections, e.g. by stitching
    • A44B19/406Connection of one-piece interlocking members
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D1/00Woven fabrics designed to make specified articles
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2501/00Wearing apparel
    • D10B2501/06Details of garments
    • D10B2501/063Fasteners
    • D10B2501/0631Slide fasteners
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/25Zipper or required component thereof
    • Y10T24/2539Interlocking surface constructed from plural elements in series
    • Y10T24/2548Preattached to mounting cord
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/25Zipper or required component thereof
    • Y10T24/2539Interlocking surface constructed from plural elements in series
    • Y10T24/2557Interlocking surface constructed from plural elements in series having mounting portion with specific shape or structure
    • Y10T24/2559Interlocking surface constructed from plural elements in series having mounting portion with specific shape or structure including embracing jaws
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49782Method of mechanical manufacture of a slide fastener

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Slide Fasteners (AREA)
  • Wrappers (AREA)
  • Ropes Or Cables (AREA)

Description

i.' _ i ' .
; Ν/29.156-Jb/ak
Optilon W. Erich Heilmann GmbH, te Cham, Zwitserland. Ritssluiting.
De uitvinding heeft betrekking op een ritssluiting met geweven draagbanden en daarin ingebonden rijen van koppelelementen met afzonderlijke, met een oog uitgevoerde, koppelelementen uit thermoplastische kunststof, waarbij de, 5 met een oog uitgevoerde, koppelelementen benen bezitten, die in een lasgebied met elkaar zijn verbonden en door een doorlopende, uit ëën of meer koorden samengestelde, draag-streng tot de rij koppelelementen zijn verenigd, terwijl verder over de draagstreng tussen naburige met een oog uit-10 gevoerde koppelelementen inbind-inslagdraden van de bijbe horende draagband grijpen.
In het algemeen zijn bij dergelijke ritssluitingen de met een oog uitgevoerde koppelelementen symmetrisch ten opzichte van het vlak van de ritssluiting uitgevoerd.
15 Zij worden uit in het begin in hoofdzaak vlakke voorgevorm de elementen door U-vormig buigen gevormd. De draagbanden bestaan, zoals gebruikelijk, uit inslagdraden en kettingdraden, waarbij alle inslagdraden, of slechts enkele inslagdraden, respectievelijk een aantal inslagdraden als inbind-20 inslagdraden geleid kunnen zijn. De draagstreng kan bestaan uit een in de oogruimte van de koppelelementen gelegde, uit ëën koord bestaande, vulziel, of uit twee, vier of meer dan vier zogenaamde touwladderdraden, die in de benen van de met een oog uitgevoerde koppelelementen zijn ingebed en die 25 tezamen als uit een aantal koorden samengestelde draagstreng worden aangeduid. De uitdrukking draagstreng omvat evenwel ook uit ëën koord of uit een aantal koorden bestaande uitvoeringen, waarbij de draagstreng in het symmetrievlak van de met een oog uitgevoerde koppelelementen ligt. Een draag-30 streng bestaat bij een ritssluiting van de in de aanhef ge noemde soort normaal uit textielmateriaal en is steeds zo- / 7905399 2 *- »*, danig gedimensioneerd, dat deze de trekkrachten in de dwars-richting, welke de gerede ritssluiting ondervindt, kan opnemen .
Een ritssluiting van de in de aanhef genoemde 5 soort is bekend uit de Duitse ter inzage gelegde octrooiaan vrage 27 22 074. Bij deze bekende ritssluiting is niet zonder meer gewaarborgd, dat de verschillende koppelelementen om de draagstreng en derhalve ten opzichte van het vlak van de ritssluiting voldoende torsiestabiel zijn gefixeerd.
10 Uit het Duitse Offenlegungsschrift 27 41 780 is het bekend, teneinde de koppelelementen torsiestabiel te fixeren, aan de met een oog uitgevoerde koppelelementen in de langsrichting van de ritssluiting wijzende, of zelfs doorlopende elementen uit thermoplastisch kunststofmateriaal 15 aan te vormen, die op zichzelf, of in wisselwerking, met de bijbehorende draagstreng, voor de stabilisatie van de torsie dienen. Dit heeft evenwel het nadeel, dat de ritssluiting in zijn geheel een aanzienlijke verstijving tegen verbuigin- gen in het vlak van de ritssluiting, of uit het vlak van de 20 ritssluiting ondervindt. Een dergelijke verstijving vermin dert (zoals de theorie van de weerstand tegen openbreken van verbogen of geknikte ritssluitingen onder trek in de dwarsrichting leert) de weerstand tegen openbreken in belangrijke mate, daar de verstijvend werkende elementen tot een 25 klemwerking leiden en krachten opwekken, die een opensprin gen tot gevolg hebben.
De uitvinding beoogt een ritssluiting van de in de aanhef genoemde soort zodanig verder te ontwikkelen, dat de met een oog uitgevoerde koppelelementen zonder hinderlij-30 ke verstijving van de ritssluiting in hun geheel torsiesta biel zijn bevestigd.
Hiertoe wordt de ritssluiting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de benen van de,, met een oog uitgevoerde, koppelelementen in hun zij flanken flankgroeven 35 bezitten, waarvan de diepte naar de hierop aangesloten draag- 7905399 3 * t *' band toe toeneemt, terwijl de aan de rand gelegen inbind-inslagdraden in de flankgroeven zijn aangebracht.
Hierbij kunnen voor de met een oog uitgevoerde koppelelementen zelfs scharnierpunten worden verkregen, welke 5 waarborgen, dat bij verbuigingen in het vlak van de rits sluiting, of uit het vlak van de ritssluiting, geen hinderlijke kleinwerkingen meer optreden en geen krachten worden opgewekt, die een openspringen tot gevolg zouden hebben.
Dit bereikt men in een gunstige uitvoering van 10 de ritssluiting volgens de uitvinding daardoor, dat de in-bind-inslagdraden in het gebied, waarin over de draagstreng wordt gegrepen, een spoedstabiliserend scharnierend kussen vormen en in het gebied van de flankgroeven waaiervormig uit elkaar lopen.
15 Dit betekent met andere woorden, dat het aantal en de dikte van de inbind-inslagdraden zodanig is gekozen, dat deze inbind-inslagdraden in het.gebied, waarin over de draagstreng wordt gegrepen, een ondersteunend kussen vormen, zodanig, dat de tussenruimte tussen naburige met een oog 20 uitgevoerde koppelelementen is vastgelegd en niet door sa mendrukken storend kan worden verminderd. Deze kussens werken evenwel niet verstijvend, als de inbind-inslagdraden in het gebied van de groeven op de aangegeven wijze als een waaier uit elkaar verlopen. Dan vormen de ondersteunende 25 kussens als het ware scharnierpunten van een wip, waarbij de met een oog uitgevoerde koppelelementen als wipbalken fungeren .
Verder is steeds een uitvoering mogelijk, waarbij de, met een oog uitgevoerde koppelelementen in hun voetzij-30 dige kopvlakken een verdere voetgroef bezitten, waarin ten minste ëën in de langsrichting verlopende kettingdraad is aangebracht.
In dat geval functioneren de flankgroeven en de voetgroef tezamen op torsie-stabiliserende wijze.
35 Bijzonder goed gedefinieerde kinematische om- 7905399 9 , - 4 % standigheden bij verbuigen van een ritssluiting volgens de uitvinding in zijn vlak en uit zijn vlak en derhalve bijzonder goed gedefinieerde en overzichtelijke verbanden wat betreft de stijfheid kunnen worden verkregen, indien ter com-5 pletering van de in het voorgaande beschreven maatregelen althans enige der inbind-inslagdraden tussen naburige, met een oog uitgevoerde, koppelelementen met een weeftechnische kruising zijn geleid,waardoor ook de in de voetgroeven aangebrachte kettingdraden tussen naburige, met 10 een oog uitgevoerde, koppelelementen gekruist zijn.
In het algemeen zullen bij een ritssluiting volgens de uitvinding de met een oog uitgevoerde koppelelementen op de reeds aangeduide wijze symmetrisch worden uitgevoerd. In dat geval wordt een met voordeel toe te passen 15 uitvoering van de ritssluiting volgens de uitvinding daar door gekenmerkt, dat de flankgroeven, de voetgroeven en de draagstreng in het symmetrievlak van de, met een oog uitgevoerde, koppelelementen liggen en deze koppelelementen in het vlak van de ritssluiting zijn aangebracht.
20 De uitvinding gaat uit van het inzicht, dat bij een ritssluiting van de in de aanhef genoemde soort de bouwelementen van de draagband in het gebied van de inbin-ding een meervoudige functie kunnen vervullen: Zij bewerkstelligen in de eerste plaats in wisselwerking met de flank-25 groeven en eventueel met de verdere voetgroef van de met een oog uitgevoerde koppelelementen een torsie-stabilise-ring. Bij voorkeur vormen zij kussens, die tevens als scharnieren functioneren, indien in het gebied van de in-leggroeven inbind-inslagdraden op de aangegeven wijze als 30 een waaier uiteenlopen. Dit alles wordt bereikt, zonder dat, wat de fabricage betreft, bijzondere maatregelen noodzakelijk zijn. Het is derhalve mogelijk, wat betreft deze fabricage, op bekende methoden terug te grijpen. Dit geldt zowel voor de vervaardiging van de rijen koppelelementen 35 als voor het inweven in de draagbanden.
7905399 » 5 * *' .
Voor de torsiestabilisering kunnen verdere maatregelen worden toegepast, die zowel in combinatie met de in het voorgaande beschreven maatregelen als onafhankelijk hiervan van betekenis zijn.
5 In dit verband wordt volgens de uitvinding voor gesteld, dat de ziel van de rijen koppelelementen is uitgevoerd als een torsiebestendige torsiestreng met een ovale of rechthoekige dwarsdoorsnede, waarop de met een oog uitgevoerde koppelelementen met hun benen torsiebestendig en met een 10 stabiele spoed zijn bevestigd, terwijl de torsiestreng zijnerzijds tussen de met een oog uitgevoerde koppelelementen torsiebestendig in de bijbehorende draagband is ingebonden.
Bij voorkeur worden de met een oog uitgevoerde koppelelementen volgens de uitvinding vormsluitend op de 15 torsiestreng bevestigd.
Bestand tegen rek in de langsrichting en torsiebestendig betekent in het kader van de onderhavige uitvinding, voldoende bestand tegen rek in de langsrichting en voldoende torsiebestendig.
20 In het algemeen is de torsiestreng een textiel- streng. Deze kan als.een, een eenheid-vormende streng zijn uitgevoerd, of uit een aantal deelstrengen zijn opgebouwd.
Het valt binnen het kader der uitvinding om de benen van de met een oog uitgevoerde koppelelementen ook door lassen nog 25 verder met de bijbehorende torsiestreng te verenigen.
De uitvinding gaat in dit verband uit van het inzicht, dat een ziel, in het bijzonder een textielziel (welke geweven, gevlochten of geklost kan zijn, of op een andere wijze kan zijn vervaardigd), zonder problemen zodanig 30 kan worden uitgevoerd, dat hierop geklemde, met een oog uitgevoerde, koppelelementen niet hinderlijk om een evenwijdig aan de langsas van de ritssluiting verlopende as ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het vlak van de ritssluiting kunnen worden verdraaid. Een dergelijke torsiestreng is, 35 in het bijzonder als textielstreng, in het algemeen en in 7905399 * '9 6 *" .
ieder geval in het kader der uitvinding, tevens ook voldoende vrij van rek in langsrichting en stuikbestendig, om gelijktijdig een voldoende stabilisering van de spoed te bewerkstelligen. Dit geldt in de eerste plaats voor textiel-5 strengen, indien ten gevolge van een hierop vastklemmen van de koppelelementen reeds een voorstuiking bewerkstelligd is, die de stabilisering van de spoed, wat betreft deze spoed verkleinende veranderingen, ondersteunt. Dit alles is in het bijzonder dan gewaarborgd, indien de met een oog uitgevoerde 10 koppelelementen vormsluitend op hun torsiestreng zijn aange bracht en derhalve passende vormsluitelementen, die in de torsiestreng zijn gedrukt, bezitten. Teneinde goed gedefinieerde omstandigheden te verkrijgen, die het aanhouden van kleine fabricage-toleranties mogelijk maken, wordt volgens 15 de uitvinding voorgesteld, dat de oogruimte van de met een oog uitgevoerde koppelelementen tenminste een verlenging bezit, waarin de torsiestreng is aangebracht en waarop het lasgebied aansluit. Het ligt binnen het kader der uitvinding, dat het lasgebied in een aantal gedeelten is onderverdeeld, 20 waartussen uitsparingen voor één of meer koorden zijn aange bracht.
Deze liggen dan in het symmetrievlak van de kop-pelelementen en derhalve in het vlak van de ritssluiting.
Het is evenwel ook mogelijk, dat in het lasge-25 bied één of meer koorden in de benen, of in beenuitsteeksels zijn ingebed.
De uitsteeksels kunnen als het ware trappen vormen, die ten opzichte van elkaar versprongen zijn, zodat de in de trappen ingebedde . hulpstrengen, alsmede de torsie-30 streng, in het symmetrievlak van de met een oog uitgevoerde koppelelementen liggen.
Volgens de uitvinding kan verder aan de voetzij-de een bijzondere hulpstreng worden toegepast, die ook in een groef kan zijn aangebracht.
35 Verder kan de torsiestreng een voor het opnemen 7905399 i' , 7 « van de torsiebelasting bijzonder passend weerstandsmoment worden gegeven, of uit een aantal koorden worden opgebouwd.
Het is in de ritssluitingtechniek gebruikelijk, zowel voor de draagbanden als voor de textielzielen met dra-5 den uit synthetische materialen te werken. Dit leidt in het kader van de onderhavige uitvinding tot bijzonder eenvoudige maatregelen om de koppelelementen aan de torsiestrengen en de rijen koppelelementen aan de draagbanden te bevestigen.
10 De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het stabiliseren van ritssluitingen met de in het voorgaande, beschreven opbouw. Indien het een ritssluiting betreft in de uitvoering met torsiestrengen, die draden uit synthetische materialen bezitten, dan wordt deze werkwijze 15 daardoor gekenmerkt, dat de met een oog uitgevoerde, koppelelementen door thermofixering van de bijbehorende torsie-streng en eventueel van de hulpstreng(en) op hun torsie-streng zijn bevestigd.
Indien het een uitvoering betreft met draag- 20 banden, die inslagdraden uit synthetisch materiaal bezitten, welke over de bijbehorende torsiestreng grijpen, dan wordt de werkwijze volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de torsiestrengen door de thermofixering van inslagdraden van de bijbehorende draagband torsiebestendig in deze draagband zijn ingebonden.
De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de tekening, die enige uitvoeringsvoorbeelden van een ritssluiting volgens de uitvinding op schematische wij-^ ze en zeer vergroot weergeeft.
Fig. 1 is een bovenaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede volgens het vlak van de ritssluiting, van een gedeelte van een uitvoering van een ritssluiting volgens de uitvinding.
35 7905399 8 ,
Fig. 2 is een doorsnede volgens het vlak A-A in fig. 1.
Fig. 3 is een met fig. 2 overeenkomende doorsnede van een andere uitvoering van de ritssluiting volgens 5 de uitvinding.
Fig. 4 is een met fig. 2 overeenkomende doorsnede van nog een andere uitvoering.
Fig. 5 en 6 tonen een fabricageschema.
Fig. 7-12 tonen doorsneden volgens fig. 3/ in 10 de fig. 7-10 evenwel anders gericht, van andere uitvoeringen van met een oog uitgevoerde koppelelementen voor een ritssluiting volgens de uitvinding.
De in de tekening weergegeven ritssluiting is een ritssluiting met geweven draagbanden 1 en daarin inge-15 bonden rijen 2 van koppelelementen. Deze rijen 2 van koppel elementen bezitten afzonderlijke, met een oog uitgevoerde, koppelelementen 3 uit thermoplastisch kunststofmateriaal.
De met een oog uitgevoerde koppelelementen 3 bezitten hunnerzijds benen 5, die in een lasgebied 4 met elkaar zijn 20 verenigd en door een uit éên of meer koorden bestaande door lopende draagstreng 6 tot een rij 2 van koppelelementen zijn verenigd.
Over de draagstreng 6 van de rijen 2 van koppelelementen, grijpen tussen naburige met een oog uitgevoerde 25 koppelelementen 3, inbind-inslagdraden 7 van de bijbehorende draagband 1. In het bijzonder uit fig. 1 blijkt, dat de benen 5 van de met een oog uitgevoerde koppelelementen 3 aan hun zijflanken 8 van flankgroeven 9 zijn voorzien, waarvan de diepte T naar de hierop aangesloten draagband 1 30 toe toeneemt. De aan de rand gelegen inbind-inslagdraden 7 zijn in deze flankgroeven-9 aangebracht. In het uitvoerings-voorbeeld en volgens een bij voorkeur toegepaste uitvoering van de uitvinding, vormen de inbind-inslagdraden 7 in het gebied 10, waarin zij over de draagstreng 6 grijpen, een 35 kussen 11, dat de spoed stabiliseert. Dit kussen 11 werkt 7905399 9 * ' .
als een scharnierend kussen, daar in het gebied van de flankgroeven 9 de inbind-inslagdraden 7 waaiervormig uit elkaar lopen.
De met een oog uitgevoerde koppelelementen 3 5 zijn om deze scharnierpunten 12 scharnierend beweegbaar op een wijze, zoals in fig. 1 door de dubbele pijl 13 is aangeduid. Voorts toont het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig.
1-6 en 11 met een oog uitgevoerde koppelelementen 3, die in hun aan de voetzijde gelegen kopvlak 14 nog een verdere 10 voetgroef 15 bezitten. In deze voetgroef 15 ligt tenminste êén in de langsrichting verlopende kettingdraad 16 van de draagband 1. Hierbij zijrj in het uitvoeringsvoorbeeld tenminste enige van de inbind-inslagdraden 7 tussen naburige, met een oog uitgevoerde, koppelelementen 3 met een weef-15 technische kruising uitgevoerd. Op deze wijze wordt bereikt, dat ook de, in de voetgroeven 15 aangebrachte, kettingdraden 16 tussen naburige, met een oog uitgevoerde, koppelele-menten 3 gekruist zijn.
De afzonderlijkemet een oog uitgevoerde koppel-20 elementen 3 zijn symmetrisch ten opzichte van het vlak van de ritssluiting. De flankgroeven 9, de voetgroeven 15 en de draagstreng 6 liggen in dit symmetrievlak.
Zoals uit de fig. 5 en 6 blijkt, worden bij het vervaardigen van de rijen 2 van koppelelementen van rits-25 sluitingen volgens de uitvinding eerst vlakke voorgevormde elementen gefabriceerd, die als het ware beenuitsteeksels 17 bezitten, welke eerst U-vormig worden omgebogen en daarna aan elkaar worden gelast met niet weergegeven werktuigen, waarbij de lasgebieden 4 ontstaan. Daar de beenuitsteeksels 30 17 smaller zijn dan de benen 5 van de met een oog uitge voerde koppelelementen 3, ontstaan bij het 'samenlassen de flankgroeven 9. Daar deze beenuitsteeksels 17 korter zijn dan de benen 5 van de met een oog uitgevoerde koppelelementen 3, ontstaan in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bo-35 vendien de verdere voetgroeven 15.
7905399 •4 i* .
10
J
Pig. 2 toont- een uitvoering van een ritssluiting volgens de uitvinding, waarbij de draagstreng 6 met twee koorden is uitgevoerd en wel met touwladdervormige koorden 6a, 6b, die in de benen 5 liggen.
5 Daarentegen toont fig. 3 een uitvoering, waar bij de draagstreng 6 uit één koord bestaat. Deze vormt een vulziel, die in het oog 18 van de met een oog uitgevoerde koppelelementen 3 is aangebracht en die zijnerzijds nog torsiestijf kan zijn uitgevoerd en wel zo torsiestijf, als 10 voor de torsiestabiliteit van de gehele ritssluiting wordt verlangd.
. In de uitvoering volgens fig. 4 zijn in het sym- metrievlak van de met een oog uitgevoerde koppelelementen 3 in totaal vier koorden aangebracht, die tezamen de draag-15 streng 6 vormen. In alle in het voorgaande beschreven ge vallen zijn de koorden uit textielmateriaal vervaardigd.
In de, gedeeltelijk in fig. 2 weergegeven, ritssluiting bezit elk met een oog uitgevoerd koppelelement 3 een koppelkop 19, twee benen 5 en het oog 18, dat met de 20 koppelkop 19 van het tegenovergelegen, met een oog uitge voerde koppelelement 3 van de andere ritssluitinghelft voor de vormsluiting in gekoppelde toestand samenwerkt.
Verder bezitten de rijen 2 van koppelelementen een doorlopende, in de oogruimte 20 van de met een oog uit- 25 gevoerde koppelelementen 3 aangebrachte, draagstreng 6, die in de tekening en in de bij voorkeur toegepaste uitvoe- een ring van de uitvinding als* uit textielmateriaal vervaardigde ziel is uitgevoerd.
Teneinde de stabilisering van de spoed en de 30 torsiefixering van de afzonderlijke met een oog uitgevoer de koppelelementen te waarborgen, zijn deze in het uitvoe-ringsvoorbeeld volgens fig. 3 in de benen 5 van vormsluit-middelen 21 voorzien, die in de torsiestreng 6 zijn gedrukt.
De fig. 7 en 8 tonen een uitvoeringsvoorbeeld, 35 waarbij de oogruimte 20 van de met een oog uitgevoerde kop- 7905399 i .
11 pele lemen ten 3 een verlenging 22 bezit, waarin de werkzame draagstreng 6 is aangebracht en waarop het lasgebied 4 aansluit.
Fig. 7 toont, dat in deze verlenging 22 van de 5 oogruimte 20 de reeds genoemde vormsluitmiddelen 21 zijn aan gebracht.
In de uitvoering volgens de fig. 8 en 9 is het lasgebied 4 in een aantal gedeelten 4a, 4b en 4c onderver-deeld, waartussen uitsparingen 23 voor één of meer werkzame 10 koorden 6c zijn aangebracht.
In de uitvoering volgens fig. 10. liggen deze koorden 6c in aan de benen 5 gevormde uitsteeksels of trappen 24, die ten opzichte van elkaar versprongen zijn.
In alle gevallen volgens de fig. 7-10 liggen 15 zowel de draagstreng 6 als eventuele verdere koorden 6c in het symmetrievlak van de afzonderlijke, met een oog uitgevoerde, koppelelementen 3, die derhalve symmetrisch zijn opgebouwd. Dit maakt zonder problemen de reeds genoemde torsiestijve inbinding van de rijen 2 van koppelelementen 20 in de hiermede samenwerkende draagband 1 mogelijk, indien de inbind-inslagdraden 7 nauwsluitend om de draagstreng 6 en eventuele verdere koorden 6c zijn geslagen.
Uit een vergelijkende beschouwing van de fig.
7-10 wordt duidelijk, dat bij toepassing van draagstrengen 25 6 met draden uit synthetische materialen, de met een oog uitgevoerde koppelelementen 3 door thermofixering (krimping) van de bijbehorende draagstreng 6 en eventueel het koord, respectievelijk de koorden 6c op bijzonder effectieve wijze op de torsiestreng kunnen worden bevestigd. Indien met 30 draagbanden 1 wordt gewerkt, die inbind-inslagdraden 7 uit synthetisch materiaal bezitten, welke om de bijbehorende torsiestreng 6 en de eventueel toegepaste koorden 6c zijn geslagen, dan wordt ook hier door een thermofixering 35 (krimping) van de inbind-inslagdraden 7 een bijzonder doel treffende, torsie-bestendige, inbinding verkregen.
7905399
V
-4 12
Fig. 11 heeft betrekking op een uitvoering van een ritssluiting volgens de uitvinding, waarbij de draag-streng 6 uit een ëénlagige torsiestreng bestaat, die in het uitvoeringsvoorbeeld uit drie koorden 6a is samengesteld, 5 waarvan één als vulziel is benut. De koorden 6a zijn in aan de binnenzijde gelegen uitsparingen 23 in de benen van de met een oog uitgevoerde koppelelementen 3 aangebracht. Zij kunnen in deze uitsparingen 23 vastgelast zijn.
In de uitvoering volgens fig. 12 vormen de koor-10 den een tweelagige torsiestreng 6d, 6e. De koorden van de ψ ene torsiestrenglaag 6d liggen in aan de binnenzyde gelegen uitsparingen 23 van het ene been 5. De koorden van de tweede torsiestrenglaag 6e liggen in aan de binnenzyde gelegen uitsparingen 23 in het andere been 5. In de beide torsie-15 strenglagen 6d, 6e liggen deze koorden evenwel ten opzichte van elkaar versprongen. Ook hier kunnen de koorden in de uitsparingen 23 in de benen aan deze benen 5 zijn vastgelast. Verder kunnen de uitsparingen 23 in de benen door een las-bewerking zijn gevormd.
20 De uitvoering volgens fig. 11 toont, hoe bij een ritssluiting volgens de uitvinding de vormgeving in detail wordt uitgevoerd,, indien de koorden 6a achteraf in aan de binnenzyde gelegen uitsparingen 23 in de benen worden gelegd.
25 Bij de uitvoering waartoe fig. 12 behoort, zijn de koorden in de bijbehorende benen 5 bij het extruderen, of tijdens het spuitgieten, ingebed, terwijl voorts de koorden 6 door de hiertegen aanliggende benen 5, of een aangevormde kunststofafdekking zijn afgedekt.
30 In ieder geval zijn in het uitvoeringsvoorbeeld de benen 5 van de met een oog uitgevoerde koppelelementen 3 in het gebied van de koorden 6a aan elkaar vastgelast. Dit kan in het gebied tussen naburige koorden plaatsvinden, doch kan ook onder integratie van de benen 5 in de lasnaad 35 verwezenlijkt zijn. Niet getekend werd, dat bij dergelijke 7905399 13 *" , maatregelen de koorden in het gebied van de lasplaatsen van de benen 5, dikwijls met kunststofuitsteeksels zijn omgeven, die hunnerzijds nog verder, in een wisselwerking met draag-bandelementen, als torsieaanslagen werkzaam zijn.
7905399

Claims (17)

1. Ritssluiting met geweven draagbanden en daarin ingebonden rijen van koppelelementen met afzonderlijke, met een oog uitgevoerde, koppelelementen uit thermoplastische kunststof, waarbij de, met een oog uitgevoerde, koppelele- 5 menten benen bezitten, die in een lasgebied met elkaar zijn verbonden en door een doorlopende, uit één of meer koorden „samengestelde, draagstreng tot de rij koppelelementen zijn verenigd, terwijl verder over de draagstreng tussen naburige, met een oog uitgevoerde, koppelelementen inbind-inslagdraden 10 van de bijbehorende draagband grijpen, met het kenmerk, dat de benen (5) van de, met een oog uitgevoerde, koppelelementen (3) in hun zijflanken (8) flankgroeven (9) bezitten, waarvan de diepte (T) naar de hierop aangesloten draagband (1) toe toeneemt, terwijl de aan de rand gelegen 15 inbind-inslagdraden (7) in de flankgroeven (9) zijn aangebracht.
2. Ritssluiting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de inbind-inslagdraden (7) in het gebied (10), waarin over de draagstreng wordt gegrepen, een 20 spoedstabiliserend scharnierend kussen (11) vormen en in het gebied van de flankgroeven (9) waaiervormig uit elkaar lopen.
3. Ritssluiting volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat de, met een oog uitgevoerde, kop- 25 pelelementen (3) in hun voetzijdige kopvlakken (4) een verdere voetgroef (15) bezitten, waarin tenminste één, in de langsrichting verlopende, kettingdraad (16) is aangebracht.
4. Ritssluiting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat althans enige der 30 inbind-inslagdraden (7) tussen naburige, met een oog uitgevoerde, koppelelementen (3) met een weeftechnische kruising zijn geleid,waardoor ook de in de voetgroeven (15) aangebrachte 7905399 •if i kettingdraden (16) tussen naburige,met een oog uitgevoerde, koppelelementen (3) gekruist zijn.
5. Ritssluiting volgens ëën der voorgaande conclusies met symmetrisch opgebouwde, met een oog uitgevoerde, 5 koppelelementen, met het kenmerk, dat de flank- groeven (9), de voetgroeven (15) en de draagstreng (6) in het symmetrievlak van de met een oog uitgevoerde, koppelelementen (3) liggen en deze koppelelementen in het vlak van de ritssluiting zijn aangebracht. 10
6· Ritssluiting volgens êën der voorgaande con clusies, waarbij de rijen koppelelementen een doorlopende, in de oogruimte van de koppelelementen aangebrachte, ziel bezitten, welke bij voorkeur uit textielmateriaal bestaat, met het kenmerk, dat de ziel is uitgevoerd als 15 een torsiebestendige torsiestreng (6) met een ovale of rechthoekige dwarsdoorsnede, waarop de met een oog uitgevoerde koppelelementen (3) met hun benen (5) torsiebestendig en met een stabiele spoed zijn bevestigd, terwijl de torsiestreng (6) zijnerzijds tussen de met een oog uitgevoerde 20 koppelelementen (3) torsiebestendig in de bijbehorende draagband is ingebonden.
7. Ritssluiting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de met een oog uitgevoerde koppelelementen (3) vormsluitend op hun torsiestreng (6) zijn be- 25 vestigd.
8. Ritssluiting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de oogruimte van de met een oog uitgevoerde koppelelementen (3) tenminste een verlenging (22) bezit, waarin de torsiestreng (6) is aangebracht.
9. Ritssluiting volgens ëên der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat het lasgebied (4) in een aantal gedeelten (4a, 4b, 4c) is onderverdeeld, waartussen uitsparingen (23) voor een of meer koorden (6c) zijn aangebracht.
10. Ritssluiting volgens één der conclusies 6-9, 7905399 4 * . V met het kenmerk, dat in het lasgebied (4) één. of meer koorden (6c) in de benen (5), of in beenuitsteeksels zijn ingebed.
11. Ritssluiting volgens één der voorgaande con- 5 clusies met een aantal draagstrengen, met het ken merk, dat de draagstrengen (6) in het symmetrievlak. van de met een oog uitgevoerde koppelelementen (3) zijn aangebracht .
12. Ritssluiting volgens conclusie 11, me t ^0 het kenmerk, dat de draagstrengen (6) zijn gespan nen door het scharnierend kussen (11), dat is gevormd door de over de draagstrengen grijpende inbind-inslagdraden (7).
13. Ritssluiting volgens conclusie 11 of 12 in de uitvoering, waarbij de draagstrengen een tweelagige tor- ^ siestreng vormen, met het kenmerk, dat de draag strengen (6) van de ene torsiestrenglaag (6d) in aan de binnenzijde gelegen uitsparingen (23) in het ene been (5) liggen, terwijl de draagstrengen van de tweede torsiestrenglaag (6e) in aan debruErzijde gelegen uitsparingen (23) in het an- 2Q dere been (5) zijn aangebracht, waarbij de draagstrengen in de beide torsiestrenglagen (6d,6e) versprongen ten opzichte van elkaar zijn gelegen.
14. Ritssluiting volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagstrengen 25 (6) in de bijbehorende benen (5) bij het extruderen, of tij dens het spuitgieten zijn ingebed en door de hiertegen aan liggende benen (5), of door een aangevormde kunststofafdekking zijn afgedekt.
15. Ritssluiting volgens één der voorgaande 3Q conclusies in de uitvoering met twee draagstrengen, of met twee groepen draagstrengen, met het kenmerk, dat de draagstrengen (6), respectievelijk de groepen draagstrengen (6) in uitsteeksels aan de benen zijn aangebracht, die aan de benen zijn aangespoten, of door latere vervorming • 35 zijn verkregen.
16. Werkwijze voor het stabiliseren van rits- 7905399 * ¢. ♦ ' , sluitingen, volgens één der conclusies 1-14 in de uitvoering met torsiestrengen met draden uit synthetische materialen, met het kenmerk, dat de met een oog uitgevoerde, koppelelementen door thermofixering van de bijbehorende tor-5 siestreng en eventueel van de hulpstreng(en) op hun torsie- streng zijn bevestigd.
17. Werkwijze voor het stabiliseren van ritssluitingen volgens één der conclusies 1-14 in de uitvoering met draagbanden met inslagdraden uit synthetisch materiaal, 10 die over de bijbehorende torsiestreng grijpen, met het kenmerk, dat de torsiestrengen door de thermofixering van inslagdraden van de bijbehorende draagband torsiebesten-öig in deze draagband zijn ingebonden. 7905399
NL7905399A 1978-07-12 1979-07-11 Ritssluiting. NL7905399A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2830520A DE2830520C2 (de) 1978-07-12 1978-07-12 Reißverschluß
DE19782830530 DE2830530A1 (de) 1978-07-12 1978-07-12 Reissverschluss
DE2830521 1978-07-12
DE19782830521 DE2830521A1 (de) 1978-07-12 1978-07-12 Reissverschluss
DE2830530 1978-07-12
DE2830520 1978-07-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7905399A true NL7905399A (nl) 1980-01-15

Family

ID=27187600

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905399A NL7905399A (nl) 1978-07-12 1979-07-11 Ritssluiting.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4297770A (nl)
AU (1) AU522459B2 (nl)
BR (1) BR7904346A (nl)
CA (1) CA1125997A (nl)
DK (1) DK291079A (nl)
ES (1) ES482424A1 (nl)
FI (1) FI792175A (nl)
FR (1) FR2430738A1 (nl)
GB (1) GB2027117B (nl)
GR (1) GR68180B (nl)
NL (1) NL7905399A (nl)
NZ (1) NZ190858A (nl)
PT (1) PT69898A (nl)
SE (1) SE7905791L (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR800347A (fr) * 1979-12-26 1936-07-02 Fermeture à curseur à éléments de fermeture non métalliques
JPS5942901Y2 (ja) * 1980-08-08 1984-12-18 ワイケイケイ株式会社 織込みスライドフアスナ−
JPH01141611U (nl) * 1988-03-22 1989-09-28
CN103228166B (zh) * 2010-09-28 2015-11-25 Ykk株式会社 拉链
EP3578075B1 (en) 2017-02-02 2021-12-08 YKK Corporation Article with slide fastener

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2380623A (en) * 1942-03-30 1945-07-31 Winterhalter Martin Separable fastener
US3196196A (en) * 1962-03-12 1965-07-20 Scovill Manufacturing Co Process and apparatus for molding zipper fasteners
US3179996A (en) * 1963-09-03 1965-04-27 Ries G M B H Bekleidungsversch Concealed slide fastener
US4084296A (en) * 1975-08-04 1978-04-18 Textron Inc. Method of manufacture of oriented slide fastening element
US4037295A (en) * 1976-02-09 1977-07-26 Rojahn Fred H Slide fastener stringer
US4033014A (en) * 1976-05-17 1977-07-05 Textron, Inc. Continuous molded slide fastener stringer and method and apparatus for manufacture
US4210985A (en) * 1976-05-17 1980-07-08 Textron, Inc. Slide fastener stringer with folded and bonded continuous molded coupling element and method and apparatus for manufacturing
US4080691A (en) * 1976-09-17 1978-03-28 Textron Inc. Molded element tape support for invisible slide fastener and method of manufacture
US4171556A (en) * 1976-09-17 1979-10-23 Textron Inc. Slide fastener with molded elements and method of manufacture
US4140157A (en) * 1976-09-17 1979-02-20 Textron Inc. Molded coupling element for woven slide fastener with twist preventing projection
DE2830531C2 (de) * 1978-07-12 1982-10-28 Optilon W. Erich Heilmann GmbH, 6330 Cham Verfahren zur Herstellung eines Reißverschlusses

Also Published As

Publication number Publication date
GB2027117B (en) 1982-09-08
FI792175A (fi) 1980-01-13
GR68180B (nl) 1981-11-09
DK291079A (da) 1980-01-13
PT69898A (en) 1979-08-01
AU522459B2 (en) 1982-06-10
ES482424A1 (es) 1980-09-01
SE7905791L (sv) 1980-01-13
GB2027117A (en) 1980-02-13
NZ190858A (en) 1981-07-13
AU4845279A (en) 1980-01-17
FR2430738A1 (fr) 1980-02-08
CA1125997A (en) 1982-06-22
BR7904346A (pt) 1980-03-25
US4297770A (en) 1981-11-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN100551291C (zh) 针织、机织的隐形拉链
RU2127704C1 (ru) Текстильная подъемная лента с усилением кромок
NL7905399A (nl) Ritssluiting.
CA2249435A1 (en) Reinforced stitched seam for high-tensile woven fabrics
CA2142864C (en) Flexible joint device for conveyor belts
US4171556A (en) Slide fastener with molded elements and method of manufacture
CZ77596A3 (en) Connecting belt
EP0923403B1 (fr) Sangle amortisseuse de securite
CA1121571A (en) Molded coupling element assembly
US4290175A (en) Slide fastener with molded elements and method of manufacture
KR100232918B1 (ko) 직조 지지 테이프 및 그 안에 직조된 결합부재의 열을 구비한 활주 패스너
NL7908807A (nl) Ritssluitingdraagband.
FR2481089A1 (fr) Bande d'accrochage tissee pour fermeture a glissiere
WO2002000531A1 (fr) Bande de renforcement pour transporteurs a courroie et transporteurs a courroie utilisant cette bande
CA1229028A (en) Woven slide fastener
CA1127048A (en) Woven slide fastener stringer with molded fastening elements
US5869162A (en) Net composed of a number of component nets
US6536144B2 (en) Pad for an ironing surface and method of making the same
FI80371C (fi) Blixtlaosenhet.
KR900005705B1 (ko) 슬라이딩 버클 파스너
JPH09291489A (ja) 連結ループ及び連結ループの製造方法
US4047824A (en) Hook and cord connection
IT201800020731A1 (it) Fettuccia per chiusura lampo.
FI68956B (fi) Dragkedja foersett med vaevda baerband och laosdelar som aer vaevda pao dem
FI98700C (fi) Pitkänomainen kaistale vetoketjun päätypysäyttimiä varten

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed