NL7905227A - Speelwerktuig. - Google Patents

Description

>r- t ·# 4 Ν VO 8085 -1-

Multikunst Legepladser I/S

Rings.-

Denemarken

Sitel: Speelwerktuig

De uitvinding heeft betrekking op een werktuig voor een speeltuin meer in het bijzonder een verende schommel, bestaande uit een zitting, welke gemonteerd is aan de bovenzijde van een zware, verticaal opgestelde schroefveer, waarvan het ondereinde 5 star op grondniveau is vastgezet op een verankeringsorgaan. Sen kind, dat een dergelijk werktuig gebruikt, kan dit verend in elke horizontale richting doen schommelen, vooropgesteld uiteraard, dat het ondereinde van de schroefveer onbewegelijk in de grond is verankerd met daartoe aanwezige verankeringsmiddelen. Het meest ge-10 bruikelijke type verankeringsorgaan is een zware betont egel, voorzien van openingen voor het opnemen van bevestigingsbouten voor een stevig vastzetten van het ondereinde van de schroefveer. Sen dergelijk verankeringsorgaan is zeer doelmatig, doch dit vereist bevestigingsopeningen terwijl de afmetingen van de tegel zodanig 15 zijn, dat de tegel zwaar is en doorgaans geleverd moet worden door de fabrikant van het speelwerktuig welke ook voor het transport moet zorgen, hetgeen wil zeggen dat de transportkosten aanzienlijk hoger worden als gevolg van het dominerende gewicht van de tegel, ongeacht het eenvoudige karakter van het product. In vele gevallen 20 kan een stevige verankering in de grond worden verkregen zonder gebruik te maken van een zwaar element, bijvoorbeeld door toepassing van palen of grondpennen welke een ondersteuning op het grondvlak houden, doch een dergeiijke constructie heeft de neiging los te gaan wanneer het speelwerktuig enige tijd in gebruik is.

25 Het doel van de uitvinding is te voorzien in een verbeterde verankeringsconstructie welke zonder gebruikmaking van zware ele- 7905227 "Vi Λ** -2- menten toegepast kan worden, welke gemakkelijk getransporteerd kan worden en welke een sterke en starre, respectievelijk duurzame verankering in de grond verschaft.

Dit wordt volgens de uitvinding op nog nader te "bespreken 5 wijze verkregen. Voor het verankeren van de inrichting volgens de uitvinding moet een gat worden gegraven dat treed en diep genoeg is om een plaat op te kunnen nemen op een diepte welke in overeenstemming is met een montageorgaan dat zich op grondniveau bevindt, doch wanneer het gat eenmaal met aarde is gevuld, waarbij de grond 10 op de ingegraven plaat komt te rusten, dan is de gronddruk op de plaat voldoende voor een stevige en duurzame verankering·van de plaat, derhalve van de gehele verankeringsconstructie. Alle delen van de verankeringsconstructie kunnen uit lichtgewichtelementen zijn vervaardigd met inbegrip van de bedoelde plaat en zij zijn ge-15 makkelijk te transporteren. Het materiaal waarmee de verschillende delen worden vastgehouden, namelijk de aarde welke zich in het gegraven gat bevindt, behoeft geen verdere nabehandeling om aan de gestelde eisen te voldoen.

Bij voorkeur zijn het montageorgaan, de poot en de onder-20 plaat als gescheiden delen vervaardigd, welke in de kleine ruimte getransporteerd kunnen worden, terwijl zij ter plaatse ook gemakkelijk in elkaar gezet kunnen worden.

Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder verwijzing naar de tekening besproken. Daarin toont: 25 fig. 1 het perspectivisch aanzicht van een speelwerktuig vol gens de uitvinding; fig. 2 een perspectivisch onderaanzicht van de verankerings-middelen in een gedeeltelijk gemonteerde toestand; 'en fig. 3 een onderaanzicht van de constructie volgens fig. 2.

30 De inrichting volgens fig. 1 bestaat in hoofdzaak uit een zware scïroefveer 2, een zitting k, welke stijf aan de bovenzijde van de veer is bevestigd en montagemiddelen bestaande uit naar omlaag gericht, U-vormige pennen 6 voor het verankeren van het ondereinde van de veer aan een in de grond aanwezige constructie zodanig 7905227 ** -3- dat het ondereinde van de veer op grondniveau een starre bevestiging heeft, terwijl een kind dat op de zitting t zit daarop verende schommelbewegingen kan maken.

Een gebruikelijk type verankerinsaiddel in de grond is een 5 zware betontegel 8, zoals is weergegeven door stippellijnen in fig. 1 en een dergelijke tegel is voorzien van openingen voor het opnesen van 'de einden van de U-vormige pennen 6.

Een dergelijke zware tegel kan volgens de uitvinding worden vermeden doordat deze vervangen is door een licht montage-element 10 10 dat star bevestigd is aan het ondereinde van de veer door de bedeelde U-vormige pennen terwijl voorts een aantal naar omlaag gerichte poten 12 aanwezig is welke met hun ondereinde bevestigd zijn op een horizontale plaat 11 welke eveneens weinig weegt en bij voorkeur bestaat uit een geïmpregneerde houten plaat.

15 Voor het op een speelplaats monteren van de inrichting wordt een gat in de grond gegraven, dat groot genoeg is om de plaat 11 in te graven op een diepte welke overeenstemt met het montageorgaan 10, zodat dit zich juist onder het grondniveau bevindt waarna de in elkaar gezette eenheid 2, k, 6, 10, 12 en 1¼ 20 op de plaat 1 h- wordt gezet welke op de bodem van het gat rust, welk gat vervolgens weer met de uitgegraven grond wordt gevuld.

De druk van de grond op de plaat houdt deze vast terwijl het montageorgaan dat het ondereinde van de veer ondersteunt, op begrensde starre wijze in de grond is verankerd.

25 Zoals blijkt uit fig. 2 en 3 bestaat het montageorgaan 10 bij voorkeur uit een naar onderen gekeerd komvormig deel uit metaalplaat met een bovenvlak 16 en een ringvormige flensrand 18 met vier montage gaten 20 voor het opnemen van bevestigingsbouten 21 aan het boveneinde van de betreffende poten 12, welke aan hun 3G ondereinden een naar buiten gebogen voetgedeelte 22 hebben met een opening 2h voor het opnemen van een bevestigingsbout voor de bodemplaat 1 h-.

Onder het bovengedeelte 16 van het montageorgaan 10 bevindt zich een dwars deel 23 waarvan de overliggende einden openingen 7905227 hebben voor het opnemen van U-vormige bouten 6 met moeren 26. De einden van bedoeld dwarsdeel liggen iets terug door tussenkomst van af stands organen 28, zodanig dat het middengedeelte van het dwarsdeel 23 iets onder de onderzijde van het vlak 16 gelegen is.

5 Elke poot 12 heeft een naar binnen gebogen topgedeelte 30 waarvan het uiteinde is opgenomen in de ruimte tussen het middengedeelte van het dwarsdeel 23 en het vlak 16, zoals blijkt uit fig. 3, waarbij de betreffende poten 12 star aan het montage-element 10 kunnen worden vastgezet door slechts een bout 21 welke loopt door 10 een opening 20 en een corresponderende opening in de poot.

Het is duidelijk dat het montageorgaan 10, de poten 12 en het plaatdeel 1U gemakkelijk ter plaatse gemonteerd kunnen worden, zodat deze delen in een kleine ruimte kunnen worden opgeslagen en getransporteerd. De verankeringsmiddelen in de grond zijn van 15 licht materiaal vervaardigd en het speelwerktuig kan ook op de fabriek worden gemonteerd. Het ondereinde van het steunelement van het speelwerktuig kan ook op een andere starre wijze verbonden worden met de plaat Ik of plaatdelen welke met een poot 12 worden verbonden teneinde deze in de grond te verankeren wanneer zij in 20 een gat zijn ingegraven.

De pyramidevorm van de poten is zeer doelmatig voor de stabiliteit van het verankeringssysteem, doch deze poten kunnen echter ook op een andere wijze zijn opgesteld. 1 790 5 2 27

Claims (4)

1. Speelwerktuig Tan het type -voorzien van een zware schroef-veer of dergelijk steunelement dat tijdens gebruik onderhevig is aan kantel- respectievelijk verplaatsende krachten, welke veer verbonden is met verankeringsmiddelen waarmede het ondereinde in 5 de grond is vastgezet, met het kenmerk, dat de verankeringsmiddelen bestaan uit een licht montageorgaan voor het op grondniveau vastzetten van het ondereinde van de veer of dergelijke en voorzien is van naar omlaag reikende poten welke met een ondereinde bevestigd zijn aan een plaat welke in hoofdzaak in horizontale toestand onder 10 het grondniveau gelegen is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plaat uit licht materiaal is vervaardigd en uit één stuk bestaat.

3. Inrichting volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de poten naar omlaag divergeren.

15 Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het montageorgaan bestaat uit een naar omlaag gericht komvormig deel uit plaatmetaal dat voorzien is van openingen in de naar omlaag gerichte flens voor het opnemen van bevestigingsbouten voor de boveneinden van de poten. 20 5· Inrichting volgens conclusie h, met het kenmerk, dat in het topgedeelte van het komvormige orgaan een dwarsdeel aanwezig is waarvan de overliggende einden door bouten aan het komvormige deel zijn bevestigd, terwijl het middengedeelte van het dwarsorgaan op enige afstand van de onderkant van het bovenvlak van het komvormige 25 orgaan is gelegen ter vorming van een ruimte waarin de bovenste, naar binnen gebogen einden van de poten zijn opgenomen. 790 5 2 27