NL7905124A

NL7905124A - Metalen of composietverpakking met door vatting gemon- teerde bodem en uitrusting met werktuigen die de uit- voering daarvan veroorloven.

Info

Publication number: NL7905124A
Application number: NL7905124A
Authority: NL
Original assignee: Gallay Sa
Priority date: 1978-07-07
Filing date: 1979-07-02
Publication date: 1980-01-09
Also published as: GB2024680B; DE2924812C2; US4271778A; FR2430276A1; NL172518B; GB2068806B; DE2924812A1; ES481452A1; NL172518C; GB2068806A; GB2024680A; FR2430276B1; CA1105327A; IT7924152A0; BE877477A; AT367323B; IT1122043B; ATA448579A

Description

4

“ N

*

GALLAY S.A., ΤΞ PA3IJS, FRAKKRIJK

Metalen of conposietverpakking met door vatting gemonteerde bodem en uitrusting met werktuigen die de uitvoering daarvan veroorloven

De uitvinding heeft als eerste doelstelling, binnen het kader van de vatting van de bodems van met name metalen houders zoals vatten eh dergelijke, een werkwijze waarmee men tijdens het vattings-proces een geleidelijke en positieve aaneensluiting van de bodem van het 5 vat met het vattingsblad, waarop die omgelegd is, beoogt te ontwikkelen voor het uitsluiten van elk slippen daarvan over elkaar, en betreft meer in het bijzonder de toepassing van deze werkwijze in het geval van vattingen die meer dan vijf materiaalplooien omvatten.

Er wordt in het kort. aan herinnerd dat de gebruikelijke 10 vattingsmethode bestaat uit een uitwendige radiale werking van een of meer geschikt geprofileerde wrijfrollen op de samengevoegde randen van de romp en van de bodem, welke laatste ingevat wordt in het einde van de romp.

Het is duidelijk dat deze radiale werking van de wrijf-het 15 rollen, die/felsen van de te vatten randen teweeg brengt, tot uit drukking komt door een aanzienlijke radiale drukkracht, die opgenomen moet worden door een inwendig tegenhoudwerktuig. Dit gebruikelijke werktuig wordt vattingsblad genoemd en wordt in het gangbare geval gerealiseerd door het monteren van een centrale cilindrische romp en een 20 daarop aangebrachte ring, In het gebied daarvan, dat bij de werking van de wrijfrollen als contradeel fungeert, heeft deze ring een gladde cilindrische wand, die naar beneden in een afgeknot kegelvormig gebied uitloopt om de doordringing van het werktuig in de holle uitdieping van de bodem te vergemakkelijken, 25 Tegen deze gladde wand komt het buitenvlak van de holle uitdieping van de bodem te rusten; men zal begrijpen dat bij het in rotatie brengen van het samenstel van de beslagring en van de bodem door het vattingsblad er onder inwerking van de druk van de wrijfrol een 7905124 #6“ τ 2 neiging tot slippen van de holle uitdieping van de bodem over de buitenwand van de ring ontstaan kan en de repercussies van een dergelijk slippen op het vattingsproces zijn de terzake deskundige wel bekend.

Enerzijds is de kwaliteit van de vatting nauw verbonden 5 aan de regelmatige rotatie van de bodem die op de ring omgelegd is, bij welke rotatie het samenstel van romp en bodem meegenomen wordt en anderzijds is het in het geval van plaatijzer, dat van een be-schermingsbekleding voorzien is, bijvoorbeeld voorgeschilderd is, duidelijk dat elk slippen van de bodem over de ring tot uitdrukking 10 komt door een plaatselijke beschadiging door losrukking van deze be kleding.

De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen, die het mogelijk maakt om dit slippen tijdens het proces te ondervangen j de voorgestelde oplossing bestaat uit het ter hoogte van het vattings-15 gebied ontwikkelen van een geleidelijke en positieve plaatselijke aan eensluiting bij de rotatie van een omtreksgebied van de bodem van het vat met de genoemde ring met het oog op het uitsluiten van elk slippen daarvan ten opzichte van elkaar.

Volgens een ander aspect daarvan beoogt de uitvinding te 20 voorzien in een inrichting voor het ten uitvoer brengen van de werkwijze, die gekenmerkt is doordat de genoemde ring, die op de genoemde centrale romp aangebracht is met behulp van een vastzetdop en een cilindrisch bovenste gedeelte en een afgeknot kegelvormig onderste gedeelte omvat, nabij het boveneinde van het genoemde cilindrische gedeelte tegenover 25 het vormingsgebied van de vatting voorzien is van een cilindrische afhaking, die een vlak evenwijdig aan de as van de ring vormt, dat ter plaatse van het bovenste deel daarvan begrensd is door een cilindrische kant en ter plaatse van het onderste deel daarvan door een ringvormig vlak dat loodrecht daarop staat en een gegolfd omtreksprofiel heeft.

30 Men zal beseffen dat deze inrichting slechts een geringe wijziging van de uitrusting vereist en dat de aaneensluiting van de bodem op de vattingring geleidelijk en positief is als functie van de radiale loop naar binnen van de geprofileerde wrijfrol.

De hoogte van het genoemde vlak van de afhaking, evenwijdig 35 aan de as van het blad, tussen de genoemde kant en het genoemde ring- 7905124 *

V

3 vormige vlak met gegolfd profiel kan van 0 tot 5 e variëren, maar varieert bij voorkeur tussen een minimum in de orde van 3 e en een maximum in de orde van 3,5 tot e, waarbij e de dikte voorstelt van het materiaal, waaruit de bodem van het vat gevormd is, 5 Volgens een variant van de inrichting volgens de uitvinding is de vattingring nabij het boveneinde van het genoemde cilindrische gedeelte tegenover het vormingsgebied van de vatting voorzien van een aantal uithollingen, die in het algemeen radiaal gericht zijn en bij voorkeur gelijke afstanden uiteen liggen.

10 In dit geval zijn de uithollingen, die ter hoogtevan het bovenvlak van het cilindrische gedeelte van de ring uitmonden, begrensd door cilindrische achtervlakken, ondervlakken in ringvormige sectoren en zijvlakken, die radiaal gericht zijn en van de ene uitholling op de andere tussengelegen cilindrische voorvlakken begrenzen; deze variant 15 kan geschikt verder aangevuld worden door een cilindrische afhaking, die zich ter hoogte van de ondervlakken van de uithollingen bevindt en zodat de cilindrische voorvlakken, die deze uithollingen scheiden, zich teruggetrokken bevinden ten opzichte van het buitenoppervlak van het genoemde cilindrische gedeelte van de ring, 20 De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden daarvan.

Fig. 1 is een afbeelding in perspectief, met uit gebroken gedeelte, van een eerste uitvoeringsvorm van de vattingring volgens de uitvinding; 25 fig. 2 is een gedeeltelijke doorsnede cp grotere schaal, die de positie van de werktuigen van de uitrusting aan het einde van het vattingsproces weergeeft; fig, 3 is een afbeelding in perspectief, met uitgebroken gedeelte, van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding, 3D Opgemerkt wordt dat de hierna volgende beschrijving slechts de specifieke kenmerken van de werkwijze en van de inrichting volgens de uitvinding beoogt binnen het kader van het vattingsproces, dat met name drievoudig is, van de bodems van vaten, welke werkwijze volkomen bekend verondersteld wordt voor de terzake deskundige.

35 Bij het eerst beschouwen van fig. 1 en 2 wordt gezien dat net 7905124 *

It 1 de vattingring aangegeven is, met 2 de vattingswrijfrol, en met 3 en b respectievelijk de bodem en de roup van een vat, waarvan de randen 5 en 6 samengevoegd zijn door een drievoudige vatting, die in zijn geheel met 7 aangegeven is.

5 De vattingring 1, die in rotatie gebracht kan worden in de zin van de pijl E, heeft een in een stuk uitgevoerde vastzetdop 8 en romp 9, die een centraal cilindrisch gedeelte 11 en een afgeknot kegelvormig ondereinde 12 omvat,

Fig, 2 toont de relatieve positie van het blad 1 en van 10 de wrijfrol 2 aan het einde van de loop in de zin van de pijl F van deze laatste, waarbij de bodem 3 omgelegd is op de romp 9 van de ring 1, waarbij de rand 5 daarvan gefelst is met de rand 6 van de romp ^ om zodoende een vatting tot stand te brengen, die in het onderhavige geval drievoudig is en zeven materiaaldikten omvat. Deze figuur laat duidelijk de mogelijkheid van slippen uitkomen bij afwezigheid van de inrichting het . · volgens de uitvinding, tijdens het verloop van/meenemen van de nng 1 en van het felsen van de randen 5 en 6 door radiale vervorming, van het gebied 13 van de bodem 3 over de gladde wand van het cilindrische gedeelte 11 van de romp 9.

2° Om dit effect te ondervangen heeft de romp 9 van de ring boven het cilindrische gedeelte 11 daarvan een afhaking 1H, die een verticaal cilindrisch vlak 15 en een horizontaal vlak 16 van gegolfd profiel vormt, dat wil zeggen dat de hoogte "h" tussen de eindkant 17 van het verticale vlak 15 en het vlak 16 succesaeveli jk en op geleide-25 lijke wijze varieert tussen een minimum "b" en een maximum "c"

Als functie van de dikte "e" van de rand van de bodem kan ”hTt variëren binnen de grenzen van 0 tot 5 "e” maar bij voorkeur wordt "b" in de orde van 3 "e" gehouden en bereikt "c" een waarde van 3,5 tot U "e", De spoed van de golving wordt zodanig gekozen dat het aantal golvingen 3° dat op de omtrek van de afhaking van de ring ontstaat, tussen tien en twintig ligt.

Het proces van de geleidelijke en plaatselijke onbeweeglijk making van de bodem 3 op de ring 1 volgt duidelijk uit fig. 2; onder inwerking van de zijdelingse drukkracht (in de zin van de pijl F), die 35 de wrijfrol 2 uitgeoefend wordt tijdens het felsen van de randen 5 en 6j 790 5 1 24 * 5 komt het stuk 18 van de rand. van de bodem tegenover de afhaking 1U terecht in de daardoor uitgespaarde ruimte onder het plaatselijk samengaan met het gegolfde profiel van de kant 19 van het horizontale vlak 16 van deze laatste. Deze dakpansgewijze ligging van twee gegolfde 5 profielen belet onder normale werkomstandigheden elk slippen van de bodem 3 over de ring 1.

Bij dit eerste effect voegt zich een tweede verrassend en onverwacht effect, dat direct m met voordeel cp de kwaliteit en het weerstandsvermogen van de vatting teruggevoerd kan worden.

10 In feite bevinden zich tussen de problemen die met het tot stand brengen van een drievoudige vatting volgens de professionele normen verband houden die van: a) een gelijkmatige klemming van de vatting ondanks dikte-variaties van het plaatijzer, 15 b) een tekort aan elasticiteit, met name door mechanische harding, van gebieden die gebeurlijk vervormd kunnen Worden.

Voor wat betreft het eerste punt verzekert de losmaking, die door de afhaking geboden wordt, in alle gevallen een plaatselijk gehouden klemming van de vatting in het gebied 11 van de romp 9 en 20 veroorlooft in het geval van zeer sterk plaatijzer het hierin opnemen van de overmaat aan materiaal.

Het tekort aan elasticiteit, het tweede in het voorgaande vermelde punt, wordt nu juist vermeden door het terugdringen van het materiaal in de afhaking van de ring ter hoogte van de bochten 10 25 en 20,

In het vlak van de economie van het proces moet onderstreept worden dat eenzelfde werktuig dus het probleem van de diktevariaties van het plaatijzer door overmaat of door tekort oplost.

Fig, 3 toont een variant van de inrichting volgens de uit-30 vinding, waarbij het cilindrische gedeelte 11 van de vattingring 1 op de omtrek daarvan voorzien is van een reeks uithollingen 21 die radiaal gericht zijn en vrij naar boven uitmonden, onder het vormen van cilindrische achtervlakken 22, radiale zijvlakken 23, die tussen de uithollingen cilindrische voorvlakken 2h begrenzen, en ondervlakken 25.

35 In dit geval komen de bochten 10 en 20 van de rand van de 7905124

Claims

10 Tenslotte wordt opgemerkt dat in beide gevallen de diepte van de afhaking in de orde van 0,5 "e" gehouden wordt zodat de terugtrekking van de ring geen enkele moeilijkheid oplevert. Natuurlijk neemt de uitvinding zich ook tot andere varianten die een oplossing van de specifieke problemen verschaffen kunnen zonder 15 buiten het kader daarvan te treden,

1. Werkwijze voor het verkrijgen van een vatting, met name van meer dan vijf materiaalplooien, van de bodems van met name metalen houders , vaten en dergelijke, onder toepassing van een cilindrisch 20 vattingsblad met in hoofdzaak verticale as, dat gerealiseerd is door de samenvoeging van een centrale romp en een daarop aangebrachte ring, bij welke werkwijze de op de genoemde ring ingestelde bodem ingepast wordt in de romp van de houder, de rand van de bodem, waarop die van de romp geplaatst is, in rotatie gebracht wordt door de genoemde ring 25 terwijl een geprofileerde wrijf rol, die loodrecht op de genoemde as beweegbaar is, de klemming door felsen van de randen van de bodem en van de romp bewerkstelligt, en waarbij de genoemde ring op het vlak daarvan, dat met het zich daartegenover bevindende vlak van de bodem samenwerkt, een karteling heeft, die regelmatig op deze laatste draagt en bestemd is 30 voor het vanaf het begin aaneensluiten van de ring en de bodem om zodoende elk slippen daarvan ten opzichte van elkaar te ondervangen, welke werkwijze gekenmerkt is doordat de genoemde aaneensluiting tussen de ring en de bodem selectief op plaatselijke en geleidelijke wijze tot stand gebracht wordt a] mar gelang van de voortgang van de vatting.

2. Inrichting voor het ten uitvoer brengen van de werkwijze 790 5 1 24 f* volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de genoemde ring, die op de genoemde centrale romp aangebracht is met behulp van een vastzetdop, een cilindrisch bovenste gedeelte en een afgeknot kegelvormig onderste gedeelte omvat, en nabij het boveneinde van het genoemde cilindrische 5 gedeelte tegenover het vormingsgebied van de vatting voorzien is van een cilindrische afhaking, die een vlak evenwijdig aan de as van de ring vormt, dat ter plaatse van het bovenste deel daarvan begrensd is door een cilindrische kant en ter plaatse van het onderste deel daarvan door een ringvormig vlak, dat loodrecht daarop staat en een gegolfd 10 omtreksprofiel heeft.

3. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de hoogte van het genoemde vlak van de afhaking, evenwijdig aan de as van het blad, tussen de genoemde kant en het genoemde ringvormige vlak met gegolfd profiel van 0 tot 5 e variëren kan, maar bij voorkeur 15 varieert tussen een minimum in de orde van 3 e en een maximum in de orde van 3,5 tot ^ e, waarbij e de dikte voorstelt van het materiaal, waaruit de bodem van het vat gevormd is. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, gekenmerkt doordat de spoed van het gegolfde profiel zodanig gekozen is dat het aantal 20 golvingen op de omtrek van het blad tussen tien en twintig ligt.

5· Inrichting voor het ten uitvoer brengen van de werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de genoemde ring, die op de genoemde centrale romp aangebracht is met behulp van een vastzetdop, een cilindrisch bovenste gedeelte en een afgeknot kegelvormig onderste 25 gedeelte omvat en nabij het boveneinde van het genoemde cilindrische gedeelte tegenover het vormings gebied van de vatting voorzien is van een aantal uithollingen, die in het algemeen radiaal gericht zijn en bij voorkeur gelijke afstanden uiteen liggen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de 30 genoemde uithollingen, die ter hoogte van het bovenvlak van het cilindrische gedeelte van de genoemde ring uitmonden, begrensd zijn door cilindrische achtervlakken, ondervlakken in ringvormige sectoren en zijvlakken, die radiaal gericht zijn en van de ene uitholling cp de andere tussen gele gen cilindrische voorvlakken begrenzen. 35 7* Inrichting volgens conclusie 5 of 6, gekenmerkt doordat 7905124 * ter hoogte van de ondervlakken van è uithollingen een cilindrische afhaking gevormd is zodat de cilindrische voorvlakken, die deze uithollingen scheiden, zich teruggetrokken bevinden ten opzichte van het buitenoppervlak van het genoemde cilindrische gedeelte van de ring,

8. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrij ving en/of tekening. 9» Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekening» 790 5 1 24