NL7904402A - Inrichting voor het afleggen van stroken soepel mate- riaal. - Google Patents

Description

i .- • i * > -1- r ' ’ ....... “ 1 ' B.V. Textielfabrieken H. van Puyenbroek > te Goirle, Nederland i ! Korte aanduiding: Inrichting voor het afleggen van stroken · ; soepel materiaal.

i __ ____________________ i t ! i i

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het telkens op elkaar afleggen van stroken soepel materiaal, zoals textiel en dergelijke, in hoofdzaak voorzien van steunmiddelen voor het ondersteunen van een 5 boom van dat materiaal, transportmiddelen voor het van die boom aftrekken van een materiaalbaan, snijmiddelen voor het . van die baan afsnijden van de stroken, en aflegmiddelen voor het op een tafel stapelsgewijs afleggen van die stroken.

10 Er.zijn inrichtingen van het in de aanhef beschreven type bekend, waarbij de boom voor het af te leggen materiaal tesamen met de transportmiddelen en snijmiddelen heen en weer boven langs de tafel wordt bewogen.

Het bezwaar bij deze bekende inrichting is, dat vanwege de 15 grote massa die heen en weer wordt bewogen de aflegcyclus lang duurt, terwijl vanwege het gewicht de omvang van de boom slechts beperkt kan zijn.

De uitvinding beoogt bovengenoemde bezwaren te ondervangen en verschaft daartoe een inrichting die zich 20 onderscheidt doordat de steun-, transport-, en snijmiddelen in het verlengde van de aflegtafel staan opgesteld, waarbij de aflegmiddelen bestaan uit een bovenlangs de tafel heen en weer beweegbaar grijporgaan voor het vastgrijpen van telkens een rand van de materiaalbaan en een 25 tussen de snijmiddelen en grijporgaan aangebracht naar de tafel toe en daar vanaf beweegbaar drukorgaan.

7904402 - - ... , .

4., · ' ~2~ }

Dankzij de maatregelen volgens de uitvinding \ behoeft slechts het grijporgaan heen en weer te worden bewogen, waardoor de aflegcyclus tijd klein is. Bovendien I is dankzij de vaste opstelling de textielboom nagenoeg 5 ongelimiteerd in zijn afmeting.

De op en neer beweegbare drukrand dient voor het vasthouden van de reeds op de tafel neérgelegde stroken, 'zodanig dat de randen van de stroken recht' boven elkaar komen te liggen.

i 10 i Bij materiaal dat elastisch, is verdient het i de voorkeur de inrichting uit te voeren met een ten opzichte i j van de tafel op en neer beweegbare strijkrand, die met het | grijporgaan meelopend is uitgevoerd. Deze strijkrand zórgt | ervoor dat bij het neerleggen van een strook, de vooraf i 15 i neergelegde strook wordt gladgestreken.

j Teneinde het terugveren van,elastisch, materiaal na het loslaten te verminderen, stelt de ' : uitvinding voor om het grijporgaan met de strijkrand mee : op en neer beweegbaar uit te voeren, zodat de ónder een 20 ' neer te leggen strook te "vangen" lucht wordt beperkt, waardoor een grote wrijving tussen de stroken zal optreden zodra een strook wil terugveren.

Voor het verkrijgen van een nauwkeurige uitlijning van de bij de drukrand gelegen zijden van de 25 stroken verdient het de voorkeur het snijstation met de drukrand op en neer beweegbaar te lageren, waardoor een exacte afsnijding van een strook van de baan materiaal ten opzichte van die drukrand is gewaarborgd.

Teneinde de voorrand·van de materiaalbaan 30 zonder storing vast te kunnen grijpen door het grijporgaan verdient het dé voorkeur om volgens de uitvinding de drukrand in de richting van de heen en weer Beweging van , het grijporgaan verschuifbaar uit te voeren'.

De uitvinding zal nader worden' toegelicht in 7904402

. X

-3- ι ‘ 'de hieronder staande figuurbeschrijving van een :uitvoeringsvoorbeeld aan de hand van een tekening.

:In de tekening toont: t fig.l een schematisch zijaanzicht van de 5 inrichting volgens de uitvinding, ! fig.2 en 3 een detail op vergrote schaal van .de snijmiddelen en het grijporgaan toegepast hij de inrichting uit figuur 1.

De in de figuren getoonde inrichting is voorzien 10 van een door stijlen 1 gesteund horizontaal blad 2, waarop de op elkaar af te leggen stroken van soepel materiaal V stapelsgewijs zijn af te leggen. De stroken V worden van een baan B van dat materiaal afgesneden.

De baan is op een boom 3 gewikkeld, welke boom 15 in een bok 4 bij het lager 5 draaibaar is ondersteund.

De baan B wordt van de boom 3 afgetrokken door middel van twee klemwalsen 6, die door een motor 7 zijn aangedreven.

Een door een cylinder 56 bekrachtigde bandrem 57 verhindert het doordraaien van de boom.

20 De baan passeert vervolgens een compensatietoestel 8 bestaande uit twee bovenrollen 9 en een in vertikale zin in een geleiding 10 op en neer verplaatsbare rol 11.

De rollen 9 en 11 zijn vrij draaibaar, waarbij de rol 11 als het waren in een door de baan B gevormde lus hangt.

25 De hoogte van de rol 11 wordt waargenomen door een potentiometer 12, die via een buigbaar element 13 met de as van de rol 11 is verbonden. Aan het vrije einde van het element 13 hangt een contra-gewicht 14. De as van de schijf , waaromheen het element 13 is geslagen is gekoppeld met de 30 potentio-meter. De potentio-meter 12 geeft een signaal af voor het corrigeren van de loopsnelheid van de motor 7, waardoor de aftreksnelheid van de baan B binnen bepaalde grenzen kan worden geregeld. Met het variëren van contragewicht· 14 kan de doekspanning worden geregeld.

35 De baan B wordt vervolgens langs· een' richftoestel 15 geleid, dat in hoofdzaak bestaat uit een tweetal parallelle en vrij draaibare rollen 16, welke zijn gelagerd ‘ 7904402 r - --1 — é.

-4- in een gestel 17. Het gestel 17 is ten opzichte van een j vast gestel 18 rond een as XX middels, de motor 19 verzwenk- i

Ibaar, waardoor de rollen 16 ten opzichte van de langsrichting van de materiaalbaan B scheef gesteld kunnen worden.

5 ;Door het scheefstellen van de rollen 16 zal de baan naar links of naar rechts uitwijken afhankelijk van een door een waarnemingsorgaan 20 bepaalde afwijking van de linker of rechter zijkant van de materiaalbaan B. '

Het waarneemorgaan 20 stuurt de motor 19 naar gelang de 10 afwijking van die baan.

! De baan'B wordt via een door de motor 21 aan-

I V

i gedreven rol 22 naar het hieronder nader toe te 'lichten snij station 23 gevoerd. Volledigheidshalve zij vermeld dat de rol 22 in bepaalde uitvoeringen evengoed vrij draaibaar 15 kan zijn opgesteld.

Boven het tafelblad 2 is een geleiding 24 aangebracht, waarlangs een hieronder nader toe te 'lichten :grijporgaan 25 heen en weer beweegbaar is aangedreven'.

Daartoe dient een in de geleiding 24 verschuifbare slede of 20 wagen 26, die vastirerbonden is met een eindloos element 27.

Het eindloos element is geslagen om omkeérrollen 28 aan weerseinden van de tafel 2, waarbij de in figuur 1 linkerrol 28 is aangedreven door een motor 29. Het grijporgaan 25 is bovendien nog in vertikale zin op en neer beweegbaar in de 25 wagen 26 gelagerd, welke beweging tot stand komt door een hydraulische of pneumatische cylinder 30. De door het grijporgaan 25 doorlopen baan is in figuur 1 met een stippellijn 31 schematisch, aangegev'eh, waarbij de pijlen PI de looprichting weergeven.

30 Thans volgt aan de hand van de figuren 2 en 3 een beschrijving van het snijstation. 23 en het grijporgaan 25 toegepast bij de in figuur 1 getoonde inrichting.

Het snijstation 23 is voorzien van een cirkelvormig mes 35, dat door een motor 36 kan worden rondgedraaid.

7904402 r -J» -5- __ r -.-- * iDe motor en het mes zijn geleid door een tweetal zich.

I over de volle breedte van de tafel 2 uitstrekkende 6 rgeleidingsstaven 37, zodanig dat het mes 35'een dwars op Sde lengterichting van de tafèl 2 gerichte heen en weer 5 ;gaande beweging kan uitvoeren.

Deze beweging kan tot stand komen door eenzelfde aandrijf-|constructie 27, 29 als toegepast bij de wagen 26 van het .grijporgaan, maar kan evengoed anders zijn uitgevoerd.

Voor de duidelijkheid van de tekening is de aandrijf-10 inrichting voor het snijstation niet getoond. De geleiding 37 is aangebracht op een ten opzichte van de tafel 2 zwenkbaar hulpgestel 38, dat in het verlengde van de rotatieas van de rol 22 scharnierbaar bij 39 via steunen 40 op de tafel 2 is bevestigd.

15 Het gestel 38 is middels een contra-gewicht 41 gecompenseerd.

Een hydraulische of pneumatische cylinder 42 tussen het tafelgestel 1 en het hulpgestel 38 kan het snijstation om de spil 39 doen op en neer bewegen. Het hulpgestel 38 is voorzien van een schuiflager 43, waarin een stang 44 20 verschuifbaar is opgenomen. Aan het van het lager 43 afgekeerde einde van de stang 44 is een zich over de volle breedte van de tafel 2 uitstrekkend strookvormig element 45 bevestigd. Tussen het element 45 en het schuiflager 43 is een drukveer 46 geplaatst.

25 Het strookvormige element 45 is. aan de onderzijde voorzien van een drukrand 47, die van elastisch en bij voorkeur ruw materiaal is vervaardigd.

Het element 45 is tevens voorzien van een sleuf 48 waarin het roterende mes 35 steekt. Hierbij wordt 30 opgemerkt dat het snijmes 35 een heen en weer gaande slag kan uitvoeren die groter is dan de sleuf 48 in het element 45, zodat de materiaalbaan B ongestoord langs het mes 35 kan worden gevoerd.

7904402 * - 1 / -6- f " ......Ί j Aan de ten opzichte van de transportrichting | |P2 van de materiaalbaan B gelegen voorzijde van het snij-;station 36 is een drukstempel 50 aangebracht, die eveneens op het hulpgestel 38 is gemonteerd. Deze stempel 50 5 iwerkt samen met een boven het schuiflager 43 aangebracht Jvlak 51 op het hulpgestel 38, een en ander zodanig dat de ibaan B tussen het drukstempel 50 en het vlak 51 kan worden | vastgehouden.

j Het langs de geleiding 24 boven de tafel 2 heen 10 ;en weer beweegbare grijporgaan 25 bestaat in hoofdzaak uit een vaste onderplaat 52 en een scharnierbaar ten opzichte idaarvan beweegbare bovenplaat 53. De links in de figuren 2 en 3 gelegen zijde van de plaat 53 is enigszins omgebogen zodat die rand op de vaste onderplaat 52 kan klemmen, 15 welke klemwerking tot stand wordt gebracht door een pneumatische of hydraulische cylinder 54. Het grijporgaan 25 met de cylinder 54 is bevestigd op een vertikaal in de wagen 26 beweegbaar gestel 56, welke vertikale beweging tot stand wordt gebracht door de hiervoor genoemde cylinder 30.

20 De onderplaat 52 is aan zijn onderzijde voorzien van een strijkrand 55, die eveneens van elastisch en ruw materiaal is vervaardigd.

De hierboven beschreven inrichting werkt als volgt. Nadat een textielboom 3 of dergelijke in de lagers 5 25 van de bok 4 is opgehangen, kan de voorrand 'van de textielbaan via de aftrekrollenwals 6 door de compensatie-rollen 8 de richtroliën 16 over de rol 22 worden gevoerd en vervolgens bovenlangs het vlak 51 tot aan de dwarsbaan van het mes 35. Middels de motor 29 en de aandrijving 27, 28 30 wordt de wagen 26 van het grijporgaan 25 eerst naar links in de figuren gevoerd, waardoor de vaste onderplaat 52 van het grijporgaan tegen de rechter zijrand van het strook-vormige element 45 drukt tot in de in figuur 2 getoonde stand.

7904402 5 -7-

I

\

De voorrand van de textielbaan B komt dan op de plaat 52 ;te rusten, zodat bij het bekrachtigen van de cylinder 54 de . ibovenplaat 53 die voorrand kan vastkleramen. Vervolgens wordt de bewegingszin van de wagen 26 omgekeerd in de richting van 5 de pijl P3 in figuur 3. De voorrand van de baan wordt dan ;naar rechts in figuur 1 getrokken, waarbij de spanning in 'de materiaalbaan wordt beperkt door de aandrijving van de t !rol 22 middels de motor 21. Gelijktijdig wordt de motor 7 gestart door het aandrijven van de aftrekwalsen 6, waarbij 10 de snelheid van de motor 7 wordt gestuurd door de potentiometer 12. De richtrollen 16 zorgen ervoor dat één der langsranden van de baan nauwkeurig blijft sporen;

Zodra het grijporgaan 25 de rechter eindstand heeft bereikt, afhankelijk van de gewenste lengte van de 15 af te snijden stroken V, kan de cylinder 54 de bovenplaat 53 omhoog doen bewegen, waardoor de voorrand wordt losgelaten. Gelijktijdig worden de stempels 50 door middel van bijbehorende cylinders bekrachtigd, waardoor de baan op het vlak 51 wordt vastgeklemd.

20 Voordat het grijporgaan 25 zijn eindstand heeft bereikt wordt de cylinder 42 bekrachtigd, waardoor het hulpgestel 38 omlaag, zakt en de drukrand 47 op de tafel 2 respectievelijk de neergelegde stroken V drukt.

Het snijmechanisme 35, 36 wordt vervolgens langs 25 de geleiding 37 gebogen, waardoor een strook V van de baan B wordt afgesneden. Hierbij zal de eindrand van de strook V aanvankelijk bovenop het strookvormig element 45 blijven liggen,maar door het weer omhoog bewegen van het hulpgestel 38 zal deze eindrand door zijn eigen gewicht onder dit 30 element 45 vallen.

De wagen 26 kan weer worden teruggevoerd waarna de hierboven beschreven cyclus zich kan herhalen en een volgende strook V kan worden afgelegd op de eerder gevormde stroken v.

7904402 *r -β- ; Bij elastisch materiaal kan ten gevolge van de idoor het afleggen in de strook opgewekte trekspanning deze i ......

Jstrook doen plooien, zodra het klemorgaan 25 de voorrand jloslaat. Dit is rechts in de bovenste strook, op de tafel 2 5 jin figuur 1 aangegeven. Voor het verwijderen van deze stroken dient de strijkrand 55 aan de onderzijde 'van het ! klemorgaan 25 en de op en neer gaande beweging van het 'klemorgaan 25 ten opzichte van de wagen 26.

! Immers kan zodra de wagen 26 naar rechts- wordt bewogen door i ^ 10 .middel van de cylinder 30 het klemorgaan 25 omlaag worden gevoerd, zodanig dat de strijkrand 55 de bovenste strook V op de stapel raakt, welke strook vervolgens door die strijkrand wordt gladgestreken. Bij het omlaag voeren van het grijporgaan 25 dient tegelijkertijd de drukrand 47 de 15 vöorrand van de stapel stroken V vast te klemmen. Door het tijdig omlaag voeren van het grijporgaan 25 volgens, de baan 31 in figuur 1 wordt er tevens voor gezorgd dat er weinig lucht tussen de stroken wordt gevangen, waardoor eveneens de tussen de stroken aanwezige wrijving een' overmatige 20 plocüng van do bovenste strook voorkomt.

De remmiddelen 56,57 zorgen voor een tijdig afremmen van de textielbaan, zodat deze niet te ver doordraait. De remmiddelen of cylinder 56 wordt bekrachtigd op het moment 25 dat het grijporgaan zijn eindstand rechts in figuur 1 nadert. De mate van afremmen dient te worden aangepast aan de roldiameter op de boom, hetgeen kan worden gerealiseerd door middel van een de diameter waarnemende taster, die bijvoorbeeld de aan de cylinder toegevoerde 30 luchtdruk regelt.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.

Zo kan het grijporgaan 25 op andere wijzen zijn uitgevoerd, waarbij tevens van een anders uitgevoerd snijmechanisme 35, 35 36 sprake kan zijn.

79 0 4 4 0 2.

V'

- I

-9- t i ! De strijkrand 55 kan vervangen, zijn door een I roterend orgaan, bijvoorbeeld borstel, en kan zonodig j achter het grijporgaan aan lopen. Met' een dergelijke * opstelling wordt -gelijktijdig met het neerleggen de 5 'bovenste strook V gladgestreken.

i * * 7904402

Claims (11)

1. Inrichting voor het telkens op elkaar afleggen 'van stroken soepel materiaal/ zoals textiel en dergelijke, !in hoofdzaak. voorzien van steunmiddelen voor het ondersteu-jnen van een boom van dat materiaal, transportmiddelen voor ' 5 jhet van die boom aftrekken van een' materiaalba'an, snij-jmiddelen voor het van die baan afsnijden van de ‘stroken en 'aflegmiddelen voor het op een tafel stapel'sgewijs afleggen jvan die stroken, met het k e n m e r k, dat de 'ste.un-, |transport-, en snijmiddelen in het verlengde van de 'afleg-10 :tafel staan opgesteld, waarbij de aflegmiddelen bestaan uit een bovenlangs de tafel heen en weer beweegbaar grijp-orgaan voor het vastgrijpen van telkens een.rand van de materiaalbaan en een tussen de snijmiddelen en grijporgaan aangebracht, naar de tafel toe en daar vanaf beweegbaar 15 drukorgaan.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het !k e n m e r k, dat een met het grijporgaan meelopend strijk-orgaan is aangebracht, dat loodrecht op de tafel beweegbaar is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het strijkorgaan achter het grijporgaan aanlopend_is aangebracht.

4. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het grijporgaan aan de onderzijde met 25 een strijkrand is uitgevoerd.

5. Inrichting volgens êën der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het snijstation tesamen met de drukrand op en neer beweegbaar is.

6. Inrichting volgens één der conclusies 1-5, 30 met het kenmerk, dat de drukrand in de richting van • de heen en weer gaande beweging van het grijporgaan 7904402 -11- \ j verschuifbaar is uitgevoerd. ï

7. Inrichting volgens één der voorgaande I conclusies 1-6/ met het kenmerk., dat tussen de i steunmiddelen en de aflegtafel richtmiddelen zijn aange-5 bracht voor het in langsrichting richten van de naar de ! aflegtafel toe te voeren materiaalbaan.

8. Inrichting volgens conclusie 6, met het [ ;kenme'rk, dat tussen de richtmiddelen en de steun- i ! middelen een compensatietoestel is aangebracht, voor het 10 opnemen van de lengteverandering van de materiaalhaan tussen het snijstation en de materiaal boom.

9. Inrichting volgens ëén der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen voor het afremmen van de textielboom zijn aangebracht.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de remmiddelen afhankelijk van de beweging van het grijporgaan in werking worden gesteld.

11. Inrichting volgens conclusie 9-10, met het kenmerk, dat de door de remmiddelen uitgeoefende 20 remkracht afhankelijk is van de op de boom aanwezige textielbaandiameter. 7904402