NL7903987A - Stroombegrenzende snelschakelaar. - Google Patents

Description

V

t' N.O. 27.639 H4ZEÏÏËSSR BV, te Hengelo.

Stroombegrenzende snelschakelaar.

De uitvinding heeft betrekking op een stroombegrenzende snelschakelaar, voorzien van tenminste één paar met elkaar samenwerkende kontakten, waarvan het ene vast is opgesteld en het andere, bij het overschrijden van een bepaalde stroomdrempel met behulp van, door de schakelaar- 5 stroom bekrachtigde elektromagnetische middelen in een, om een vast punt scharnierende beweging van het vaste kontakt af wordt verplaatst.

Een dergelijke schakelaar is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7505611. Deze schakelaar is voorzien van 10 een kipinrichting, die verplaatsbaar is tussen een eerste en een tweede stand, waarbij een, enerzijds aan die kipinrichting en anderzijds aan het bewegende kontakt bevestigde veer in de ene stand van de kipinrichting zorgt voor de benodigde kontaktkracht respektievelijk voor het openen 15 van het bewegende kontakt in de andere stand van de kipinrichting. De verplaatsing van de kipinrichting vanuit genoemde eerste stand, waarbij de kontaktkracht maximaal is, naar genoemde tweede stand, waarbij de kontaktkracht . minimaal is en het bewegende kontakt wordt geopend, wordt 20 bewerkstelligd met behulp van de elektromagnetische middelen. Deze elektromagnetische middelen reageren zodra de schakelaarstroom een bepaalde waarde teboven gaat. Wanneer de schakelaarstroom echter een zeer hoge waarde heeft, zullen de kontakten worden geopend door de optredende elektro- 25 dynamische afstootkrachten of repulsiekrachten. Zodra de schakelaarstroom beneden de ingestelde drempelwaarde is gekomen, zal het verplaatsbare kontakt uit zichzelf in de gesloten toestand terugkomen door het naar de eerste stand terugkeren van de kipinrichting, waarna de stroombegrenzen- 30 7903987 i.' * 2 de snelschakelaar weer geheel paraat is*

Ofschoon de bekende stroombegrenzende snelschakelaar vanaf het moment, dat de tweede stand v^n de kipinrichting is bereikt, zeer snel zal openen omdat, enerzijds de kon-taktkracht vrijwel nul is en anderzijds de veer voor een 5 versnelling van de openingsbeweging zorgt, is daarbij een zeer groot nadeel, dat tot aan het moment dat de tweede stand wordt bereikt door het verplaatsen van de kipinrich-ting de kontaktkracht voortdurend afneemt. Vooral bij stromen die net onder de ingestelde drempelwaarde blijven is 10 dan het gevaar dat de kontakten aan elkaar vastlassen zeer reëel. Bovendien variëren bij de bekende stroombegrenzende schakelaar de kontaktkracht en de uitschakelkracht evenredig omdat beide krachten door dezelfde veer worden geleverd. Wanneer men een minimale kontaktkracht kiest, zal dus ook 15 de uitschakelkracht en daarmede de uitschakelsnelheid minimaal zijn. Kiest men daarentegen een grote uitschakelkracht, dan betekent dit dat ook de kontaktkracht groot is, waardoor de uitschakeldrempel hoger komt te liggen dan in een bepaald geval wenselijk is. Daarnaast is het van nadeel 20 dat de konstruktie van de bekende stroombegrenzende snelschakelaar relatief gekompliceerd is, terwijl bovendien de konstruktiedelen vrij nauwkeurig op elkaar afgestemde toleranties moeten bezitten.

De uitvinding beoogt nu een stroombegrenzende snel- 25 schakelaar te verschaffen waarbij tot aan het moment van de ontkoppeling van het kontakt een voldoende kontaktkracht gehandhaafd blijft, zodat de drempelwaarde zeer scherp gedefinieerd is en het vastlassen van de kontakten voorkomen wordt, welke schakelaar bovendien eenvoudig van 50 konstruktie is en zeer snel werkt.

De uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de elektromagnetische middelen bestaan uit een elektromagneet en een daarmee samenwerkend eerste en tweede anker, waarbij het eerste anker bij bekrachtiging het verplaatsbare kon- 35 takt in de openingsrichting aandrijft en het tweede anker 7903987 s * '4 3 een, het verplaatsbare kontakt tot aan de stroomdrempel in de bewegingsrichting blokkerende vergrendelinrichting vrijgeeft .

Omdat een en dezelfde elektromagneet direkt zowel de aandrijving van het bewegend kontakt verzorgt alsook de 5 vergrendeling van datzelfde kontakt opheft, wordt bereikt, dat met een juiste dimensionering van de elektromagneet van de beide ankers en van de vergrendelinrichting een zeer nauwkeurig te bepalen stroomdrempel kan worden ingesteld.

Bovendien behoudt de kontaktkracht tot aan die stroomdrem- 10 pel exakt dezelfde waarde, zodat het gevaar dat de kontakten zullen vastlassen is geëlimineerd. De kontaktkracht en inschakel- respektievelijk uitschakelkracht vertonen ook geen onderling verband meer.

Een verder voordeel van de stroombegrenzende snelscha- 15 kelaar volgens de uitvinding is, dat aangezien kontaktkracht en uitschakelkracht volkomen onafhankelijk van elkaar zijn, men de waarden van die krachten optimaal kan aanpassen aan de daaraan gestelde eisen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige 20 uitvinding is het verplaatsbare kontakt gemonteerd op een kontaktarm, die om een vast punt draaibaar is, terwijl de vergrendelinrichting een vergrendelarm omvat, die om een tweede vast punt draaibaar is en in ruststand, zolang de stroomdrempel niet wordt overschreden, de beweging van deze 25 kontaktarm in de openingsrichting verhindert, terwijl het eerste en het tweede anker respektievelijk samenwerken met de kontaktarm en de vergrendelarm.

De vergrendelarm kan in ruststand met een vrij uiteinde liggen tegenover een nok op de kontaktarm in de zwaairich- 30 ting, waarin deze kontaktarm bij het bekrachtigen van de elektromagneet wordt verplaatst.

In weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm bestaat de kontaktarm uit twee onderling scharnierbare delen, waarvan een eerste deel het verplaatsbare kontakt draagt, ter- 35 wijl een tweede deel samenwerkt met het eerste anker en 7903987 ί 4- met de vergrendelarm van de vergrendelinrichting, terwijl het in zijn tegenover de scharnier gelegen uiteinde om het vaste punt kan draaien, waarbij het eerste kontaktarmdeel zodanig met de vergrendelarm is gekoppeld, dat onder de invloed van elektrodynamische afstootkrachten bij het om 5 de scharnier draaien van het eerste kontaktarmdeel de vergrendeling van het tweede kontaktarmdeel door de vergrendelarm wordt opgeheven·

Deze verdere uitwerking van de uitvinding maakt het mogelijk dat met de stroombegrenzende snelschakelaar ook 10 direkt op hoge kortsluitstromen kan worden afgeschakeld.

Bij hoge kortsluitstromen werken op het vaste en bewegende kontakt namelijk de zogenaamde afstoot- of repulsiekrach-ten onder invloed waarvan de kontakten zich van elkaar af zullen bewegen. Deze elektrodynamische repulsie- of af- 15 stootkrachten zullen in het algemeen een snellere kontakt-scheiding teweeg brengen dan met de elektromagnetische middelen mogelijk is. Doordat het bewegend kontakt zich onafhankelijk van de vergrendelinrichting kan bewegen zal er dus ten gevolge Van de repulsiekrachten een direkte kon- 20 taktscheiding kunnen plaatsvinden. Door deze repulsiekrachten wordt tijdens de kontaktscheiding tevens de vergrendelinrichting ontkoppeld, waarmee een algehele kontaktopening wordt bewerkstelligd.

Deze oplossing maakt dus volledig gebruik van de snel- 25 le werking van de repulsiekrachten terwijl tegelijkertijd een verdere versnelling van het kontakt wordt bereikt omdat het kontakt tegelijkertijd aan twee bewegingen deelneemt, namelijk een draaiende beweging om het vaste ‘draaipunt en daarbij tevens een draaiende beweging om het scharnierpunt. 50

Volgens nog een verdere uitvoeringsvorm van de schakelaar volgens de uitvinding is de koppeling tussen het eerste kontaktarmdeel, dat het verplaatsbare kontakt draagt en de vergrendelinrichting zodanig, dat de openingsbeweging van het eerste kontaktarmdeel onafhankelijk is van de slag 35 die het anker van de vergrendelinrichting naar de elektro- 7903987 5 magneet toe maakt.

Hiertoe is volgens de uitvinding liet eerste kontaktarm-deel vrij ten opzichte van de vergrendelinrichting om het scharnierpunt met het tweede kontaktarmdeel scharnierbaar en is het star gekoppeld met een derde, om het scharnier- 5 punt met het eerste kontaktarmdeel mee scharnierend kontaktarmdeel, dat in zijn uiteinde zodanig is gekoppeld met de vergrendelarm, dat bij het scharnieren van het eerste kontaktarmdeel het uiteinde van de vergrendelarm wordt verplaatst uit zijn positie tegenover een nok die op het twee- 10 de kontaktarmdeel is gelegen.

Omdat de kontaktopening als gevolg van de beweging om het scharnierpunt niet wordt begrensd door de weg die het anker van de vergrendelinrichting af kan leggen in de richting van de elektromagneet, heeft deze uitvoeringsvorm met 15 name in het gebied waarin de repulsiekrachten werkzaam zijn het voordeel, dat de kontaktafstand tussen het vaste en het verplaatsbare kontakt reeds voordat de volledige openings-beweging om het vaste scharnierpunt is voltooid voldoende groot is om een uitschakeling te bewerkstelligen. 20

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarop enkele uitvoeringsvoorbeel-den zijn weergegeven.

Fig. 1 toont schematisch een eerste principiële uitvoeringsvorm van de stroombegrenzende snelschakelaar volgens 25 de uitvinding; fig. 2 toont schematisch een volgende principiële uitvoeringsvorm van de stroombegrenzende snelschakelaar volgens de uitvinding; fig. 3 toont schematisch een derde principiële uitvoe- 30 ringsvorm van de stroombegrenzende snelschakelaar volgens de uitvinding.

In fig. 1 is de stroombegrenzende snelschakelaar aangegeven in de gesloten stand, waarbij het vaste kontakt 1 en het verplaatsbare kontakt 2 met elkaar in geleidende 35 verbinding staan. Het verplaatsbare kontakt 2 is bevestigd 7903987 6 1, 1 op een kontaktarm 3» waarmee het verplaatsbare kontakt 2 in een, om een vast scharnierpunt 4- draaiende beweging in de geopende stand kan worden gebracht.

De kontaktarm 3 wordt aangedreven door een, op die kontaktarm 3 bevestigd anker 6, dat samenwerkt met een 5 schematisch aangegeven elektromagneet 5· De bekrachtiging van deze elektromagneet 5 gebeurt met behulp van een door de schakelaarstroom doorlopen bekrachtigingswikkeling.

Tevens werkt de elektromagneet 5 samen met een ver-grendelinrichting 7 bestaande uit een vergrendelarm 8 waar- 10 op een anker 9 is bevestigd. De vergrendelarm 8 is verder draaibaar bevestigd in een vast draaipunt 10, terwijl voor de juiste stand van de vergrendelarm 8 een aanslag 11 zorgt.

Bij 18 wordt een vergrendelnok op de kontaktarm 3 met een uiteinde van de vergrendelarm 8 tegengehouden. Een veer 19 15 levert de gewenste kontaktkracht en zorgt voor het terugstellen van de schakelaar.

Wanneer de schakelaarstroom een bepaalde waarde bereikt zal het anker 6 en dus ook de kontaktarm 3 met het bewegende kontakt 2 zich naar de elektromagneet 5 toe wil- 20 len bewegen. Deze beweging wordt echter bij 18 verhinderd door het uiteinde van de vergrendelarm 8, zodat de kontaktkracht vooralsnog gehandhaafd blijft. Met een juiste dimen-sionering van de elektromagneet 5 van het anker 9 en van de vergrendelinrichting 7 kan worden bereikt, dat het anker 25 9 pas bij een vooraf te bepalen stroomwaarde naar de elektromagneet 5 toe wordt bewogen waardoor de vergrendeling van de kontaktarm 3 "bij 18 wordt opgeheven.

De vergrendeling tussen de vergrendelinrichting 7 en de kontaktarm 3» ia fig. 1 bij wijze van voorbeeld bij 18 30 aangegeven met twee, in eikaars verlengde liggende delen, kan ook op elke andere geschikte wijze worden uitgevoerd.

In fig. 2 is een verdere uitwerking van de stroombe-grenzende snelschakelaar van fig. 1 aangegeven waarbij gelijke onderdelen zijn aangeduid met dezelfde verwijzings- 35 cijfers. De kontaktarm 3 bestaat bij deze uitvoering uit 7903987 ' > 7 twee delen waarvan het eerste deel 3a ia eeü draaipunt 12 scharnierend is verbonden met het tweede deel 3b. Het eerste deel 2a waarop het verplaatsbare kontakt 2 is bevestigd kan nu dus onafhankelijk van het, door de vergrendelinrich-ting 7 geblokkeerde tweede kontaktarmdeel 3b draaien zodat 5 bij het optreden van repulsiekrachten ongehinderd een kon-taktscheiding tot stand kan worden gebracht.

Om in het bovengenoemde geval een ontgrendeling tot stand te brengen is het eerste kontaktarmdeel 3a gekoppeld met de vergrendelinrichting 7· Het kontaktarmdeel 3a bezit 10 daartoe een, vast met het kontaktarmdeel 3a verbonden en daarmede samen om het draaipunt 12 scharnierend derde kontaktarmdeel 3c. Dit deel 3c is via een glijlager 20 en een koppelarm 8a gekoppeld met de vergrendelarm 8, zodat het eerste kontaktarmdeel 3a met de beweging om het scharnier- 15 punt 12 tevens zorgt voor het bij 18 ontgrendelen van het tweede kontaktarmdeel 3b.

Aangezien het tweede kontaktarmdeel 3b door middel van het anker 6 eveneens naar de elektromagneet 5 boe kan worden bewogen zal bij voldoende sterke uitschakelstroom het 20 scharnierpunt 12 met het eerste kontaktarmdeel 3a meegaan en daarmede het reeds verplaatste kontakt 2 een verdere versnelling geven.

De koppeling van het eerste kontaktarmdeel 3a met de vergrendelinrichting 7» zoals in fig. 2 is weergegeven, 25 geeft als verder voordeel dat in geval de kontaktscheiding niet wordt bewerkstelligd door de repulsiekrachten, de vergrendelinrichting 7 door middel van anker 9 komplementair werkt met de aandrijving van het verplaatsbare kontakt 2 door het anker 6 en dus ook een zeer snelle kontaktopening 30 het gevolg is.

Om in het hierboven beschreven geval een gedwongen verdraaiing van het eerste kontaktarmdeel 3a te bewerkstelligen kan het derde kontaktarmdeel 3c verder worden voorzien van eèn deel 13 met schuin verlopend oppervlak, dat 35 samenwerkt met een oploopkant 14 op het vaste deel van de 7903987 ( v 8 schakelaar en wel zodanig» dat wanneer de kontaktarmdelen 3a en 3¾ zich onder invloed van het aantrekken van het anker 6 door de elektromagneet 5 naar boven toe bewegen» het derde kontaktarmdeel 3c en dus ook het eerste kontakt- armdeel 3a gedwongen worden om het draaipunt 12 te schar- 5 nieren.

Fig. 3 toont een derde speciale uitvoeringsvorm van de schakelaar volgens de uitvinding» waarin overeenkomstige onderdelen weer met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangegeven als in de voorgaande figuren. 10

Evenals bij de schakelaar volgens fig. 2 is de kon-taktarm 3 in tweeën gedeeld, waarbij de delen 3a en 3"b bij 12 ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren. Het tweede deel 3¾ is voorzien van het anker 6.

De vergrendelinrichting 7 is van een andere uitvoerings- 15 vorm dan in de fig. 1 en 2. Het eerste kontaktarmdeel 3a kan nu in het scharnierpunt 12 tevens ten opzichte van de blokkeerarm 15 scharnieren. Met dit kontaktarmdeel 3a is echter star gekoppeld het gewijzigde derde kontaktarmdeel 3d, dat dus met 3a meescharniert. Met de blokkeerarm 15 20 is star gekoppeld het blokkeerarmdeel 15a waarvan het naar boven omgebogen linker uiteinde beneden tegen het eerste kontaktarmdeel 3a steunt. Als nu de blokkeerarm 15 naar rechts draait wordt het armdeel 3a meegenomen.

Het derde kontaktarmdeel 3<i rust in zijn uiteinde op 25 een draaiarm 17» die in het rechter uiteinde bij 4 vrij draaibaar wordt ondersteund. Het linksom doordraaien van de kontaktarmdelen 3a en 3<1 wordt begrensd 'door een vast op de schakelaar gemonteerde aanslag 18.

De blokkeerarm 15 van de vergrendelinrichting 7 eindigt 30 in een schuiflager of glijlager 20 en omvat hierbij een uiteinde van de omgebogen vergrendelarm 8. Het schuif lager 20 steunt tevens tegen een vast op de schakelaar gemonteerde aanslag 16.

In tegenstelling tot in de uitvoeringsvorm volgens 35 fig. 2 is de van het anker 9 voorziene arm 8 nu in zijn 7903987 ‘ ) 9 beneden uiteinde 10 draaibaar ondersteund. Daar is de arm 8 tevens star gekoppeld met het vergrendelarmdeel 8a, waarvan het rechteruiteinde met behulp van een verder glij- of schuiflager 21 de draaiarm 17 omvat.

De uitvoeringsvorm van de schakelaar volgens fig. 3 5 werkt als volgt:

Wanneer in geval van een foutstroom het anker 6 door de elektromagneet 5 wordt aangetrokken, zorgt de vergren-delinrichting 7 met behulp van de blokkeerarm 13 en de aanslag 16 op het vaste deel van de stroombegrenzende schake- 10 laar ervoor dat de kontaktkraeht vooralsnog gehandhaafd blijft. Wordt nu de bekrachtiging van de elektromagneet 5 voldoende groot om het anker 9 aan te trekken, dan zal dat anker 9 en dus ook de vergrendelarm 8 naar de elektromagneet 5 toe bewegen en daarbij de blokkeerarm 13 in een 15 draaiende beweging om het scharnierpunt 12 meenemen zodat deze niet meer door de aanslag 16 wordt tegengehouden. Het tweede kontaktarmdeel Jb is nu niet meer geblokkeerd en zal zich dus naar de elektromagneet 5 toe kunnen bewegen. Omdat met de blokkeerarm 15 het blokkeerarmdeel 15a vast is ver- 20 bonden, wordt het eerste kontaktarmdeel 3a met het kontakt 2 gedwongen in de openingsrichting om het gezamenlijke scharnierpunt 12 mee te draaien waarbij het meedraait met het tweede kontaktarmdeel 3b om het vaste scharnierpunt 4, totdat de schakelaar is uitgeschakeld. 25

Bij een uitschakeling als gevolg van repulsiekrachten zal het kontakt 2 en dus ook het kontaktarmdeel 3a in de openingsrichting rechtsom om het draaipunt 12 bewegen. Doordat het kontaktarmdeel 3a vast is verbonden met het derde kontaktarmdeel 3<1 zal dit meedraaien om het scharnierpunt 30 12. Het van het scharnierpunt 12 afgekeerde uiteinde van het derde kontaktarmdeel 3<1 zal nu bij een draaiing om het scharnierpunt 12 de draaiarm 17 om het vaste scharnierpunt 4 mee doen draaien. Door de koppeling met behulp van het glijlager 21 tussen draaiarm 17 en vergrendelarmdeel 8a 35 gaat de vergrendelarm 8 om het punt 10 draaien. De ver- 7903987 ’ 10 grendelarm 8 neemt bij het draaien om het vaste draaipunt .10 de blokkeerarm 15 mee, waardoor de vergrendeling bij 16 wordt opgeheven en de schakelaar weer geheel kan worden uitgeschakeld.

Aangezien bij deze uitvoering reeds een volledige uit- 5 schakeling tot stand kan komen door de onbelemmerde verdraaiing om het draaipunt 12 van de kontaktarmdelen 5a en 3d met het kontakt 2, wordt de snelle werking van de repul-siekrachten volledig benut.

Met een kleine wijziging kan bij deze uitvoering boven- 10 dien de uitschakelsnelheid van het kontakt 2 nog verder worden opgevoerd. Men brengt daartoe op het vaste deel van de schakelaar de aanslag 18 aan tegenover het vrije uiteinde van het derde kontaktarmdeél 3d. Wanneer bij een uitschakeling het kontakt 2 met de kontaktarmdelen 3a en 3d zich om 15 het vaste draaipunt 4 willen bewegen, zal dit in eerste instantie als gevolg van de kontaktkracht op kontakt 2 bij-r voorbeeld door veer 19» een linksom om het kontaktpunt tussen de kontakten 1 en 2 draaiende beweging van de kontaktarmdelen 3a en 3d tot gevolg hebben. Deze draaiing zal zo- 20 lang doorgaan tot het uiteinde van het kontaktarmdeel 3d tegen de aanslag 18 stuit. Als reaktie daarop zal het kontakt 2 een grote versnelling krijgen en zich dan met een steeds groter wordende snelheid rechts om het draaipun$' 12 heen gaan bewegen en daarbij tegelijkertijd meegaan met de 25 beweging om het vaste draaipunt 4.

Het spreekt vanzelf, dat de uitvinding niet tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen beperkt is en dat variaties mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. 30

Zo kan de uitschakeling van de schakelaar geschieden zonder uitschakelveer, dus alleen met het anker 6, of door dit anker 6 in kombinatie met een uitschakelveer. Bij bepaalde toepassingen kan het anker 6 ook achterwege worden gelaten, in welk geval een uitschakelveer in kombinatie 35 met het anker 9 voor de uitschakeling kan zorgen.

7903987

Claims (13)

1. Stroombegrenzende snelschakelaar voorzien van ten minste een paar met elkaar samenwerkende kontakten waarvan het ene vast is opgesteld en het andere bij het overschrijden van een bepaalde stroomdrempel met behulp van, door de schakelaarstroom bekrachtigde elektromagnetische 10 middelen in een om een vast punt scharnierende beweging van het vaste kontakt af wordt verplaatst, met het kenmerk, dat de elektromagnetische middelen bestaan uit een elektromagneet (5) en een daarmee samenwerkend eerste en tweede anker (6,9), waarbij het eerste anker 15 (6) bij bekrachtiging het verplaatsbare kontakt (2) in de openingsrichting aandrijft en het tweede anker (9) een, het verplaatsbare kontakt (2) tot aan de stroomdrempel in de bewegingsrichting blokkerende vergrendelinrichting (7) vrijgeeft. 20

2. Schakelaar volgens conclusie 1, waarbij het verplaatsbare kontakt is gemonteerd op een kontaktarm, die om een vast punt draaibaar is,met het kenmerk, dat de vergrendelinrichting (7) een vergrendelarm (8) omvat, die om een tweede vast punt (10) draaibaar is en in 25 de ruststand, zolang de stroomdrempel niet wordt overschreden, de beweging van de genoemde kontaktarm (3) in de openingsrichting verhindert en dat het eerste en het tweede anker (6,9) respektievelijk samenwerken met de kontaktarm (3) en de vergrendelarm (8). 30

3* Schakelaar volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de vergrendelarm (8) in ruststand met een vrij uiteinde ligt tegenover een nok op de kontaktarm (3) in de zwaairichting, waarin deze kontaktarm (3) bij het bekrachtigen van de elektromagneet (5) wordt verplaatst. 35

4·. Schakelaar volgens conclusie 2 of 3,met het 7903987 4 * kenmerk, dat de kontaktarm (3) bestaat uit twee onderling scbarnierbare delen (3a,3b), waarvan het eerste deel (3a) het .verplaatsbare kontakt draagt en waarvan het tweede deel (3b) samenwerkt met het eerste anker (6) en met de vergrendelarm (8) van de vergrendelinrichting (7) en in 5 zijn tegenover de scharnier (12) gelegen uiteinde om het eerste vaste punt (4) kan draaien, en dat het eerste kon-taktarmdeel (3a) zodanig met de vergrendelarm (8) is gekoppeld, dat onder de invloed van elektrodynamische af-stootkrachten, bij het om de scharnier (12) draaien van 10 het eerste kontaktarmdeel (3a), de vergrendeling van het tweede kontaktarmdeel (3b) door de vergrendelarm (8) wordt opgeheven.

5. Schakelaar volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat het eerste kontaktarmdeel (3a) vrij 15 ten opzichte van de vergrendelinrichting (7) om het scharnierpunt (12) met het tweede kontaktarmdeel (3b) kan scharnieren en star gekoppeld is met een derde, om het scharnierpunt (12) met het eerste kontaktarmdeel (3a) meedraaiend kontaktarmdeel (Jc), dat in zijn uiteinde zodanig is 20 gekoppeld met de vergrendelarm (8), dat bij het scharnie- , ren van het eerste kontaktarmdeel (3a) het uiteinde van de vergrendelarm (8) wordt verplaatst uit zijn positie tegenover de nok die op het tweede kontaktarmdeel (3b) is gelegen. 25

6. Schakelaar volgens conclusie 5i ® e t het kenmerk, dat het derde kontaktarmdeel (3c) zich uitstrekt in de zwaairichting van de kontaktarmdelen (3a,3b) bij het draaien om het eerste vaste draaipunt (4) en dat dit derde kontaktarmdeel (3c) is voorzien van een schuin 30 verlopend vlak (13), dat zodanig samenwerkt met een op het vaste deel van de schakelaar gemonteerd oploopvlak (14), dat een door het, op het tweede kontaktarmdeel (3b) gemonteerde anker (6) en de elektromagneet (5) veroorzaakte draaiing om het eerste vaste draaipunt (4) het eerste 35 kontaktarmdeel (3a) tevens gedwongen wordt om te draaien 7903987 om het scharnierpunt (12) in de openingsrichting van de schakelaar.

7· Schakelaar volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat het derde kontaktarmdeel (30 in zijn uiteinde samenwerkt met een glijlager (20), dat gekoppeld 5 is met een vrij uiteinde van de vergrendelarm (8).

8. Schakelaar volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat het eerstelkontaktarmdeel (3a) vrij ten opzichte van de vergrendelinrichting (7) om het scharnierpunt (12) met het tweede kontaktarmdeel (3¾) kan schar- 10 nieren en dat de vergrendelarm (8) draaibaar is gemonteerd in een tweede vast punt (10) dat nabij het tweede kontaktarmdeel (3b) is gelegen en in zijn vrije uiteinde zodanig is gekoppeld met een om het scharnierpunt (12) draaibare blokkeerarm (15)» die voorzien is van blokkeermiddelen 15 welke in ruststand van de vergrendelarm (8) liggen tegenover een vast op de schakelaar gemonteerde aanslag (16), dat bij het naar de elektromagneet toe bewegen van het met de vergrendelarm (8) samenwerkende tweede anker (9) de blokkering wordt 'opgeheven. 20

9· Schakelaar volgens conclusie 8, m e t het ke nmerk, dat de blokkeerarm (15) nabij het scharnierpunt (12) star gekoppeld is met een verder blokkeerarmdeel (15a), dat bij het uit de ruststand komen van de vergrendelarm (8) het eerste kontaktarmdeel (3a) om het scharnierpunt 25 (12) naar de uitschakelstand doet mee scharnieren.

10. Schakelaar volgens conclusie 9» m e t het kenmerk, dat het eerste kontaktarmdeel (3a) vrij ten opzichte van de vergrendelinrichting (7) om het scharnierpunt (12) met het tweede kontaktarmdeel (3b) kan schar- 30 nieren en star gekoppeld is met een derde, om het scharnierpunt (12) draaibaar kontaktarmdeel (3d), dat met zijn uiteinde samenwerkt met een, met de vergrendelarm (8) nabij het tweede draaipunt (10) star gekoppeld vergrendelarmdeel (8a), zodat een draaiing van het eerste kontaktarmdeel (3a) 35 om het scharnierpunt, leidt tot het om het tweede draaipunt 7903987 (10) draaien van de vergrendelarm (8) en het opheffen van de blokkering.

11. Schakelaar volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de blokkeerarm (15) in zijn uiteinde samenwerkt met een glijlager (20) dat gekoppeld is met 5 een vrij uiteinde van de vergrendelarm (8) en bij niet bekrachtigde schakelaar rust tegen een op het vaste deel van de schakelaar bevestigde aanslag (16).

12. Schakelaar volgens conclusie 10, m e t het kenmerk, dat het vrije uiteinde van het derde kon- 10 taktarmdeel (3d) zodanig samenwerkt met een op het vaste deel van de schakelaar bevestigde aanslag (18), dat een beweging van de uit het eerste en het tweede deel bestaande kontaktarm (3) in de openingsrichting gedurende een door de afstand tussen het uiteinde van het derde kontaktarm- 15 deel (3d) en de aanslag (18) bepaalde tijd, een tegen de openingsrichting in draaiende beweging om het scharnierpunt (12) tot gevolg heeft.

13· Schakelaar volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het uiteinde van het derde kontaktarm- 20 deel (3d) rust op een draaiarm (17) die in een uiteinde draaibaar gemonteerd is in een vast met de schakelaar verbonden draaipunt (4) en bij het draaien om het scharnierpunt (12) de draaias (17) om het draaipunt (4) doet draaien, en dat het uiteinde van het vergrendeldeel (8a) gekoppeld ‘ 25 is met een de draaiarm (17) omvattend glijlager (21). 7903987