NL7903830A - Inrichting voor het opbrengen van schuim op een lopende baan. - Google Patents

Inrichting voor het opbrengen van schuim op een lopende baan. Download PDF

Info

Publication number
NL7903830A
NL7903830A NL7903830A NL7903830A NL7903830A NL 7903830 A NL7903830 A NL 7903830A NL 7903830 A NL7903830 A NL 7903830A NL 7903830 A NL7903830 A NL 7903830A NL 7903830 A NL7903830 A NL 7903830A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller
foam
channel
wall element
screen
Prior art date
Application number
NL7903830A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kuesters Eduard
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kuesters Eduard filed Critical Kuesters Eduard
Publication of NL7903830A publication Critical patent/NL7903830A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06BTREATING TEXTILE MATERIALS USING LIQUIDS, GASES OR VAPOURS
    • D06B1/00Applying liquids, gases or vapours onto textile materials to effect treatment, e.g. washing, dyeing, bleaching, sizing or impregnating
    • D06B1/10Applying liquids, gases or vapours onto textile materials to effect treatment, e.g. washing, dyeing, bleaching, sizing or impregnating by contact with a member carrying the treating material
    • D06B1/14Applying liquids, gases or vapours onto textile materials to effect treatment, e.g. washing, dyeing, bleaching, sizing or impregnating by contact with a member carrying the treating material with a roller
    • D06B1/144Applying liquids, gases or vapours onto textile materials to effect treatment, e.g. washing, dyeing, bleaching, sizing or impregnating by contact with a member carrying the treating material with a roller the treating material being kept in a trough formed between the roller and non-rotating elements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C44/00Shaping by internal pressure generated in the material, e.g. swelling or foaming ; Producing porous or cellular expanded plastics articles
    • B29C44/34Auxiliary operations
    • B29C44/36Feeding the material to be shaped
    • B29C44/46Feeding the material to be shaped into an open space or onto moving surfaces, i.e. to make articles of indefinite length
    • B29C44/461Feeding the material to be shaped into an open space or onto moving surfaces, i.e. to make articles of indefinite length dispensing apparatus, e.g. dispensing foaming resin over the whole width of the moving surface
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06BTREATING TEXTILE MATERIALS USING LIQUIDS, GASES OR VAPOURS
    • D06B19/00Treatment of textile materials by liquids, gases or vapours, not provided for in groups D06B1/00 - D06B17/00
    • D06B19/0088Treatment of textile materials by liquids, gases or vapours, not provided for in groups D06B1/00 - D06B17/00 using a short bath ratio liquor
    • D06B19/0094Treatment of textile materials by liquids, gases or vapours, not provided for in groups D06B1/00 - D06B17/00 using a short bath ratio liquor as a foam

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Coating Apparatus (AREA)
  • Synthetic Leather, Interior Materials Or Flexible Sheet Materials (AREA)
  • Casting Or Compression Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Molding Of Porous Articles (AREA)

Description

ir » -1- s «·' 70 77½
Sduard Küsters ,
Krefeld, Bendsrepubliek Duitsland.
Inrichting voor het opbrengen van schuim op een lopende baan.
Be uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opbrengen van schuim op een lopende baan, zoals beschreven in het Duitse Offenlegungsschrift 26 31 3^0.
Bij deze bekende inrichting gaat het om het maken van vezel-5 vliezen, welke met een waterig bindmiddel geïmpregneerd zijn.
Boven de wals is een trechtervormige vulkast aangebracht, waarvan de wanden ongeveer radiaal naar de wals verlopen. Het in de vulkast op de wals rustende schuim wordt onder de bij het lopen voorste wand op het oppervlak van de wals meegenomen en door de wals onder 1C contact van de daaronder lopende materiaalbaan daarop overgebracht.
Aar de voorkant van de vulkast is een lijst vormig rakelmes voor het instellen van de spleet aanwezig, welke de laagdikte van het door de wals meegenomen schuim bepaald. Voor het impregneren van een vlies met een bindmiddel is een grote gelijkmatigheid van de schuimlaag 15 van minder belang. Ook speelt hst geen rol, wanneer het aan het oppervlak van de wals meegenomen schuim niet gelijkmatig is omdat zich tussen de wals en de baan aan de inloopzijde een schuimkraag vormt. Deze verschijnselen zijn echter bij het kleuren van schuim niet toelaatbaar, omdat reeds kleine verschillen in de opgedragen 20 kleurvlceistofhoeveelheid verschillen in de toonöiepte van de kleur geven, welke in het gerede produkt duidelijk zichtbaar zijn en op generlei wijze tcegelaten kunnen werden, wanneer het bijvoorbeeld bij gekleurd materiaal gaat om als uit te leggen produkt te gebruiken tapijtbanen.
790 3 8 30 ·> -2-
De uitvinding heeft tot doel een inrichting van het bovenbedoelde type zodanig uit te voeren, dat een gelijkmatig opbrengen van het schuim gewaarborgd is.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door de in conclusie 5 1 omschreven maatregel.
Het schuim wordt door de draaiende wals in een nauwer toelopend kanaal meegenomen. Door de daardoor ontstane lichte druk worden inhomogeniteiten in het schuim vereffend, bijvoorbeeld grotere blazen worden tot kleinere stukgedrukt of tegengehouden, tot- .....
10 dat zij zich in een aantal kleinere blazen hebben onderverdeeld..
De· geëgaliseerde schuimlaag-glijdt over de rakel op de baan, zonder dat een. verder contact plaatsvindt. De overdracht op de baan geschiedt onder invloed van de zwaartekracht, zonder dat de wals of de rakel de baan raakt, hetgeen in het bijzonder bij een pool be-15 zittende banen, bijvoorbeeld tapijten, van belang is.
Inrichtingen met een draaiende wals, welke transportmateriaal aan zijn oppervlakte meeneemt, door een.rakel wordt afgestreken en op een daaronder voorbijlopende baan wordt afgeleid, zijn op zichzelf bekend, bijvoorbeeld uit het Duitse octrooischrift 703.930.
. . vcar' . ...
20 .De bekende inrichtingen zijn echter vloeistoffen, respectievelijk vezelsuspensies gebouwd. De wals reikt van bovenaf in een daaronder aanwezige, de vloeistof bevattende trog en neemt deze in een dunne laag door adhesie aan zijn oppervlak mee. Schuim vertoont echter een totaal ander gedrag en breidt zich niet over een vlak uit, doch 25 behoud zonder enige begrenzing een bepaalde vorm. Terwijl dus een vloeistof vanzelf een gelijkmatige verdeling aanneemt, moet bij het transport van schuim volgens de uitvinding een extra wandelement toegepast worden dat het nauw toelopende kanaal vormt, om het een eigen gestalte bezittende schuim gelijkmatig te kunnen verdelen.
30 Zoals omschreven in conclusie 2 is het wandelement aan de naar de wals toegekeerde zijde naar buiten toe, dat wil zeggen in dezelfde zin als het walsoppervlak gewelfd en vormt met deze tezamen een gekromd nauwer toelopend kanaal.
7S0 3 8 30 > -3-
Be instelbaarheid van. het vandelement ten opzichte van de wals als ceschreven in conclusie 3 mankt een aanpassing van de inrichting aan verschillende gewenste transportmassa’s of aan verschillende eigenschappen van het schuim mogelijk.
5 Deze instelbaarheid kan blijkens cóncLl· in detail door een zwehkbare legering verwezenlijkt worden.
In conclusie 5 is een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding omschreven met twee walsen, terwijl de conclusies 6-8 betrekking hebben op bijzondere uitvoeringsvormen daarvan.
10 Hen zeer belangrijke maatregel van de uitvinding is het in conclusie 7 omschreven scherm.
Bij proeven is nl. gebleken, dat de doorlaatdoorsnede aan de uittreedopening in bepaalde ge '/allen, bijvoorbeeld bij het verven van tapijten door middel van schuim, zeer klein moet zijn, ongeveer 15 in de orde van groette van 1 mm. Door deze nauwe doorsnede heen-tredend. schuim springt cnmiddeilijk na het verlaten van het kanaal tot een grotere laagdikte. op en komt aldus op de baan. Een spleet-oreedte van ongeveer T mm op een lengte van ongeveer 5 m, zoals dit bij de gebruikelijke werkbreedte bij het kleuren van tapijten 20 voorkomt, nauwkeurig in stand te houden, is zonder overmatige overmatige, constructieve moeite niet eenvoudig. Eeeds een afwijking van 1 mm tot 1,3 mm geeft een toename van 30$ en dus een plaatselijk verschil in de opbrenghceveelheid van eveneens 30$, hetgeen tot een volledig andere verfdiepte van het tapijt in het betreffende 25 bereik en dus tot afval leidt. Juist omdat deze spleet, absoluut gezien,· zo nauw is, maken reeds kleine relatieve afwijkingen zoveel uit. Omdat het praktisch niet mogelijk is, met weinig moeite een wandelenemt van 5 a lengte zo nauwkeurig te maken en te ondersteunen, dat toleranties in de noodzakelijke orde van grootte aan-30 gehouden kunnen worden, kan dit probleem door toepassing van een extra scherm cpgelost worden, dat aan het ondereinde van het kanaal is aangebracht.
Het wandelenent kan daardoor zender rekening te houden tot bijzondere toleranties vervaardigd en ondersteund worden, terwijl 79038 30 if > -u- de eigenlijke begrenzing van de doorlaatdoorsnede aan de kanaal-uitgang door het scherm bewerkstelligd wordt.
Het scherm heeft ook nog het extra voordeel, dat dit op’de wijze van een mes in. de baan. van het schuim uit steekt en grotere 5 schuimblazen stukdrukt, zodat ook de schuimstructuur verder nog geëgaliseerd wordt.
Het scherm kan op langs de wals gemeten verschillende door-laatdoorsneden verstelbaar zijn, wanneer verschillende op te brengen hoeveelheden vereist zijn. De kant van het scherm kan in hoofdzaak 10 recht zijn of gepatroneerde uitsparingen bezitten, waardoor een bemonstering door strookvormig verschillende op te brengen hoeveelheden, mogelijk is.
Eventueel kunnen twee boven elkaar aangebrachte, mesvormige schermen aanwezig, zijn, welke naar keuze of gelijktijdig in de door-15 snede wan het kanaal uitsteken, om de doorlaat te beïnvloeden.
De onderkant van de rakel dient zo dicht mogelijk boven de baan aangebracht te zijn, opdat de op de rakel aanwezige, gelijkmatige schuimlaag zo mogelijk direct op de baan.overgaat en niet door vrije val over een grote hoogte stuk gaat en daardoor weer 20 ongelijkmatig wordt.
Om te vermijden, dat op de rakel een schuimkraag zich kan vormen, welke eventueel tot een ongelijkmatigheid zou kunnen leiden, verdient het aanbeveling de inrichting zodanig uit te voeren, dat de het schuim dragende zijde van de rakel in de richting van de 25 loop van de baan wijst.
Het schuim wordt daardoor niet onder de rakel door, doch vanaf de bovenzijde van de rakel tegelijk naar* de andere zijde doorgevoerd, zodat geen verzameling van schuim zich kan vormen.
De uitvinding wordt onder verwijzing naar de tekening nader 30 besproken. Daarin toont: fig. 1 een verticale langs doorsnede door een schuimopbreng-inrichting voor tapijten, welke een wals bezit; fig. 2 een overeenkomstig aanzicht van een schuimopbreng-inrichting met twee walsen; 790 3 8 30 -5- * fig. 3 een aanzicht Tan een schuimopbrenginrichting met scherm; fig. k-J verschillende uitvoeringsvormen van het scherm.
Bij de weergegeven voorbeelden dient de schuimopbreng-5 inrichting voor het verven van tapijten. Uiteraard is de uitvinding niet tot dit bebied beperkt. Set tapijt 1 wordt met de pool 2 naar boven over rollen 3 in richting van de pijl k nagenoeg horizontaal getransporteerd.
3ij.de als geheel door 10 weergegeven schuimopbrenginrich-10 ting volgens fig. 1 is een dwars op enige afstand boven de tapijt-baan 1 aangebrachte wals aanwezig, welke in de zin van de pijl 12 draait. Aan de bij het draaien naar omlaag gerichte zijde ligt tegen de wals 11 een rakel 13 aan, welke vanaf het punt 1^ in de transportrichting k van het tapijt ten opzichte daarvan helt.
15 De wals 11 vormt een deel van de bodem van een schnimvat 11, dat tot boven de top 1o van de wals 11 met schuim- 17 via een toevoerbuis 18 gevold gehouden wordt. Het schuimvat 15 omvat een schuin naar de wals 11 hellende bodem 19, welke door een pakking 20 ten opzichte van de wals 11 is afgedicht. Het schuim 17 glijdt over de 20 bodem 19 naar de wals 11 en wordt door deze meegenomen, zodat een schuimbeweging in de sin van de pijl 21 ontstaat, wanneer de wals 11 volgens de pijl 12 draait.
ilabij de wals 11 is tegenover de bij het draaien naar omlaag gekeerde zijde een gewelfd wandelement 22 aangebracht, waarvan de 25 kromtestraal groter is dan de schaal van de wals welke aan de bovenkant bij 23 zwenkbaar gelegerd is. Het wandelement 22 eindigt van onderen nagenoeg ter hoogte van de aanligplaats 1U van de rakel 13.
Aan de onderrand van het wandelement 22 is bij 2k een schamier-stang 25 aangebracht, welke via een excentriek 26 versteld kan 30 worden, zodat de doorlaat van het tussen de wals 11 en het wandelement 22 gevormde, gekromde kanaal 22 in het bereik van de uit-treedouening 28 veranderd kan worden. Door de vorm en de plaatsing van het wandelement 22 ten opzichte van de wals 11 ontstaat een iranaai 27, dat naar de uittreedcpening 28 toe trechtervormig nauwer 7903830 3· i . -6- « wordt. Het randelement 22, respectievelijk Het kanaal 27 eindigen in het bereik ^0 tnssen de hoogte ^1 van de wals 11 en de daarboven gelegen halve walshoogte k2.
Het uit de opening 28 tredende schuim 17 glijdt in een ge-5 lijkmatige laag over de rakel. 13 naar omlaag en komt op de dicht onder de onderrand van de rakel 13 in de zin van de pijl U, dat wil zeggen naar de schuim 17 dragende zijde van de rakel 13 toe, voortij lopende tapijtbaan 1.
Onder de wals 11 is”een vangtrog 29 aangebracht, welke naar 10 omlaag druppelende vloeistof opvangt, opdat geen punten van verschillende kleurdiepte op. de tapijtbaan 1 ontstaan. De als geheel door 30 aangeduide schuimopbrenginrichting volgens fig. 2 stemt in beginsel overeen met de opbouw van de schuimopbrenginrichting 10 volgens fig. 1 en heeft in zoverre dezelfde verwijzingscijfers, 15 De inrichting heeft echter een vaststaand wandelement 22' in de vorm van in. hoofdzaak vlakke plaat, welke met de wals 11 het nauwer wordende kanaal 27' vormt. De schuin staande bodem 19 is door een wals 31 vervangen,’welke in het uitvoeringsvoorbeeld hoger dan de wals 11 is aangebracht, zodat het door de assen van de walsen 11, 31 20 gaande vlak met de horizontaal een hoek 37 insluit, welke in het gegeven geval ongeveer Uo° bedraagt, om het schuim reeds voor de walsen 11, 31 in het kanaal 27 te stuwen. De wals 31 heeft ongeveer dezelfde diameter als de wals 11 en rolt daarover af. Het is echter ook mogelijk de wals 31. met een andere omtrekssnelheid, en wel in 25 dezelfde zin, danwel tegengesteld te laten draaien.
In dit geval kunnen de walsen 11, 31 elkaar uiteraard niet raken en moet een pakking daartussen aanwezig zijn, opdat schuim niet tussen de walsen door naar buit en. loopt. Het schuimvat 35 is in elk geval aan de onderzijde door de walsen 11, 31 begrensd. De wals 31 is 30 door een pakking 32 ten opzichte van de rand van het schuimvat 35 afgedicht.
Voor het draaien van de walsen 11, 31 in de zin van de pijl 12, respectievelijk 33 wordt de in de wig tussen de walsen 11,31 gekomen schuimhoeveelheid steeds weer door de oppervlakken van de 7903830
*P
-7- walsen naar boven toe meegenomen, zodat een stroming van het schuim in de zin van de pijlen 3^9 35 ontstaat, en zich geen dode zone -binnen de schuimhoeveelheid vormt.
In fig. 3 is een in zijn geheel door 50 aangeduide schuim-5 opbrenginrichting -weergegeven, welke in beginsel overeenstemt met de opbouw van fig. 1 en dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt.
Het wandelament 22' is op stabiliteitsgronden als een holle kast uitgevoerd en vormt met de wals 11 tezamen het nauwer wordende kanaal 27".
10 Het wandelament 22' is via een. hydraulisch, elektrisch of mechanisch versteielement 51· om het legerpunt 23 zwenkbaar, zodat de doorlaat van het kanaal 27" nabij de uittreedopening 28 veranderbaar is.
Aan het ondereinde van het taadelement 22’ is een als geheel 15 door 52 aangeduid scherm aangebracht. Het schema 52 omvat een zich over de breedte van de baan zich uitstrekkend mes 53, dat van buitenaf dwars in het kanaal 27" reikt en door bedieningsmiddelen 5^ verschillend ver in het kanaal geschoven kan worden. De gehele inrichting is met het wandelement 22' samengemonteerd en kan daarmee ge-20 zamenlijk door het versteielement 51 gelegerd worden. Het scherm 53 staat nagenoeg loodrecht op het kanaal 27". Het kan ook iets schuin in de stromingsrichting van het schuim 17 verlopen opdat in de hoeken tussen het wandelement 22' en het mes 53 van het scherm geen dode ruimte gevormd kan worden, waarin achterblijvend 25 schuim zich kan verzamelen.
In fig. 3 is een tweede, mes 55 aanwezig met afzonderlijke bedieningsmiddelen 5ós welke dicht onder het mes 53 is aangebracht en in plaats daarvan cf samen daarmee in de doorlaat van het kanaal 27" geschoven kan worden.
30 In fig. 1 is de plaatsing van de wals 11 met het scherm 53 gescheiden getekend. Duidelijk blijkt, dat over de lengte van de wals 11 respectievelijk het mes 53 een aantal bedieningsmiddelen 5^ aanwezig is, welke gescheiden bedienbaar zijn.
Op deze wijze is het volgens fig. 5 en 6 door een boogvormige 7903830 -8-
. -J
vervorming van de hoge kant van het mes 53 mogelijk, dit verschillend ver in het kanaal 27" te doen uitsteken en de doorsnede over de lengte van de wals 11, de breedte van de baan i bewust ongelijkmatig te, maken of een ongelijkmatig walsoppervlak voor het ver-5 krijgen van een gelijkmatige uitstreeddoorsnede te volgen. Dit ' laatste kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de wals 11 over de breedte van de baan door zijn eigen gewicht iets doorgebogen is.
In dit geval moet het mes 53 in het midden iets voorgebogen worden. De in fig. 5 en 6 weergegeven afstandsverschillen zijn uiteraard 10 zeer sterk overdreven getekend. De boogvormige vervorming van het mes 53 kan volgens een ander aspect ertoe dienen, de schuimafgifte voor het aanpassen aan over de breedte verschillende eigenschappen van de baan, verschillend te maken.
Normaliter zal het mes 53 aan de in het kanaal 27" uitste-15 kende zijde een rechte kant hebben. In bijzondere gevallen, wanneer bijvoorbeeld een strookvormige bemonstering beoogd wordt? is het echter ook mogelijk, een getande kant 57 of een getrapte kant 58 toe te passen, zoals dit uit fig. 7 blijkt.
» 7903830

Claims (10)

1. Inrichting voor net opbrengen van schuim op sen lopende baan, met sen schuimproduktie-inrichting en met een met deze inrichting in verbinding staande, dwars boven de baan aangebracht, zich over as breedte zich uitstrekkend sehuimvat-, dat aan'zijn onderzijde· een - .· 5 over de breedte van de baan reikende opening heeft, waaronder een zich over de breedte van de baan zich uitstrekkende, draaibare, ten opzichte van het vat tot aan een afvoer voor het schuim afgedichte wals is aangebracht,, welke bij draaien schuim uit het vat aan het oppervlak meeneemt en aan de onder de wals lopende baan afgeeft, 10 met het kenmerk, dat aan de bij het draaien , naar omlaag gerichte zijde van de wals (11) een wandelement (22, 22', 22") aanwezig is, dat met de wals (11) en in de cmtreks richting van de wals (11) een smaller toelopend kanaal (27, 27', 27”) vormt, dat in het bereik tussen de as hoogte van de wals en de daarboven gelegen halve wals-15 hoogte eindigt, en dat onder het einde van het kanaal (27, 27’, 27") tegen de wals (11) een ten opzichte van de baan (17) hellende rakel (13) aanligt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wandelement (22, 22”) aan de naar de wals (11) toegekeerde zijde 20 ten opzichte van de wals (11) naar buiten toe gewelfd is.
3. Inrichting volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het wandelement (22, 22") in het bereik van de uittreedopening (28) ten opzichte van de wals (11) voor het veranderen van de daartussen en het wandelement (22 , 22") gevormde uittreedopening (28) verstel— 25 baar is. k. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het wandelement (22, 22") boven de wals (11) zwenkbaar gelegerd en een verstelinrichting (25, 26; 51) voor het instellen van het wandelement (22, 22") ten opzichte van de wals (11) aanwezig is. 3C 5· Inrichting volgens conclusies 1-it, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van het schuimbad (15) twee onderling evenwijdig lopende walsen (11, 31; aanwezig zijn. 7903830 :ι ____ -10-
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de walsen (11, 31) over elkaar afrollen. . 7· Inrichting volgens conclusies 5-6, met het kenmerk, dat de op enige afstand van het kanaal (27’) gelegen wals (31) hoger is 5 geplaatst dan de aan het kanaal. (28') grenzende wals (11).
8. Inrichting volgens conclusies 5-7, met het kenmerk, dat de . walsen (11,31) verschillende omtrekssnelheden hebben en door een pakking onderling zijn af ge dicht.
9- Inrichting volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat aan 10 het einde van het kanaal (27") een langs de wals (11) zich uitstrekkend, dwars op het kanaal (27") ten opzichte van de wals (11) verstelbaar scherm (52) aanwezig is.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het scherm (52) op langs de wals (11) verschillende doorlaatopeniagen 1 15 instelbaar is.
11. Inrichting volgens conclusies 9-10, met het kenmerk, dat de in het kanaal (27") reikende kant van het scherm. (52) in hoofdzaak recht is. * x
12. Inrichting volgens conclusies 9-10, met het kenmerk, dat de 20 in het kanaal (27") reikende kant van het scherm (52) bemonsterde uitsparingen heeft.
13. Inrichting volgens conclusies 9-12, met het kenmerk, dat het scherm (52) ten minste twee boven elkaar aangebrachte messen (53, .......... 55) omvat. 25 1^· Inrichting volgens conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de onderkant van de rakel (13) dicht boven de baan (1) gelegen is. '15· Inrichting volgens conclusies 1-14, met het kenmerk, dat deze zodanig is 'opgesteld, dat de het schuim (17) dragende zijde van de rakel (13) in de bewegingsrichting (k) van de baan wijst. 7903830
NL7903830A 1979-04-14 1979-05-15 Inrichting voor het opbrengen van schuim op een lopende baan. NL7903830A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2915289A DE2915289C2 (de) 1979-04-14 1979-04-14 Vorrichtung zum Auftragen von Schaum auf eine laufende Bahn
DE2915289 1979-04-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7903830A true NL7903830A (nl) 1980-10-16

Family

ID=6068395

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7903830A NL7903830A (nl) 1979-04-14 1979-05-15 Inrichting voor het opbrengen van schuim op een lopende baan.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4275683A (nl)
JP (1) JPS55139233A (nl)
BE (1) BE882630A (nl)
CA (1) CA1122860A (nl)
CH (1) CH639876A5 (nl)
DD (1) DD149167A5 (nl)
DE (1) DE2915289C2 (nl)
FR (1) FR2453720A1 (nl)
GB (1) GB2046133B (nl)
IT (1) IT1112534B (nl)
NL (1) NL7903830A (nl)
PL (1) PL120772B1 (nl)
SU (1) SU1088667A3 (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2935413C2 (de) * 1979-09-01 1986-02-27 Küsters, Eduard, 4150 Krefeld Vorrichtung zum kontinuierlichen Behandeln einer textilen oder ähnlichen Warenbahn mit einem Behandlungsmedium in Schaumform
DE3044409C2 (de) * 1980-11-26 1983-04-28 Mathias 4815 Schloss Holte Mitter Vorrichtung zum kontinuierlichen Auftragen einer Flotte in Form von Schaum auf eine vorzugsweise textile Warenbahn
DE3173663D1 (en) * 1980-12-04 1986-03-13 Vepa Ag Apparatus for treating or dyeing, e.g. foam dyeing, of fabrics
DE3103359C2 (de) * 1981-01-31 1985-11-28 Küsters, Eduard, 4150 Krefeld Verfahren und Vorrichtung zum gleichmäßigen Aufbringen einer kleinen Menge eines Behandlungsmittels in Schaumform
DE3142958A1 (de) * 1981-10-29 1983-05-11 Babcock Textilmaschinen GmbH, 2105 Seevetal Verfahren zur impraegnierung von textilbahnen oder dergl. mittels verschaeumter impraegniermittel
US4398665A (en) * 1982-06-18 1983-08-16 West Point Pepperell, Inc. Apparatus for uniformly applying either liquid or foam compositions to a moving web
US4501038A (en) * 1982-06-23 1985-02-26 Otting International, Inc. Method and apparatus for spray treating textile material
US4454617A (en) * 1982-12-06 1984-06-19 Celanese Corporation Immiscible segmented distributor for random dyeing of textiles
US4632850A (en) * 1985-05-02 1986-12-30 Tillotson John G Carpet coating method and apparatus
JPS6347361U (nl) * 1986-09-12 1988-03-31
US4884893A (en) * 1987-07-10 1989-12-05 Gaston County Dyeing Machine Co. Method and apparatus for generating and dispersing immiscible liquid particles in a carrier liquid and dispensing said carrier liquid
US4907426A (en) * 1987-09-11 1990-03-13 Fabcon, Inc. Method and apparatus for washing a porous mat
US5219620A (en) * 1991-07-25 1993-06-15 E. I. Du Pont De Nemours And Company Method and apparatus for foam treating pile fabrics
WO1997019218A1 (en) * 1995-11-20 1997-05-29 E.I. Du Pont De Nemours And Company Process for foam treating pile fabrics
DE102006020780A1 (de) * 2006-05-03 2007-11-15 Fleissner Gmbh Vorrichtung zum Aufbringen mindestens eines in einem Sammelbehälter aufgenommenen Farbstoffs aus Textilgut
US8044377B2 (en) * 2006-12-18 2011-10-25 Medi-Physics, Inc. Shielded container
FR3026026B1 (fr) * 2014-09-23 2016-10-28 Atelier Chastang Mec (A C M) Appareil pour appliquer une matiere liquide tel qu’une teinture sur un support notamment en cuir

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2054448A (en) * 1932-12-29 1936-09-15 Dewey And Almy Chem Comp Adhesive sheet material
BE428822A (nl) * 1937-06-26
US2565319A (en) * 1947-07-10 1951-08-21 Columbia Ribbon & Carbon Web coating apparatus
US3659553A (en) * 1970-10-08 1972-05-02 Phillip E Tobias Adjusting doctor blade arrangement for use with a drum applicator
DE2325827C3 (de) * 1973-05-22 1979-02-22 Bayer Ag, 5090 Leverkusen Vorrichtung zum Aufbringen von Präparationen auf Fasern, Fäden und Flächengebilden
DE2361517A1 (de) * 1973-12-11 1975-06-12 Kuesters Eduard Verfahren und vorrichtung zum bemustern eines kontinuierlich in einer bahn vorlaufenden bemusterungsgutes
US4056423A (en) * 1975-04-23 1977-11-01 Hercules Incorporated Platemaking apparatus
GB1583472A (en) * 1976-07-16 1981-01-28 Ricoh Kk Electrophotographic apparatus
NO762394L (nl) * 1976-07-16 1977-01-18 Aku Goodrich Chem Ind
SE416970C (sv) * 1977-01-03 1985-03-18 Inventing Ab Sett for att behandla eller bestryka ytor, exempelvis lopande materialbanor
US4109034A (en) * 1977-10-12 1978-08-22 Armstrong Cork Company Method of and apparatus for controlling thickness of coating applied to moving fabric

Also Published As

Publication number Publication date
JPS577894B2 (nl) 1982-02-13
FR2453720A1 (fr) 1980-11-07
CA1122860A (en) 1982-05-04
BE882630A (fr) 1980-07-31
IT7922479A0 (it) 1979-05-08
DD149167A5 (de) 1981-07-01
DE2915289C2 (de) 1983-01-05
PL223372A1 (nl) 1981-02-13
GB2046133A (en) 1980-11-12
IT1112534B (it) 1986-01-20
SU1088667A3 (ru) 1984-04-23
DE2915289A1 (de) 1980-10-16
CH639876A5 (de) 1983-12-15
GB2046133B (en) 1982-12-08
PL120772B1 (en) 1982-03-31
FR2453720B1 (nl) 1982-11-05
US4275683A (en) 1981-06-30
JPS55139233A (en) 1980-10-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7903830A (nl) Inrichting voor het opbrengen van schuim op een lopende baan.
US3930464A (en) Apparatus for applying a coating composition onto a web
US3899999A (en) Blade for applying a flowable substance to a moving article
US4369025A (en) Apparatus for manufacturing elements by means of a hardenable binding agent to which a liquid is added
US4231318A (en) Dual blade coater
NL8004532A (nl) Werkwijze en inrichting voor het continu behandelen van textiel en dergelijke baanvormige waar.
US5031569A (en) Apparatus for coating a travelling web
FI106185B (fi) Laite juoksevan päällystysmassan levittämiseksi liikkuville ainerainoille
CA1139548A (en) Apparatus for continuously coating a sheet material concurrently with a plurality of stripes
NL9401394A (nl) Werkwijze en inrichting voor het doseren en verdelen van stortmateriaal, in het bijzonder voor de produktie van mineraalgebonden houtspaanplaten.
JPH06501647A (ja) 対向ローラを介して案内された帯材、特に帯状紙又は厚紙をコーティングするための装置
US4601256A (en) Apparatus and method for uniformly coating an irregular web
US2406056A (en) Means for coating papers
US2474691A (en) Web coating apparatus
US5674551A (en) Method and apparatus for coating a moving paper web
GB2046138A (en) Coating a Web
US5170743A (en) Doctor blade device for applying, and scraping off, or for dosed application of flowable and spreadable substances
US5720812A (en) Coating apparatus and method to directly or indirectly apply a liquid or pasty medium onto a moving layer of material
US2466734A (en) Apparatus for controlling the coating applied to an object
JP6593093B2 (ja) 塗布装置、塗工装置および塗膜付ウェブの製造方法
DK2755774T3 (en) KNIVCOATER for high viscosity COATINGMASSER
JPH09299848A (ja) 帯材をコーティングするための装置
US3513809A (en) Tape dispensing apparatus
DE1760657B2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Färben von kontinuierlich bewegtem bahnförmigem Textilgut
DE8611886U1 (de) Vorrichtung zum gleichmäßigen Auftragen einer fließfähigen Substanz auf eine Warenbahn

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed