NL7903707A - Uit kunststof vervaardigde bak. - Google Patents

Description

-1- _ 20612/CV/tl

Aanvrager: Borden Nederland B.V. te Venlo.

Korte Aanduiding: Uit kunststof vervaardigde bak.

5 De uitvinding heeft betrekking op een uit kunststof,bij voorkeur door dieptrekken,en uit een stuk vervaardigde bak voorzien van een bodem en zich vanaf de bodem omhoog uitstrekkende zijwanden,waarbij althans een tweetal tegenover elkaar gelegen zijwanden ieder zijn voorzien van een eerste zich vanaf de bodem omhoog uitstrekkend wanddeel 10 en een op de bovenzijde van dit wanddeel aansluitend tweede wanddeel, dat zich aan de van de bodem van de bak afgekeerde zijde van het desbetreffende eerste wanddeel naar beneden toe uitstrekt,terwijl op het ondereinde van dit tweede wanddeel een derde wanddeel verzwenkbaar is aangesloten.

15 Een dergelijke bak is bekend uit de Nederlandse Octrooiaanvrage 7603361. Bij deze bekende constructie strekt het tweede wanddeel zich vanaf zijn aansluiting op het eerste wanddeel naar beneden toe uit tot ter hoogte van de bodem van de bak,terwijl het derde wanddeel, indien gebruikt voor de ondersteuning van de bak,wordt gebracht in een stand, 20 waarin dit derde wanddeel zich tussen de bodem van de bak en het uiteinde van het tweede wanddeel en althans nagenoeg in het verlengde van de bodem van de bak uitstrekt. Daarbij wordt dit derde wanddeel, indien het de bak ondersteunt,althans nagenoeg loodrecht op het vlak van dit derde wanddeel belast. Dientengevolge zal dit derde wanddeel onder be-25 lasting gemakkelijk doorbuigen en vervormen ten gevolge waarvan geen stabiele stapeling van meerdere bakken boven elkaar onder gebruikmaking van dit derde wanddeel kan worden verkregen.

Met de uitvinding wordt beoogd een bak van "bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij een stabiele stapeling van de bakken boven op el-30 kaar kan worden verkregen,terwijl indien leeg,de bakken toch in elkaar te nesten zijn.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het verzwenk-bare wanddeel is voorzien van met het eerste wanddeel samenwerkende aanslagen,zodanig,dat een verzwenking van het derde wanddeel in de rich-35 ting van het eerste wanddeel wordt begrensd in de stand waarin het derde wanddeel althans nagenoeg in het verlengde van het tweede wanddeel 7903707 * -2- . 20612/CV/tl f.

en met zijn vrije uiteinde ter hoogte van het niveau van de bodem van de bak is gelegen.

Doordat het derde wanddeeljindien dit derde wanddeel een voor het op elkaar stapelen van de bakken geschikte stand inneemt, zich althans 5 nagenoeg verticaal en in het verlengde van het tweede wanddeel uitstrekt zijn de desbetreffende zijwanden van de bak goed in staat om de op deze zijwanden uitgeoefende krachten op te nemen zonder dat daarbij ongewenste vervormingen van de desbetreffende delen van de zijwanden optreden.

10 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch een zijaanzicht op een bak volgens de uitvinding.

15 Fig. 2 toont een zijaanzicht op fig.l,gezien de pijl II in fig.l.

Fig. 3 toont op grotere schaal een bovenaanzicht op een hoek van de bak ,gezien volgens de pijl III in fig.l.

Fig. 4 toont op grotere schaal een doorsnede over een zijwand van de bak,gezien volgens de lijn IV- IV in fig.2.

20 Fig. 5 toont op grotere schaal een doorsnede over een zijwand van de bak,gezien volgens de lijn V - V in fig.2.

Fig. 6 toont een met fig.4 overeenkomende doorsnede,waarbij echter een derde wanddeel van een zijwand in een ten opzichte van de in fig.4 weergegeven stand verdraaide stand is afgebeeld.

‘25 De in de figuren weergegeven bak 1 is bij voorkeur uit dunne kunststof door dieptrekken of vacuumtrekken vervaardigd. Daarbij -is de al dan niet .

bak 1 voorzien van een/geproflieerde bodem 2 en een tweetal zich vanaf de bodem omhoog uitstrekkende langswanden 3 ,die aan hun boveneinden zijn voorzien van naar buiten over 180° omgevouwen randgedeelten 4.

30 Zoals uit fig.l blijkt zijn de langswanden 3 nabij hun uiteinden hoger uitgevoerd dan het tussen deze uiteindaigelegen middengedeelte. Daarbij zijn deze uiteinden van de langswanden 3 even hoog uitgevoerd als de deze uiteinden van de langswanden 3 verbindende zijwanden 4 en 5.

35 Zoals in het bijzonder uit de fig. 4-6 blijkt omvat een zijwand 5 een eerste deel 6,dat met zijn ondereinde aansluit op een begrenzings- 7903707 -3- , 20612/CV/tl

X

rand 7 van de bodem 2,welke begrenzingsrand een weinig hoger is gelegen dan het daarop aansluitende gedeelte van de bodem 2. Zoals in het bijzonder uit fig.3 blijkt heeft het eeiste wanddeel 6 van een zijwand een enigszins gegolfd verloop. Uit de fig.4 - 6 blijkt tevens,dat het 5 boveneinde 8 van het eerste wanddeel ten opzichte van de binnenzijde van de bak een weinig naar buiten versprongen is,zodat bij de overgang tussen dit boveneinde 8 van het eerste wanddeel en het overige daaronder gelegen gedeelte van het eerste wanddeel 6 een borst 9 wordt gevormd.

10 Op het boveneinde van het wanddeel 6 sluit een tweede wanddeel 10 aan,dat zich vanaf de aansluiting op het eerste wanddeel 6 aan de van de binnenzijde van de bak afgekeerde zijde van het eerste wanddeel 6 naar beneden toe uitstrekt.

Op de onderrand van dit wanddeel 10,welke onderrand ongeveer ter 15 halve hoogte van het wanddeel 6 is gelegen sluit zich via een vouwlijn 11 het boveneinde van een derde wanddeel 12 aan. Zoals uit de figuren blijkt omvat dit wanddeel een aantal zich althans in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekkende delen 13 en 14,die door zich dwars daarop uitstrekkende gedeelten 15 met elkaar zijxv verbonden. Verder omvat dit 20 wanddeel 12 aan zijn vrije uiteinde een zich loodrecht op de delen 13 - 15 uitstrekkend gedeelte 16,terwijl de onderste gedeelten 17 van de delen 14,welke gedeelten 17 op het deel 16 aansluiten, enigszins zijn versprongen ten opzichte het hoger gelegen gedeelte van het deel 14.

Na de vervaardiging zal het derde wandgedeelte 12 zich, zoals weer-25 gegeven in het linkergedeelte van fig.l althans nagenoeg loodrecht op de wandgedeelten 6 en 10 uitstrekken in een van het wandgedeelte 6 afgekeerde richting. Daarbij zijn de wandgedeelten 6 en 10 bij voorkeur zodanig gevormd,dat de tussen deze wandgedeelten 6 en 10 gelegen ruimte naar beneden toe een weinig groter wordt,zodat de lege bakken in elkaar 30 te nesten zijn.

Om de bakken op elkaar te kunnen stapelen worden de wandgedeelten 12 verzwenkt in de stand zoals weergegeven in het rechtergedeelte van fig.l/resp. in de fig.4 en 5. In deze stand komen de gedeelten 13 van het derde wanddeel 12 tegen het wanddeel 6 aan te liggen,zodat een verder 35 naar binnen verzwenken van dit wanddeel niet mogelijk is. Het gedeelte 16 van het derde wanddeel 12 komt daarbij onder het deel 7 van de bodem 7903707 ft..

-4- - 20612/CV/tI

te liggen en ligt daarbij althans nagenoeg in het verlengde van het overige deel van de bodem 2. In deze stand kan het derde wanddeel 12 eventueel met behulp van een geschikt hechtmiddel worden vast gelijntd. Het wanddeel 12 ligt daarbij nagenoeg in het verlengde van het wanddeel 5 10, zodat deze wanddelen 10 en 12 de daarop in verticale richting uit geoefende krachten goed kunnen opnemen. Verder is de uitvoering zodanig,dat bij het op dkaar stapelen het onderste gedeelte 14 van het wanddeel 12 juist binnen de bovenste begrenzing van de bak past,zodat bij op elkaar gestoelde bakken het gedeelte 16 van het derde wanddeel 10 12 komt te rusten op de borst 9.

7903707

Claims (4)

1. Uit kunststof,bij voorkeur door dieptrekken uit een stuk vervaardigde bak voorzien van een bodem en zich vanaf de bodem omhoog uitstrekkende zijwanden,waarbij althans een tweetal tegenover elkaar gelegen zijwanden ieder zijn voorzien van een eerste zich vanaf de bo-5 dem omhoog uitstrekkend wanddeel en een op de bovenzijde van dit wand-deel aansluitend tweede wanddeel,dat zich aan de van de bodem van de bak afgekeerde zijde van het desbetreffende eerste wanddeel naar beneden toe uitstrekt,terwijl op het ondereinde van dit tweede wanddeel een derde wanddeel verzwenkbaar is aangesloten,met het kenmerk,dat het 10 verzwenkbare wanddeel is voorzien van met het eerste wanddei samenwerkende aanslagen,zodanig ,dat een verzwenking van het derde wanddeel in de richting van het eerste wanddeel wordt begrensd in de stand waarin het derde wanddeel althans nagenoeg in het verlengde van het tweede wanddeel en met zijn vrije uiteinde ter hoogte van het niveau van de 15 bodem van de bak is gelegen.

2. Bak volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de bodem van de bak ter hoogte van de zijwand is voorzien van een hoger dan het daarop aansluitende deel van de bodem van de bak liggend gedeelte,zodanig,dat in de bodem van de hak een uitsparing wordt gevormd voor het opaemen van 20 een op de onderrand van het derde wanddeel aansluitende rand.

3. Bak volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het boveneinde van het eerste wanddeel ten opzichte van het overige gedeelte van het eerste wanddeel naar buiten toe versprongen is opgesteld,zodat nabij het boveneinde van het eerste wanddeel een borst is gevormd 25 en het ondereinde van het derde wanddeel naar binnen toe versprongen is uitgevoerd,een en ander zodanig,dat indien het derde wanddeel een stand inneemt althans nagenoeg in het verlengde van het tweede wanddeel de onderzijde van een bak past in het boveneinde van een overeenkomstig gevormde bak en op de in deze overeenkomstig gevormde bak aanwezige borst 30 nabij de bovenzijde van de eerste wanddelen komt te rusten.

4. Bak volgens een der voorgaade conclusies,met het kenmerk,dat het derde wanddeel een aantal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende gedeelten omvat,die door zich dwars op deze gedeelten uitstrekkende gedeelten onderling zijn verbonden,waarbij enige van deze zich evenwijdig 35 aan elkaar uitstrekkende gedeelten met het eerste wanddeel samenwerkende aanslagen voor het begrenzen van de verzwenking van het derde wanddeel vormen. 790 3 7 07