NL7903626A - Inrichting voor het magnetisch inschrijven en uitlezen van signalen. - Google Patents

Inrichting voor het magnetisch inschrijven en uitlezen van signalen. Download PDF

Info

Publication number
NL7903626A
NL7903626A NL7903626A NL7903626A NL7903626A NL 7903626 A NL7903626 A NL 7903626A NL 7903626 A NL7903626 A NL 7903626A NL 7903626 A NL7903626 A NL 7903626A NL 7903626 A NL7903626 A NL 7903626A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clamping
clamping ring
bush
ring
drive spindle
Prior art date
Application number
NL7903626A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL7903626A priority Critical patent/NL7903626A/nl
Priority to CA000351105A priority patent/CA1143472A/en
Priority to GB8014757A priority patent/GB2049878B/en
Priority to FR8009994A priority patent/FR2456364A1/fr
Priority to IT67701/80A priority patent/IT1128079B/it
Priority to DE19803017290 priority patent/DE3017290A1/de
Priority to PL1980224051A priority patent/PL134727B1/pl
Priority to JP1980060736U priority patent/JPS6017055Y2/ja
Priority to AU58115/80A priority patent/AU536424B2/en
Priority to AT0243980A priority patent/AT370545B/de
Priority to ES491231A priority patent/ES491231A0/es
Priority to BE2/503A priority patent/BE883153A/fr
Priority to DD80220976A priority patent/DD150668A5/de
Publication of NL7903626A publication Critical patent/NL7903626A/nl
Priority to US06/389,536 priority patent/US4479157A/en
Priority to SG709/83A priority patent/SG70983G/en
Priority to HK217/84A priority patent/HK21784A/xx

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • G11B5/52Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with simultaneous movement of head and record carrier, e.g. rotation of head
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T403/00Joints and connections
    • Y10T403/70Interfitted members
    • Y10T403/7062Clamped members
    • Y10T403/7064Clamped members by wedge or cam
    • Y10T403/7066Clamped members by wedge or cam having actuator
    • Y10T403/7067Threaded actuator
    • Y10T403/7069Axially oriented

Landscapes

  • Holding Or Fastening Of Disk On Rotational Shaft (AREA)
  • Adjustment Of The Magnetic Head Position Track Following On Tapes (AREA)
  • Recording Or Reproducing By Magnetic Means (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Recording Measured Values (AREA)

Description

... ' - ' *6-3, 5 «' ?Γ.Υ. Philips Gloeilampenfabrieken, Eindhoven.
30.4.1979 1 PHN 9439
Inrichting voor het magnetisch, inschrijven en uitlezen van signalen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het magnetisch inschrijven en uitlezen van signalen van grote bandbreedte in onderbroken schuin naast elkaar verlopende signaalsporen op een 5 magneetband en omvattende : een om een rotatieas roteerbare, althans ten dele cylindrische, aandrijfspil met een vrij uiteinde; minstens êên in een cirkelbaan om de rotatieas van de aandrijfspil roteerbare magneetkop voor het inschrijven en/of uitlezen van de schuine signaalsporen op 10 de magneetband; een losneembaar op een cylindrisch deel van de aandrijfspil bij diens vrije uiteinde bevestigde kop-drager voor de magneetkop (pen) , voorzien van een centrale boring voor het met enige speling doorlaten van de aandrijfspil; alsmede middelen voor het losneembaar monteren van 15 de kopdrager op de aandrijfspil en omvattende een met de rotatieas van de aandrijfspil concentrische klembus met een vrij uiteinde en bestaande uit een elastisch vervormbaar wanddeel van de kopdrager met een uitwendig manteloppervlak, alsmede uit een tussen een losse stand en een klems tand 20 deformeerbare klemring voor het in de klemstand deformeren van de genoemde klembus en het daardoor opheffen van de speling tussen de aandrijfspil en de klembus en het daardoor klemmen en tevens centreren van de kopdrager op de aandrijfspil.
7903626 30Λ.1979 2 ΡΗΝ 9^39 *
Een dergelijke inrichting voor het inschrijven en uitlezen van videosignalen, voor een zogenaamde videorecorder, is bekend uit het
Oostenrijkse octroóischrift AT-PS 3^5577· Bij deze 5 bekende inrichting bestaat de kopdrager uit een cilindrische kopschijf, welke het draaiende deel vormt van een trommeleenheid voor het geleiden van de magneetband in een schroeflijnvormige baan. Behalve de roterende kopschijf bevat de trommeleenheid nog een coaxiaal daarmee 10 aangebrachte en slechts door een smalle spleet daarvan gescheiden stationaire trommel Op de stationaire trommel bevindt zich een schroeflijnvormig over een deel van de omtrek lopende geleidingsrichel voor de magneetband. De roterende kopschijf, veroorzaakt door zijn rotatie plaat-15 selijk een luchtfilm tussen de magneetband en de trommeleenheid. Hierdoor wordt de wrijving tussen de magneetband en de trommeleenheid verminderd. Aan zijn van de stationaire trommel afgekeerde zijde is de kopschijf voorzien van een, één geheel met de kopschijf vormende, klembus 20 met een cilindrische buitenkant. Om deze klembus is een klemring aangebracht, welke is voorzien van een gleuf in de ringwand, zodat de door de gleuf van elkaar gescheiden delen van de klemring verend naar elkaar toe kunnen worden bewogen. Een schroefbout is aan de ene zijde van de gleuf 25 in de klemring geschroefd en steekt met speling door de klemring aan de andere zijde van de gleuf. Door het aandraaien van de schroefbout wordt de klemring tussen diens losse stand en diens klemstand gedeformeerd, waardoor ook de klembus van de kopschijf wordt gedeformeerd en de kop-30 schijf op de aandrijfspil wordt gecentreerd en geklemd.
Bij videorecorders wordt ernaar gestreefd de magneetband zo economisch mogelijk te gebruiken en dus de magneetband te voorzien van een zo dicht mogelijk opeen gepakt patroon van naast elkaar 35 gelegen signaalsporen. Bij moderne videorecorders worden enigszins overlappende signaalsporen toegepast met een breedte van ongeveer 40 micron en met een onderlinge af— .
7903626 •k * 30.4.1979 3 phn 9439 stand tussen de middeSs van de sporen van ongeveer 30 * micron. De spoorlengte bedraagt ongeveer 100 mm. De sporen dienen over de gehele lengte binnen zeer nauwe toleranties te liggen, vooral omdat grote waarde wordt 5 gehecht aan de mogelijkheid, om videoprogramma’s opgenomen met de ene videorecorder zonder merkbaar kwaliteitsverlies te kunnen afspelen op andere videorecorders.
Van een werkelijk geslaagde uitwisselbaarheid tussen is van ingeschreven programma/voorziene cassettes en video-10 recorders kan pas gesproken worden indien een videoprogramma opgenomen op de ene videorecorder kan worden afgespeeld op een andere videorecorder zonder dat een merkbare vermindering van de kwaliteit van het door de videorecorder weergegeven signaal valt waar te nemen. Men 15 spreekt in dit verband van de eis van compatibiliteit tussen videorecorders en magneetbandcassettes, gezamenlijk behorende tot een gestandardiseerd systeem voor het opnemen en weergeven van videosignalen. Dit alles leidt ertoe dat slechts zeer kleine tolerantievelden beschikbaar 20 zijn voor de positie van de magneetkoppen tegenover de stationaire bandgeleidingsrichel. Bij videorecorders welke uitgerust zijn met meerdere magneetkoppen, zoals de voor huishoudelijk gebruik bestemde cassettevideo-recorders, is het van groot belang dat de beide koppen 25 ook nauwkeurig ten opzichte van elkaar gepositioneerd zijn met het oog op de synchroniteit van de door de beide koppen ingeschreven of uitgelezen signalen. Ook hier staan slechts geringe tolerantievelden ter beschikking, aangezien anders in het weergegeven videobeeld zicht-30 bare tijdfouten verschijnen, dat wil zeggen, dat instabiele verschijnselen optreden nabij de rand van het beeld.
In verband met de hoge nauwkeurigheids eis en die gesteld worden aan de positie van 35 de magneetkoppen, worden voor het monteren van de magneetkoppen op de kopdrager veelal speciale optische precisieinstrumenten gebruikt. Bij kopdragers ten behoe- 7903626 30.4.1979 4 PHN 9439 ve van inrichtingen van de in de aanhef van de onderhavige beschrijving vermelde soort wordt de kopdrager eerst met behulp van zijn eigen kleminrichting op een speciale montageas gecentreerd en bevestigd. Na het 5 monteren en justeren van de magneetkoppen wordt de kopdrager weer van de montageas verwijdert door de kleminrichting weer los te maken, waarna de kopdrager kan worden aangebracht op de aandrijfspil van een videorecorder. Het is uiteraard uiterst belangrijk dat de justeringen 10 welke met behulp van de genoemde fabricagespil hebben plaats gevonden, zich zo exakt als mogelijk reproduceren na de montage van de magneetkopdrager op de aandrijf spil van een videorecorder. Een nadeel van de inrichting van de in de aanhef vermelde bekende soort is in dit verband, dat 15 de klemming van de kopdrager door de aard van de toegepaste kleminrichting plaatsvindt op twee van te voren niet gedefinieerde delen van de omtrek van de klembus. De plaats van deze delen staat niet van tevoren vast, waardoor een qua grootte en richting niet voorspelbare excentriciteit 20 bij de montage van de kopdrager op een aandrijfspil zal ontstaan. De oorzaak van deze verschijnselen is gelegen in het feit, dat tijdens het vastklemmen van de gespleten klemring de klembus min of meer tot eenuovaal wordt vervormd, totdat plaatselijk de speling tussen de klembus 25 en de aandrijfspil is overwonnen. In de tot een ovaal vervormde boring van de kopdrager, bevindt zich de aandrijfspil op een plaats welke afhankelijk is van toevallige factoren, zoals de beginpositie van de aandrijfspil in de boring. Een ander nadeel van de bekende videorecorder 30 is, dat zowel de montage als de demontage van de kopdrager in, respectievelijk uit, een videorecorder wordt bemoeilijkt door het feit dat de schroefbout Van de klemring wordt bediend in een richting loodrecht op de rotatieas van de aandrijfspil.
De uitvinding heeft tot doel een inrichting van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen met eenKLem-inrichting waarmee een meer re- 7903625 f
Sr >* 30.4.1979 5 PHN 9439 produceerbare stand van de kopdrager ten opzichte van een spil mogelijk is. De uitvinding wordt daardoor gekenmerkt, dat de klemring in omtreksrichting een ononderbroken samerihang bezit en door symmetrische radiale 5 deformatie een plaatselijk in hoofdzaak gelijkmatig over de omtrek verdeelde kleindruk op de klembus uitoefent.
Door een alzijdige symmetrische deformatie van de klembus in kombinatie met een geringe speling tussen de aandrijfspil en de klem-10 bus wordt aldus een klemming verkregen waarbij geen deformatie van de klembus tot een ovaal wordt veroorzaakt.
De geringe initiële speling tussen de aandrijfspil en de klembus wordt geheel geëlimineerd, waardoor een goed reproduceerbare uitlijning van de kopdrager ten opzichte 15 van de aandrijfspil wordt verkregen. De uitvinding leent zich bovendien goed voor uitvoeringsvormen waarbij de klemring in axiale richting kan worden gemonteerd en worden verwijderd.
Een uitvoeringsvorm waarbij de 20 klemring axiaal kan worden gemonteerd en worden verwijderd wordt daardoor gekenmerkt, dat de klemring een conische binnenwand bezit met een oppervlak dat deel uitmaakt van het manteloppervlak van een denkbeeldige kegel, met een as en met een tophoek tussen een beschri jvende van het man-25 teloppervlak en de as; dat de klemring door axiale verplaatsing over de klembus, door samenwerking met een deel van het uitwendige manteloppervlak van de klembus, vanuit de losse stand naar de klemstand is opgerekt; en dat de genoemde hoek Q£ kleiner is dan de wrijvingshoek Ϋ voor 30 de toegepaste materialen van de hembus en de klemring, teneinde een in axiale richting naar de losse stand terugbewegen van de klemring als gevolg van de er in de klemstand op uitgeoefende axiale componenten van de klem-krachten te doen beletten door de optredende wrijvings-35 krachten tussen de klembus en de klemring. De wri jvingshoek φ is, zoals gebruikelijk, gedefinieerd als de arctangens van het quotiënt van wrijvingskracht en normaal 7903625 - «f * 30.4.1979 6 PHN 9439 kracht werkende op met elkaar wrijvend in aanraking zijnde vlakken en kan beschouwd worden als een constante, waarvan de waarde uitsluitend wordt bepaald door de soort en de aard van de materialen waaruit de wrijvende 5 oppervlakken bestaan. De klembus kan uitwendig een conische vorm bezitten, corresponderend met de conische vorm van de binnenwand van de klemring. Voordeliger wordt echter een uitvoeringsvorm geacht, waarbij de klembus uitwendig voorzien is van een met de rotatie-10 as van de aandrijfspil concentrische borst voor samenwerking met de conische binnenwand van de klemring, zodat de deformatie van de klembus door de klamring plaatsvindt op een door de borst nauwkeurig bepaalde plaats. Beide uitvoeringsvormen zijn eenvoudig en vergen wenig onder-15 delen, waarbij de laatste uitvoeringsvormen het extra voordeel heeft dat de symmetrische radiale deformatie van de klembus steeds plaats vindt op een in axiale richting goed gedefinieerd gedeelte van de klembus. Bij een klembus met een conisch buitenvlak is de axiale positie van 20 de klemring niet eenduidig bepaald en afhankelijk van de mate waarin de klemring wordt gedeformeerd. Het zal duidelijk zijn dat de axiale positie van de gemonteerde klemring mede bepalend is voor de grootte van de klemdruk tussen de klemring en de klembus0 Verder spelen ook de 25 dikte van de klembus ter plaatse van de klemring en de elasticiteit van de klembus een rol.
Gezien de pricisie waarmee inrichtingen van de in de aanhef vermelde soort plegen te worden gefabriceerd dienen de aandrijspil en de magneet-30 kopdrager tijdens montage- en demontage-handelingen zoveel mogelijk ontzien te worden. Het is daarom ongewenst bij het monteren of demonteren van de klemring op de klembus axiale of radiale krachten op de aandrijfspil uit te oefenen. In dit verband is een uitvoeringsvorm van de uit-35 vinding van interesse, die tot kenmerk';heeft, dat de kopdrager is voorzien van een met de klembus coaxiale kraag voor het opnemen van op de kopdrager uitgeoefende 7903626 30.4.1979 7 HET 9439 » % reactiekrachten van hulpgereedschappen die dienen voor Ί- liet over de klembus vastdrukken danwel lostrekken van de klemring. Op deze manier is de kopdrager geschikt voor het samenwerken met montage- en demontagegereedschap. De 5 krachten welke nodig zijn voor het vastdrukken of lostrekken van de kleurring grijpen direkt aan op de kopdrager zelf, zodat geen uitwendige krachten op de aandrijfspil worden uitgeoefend.
Bij een andere uitvoeringsvorm 10 zijn voor dit doel andere middelen aanwezig. Deze uitvoeringsvorm heeft tot kenmerk, dat de kopdrager is voorzien van een concentrisch om de klemring gesitueerde schroefdraadbus met inwendige schroefdraad voor het met behulp van een met deze schroefdraad samenwerkend 15 hulpgereedschap axiaal van diens losse stand naar diens klems tand verplaatsen van de klemring en dat de klemring voorzien is van uitwendige schroefdraad voor het met behulp van een met deze schroefdraad samenwerkend hulp-gereedechape axiaal van diens klemstand naar diens losse 20 stand verplaatsen van de klemring. Bij deze uitvoeringsvorm kan, zelfs wanneer eenvoudig handgereedschap gebruikt wordt, de uitoefening van althans axiale krachten en ten dele ook van radiale krachten op de aandrijfspil worden voorkomen. Slechts dient de kopdrager tegen rotatie te 25 worden tegengehouden, bijvoorbeeld met de hand.
Een volgende uitvoeringsvorm maakt gebruik van een andere techniek voor het verkrijgen van de gewenste gelijkmatig over de omtrek verdeelde kleindruk op de klembus en wordt daardoor gekenmerkt, dat 30 de klemring bestaat uit een .onder invloed van axiale king radiaal deformeerbaar materiaal; dat zich concentrisch om de klembus, met vrijlating van een ringvormige ruimte voor de klemring, een drukbus bevindt; dat een met de klemring samenwerkende en voor het axiaal indrukken van 35 de klemring axiaal beweegbare klemringdrukker aanwezig is; dat de kopdrager is voorzien van een klemringaanslag op enige axiale afstand van het vrije uiteinde van de klem- 7903626 i 30.4.1979 8 PHN 9439
V
bus; en dat met de klemringdruklcer samenwerkende ver-plaatsingsmiddelen aanwezig zijn voor het verplaatsen van de klemringdrukker in een richting naar de klemring-aanslag toe, voor het daardoor in de ruimte tussen de 5 klembus, de drukbus, de klemringaanslag en de klemringdrukker axiaal indrukken van de klemring tussen diens losse stand en diens klems tand en voor het daardoor uitoefenen van de gelijkmatig over de omtrek verdeelde kleindruk op de klembus. Voor de klemring kan bijvoorbeeld een 10 plastisch materiaal worden gebruikt bestaande uit 85 % polyvinilchloride en 15 $ weekmaker, terwijl ook gebruik gemaakt kan worden van polytetrafluorethyleen. Het laatste materiaal heeft het voordeel een lage wrijvingscoëfficient te bezitten, Dergelijke materialen zijn op zich niet 15 geschikt om een druk van een nauwkeurig bepaalde en dus van de temperatuur weinig afhankelijke grootte uit te oefenen, aangezien de cubische uitzettingscoëfficient betrekkelijk hoog is, voor de eerst genoemde stof bijvoorbeeld —6 220 x Ί·θ" per C0, Dit behoeft evenwel niet in alle geval-20 len voor het met de uitvinding beoogde doel een bezwaar te vormen. Voor een verdere oriëntatie met betrekking tot technieken waarbij een plastische massa voor drukover-draging wordt toegepast zij men verwezen naar de betreffende literatuur. Men zie bijvoorbeeld het artikel "Werk-25 stukspanner mit plastischer Masse als Druckiïbertragungs-mittel", Teil 2, "Zeitschrift für praktische Metallarbei-tung", Jahrgang 63, 31 juni 1969» Heft 12, p. 662 t/m 666, (Dip’ï.-Ing. Heinrich Matuszewski) . Met voordeel kan gebruik worden gemaakt van een verdere uitvoeringsvorm die tot kenmerk heeft dat de verplaatsingsmiddelen omvatten: een met een ringvormig drukvlak met de klemringdrukker samenwerkende, coaxiaal om de klembus gesitueerde, wartel-moer, alsmede een op de kopdrager concentrisch om de klemring gesitueerde schroefdraadbus met schroefdraad
QC
voor de wartelmoer.
De uitvinding wordt nu nader 7903626 30,4.1979 9 phn 9439 ♦ % t toegelicht aan de hand van de tekening, welke een drietal uitvoeringsvormen van de uitvinding schematisch toont en waarin;
Fig. 1 een perspectivisch 5 aanzicht is van een schuinspoor videorecorder met een opengezwenkte cassettehouder waarin een magneetband-cassette kan worden geschoven,
Fig. 2 een ander perspectivisch, aanzicht is op een wat grotere schaal, van een deel van de 10 videorecorder van Fig, 1, waarbij de cassettehouder is verwijderd,
Fig, 3 een zijaanzicht, gedeeltelijk doorsnede, op een grote schaal is van een trommeleenheid, bestaande uit een roteerbare kopschijf 15 en een deel van een stationaire bandgeleidingstrommel, van de videorecorder volgens Fig. 1-2,
Fig. 4 een perspectivisch aanzicht is van een klemring zoals in Fig. 3 is toegepast voor het centreren en vastklemmen van de kopschijf op 20 een aandrijfspil van de videorecorder,
Fig. 5, 6 perspectivisch delen van een eenvoudig hulpgereedschap tonen, voor het verplaatsen van de klemring volgens Fig, 4 van diens losse stand waar diens klemstand op de kopschijf volgens Fig. 3, 25 Fig. 7 perspectivisch, gedeel telijk als explosieaanzicht, een eenvoudig hulpgereedschap toont voor het verplaatsen van de klemring volgens Fig.4 van diens klemstand naar diens losse stand op de kopschijf volgens Fig. 3» 30 Fig. 8 een soortgelijke trommeleenheid toont als in Fig. 3» maar nu volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding,
Fig. 9 een eenvoudig hulpgereedschap toont voor. het, van diens losse stand naar 33 diens klemstand, verplaatsen van de klemring bij de uitvoeringsvorm van Fig. 8,
Fig. 10 een eenvoudig hulp- 7903626 \ \ 30.4.1979 10 PHN 9439 gereedschap toont voor het verplaatsen, van diens klemstand naar diens losse stand, van de klemring bij de uitvoeringsvorm volgens Fig. 8 en
Fig. 11 een soortgelijke 5 trommeleenheid toont als in de Fig. 3 en 8, volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Fig. 1 toont een schuinspoor videorecorder van een gangbare soort en geschikt voor het magnetisch inschrijven en uitlezen van videosignalen in 10 onderbroken schuin naast elkaar verlopende signaalsporen op een magneetband. Op het huis 1 van de videorecorder is een cassettehouder 2 zwenkbaar gelagerd. In de cassette-houder kan een magneetband-cassette 3 worden geschoven, in de richting van de pijl 4. Bij geheel ingeschoven 15 cassette kan de cassettehouder naar beneden worden gezwenkt waarbij de cassette in zijn bedrijfspositie wordt gebracht en de magneetband uit de cassètte kan worden getrokken met behulp van daartoe in de videorecorder aanwezige middelen ten einde de magneetband in contact te 20 brengen met nagneetkoppen van de videorecorder. Op het huis 1 bevinden zich de gebruikelijke bedieningsorganen zoals bijvoorbeeld een aantal bedieningstoetsen 5. In Figuur 2 is een gedeelte van de videorecorder van Fig.1 nogmaals getoond nu evenwel met verwijderde cassette-25 houder, zodat althans een deel van het inwendige van de videorecorder zichtbaar is. De videorecorder omvat een om een rotatieas 5 In de richting van de pijl 6 roteerbare en althans ten dele cilindrische aandrijfspil 7 met een vrij uiteinde. Om de rotatieas 5 van de aandrijfspil 7 roteren 30 een tweetal diametraal tegenoverelkaar gelegen magneet- koppen 8, waarvan er in Fig, 2 één is te zien. Deze magneet koppen dienen voor het inschrijven en/of uitlezen van de schuine signaalsporen op de magneetband van de magneetband-cassette 3· De magneetband als zodanig alsmede de schuin 35 daarop verlopende sporen zijn eenvoudigheidshalve in de tekening weggelaten maar zijn op zich algemeen bekend. Op de aandrijfspil 7 is nabij diens vrije uiteinde losneembaar 7903626 30.4.1979 11 ΡΗΝ 9439 een kopdrager in de vorm van een roterende kopschijf 9 aangebracht waarop de beide magneetkoppen 8 zijn bevestigd. De wijze waarop de koptrommel 9 op de aandrijfspil 7 is bevestigd is het duidelijkst weergegeven in Fig. 3· Deze 5 Fig. laat duidelijk zien dat de kopdrager 9 op een cilindrisch deel van de aandrijfspil 7 is bevestigd nabij een vrij uiteinde 10 daarvan. De kopdrager 9 is voorzien van een centrale doorgaande boring 11 voor het met enige speling doorlaten van de aandrijfspil. Voor de losneembare 10 bevestiging van de koptrommel 9 op de aandrijfspil 7 zijn middelen aanwezig, welke een met de rotatieas 5 van de aandrijfspil 7 concentrische klembus 12 met een vrij uiteinde 13 omvatten, die bestaat uit een elastisch vervormbaar wanddeel van de kopschijf, met een uitwendig 15 manteloppervlak 14. Verder is een tussen een losse stand en een klemstand deformeerbare klemring 15 aanwezig die in de klemstand de klembus 14 deformeert en daardoor de speling tussen de aandrijfspil 7 en de klembus 14 opheft, waardoor de kopschijf 9 op de aandrijfspil 7 gecentreerd 20 en tevens vastgeklemd wordt.
De klemring 15» zie ook
Fig. 4, bezit een ononderbroken samerihang en oefent door een symmetrische radiale deformatie een plaatselijk in hoofdzaak gelijkmatig over de omtrek verdeelde klemdruk 25 op de klembus 12 uit. Voor het bereiken van een voldoende grote klemdruk en voor een voldoend nauwkeurige centrering is het van belang dat de speling tussen de aandrijfspil 7 en de klembus 12, wanneer de klemring zich in diens losse stand bevindt, niet groter is dan 15 micron, liefst 30 zelfs kleiner. Bij een aandrijfspildiameter van 6 mm kan bijvoorbeeld een in het ISO passingsstelsel als h5/H6 passing aangeduide passing gebruikt worden. Volgens deze passing mag de aandrijfspil een ondermaat hebben van maximaal 5yu en de boring in de kopschijf een overmaat 35 van maximaal 8^u.
In Fig. 2 zijn een aantal onderdelen van het mechanisme van de videorecorder 1 7903626 4. ·* > 30.4.1979 12 PHN 9439 zichtbaar welke voor de uitvinding als zodanig niet van belang zijn. Zo is een stationaire trommel 16 zichtbaar welke coaxiaal is opgesteld met de roterende kopschijf1 9·
Om deze trommel bevindt zich een eveneens coaxiale en 5 roterend aandrijfbare ring 17 welke behoort tot een in-vlechtmechanisme dat de magneetband in een schroeflijn-vormige baan om een deel van de trommeleehheid, bestaande uit de stationaire trommel 16 en de roterende kopschijf* 9» • aanbrengt. Op deze ring bevinden zich daartoe bandgeleidings 10 pennen 18 en 19 en omleidrollen 20 en 21. Voorts zijn een stationair opgestelde magnetische wiskop 22 en een audiokop 23 zichtbaar alsmede een kaapstander 24 en een aandrukrol 25. Bij de uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens de Fig. 2 tot en met 4 bezit de klemring 15 een conische bin-15, nenwand 26 met een oppervlak dat deel uitmaakt van het man-teloppervlak van een denkbeeldige kegel waarvan de as in Fig. 3 samenvalt met de rotatieas 5 van de aandrijfspil 7 en met een zekere tophoek 0C · Deze is in Fig. 3 getekend tussen een beschrijvende 27.van het manteloppervlak vaa de 20 conische binnenwand 26 en een hulplijntje 28 evenwijdig aan de rotatieas 5· De klemring 15 is door axiale verplaatsing over de klembus 12, door samenwerking met een deel van het uitwendige manteloppervlak van de klembus, vanuit een losse stand welke meer naar het uiteinde 13 van de klem-25 bus is gelegen naar de in Fig. 3 getoonde klemstand opgerekt. De hoek o£ is kleiner dan de wrijvingshoek voor de toegepaste materialen van de klembus en de klemring, teneinde door optredende wrijvingskrachten tussen de klembus 15 en de klemring 12 te beletten dat de klemring in 30 axiale richting naar diens losse stand terugbeweegt onder invloed van de er in de klemstand op uitgeoefende axiale komponent van de klemkrachten. Bij toepassing van een aluminium kopschijf 9 en een messing klemring 15 kan de hoek V, bijvoorbeeld 1° 30’ bedragen.
35 De klembus 12 is uitwendig voorzien van een met de rotatieas 5 van de aandrijfspil 7 concentrische borst 29 voor samenwerking met de conische 7903626 30.4.1979 13 PHN 9439 binnenwand 26 van de klemring 15, zodat de deformatie van de klembus door de klemring 12 plaatsvindt op een door de borst 29 nauwkeurig bepaalde plaats.
Het monteren en het demonte-5 ren van de klemring 15 op de klembus 12 kan met vrij eenvoudig handgereedschap geschieden· De fig. 5 en 6 tonen gereedschap voor het monteren van de klemring en fig» 7 gereedschap voor het demonteren· De kopschijf 9 is voorzien van een met de klembus 12 coaxiale kraag 30 voor 10 het opnemen van op de kopdrager uit geoefende reaktie- krachten van de hulpgereedschappen, Fig· 5 toont een huls 31 waarop diametraal aan beide zijden stiften 32 zijn bevestigd en waarin op een centrale plaats een schroefbout 33 in axiale richting op en neer kan worden geschroefd 15 De huls bezit aan de onderzijde een flens 34 met een in hoofdzaak U-vormige uitsparing 35· Deze uitsparing is zodanig bemeten dat de huls 31 om de kraag 30 van de kopschijf kan worden geschoven waarbij de flens 34 aan de onderzijde van de kraag wordt aangebracht, in een gleuf 20 36. Alvorens de huls 31 op de kopschijf wordt geschoven wordt de klemring 15 op de klembus 12 gestoken en wordt een klemringdrukker 37» zie fig. 6, op de klemring 15 geplaatst· De klemringdrukker is voorzien van een drietal axiaal uitstekende pootjes 38 welke rondom de klembus 12 25 op het bovenvlak van de klemring 15 rusten· In het boven- een vlak 39 van de klemringdrukker 37 is /conische holte 40 voor het opnemen van een conisch uiteinde 41 van de druk-bout 33* De klemring 15 wordt naar diens klemstand gedrukt door de schroefbout 33 aan te draaien, waarbij het coni-30 sche uiteinde 41 van de schroefbout in de conische holte 40 rust en de schroefbout dus op de klemringdrukker 37 drukt. De beide pennen 32 op de huls 31 kunnen met de hand vastgehouden worden om meedraaien van de huls 31 tijdens het naar beneden schroeven van de schroefbout 33 35 te voorkomen· De axiale reaktiekrachten van het hulp-gereedschap worden door de flens 34 overgebracht op de kraag 30 van de kopschijf 9· Voor het demonteren van de 7903626 30.4.1979 14 PHN 9439 klemring kan gebruik gemaakt worden van het hulpgereed-schap van fig. 7» dat bestaat uit een schroefbout 42 met een conisch uiteinde 43» een ring 44 met flens 45» een drietal kantelbare trekstukjes 46 en een verende draad-5 ring 47. De trekstukjes 46 zijn voorzien van een trekpoot je 48 met een voet 49. Het trekpootje 48 is verbonden met een bovendeel 50 dat een uitwendig oppervlak bezit dat in hoofdzaak een deel van een cilinder vormt en dat is voorzien van e.en groef 51 ten behoeve van de 10 draadring 47. Het bovendeel 50 van elk trekstukje 46 rust op de flens 45 en wordt met behulp van het draadringetje 47 verend-tegen de buitenkant van de ring 44 gedrukt. De trekstukjes 46 zijn enigszins bewegelijk op de ring 44 aangebracht zodat de trekpoutjes 48 wat naar buiten ge-15 zwenkt kunnen worden en wel minstens zover, dat de voetjes 49 over de klemring 15 kunnen worden aangebracht. Het conische uiteinde 43 van de draadbout 42 wordt in een conische holte 52 in het vrije uiteinde 10 van de aan4-drijfspil 7 gestoken. w0rdt de draadbout 42 aangedraaid, 20 dan worden de voetjes 49 naar boven toe verplaatst tot ze tegen de onderzijde van de klemring 15 rusten. Verder aandraaien van de draadbout heeft tot gevolg dat de klemring wordt losgetrokkeno De axiale reaktiekracht van dit gereedschap wordt direkt op de aandrijfspil.7overgedragen.
25 In Fig· 8 is een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven* Een kopschijf 53 is met behulp van een klemring 55 aangebracht op een aandrijfspil 54. Voor het losneembaar monteren van de kopschijf op de aandrijfspil is de kopschijf voorzien 30 van een concentrisch om een klembus 59 gesitueerde schroef-draadbus 56 met inwendige schroefdraad 57 voor het met behulp van een met deze schroefdraad samenwerkend, in Fig. 9 getoond, hulpgereedschap axiaal van diens losse stand naar diens klemstand verplaatsen van de klemring 55* 35 De klemring is Voorzien van uitwendige schroefdraad 58 welke dient voor het met behulp van een met deze schroefdraad samenwerkend en in Fig. 10 getoond hulpgereedschap axiaal van diens klemstand naar diens losse stand ver- 7903626 30.4.1979 15 PHN 9439 plaatsen van de klemring. De klembus 59 bezit een conisch, buitenoppervlak 60 waarvan de vorm overeenstemt met het eveneens conische binnenoppervlak van de klemring 55·
Het hulpgereedschap §Λ_, zie 5 Fig. 9» voor het monteren van de klembus 55 bestaat uit een schroefdraadbus 62 welke is verbonden met een flens 63· De schroefdraad 64 op de schroefdraadbus 62 is geschikt om samen te werken met de schroefdraad 57 in de schroefdraadbus 56 van de kopschijf 53· De onderzijde 65 10 van de schroefdraadbus 62 wordt op een flens 66 aan de onderzijde van de klembus 55 gedrukt. Een boring 67 in de schroefdraadbus 62 heeft een zodanige diameter dat de klembus 55 in deze opening kan worden opgenomen. In de flens 63, waarvan de diameter overeenstemt met de diame-15 ter van de schroefdraadbus 56 van de kopschijf 53» zijn een tweetal cilindrische gaten 68 aanwezig. Deze dienen voor het opnemen van stiften van een stiftsleutel voor het . aandraaien van de schroefdraadbus 62. Fig. 10 toont een hulpgereedschap 68 voor het demonteren van de klembus 20 55· Dit hulpgereedschap bestaat uit een schroefdraadbus 69 welke is voorzien van een inwendige schroefdraad 70. Deze schroefdraad is geschikt om samen te werken met de schroefdraad 58 aan de buitenzijde van de klembus 55·
De schroefdraadbus 69 vormt een geheel met een flens 71 25 die een buitendiameter heeft welke gelijk is aan die van de schroefdraadbus 56 van de koptrommel 53· Gaten 72 zijn in de flens 71 aanwezig ten behoeve van stiften van een stiftsleutel. Bij het demonteren van de klembus 55 rust de flens 71 op bet bovenoppervlak 73 van de schroefdraad-30 bus 56 van de koptrommel 53· Eventueel kan ter vermindering van de optredende wrijving een kunststof?ing worden tus sengeplaat s t.
In Fig. 11 is een kopschijf 74 voorzien van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, 35 waarbij gebruik wordt gemaakt van een klemring 75 die bestaat uit een onder invloed van axiale indrukking radiaal deformeerbaar materiaal zoals bijvoorbeeld poly- 7903626 30.4.1979 16 PHN 9439 tetrafluorethyleen. Een klembus 76 welke dient voor het gecentreerd bevestigen van de kopschijf 74 op een aandrijfspil heeft een cilindrische vorm. Concentrisch om de klembus 76 bevindt.zich, met vrijlating van een 5 ringvormige ruimte waarin de klemring 75 is opgenomen, een drukbus 78· Voor het axiaal indrukken van de klemring 75 is een axiaal beweegbare en met een flens 79 van de drukbus 78 samenwerkende klemringdrukker 80 aanwezig.
De flens 79 vormt één geheel met de drukbus 78 en bestaat 10 in wezen uit een bodemgedeelte daarvan, dat is voorzien van een centrale opening 81 voor het doorlaten van het vrije uiteinde 82 van de klembus 76. Op enige axiale afstand van het vrije uiteinde 82 van de klembus 76 is de kopschijf voorzien van een klemringaanslag 83. Door de klemringdruk-15 ker 80 naar de klemringaanslag 63 toe te verplaatsen, w>rdt in de ruimte tussen de klembus 76, dl® drukbus 78, de klemringaanslag 83 en de klemringdrukker 80 de klemring 75 axiaal ingedrukt, van diens losse stand naar diens klemstand. Door deze axiale indrukking ondergaat de klemring 75 een 20 radiale deformatie, waardoor een gelijkmatig over de omtrek verdeelde kleindruk door de klemring op de klembus 76 wordt uitgeoefend. Voor de axiale verplaatsing van de klemringdrukker 80 zijn verplaatsingsmiddelen aanwezig. Deze omvatten een met een ringvormig drukvale 84 met de klemring 25 drukker 79 samenwerkende en coaxiaal om de klembus 78 gesitueerde wartelmoer 85, alsmede een op de kopschijf concentrisch om de klemring 75 gesitueerde schroefdraadbus 86 met schroefdraad 87 voor de wartelmoer 85. De wartelmoer bezit een tweetal gaten 87 ten behoeve van stiften 30 van een stiftsléutel waarmee de wartelmoer kan worden vastgedraaid of losgedraaid. Bij losdraaien van de wartelmoer beweegt de klemring 75 zich onder invloed van diens eigen elasticiteit weer terug van de klemstand naar de losse ·*. stand. Hierbij is het van voordeel, wanneer de klemring 35 bij diens axiale uitzetting een zo gering mogelijke weerstand ondervindt van de wrijving welke optreedt tussen de binnenwand van de klemring en de buitenwand van de klembus 7903626 30.4.1979 17 PHN 9439 76, Het is daarom gunstig wanneer de klemring uit zelfsmerend materiaal, zoals polytetrafluorethyleen, is vervaardigd.
Bij de uitvoeringsvormen van 5 Fig. 3 en Fig. 8 vormen de klembussen 13» respectievelijk 59» één geheel met de kopschijven 4, respectievelijk 53.
Dat dit evenwel niet noodzakelijk is toont Fig. 11. Bij deze uitvoeringsvorm is de klembus 76 een apart onderdeel dat door middel van schroeven 88 met de kopschijf 74 is 10 verbonden. Binnen het kader van de uitvinding zijn vele variaties mogelijk, zodat de uitvinding niet beperkt moet worden geacht tot de getoonde uitvoeringsvormen, maar veeleer geacht moet worden al die uitvoeringsvormen te omvatten waarin het hoofdidee van de uitvinding zoals 15 in conclusie 1 gedefinieerd, wordt toegepast· 20 25 30 35 7903626

Claims (7)

1. Inrichting voor het magnetisch inschrijven en uit lezen van signalen van grote bandbreedte in onderbroken schuin naast elkaar verlopende signaalsporen op een magneetband en omvattende: 5 a) een om een rotatieas (5) roteerbare, althans ten dele cylindrische, aandrijfspil (7) met een vrij uiteinde (lo), b) minstens één in een cirkelbaan om de rotatieas (5) van de aandrijfspil (7) roteerbare magneetkop 10 (8) voor het inschrijven en/of uitlezen van de schuine signaalsporen op de magneetband, c) een losneembaar op een cylindrisch deel van de aandrijfspil (7) bij diens vrije uiteinde bevestigde kopdrager (9) voor de magneetkop(pen), voor- 15 zien van een centrale boring (11·) voor het met enige speling doorlaten van de aandrijfspil, alsmede d) middelen voor het losneembaar monteren van de kopdrager (9) op de aandrijfspil (7) en omvattende: 20 1 . een met de rotatieas (5) van de aandrijf- spil (7) concentrische klembus (12) met een vrij uiteinde (13) en bestaande uit een elastisch vervormbaar wanddeel van de kopdrager met een uitwendig mantel- 79 0 3 6 2 6 oppervlak (l4), alsmede 30.4.1979 /g PHN 9439 2. een tussen een losse stand en een klem— stand deformeerbare klemring (15) voor het in de klemstand deformeren van de genoemde klembus (14) en het daardoor 5 opheff en van de speling tussen de aan drijf spil (7) en de klembus (14) en het daardoor klemmen en tevens centreren van de kopdrager (9) op de aandrijfspil (7), Μ met het kenmerk, dat de klemring (15) een ononderbroken samenhang bezit en door symmetrische radiale deformatie een plaatselijk in hoofdzaak gelijkmatig over de omtrek verdeelde klemdruk op de klembus (12) uitoefent.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 de klemring (15) een conische binnenwand (26) bezit met een oppervlak dat deel uitmaakt van het manteloppervlak van een denkbeeldige kegel, met een as en met een tophoek oC tussen een beschrijvende (27) van het manteloppervlak en de as, dat de klemring (15) door axiale verplaatsing over de klem-20 bus (12), door samenwerking met een deel van het uitwendige manteloppervlak (14) van de klembus, vanuit de losse stand naar de klemstand is opgerekt en dat de genoemde hoek O4* kleiner is dan de wrijvingshoek jp voor de toegepaste materialen van de klembus en de klemring, teneinde een in axi-25 ale richting naar de losse stand terugbewegen van de klemring als gevolg van de er in de klemstand op uitgeoefende axiale componenten van de klemkrachten te doen beletten door de optredende wrijvingskrachten tussen de klembus (12) en de klemring (15) (Fig. 1 -4).
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de klembus (12) uitwendig voorzien is van een met de rota-tieas (5) van de aandrijfspil (7) concentrische borst (29) voor samenwerking met de conische binnenwand (26) van de klemring (15)» zodat de deformatie van de klembus (15) door 35 de klemring (12) plaats vindt op een door de borst (29) nauwkeurig bepaalde plaats. (Fig. 3)
4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kopdrager (9) is voorzien van een met de klembus (12) 7903626 30-4.1979 2Q PHN 9439 3» f coaxiale kraag (30) voor het opnemen van de kopdrager uitgeoefende reactiekrachten van hulpgereedschappen (31, 37) die dienen voor het over de klembus (12) vastdrukken dan wel lostrekken van de klemring. (Fig. 3» 5)
5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kopdrager (53) is voorzien van een concentrisch om de klembus (59) gesitueerde schroefdraadbus (56) met inwendige schroefdraad (57) voor het met behulp van een met deze schroefdraad samenwerkend hulpgereedschap (6.1 ) axiaal van W diens losse stand naar diens klemstand verplaatsen van de klemring (55) en dat de klemring (55) voorzien is van uitwendige schroefdraad (58) voor het met behulp van een met deze schroefdraad saménwerkend hulpgereedschap (68) axiaal van diens klemstand naar diens losse stand verplaatsen van 15 de klemring (55). (Fig. 8 - 10).
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de klemring (75) bestaat uit een onder invloed van axiale indrukking radiaal deformeerbaar materiaal, dat zich concentrisch om de klembus (76) met vrijlating van een ringvormi-. 20 ge ruimte voor de klemring (75)» een drukbus (78) bevindt, dat een met de klemring (75) samenwerkende en voor het axi» aal indrukken van de klemring (75) axiaal beweegbare klem-ringdrukker (80) aanwezig is, dat de kopdrager (74) is voorzien van een klemringaanslag (83) op enige axiale afstand 25 van het vrije uiteinde (82) van de klembus (76) en dat met de klemringdrukker (8θ) samenwerkende verplaatsingsmiddelen aanwezig zijn voor het verplaatsen van de klemringdrukker (80) in een richting naar de klemringaanslag (83) toe, voor het daardoor in de ruimte tussen de klembus (76), de druk-30 bus (78), de klemringaanslag (83) en de klemringdrukker (80) axiaal indrukken van de klemring (75) tussen dienslosse stand en diens klemstand en voor het daardoor uitoefenen van de gelijkmatig over de omtrek verdeelde klemdruk op de klembus (76). (Fig. 11) QC
7· Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen omvatten: een met een ringvormig drukvlak (84) met de klemringdrukker (78) samenwerkende, coaxiaal om de klembus (76) gesitueerde, wartelmoer (85) 7903626 * τ 30.4.1979 £4 ΡΗΝ- 9439 alsmede een op de kopdrager concentrisch om de klembus (76) gesitueerde schroefdraadbus (86) met schroefdraad (87) voor de wartelmoer (85). Fig. 11) 5 10 15 20 25 30 35 7903626
NL7903626A 1979-05-09 1979-05-09 Inrichting voor het magnetisch inschrijven en uitlezen van signalen. NL7903626A (nl)

Priority Applications (16)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7903626A NL7903626A (nl) 1979-05-09 1979-05-09 Inrichting voor het magnetisch inschrijven en uitlezen van signalen.
CA000351105A CA1143472A (en) 1979-05-09 1980-05-01 Apparatus for magnetically recording and reading signals
GB8014757A GB2049878B (en) 1979-05-09 1980-05-02 Apparatus for recording and/or reading signals on a magnetic tape
FR8009994A FR2456364A1 (fr) 1979-05-09 1980-05-05 Dispositif pour l'ecriture et la lecture magnetique de signaux
JP1980060736U JPS6017055Y2 (ja) 1979-05-09 1980-05-06 磁気式信号記録読取装置
DE19803017290 DE3017290A1 (de) 1979-05-09 1980-05-06 Vorrichtung zum magnetischen einschreiben und auslesen von signalen
PL1980224051A PL134727B1 (en) 1979-05-09 1980-05-06 Magnetic signal recording and reproducing apparatus
IT67701/80A IT1128079B (it) 1979-05-09 1980-05-06 Apparecchio per registrare e leggere magneticamente dei segnali
AU58115/80A AU536424B2 (en) 1979-05-09 1980-05-06 Helical scan video recording and reading
AT0243980A AT370545B (de) 1979-05-09 1980-05-07 Vorrichtung zum magnetischen einschreiben und auslesen von signalen
ES491231A ES491231A0 (es) 1979-05-09 1980-05-07 Un aparato para grabar y leer magneticamente senales de ban-da ancha sobre una cinta magnetica
BE2/503A BE883153A (fr) 1979-05-09 1980-05-07 Dispositif pour l'ecriture et la lecture magnetiques de signaux
DD80220976A DD150668A5 (de) 1979-05-09 1980-05-08 Vorrichtung zum magnetischen einschreiben und auslesen von signalen
US06/389,536 US4479157A (en) 1979-05-09 1982-06-18 Mounting for a head drum of a helical scan recorder
SG709/83A SG70983G (en) 1979-05-09 1983-11-14 Apparatus for magnetically recording and/or reading signals on a magnetic tape
HK217/84A HK21784A (en) 1979-05-09 1984-03-08 Apparatus for magnetically recording and/or reading signals on a magnetic tape

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7903626A NL7903626A (nl) 1979-05-09 1979-05-09 Inrichting voor het magnetisch inschrijven en uitlezen van signalen.
NL7903626 1979-05-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7903626A true NL7903626A (nl) 1980-11-11

Family

ID=19833127

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7903626A NL7903626A (nl) 1979-05-09 1979-05-09 Inrichting voor het magnetisch inschrijven en uitlezen van signalen.

Country Status (16)

Country Link
US (1) US4479157A (nl)
JP (1) JPS6017055Y2 (nl)
AT (1) AT370545B (nl)
AU (1) AU536424B2 (nl)
BE (1) BE883153A (nl)
CA (1) CA1143472A (nl)
DD (1) DD150668A5 (nl)
DE (1) DE3017290A1 (nl)
ES (1) ES491231A0 (nl)
FR (1) FR2456364A1 (nl)
GB (1) GB2049878B (nl)
HK (1) HK21784A (nl)
IT (1) IT1128079B (nl)
NL (1) NL7903626A (nl)
PL (1) PL134727B1 (nl)
SG (1) SG70983G (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3176434D1 (en) * 1980-02-13 1987-10-15 Philips Nv Tape recording and/or reproducing apparatus with rotating magnetic head
US4712147A (en) * 1983-03-16 1987-12-08 Clarion Co., Ltd. Tape transport cylinder with stress-relieved bearing recess
US4639802A (en) * 1984-06-25 1987-01-27 International Business Machines Corporation Shrink ring for disk clamping
DE3717445A1 (de) * 1987-05-23 1988-12-08 Thomson Brandt Gmbh Aufnahme-vorrichtung fuer eine bandkassette in einem video-recorder
DE4110590C2 (de) * 1991-04-02 1996-01-25 Broadcast Television Syst Abtasteinrichtung für ein Magnetbandgerät
AT397888B (de) * 1992-10-14 1994-07-25 Koninkl Philips Electronics Nv Einrichtung mit einem mit einem elastisch aufweitbaren klemmteil auf einer welle festklemmbaren bauteil, klemmteil für eine solche einrichtung und aufweitvorrichtung zum aufweiten eines solchen klemmteils einer solchen einrichtung
DE29604052U1 (de) * 1996-03-05 1996-05-09 Kania Andreas Welle-Nabeverbindung

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3021049A (en) * 1957-01-31 1962-02-13 Gen Electric Tapered clamping ring for fan and improved hub design
GB1046938A (en) * 1962-09-27 1966-10-26 Bendix Corp Improvements in or relating to the combination of clamp and member to be secured on a shaft
US3165342A (en) * 1963-03-29 1965-01-12 Borg Warner Means for fixing wheels on shafts
DE1603292A1 (de) * 1966-02-04 1970-01-29 Artur Fischer Antriebselement fuer Spielzeugbaukaesten
DE2354902C3 (de) * 1973-11-02 1981-06-11 Dr. Johannes Heidenhain Gmbh, 8225 Traunreut Klemmvorrichtung, insbesondere Klemmverbindung einer Nabe mit einer Welle
AT345577B (de) * 1976-07-05 1978-09-25 Philips Nv Aufzeichnungs- und/oder wiedergabegeraet
US4110054A (en) * 1976-10-04 1978-08-29 Flexothane Corporation Clampable plastic gear and the like
JPS5436709A (en) * 1977-08-26 1979-03-17 Sony Corp Position control circuit for rotary magnetic head

Also Published As

Publication number Publication date
IT1128079B (it) 1986-05-28
DE3017290A1 (de) 1980-11-20
AT370545B (de) 1983-04-11
IT8067701A0 (it) 1980-05-06
ES8101293A1 (es) 1980-12-01
ATA243980A (de) 1982-08-15
JPS6017055Y2 (ja) 1985-05-27
AU536424B2 (en) 1984-05-10
AU5811580A (en) 1980-11-13
DE3017290C2 (nl) 1987-10-08
FR2456364A1 (fr) 1980-12-05
FR2456364B1 (nl) 1983-07-08
SG70983G (en) 1984-08-03
US4479157A (en) 1984-10-23
PL134727B1 (en) 1985-09-30
JPS55165439U (nl) 1980-11-28
BE883153A (fr) 1980-11-07
HK21784A (en) 1984-03-16
GB2049878A (en) 1980-12-31
CA1143472A (en) 1983-03-22
GB2049878B (en) 1983-02-02
PL224051A1 (nl) 1981-02-27
ES491231A0 (es) 1980-12-01
DD150668A5 (de) 1981-09-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7124419B2 (en) Feed screw driver and information recorder/reproducer
NL7808832A (nl) Magneetbandaandrijfsysteem.
NL7903626A (nl) Inrichting voor het magnetisch inschrijven en uitlezen van signalen.
US5509752A (en) Arrangement comprising a shaft, a hub mounted on the shaft by means of an elastically expansible clamping member, and an expansion device for expanding the clamping member
KR100894937B1 (ko) 광디스크 장치
EP0181648A2 (en) Spindle clamp assembly for a video recorder-playback machine
US4395745A (en) Head-drum mounting for a helical scan tape recorder
US3852816A (en) Carriage assembly for a video disc playback deck
US4761696A (en) Helical scan type apparatus with readily aligned scanning unit
US3422230A (en) Mounting structure for rotating magnetic heads
NL7902292A (nl) Inrichting voor het magnetisch inschrijven en uitlezen van signalen van grote bandbreedte.
US4096537A (en) Lead screw support for a disc recorder
US4701821A (en) Helical scan tape recorder without head-tape contact in stand-by mode
JPH0447389B2 (nl)
US4725152A (en) Adjustable shaft support, and tape recorder with such a support
US3673347A (en) High-frequency recordings device
JPS5936373A (ja) 円盤状記録媒体再生装置
JP2730158B2 (ja) 回転ヘッドの位置調整装置
JPH061535B2 (ja) 記録・再生装置
JPS6360469B2 (nl)
JPS6144306Y2 (nl)
KR100285780B1 (ko) 현미경의 영상처리시스템용 디지털카메라의 연결장치
KR850001022B1 (ko) 비데오 녹화-재생 장치용 스핀들 고정장치
KR840002522Y1 (ko) 광대역 신호의 자기 기록 및 판독장치
KR840002521Y1 (ko) 광대역 신호의 자기 기록 및 판독장치

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed