NL7903586A - Bouwpakket omvattende onderdelen geschikt voor het aan- passen van een surfplank of kleine zeilboot op een ander gebruiksdoel. - Google Patents

Description

ψ 4 49 080/GB/MV ~ 1~ g. ; ;

Martin Douwe van der Veen,UITWELLINGEEGA. = ï \ > Bouwpakket omvattende onderdelen geschikt voor het ! aanpassen van een surfplank of kleine zeilboot op een I ander gebruiksdoel.

f I De uitvinding heeft betrekking op een bouwpakket j omvattende onderdelen geschikt voor het aanpassen van s een surfplank of kleine zeilboot op een ander gebruiksdoel.

i | Een dergelijk bouwpakket is bekend uit de tér visie 5 ! gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 77 10139. Dit bouwpakket I omvat daarbij een boeg- en een hekgedeelte- en enkele ! middendelen, zodat daaruit een surfplank met een variërende l lengte kan worden samengesteld. Hierdoor wordt bereikt, j dat de surfplank aangepast kan worden op de grootte en het 10 | gewicht van verschillende gebruikers.

? Een bezwaar blijft echter, dat een dergelijke surf- I plank en ook kleine zeilboten slechts gedurende een : beperkte tijd van het jaar kunnen worden gebruikt-en in ' l het bijzonder niet in de winter wanneer het water met ijs 15 is bedekt.

i

De onderhavige uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te | heffen, door een bouwpakket te verschaffen, dat daardoor \ gekenmerkt is dat voor het ombouwen van. een surfplank of | zeilboot tot een ijszeiler of zeilwagen het bouwpakket 20 | twee zijglijders en/of zijwielen omvat en middelen voor het vastzetten van deze glijders of wielen ter weerszijden van de surfplank of de romp van de zeilboot, en een ; derde staartglijder en/of staartwiel, en middelen voor het verzwenkbaar vastzetten van deze glijder of dit wiel aan 25 1 het hekdeel van de surfplank of zeilboot om als besturings- ·* orgaan te kunnen dienen.

» .

| Het is duidelijk dat op deze wijze ook in andere | jaargetijden, in het bijzonder de herfst en de winter, ï_vaix^en^iirfplank_o.f_zedJ.boat_plezier.J^n^p„rd.eji_beJ..e.efd.t-™_; 7903586

Cn' * - -2-

--- - · ----------- -- --------- ' .......... .................. ' ........’...................'....... ' ' J

zoals bijv. op het ijs. In dat geval kan zowel gebruik · worden gemaakt van de glijders als van de wielen. Op deze \ wijze worden de gebruiksmogelijkheden van een surfplank of zeilboot, waarover men reeds de beschikking heeft, 5 aanmerkelijk vergroot.

Volgens een uitwerking van de uitvinding zullen de middelen voor het vastzetten van de zijglijders of wielen ter weerszijden van de romp worden gevormd door een langwerpige balk, die dwars op de lengterichting van de ; 10 surfplank of zeilboot, loopt en in het midden met behulp 1 van een klemconstructie kan worden verbonden met de surf- ; plank of zeilboot en welke balk aan zijn uiteinden de .

zijglijders of wielen draagt.

Volgens een uitwerking van de uitvinding kunnen de 15 zijglijders of wielen dicht bij de hartlijn van de surf- ' plank worden vastgezet on kunnen met de voet of voeten te bedienen besturingsmiddelen voor de staartglijder of-het staartwiel worden vastgeklemd op de surfplank.

! In dit. geval kan de. surfplank ongeveer op dezelfde 20 I wijze worden gebruikt als bij het windsurfen op water, | waarbij de richtingsbesturing plaatsvindt met behulp van f - _ - I de voet of met behulp van beide voeten.

J ; j Volgens een verdere uitwerking kunnen daarbij de 1 besturingsmiddelen voor de staartglijder of het staartwiel.

25 j op de surfplank worden vastgeklemd met behulp van de j klemconstructie, die dient voor het vastzetten van de ! I zijglijders of zijwielen.

t Bij een andere uitvoeringsvorm kan de lengte van de balk, waaraan de zijglijders of zijwielen zijn bevestigd, j 30 in de orde van grootte van de lengte van de surfplank of ! de zeilboot liggen. In dat geval wordt dus meer de vorm I van de bekende ijszeiler benaderd. Wanneer hierbij gebruik wordt gemaakt van een surfplank zal worden voorzien in een stoel en een daar vanaf te bedienen besturingsinrichting -35 voor de staartglijder of het staartwiel, welke stoel en bedieningsinrichting met behulp van een klemconstructie 7903588 η.· — 3 - > 1 — !

} kunnen worden verbonden met de surfplank. I

i ! I Hierbij kunnen de staartglijder of het staartwiel | met behulp van dezelfde klemconstructie op de surfplank zijn vastgeklemd als die welke gebruikt wordt voor het 5 : vastzetten van de stoel en- de besturingsinrichting.

Verder kan zijn voorzien in een rem, die vanaf de i j stoel kan worden bediend. Hierdoor wordt de veiligheid van > de inrichting vergroot.

t | Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kunnen een top- • 10 ) beslag en verdere middelen aanwezig zijn om de top van de 1 mast te verstagen ten opzichte van de balk waaraan de | zijglijders of zijwielen zijn bevestigd en ten opzichte * van het boeg- en hekgedeelte van een'surfplank.

*

Bij een kleine zeilboot zal de mast in het algemeen al i 15 * verstaagd zijn ten opzichte van het boeg- en hekgedeelte ! daarvan, maar verdient een extra verstaging' van de mast : ten opzichte van de balk waaraan de zijglijders of zij- wielen zijn bevestigd, wel aanbeveling.

Het is duidelijk dat de verdere verstagingsmiddelen 20 _ bestaan uit kabels en spanners, zoals deze op grote schaal | in de zeilsport worden toegepast.

ΐ Het is duidelijk dat door gebruik te maken van verschillende klemconstructies, die tot op zekere hoogte met elkaar kunnen worden gecombineerd en die zo universeel 25 mogelijk zijn uitgevoerd, wordt voorkomen dat de surfplank of de zeilboot zelf wijzigingen moet ondergaan, die een nadeel zouden kunnen vormen voor het gebruik van de surfplank of de zeilboot voor het oorspronkelijk beoogde ; doel. ; ] 3 30 I De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand j van uitvoeringsvoorbeelden, weergegeven in de tekening, | waarin: | , fig. 1 schematisch een perspectivisch aanzicht toont j van een ijszeiler verkregen door ombouwen van een surfplank 35 | en met op grote afstand van elkaar geplaatste zijglijders; ; fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht toont 7903586 -4.- ' . ------;------.. .........~·-- Μ·,, .........;---1-—, van een ijszeiler met dicht bij de romp aangebrachte ! -

zijglijders; I

fig. 3 een gedeeltelijke doorsnede toont volgens de lijn Ill-Ill van fig. 1; en 5 | fig. 4 een onderaanzicht toont van fig. 3.

]

Bij de in fig. 1 weergegeven ijszeiler is uitgegaan van een surfplank 1, waaraan door middel van een klemconstructie 2 een balk 3 is bevestigd, die is voorzien van de zijglijders 4. De klemconstructie 2 wordt nog nader 10 besproken aan de hand van de fig. 3 en 4. Op de bovenzijde van de klemconstructie kan de mast 5 worden geplaatst, die t aan de top voorzien is van het top-beslag 6, dat door middel van de kabels 7 verbonden is met de balk 3, waarbij gebruik gemaakt wordt van bekende elementen voor het 15 vastzetten van de kabels aan de balk en voor het spannen I van de kabels. . ·’ • De mast 5 draagt op de bekende wijze een zeil 8 voorzien van een schoot 9.

Het top-beslag 6 van dé mast 5 is naar voren toe 20 j door middel, van de kabel 1.0 verbonden met een boeg-beslag 11, dat in principe uitgevoerd kan zijn als het beslag 2, maar uiteraard veel kleinere afmetingen bezit. Naar achteren toe is het top-beslag door middel van de kabel 12 verbonden met een steun 13, die is aangebracht op de bovenzijde van 25 .; de klemconstructie 14. De klemconstructie 14 komt in opbouw weer in hoofdzaak overeen met de klemconstructie 2, I waarbij echter de vorm ervan is aangepast op de vorm van j de. achtersteven van de surfplank 1. ί

De steun 13 draagt tevens een bus 15, waarin een pen 30 16 draaibaar wordt ondersteund. De pen 16 draagt de j staartglijder 17. Aan zijn boveneinde is de pen 16 voorzien ‘ van het dwarsjuk 18, dat door middel van kabels 19 is verbonden met de stuurstang 20, die in het horizontale vlak verdraaibaar is ondersteund door de kolom 21.

35 Op de klemconstructie 14 is verder nog de stoel 22 -bevestigd, het windscherm 23 en de rem 24. De rem 24 bestaat 7 9 0 3 5 8 . w

-5 - S

1 : j op eenvoudige wijze uit een strip, die verzwenkbaar is ! aangebracht op de klemconstructie 14 en aan het boveneinde | | is voorzien van een handgreep 25, zodat het ondereinde : tegen het ijs aan kan worden gedrukt. Eventueel kan een 5 niet weergegeven veer zijn aangebracht om de rem 24 naar ! zijn niet werkzame stand toe te trekken.

| Fig. 2 toont een ijszeiler van een veel eenvoudiger * type, waarbij eveneens weer gebruik gemaakt wordt van een surfplank 1, waarop door middel van een klemconstructie 2 10 een korte balk 33 wordt vastgezet, die weer is voorzien van de zijglijders 4.

| Op de bovenzijde van de klemconstructie 2 bevindt | zich nu een stuurplank 31, die verzwenkbaar is om de as \ 32, die evenwijdig loopt met de lengterichting van de 15 } surfplank 1. De gebruiker kan een voet op deze stuurplank 1 31 plaatsen om de plank te doen kantelen. De kantelbeweging i ? wordt via kabels 33, die lopen over kabelrollen 34 over-% , I gebracht op het dwarsjuk 18 van de pen 16, die weer de . eindglijder 17 draagt. De bus 15, waardoor de pen 16 20 draaibaar wordt ondersteund, is door middel van een . klemconstructie 35 verbonden met de achtersteven van de ' surfplank 1. Het is duidelijk dat hierbij de klemconstructie I 35 veel eenvoudiger kan zijn uitgevoerd dan de klemconstructie 14, daar op de klemconstructie geen stoel, wind-25 * scherm enz. behoeven te worden aangebracht.

Een klemconstructie, zoals deze kan worden toegepast bij de beschreven uitvoeringsvormen, wordt nu nader \ toegelicht aan de hand van de fig. 3 en 4, maar het zal j duidelijk zijn dat de beschreven constructie slechts één 30 j van de vele mogelijkheden vormt.

j De klemconstructie volgens de fig. 3 en 4 omvat ;.

| allereerst een in hoofdzaak vlakke bovenplaat 40, die j op het bovenoppervlak van de surfplank wordt gelegd en aan '; | weerszijden daar iets buiten uitsteekt. Verder is een ; 35 : onderplaat 41 aanwezig, die zodanig is omgezet dat hij «""aansluit op het onderoppervlak van de surfplank en op de 7903586 ν' _ 6 _ béide zijvlakken ervan, terwijl de tegen de zijvlakken aanliggende delen weer naar buiten toe zijn afgebogen, zodat deze delen komen te liggen onder dié delen van de plaat 40, die buiten de surfplank uitsteken. De beide 5 platen kunnen op deze wijze op de surfplank 1 worden vastgeklemd door middel van bouten 42.

Indien noodzakelijk kunnen tussen de bovenplaat 40 en de onderplaat 41 en de surfplank stukken veerkrachtig materiaal worden aangebracht, zoals rubber, om· elke ! 10 beschadiging van de surfplank uit te sluiten.

Op de bovenplaat 40 kan een schematisch aangegeven - ; steuninrichting 43 voor de mast 5 zijn aangebracht, terwijl = de onderplaat 41 is voorzien van een vast ermee verbonden Z-vormig profiel 44 en van een er losneembaar mee verbonden , 15 Z-profiel 45. Het ene been.van dit profiel 45 is voorzien ; van sleufgaten 46, waar doorheen draadeinden 47 lopen, die vast verbonden zijn met de onderplaat 41. Het profiel 45 wordt door middel van moeren 48 vastgezet op de plaat 41, nadat tussen de profielen 44 en 45 de balk 3 is geschoven.

20 In het geval van een uitvoeringsvorm volgens fig. 2. . _ kan uiteraard in plaats van de balk 3 de'balk 30 worden aangebracht.

In plaats van de weergegeven uitvoeringsvorm kan 5 bijv. de plaat 41 alleen bestaan uit een vlak deel, dat Ί 25 * tegen het onderoppervlak van een surfplank wordt aangelegd ; en dat is verbonden met riemen, die om de surfplank heen worden geslagen en die bijv. door middel van een knevel-inrichting strak kunnen worden getrokken. Ter bescherming van de zijranden van de surfplank kunnen daarop eventueel i 30 beschermingsprofielen worden gelegd, die door middel van 1 de riemen op hun plaats worden vastgehouden. In principe j is het verder ook nog mogelijk om aan de balk 3 of 30 direkt riemen vast te zetten, die om de surfplank heen worden geslagen en vastgetrokken. ; '35 Bij het gebruik van een kleine zeilboot als uit- ;—gangspunt kan uiteraard worden gebruik gemaakt van eenzelfde- 79 0 3 5 8 6 \ * ’ - 7 - - * 1 — - - — — — ... — 1 constructie. Wanneer de bodem van een zeilboot niet vlak i ! I is kan hiermee, indien noodzakelijk rekening worden gehouden: j bij de uitvoering van de plaat 41 of de balk 3 ofwel 30.

t ! Hoewel dit verder niet in de tekening is weergegeven, 5 ! zal duidelijk zij-n, dat de glijders 4 en 17 gemakkelijk s I kunnen worden vervangen door wielen. Dit zal voor een j deskundige geen enkele moeilijkheid opleverén.

I Het is duidelijk, dat slechts enkele mogelijke uitvoeringsvormen.zijn beschreven en dat vele wijzigingen 10 kunnen worden aangebracht, zonder buiten de uitvindings- gedachte te vallen. ·: 5 i ' ►

S

i i i ï f * ; t ! i ï ! ( ) i 3 | « i 2 3 i { f !_ - conclusies - i 7903586

Claims (10)

1. Bouwpakket omvattende onderdelen voor het aanpassen i van een surfplank of kleine zeilboot op een ander gebruiks-doel, met het kenmerk, dat voor het ombouwen van een surfplank of zeilboot tot een ijszeiler of zeil- 5 wagen, het bouwpakket twee zijglijders en/of zijwielen omvat en middelen voor het vastzetten van deze glijders of wielen . ter weerszijden van de surfplank of de romp van de zeilboot,; en een staartglijder en/of staartwiel en middelen voor het : verzwenkbaar vastzetten van deze glijder of dit wiel aan ; 10 het hekdeel van de surfplank of zeilboot om tevens als j besturingsorgaan te kunnen dienen. <

2. Bouwpakket volgens conclusie 1, m e t h e t ί kenmerk, dat de middelen voor het vastzettèn van de zijglijders of wielen ter weerszijden van de romp worden 15 gevormd door een langwerpige balk, die dwars óp de lengte richting van de surfplank of zeilboot loopt en in het midden met behulp van een klemconstructie .kan worden verbonden met de surfplank of zeilboot en welke balk aan zijn uiteinden de zijglijders of wielen draagt. 1 :

20 J

3. Bouwpakket volgens conclusie 1 of 2, me t het k e n m e r k, dat de zijglijders of wielen dicht bij de j hartlijn van de surfplank kunnen worden vastgezet en dat j met de voet of voeten te bedienen besturingsmiddelen voor j de staartglijder of het staartwiel kunnen worden vastge-25 klemd op de surfplank, j .....1 1

4. Bouwpakket volgens conclusie 3, m e t het I kenmerk, dat de besturingsmiddelen voor de staartglijder of het staartwiel op de surfplank worden vastgeklemd met behulp van de klemconstructie, die dient voor 30 het vastzetten van de. zijglijders of wielen. 7903586 * _ _ >. ,_9__;__ j 5. ” Bouwpakket volgens conclusie 2,met het ‘ l I k e n m e r k, dat de lengte van de balkr waaraan de ; j zijglijders of zijwielen zijn bevestigd, in de orde van } • grootte van de lengte van de surfplank of de zeilboot ligt.

5

' | 6. Bouwpakket volgens conclusie 5, m e t het | kenmerk, dat is voorzien in een stoel en een daar I vanaf te bedienen besturingsinrichting voor de staart- glijder of het staartwiel, welke stoel en bedieningsinrichting met behulp van een klemconstructie kunnen worden 10 verbonden met de surfplank.

7. Bouwpakket volgens conclusie 6,met het | kenmerk, dat de staartglijder of het staartwiel ί met behulp van dezelfde klemconstructie op de surfplank I kunnen worden vastgeklemd als die welke gebruikt wordt 15 voor het vastzetten van de stoel en de besturingsinrichting. ï f

8. Bouwpakket volgens een der conclusies 5-7, t j met het kenmerk, dat is voorzien in een rem, die vanaf de stoel kan worden bediend.

9. Bouwpakket volgens één der conclusies 5-8, 20 met het kenmerk, dat een top-beslag en verdere i middelen aanwezig zijn om de top van de mast te verstagen ten opzichte van de balk waaraan de zijglijders of zijwielen j zijn bevestigd en ten opzichte van het boeg- en hekgedeelte :: van een surfplank.

10. Bouwpakket en onderdelen daarvan als beschreven en/of weergegeven in de tekening. ] J » * t { 7903586