NL7902814A

NL7902814A - Kettingwiel-samenstel voor een kettingoverbrenging in het bijzonder voor een fiets.

Info

Publication number: NL7902814A
Application number: NL7902814A
Authority: NL
Original assignee: Haagsche Smederij En Construct
Priority date: 1979-04-10
Filing date: 1979-04-10
Publication date: 1980-10-14
Also published as: WO1980002129A1

Description

- 1 - t ·*

Gilmore 3. Chappell te 's-Gravenhage.

Korte aanduiding: Kettingwiel-samenstel voor een kettingover- brenging in het bijzonder voor een fiets.

De uitvinding betreft een kettingwiel-samenstel voor een kettingoverbrenging in het bijzonder voor een fiets, omvattende een aantal organen die met de ketting in aangrijping kunnen komen 5 en die op een hoekafstand van elkaar, radiaal verplaatsbaar op een wiel zijn gemonteerd, waarbij veermiddelen aanwezig zijn die deze organen gelijktijdig naar buiten willen drijven, terwijl tenminste twee diametraal tegenover elkaar gelegen organen die met de ketting in aangrijping kunnen komen worden gevormd door 10 een kettingtandwiel dat roteerbaar is gemonteerd, maar waarbij middelen aanwezig zijn die deze rotatie in tenminste een rotatie-richting kunnen blokkeren. Zo'n kettingwiel-samenstel is bekend uit het Amerikaanse octrooisohrift 3-995·508

Bij zo'n kettingwiel-samenstel wordt de aandrjjfverhouding 15 automatisch veranderd in aanspreking op veranderingen in het op het kettingwiel-samenstel uitgeoefende koppel of kracht, in het bijzonder door de berijder van de fiets via een pedaal-samenstel, doordat de wakzame diameter van het kettingwiel-samenstel wordt bepaald door de radiale plaats van de organen die met de ketting 20 in aangrijping kunnen komen, welke plaatsen worden veranderd door de radiale verplaatsingen van deze organen in aanspreking op de veranderingen in het aandrijvende koppel, zodat bij een verhoging van dit .koppel de werkzame diameter van het kettingwiel-samenstel kleiner wordt en omgekeerd. 25

Bij het bekende kettingwiel-samenstel wordt elk orgaan dat met-de ketting in aangrijping kan komen gevormd door een ketting- 7902814 r 2 tandwiel, terwijl een eenrichting koppeling is aangebracht die de rotatie van het kettingwiel in de richting tegenovergesteld aan die waarin het koppel op de ketting moet worden overgebracht vergrendelt..

Boor middel van de eenrichting koppelingen kunnen de ketting- 5 tandwielen in de andere richting roteren om de veranderingen in de afstanden tussen deze tandwielen, gemeten langs de ketting tussen de plaatsen waar deze in ingrijping zijn met de ketting, op te kunnen nemen, welke afstanden veranderen met veranderingen in de werkzame diameter van het wiel. 10

Beze veranderingen in de genoemde afstanden tussen de ketting-tandwielen of de veranderingen van de kettinglengte tussen de plaatsen waar de kettingtandwielen in ingrijping met de ketting zijn, kunnen echter niet gelijkmatig worden opgenomen, wanneer deze afstanden of ketting-lengtes toenemen bij het naar buiten 15 verplaatsen van de kettingtandwielen of de vergroting van de weiteame diameter van het wiel-samenstel. Bit is een ernstig nadeel van dit bekende kettingwiel-samenstel.

Een ander nadeel van het bekende kettingwiel-samenstel is dat wanneer elk opeenvolgend kettingtandwiel aanvangt met het 20 in ingrijping komen met de ketting, de rotatiestand van dit tandwiel moet worden ingesteld ten opzichte van het kettingtandwiel dat dan reeds in ingrijping is met de ketting, om zo rekening te houden met de steek van de ketting.

Het doel'van de uitvinding is een kettingwiel-samenstel van 25 het in de aanhef genoemde type te verschaffen, dat de nadelen van het bekende samenstel niet heeft.

Bit doel wordt bereikt doordat bij het kettingwiel-samenstel volgens de uitvinding de twee diametraal tegenover elkaar gelegen, kettingtandwielen elk coaxiaal zijn verbonden met een tandwiel, 30 zodat beide wielen gemeenschappelijk kunnen roteren en radiaal worden verplaatst, waarbij elk tandwiel in ingrijping is met een radiaal lopende heugel die vast op het wiel is gemonteerd, zodat bij een radiale verplaatsing van de twee tandwielen de bijbehorende kettingtandwielen in tegenovergestelde rotatierichtingen worden 35 geroteerd, terwijl de overige organen die met de ketting in aan- 7902814 ψ 3 gripping kunnen komen vrij roteerbaar zijn gemonteerd.

Door de uitvinding kunnen de veranderingen in de afstanden tussen de met de ketting in aangrijping komende organen gelijkmatig worden opgenomen doordat bij het radiaal samentrekken of uitzetten van de kettingtandwielen de daarbij behorende tand- 5 wielen, door hun bewegingen langs de respectievelijke heugels, gelijktijdig in de juiste rotatierichting en met de goede rotatie-snelheid worden geroteerd. Bovendien zal elk kettingtandwiel, wanneer dit in het begin in aanraking met de ketting komt, de juiste rotatiestand hebben voor het in ingrijping komen met de 10 ketting, aangezien deze rotatiestand wordt bepaald door de stand van het bijbehorende tandwiel ten opzichte van de heugel.

Bij voorkeur worden de overige organen die met de ketting in aangrijping kunnen komen gevormd door rollen.

Aangezien in het kettingwiel-samenstel volgens de uitvinding 15 de veranderingen in de afstanden tussen de met de ketting in aangrijping komende organen gelijkmatig worden opgenomen, zijn slechts vier van deze organen voldoende, zodat een zeer eenvoudige algehele -constructie van het kettingwiel-samenstel kan worden verkregen doordat de organen die met de ketting in aangrijping 20 kunnen komen verschuifbaar zijn gemonteerd in radiale gleuven gevormd in het wiel, en een in wezen schijfvormig regelmiddel is aangebracht, dat coaxiaal met het wiel en roteerbaar ten opzichte daarvan is gemonteerd, terwijl deze regelschijf en het wiel met elkaar zijn gekoppeld door middel van een veer, zodat 25 de regelschijf tegen de veerdruk in zich over een hoek ten opzichte van het wiel kan verplaatsen, waarbij volgens· de uitvinding elk orgaan dat met de ketting in aangrijping kan komen draaibaar is verbonden met het ene eind van een schakel, die bij zijn andere eind draaibaar is verbonden met de regelschijf. 30

Op voordelige wijze is de veer gemonteerd in een buisvormig orgaan dat met de regelschijf is verbonden, waarbij een snaar is aangebracht die het ene eind van de veer verbindt met het wiel, terwijl het buisvormige orgaan een van de twee pedaal-armen van een kettingaandrijving van een fiets kan zijn. 35 7902814 ' 4

V

Wanneer het gewenst is dat de spanning in de veer regelbaar is, kan het andere eind van de veer zijn verbonden met een knop of een eender orgaan dat op het vrije eind van het buisvormige orgaan is aangebracht, zodat bij het draaien van deze knop de veer wordt uitgezet of ingedrukt. 5

De uitvinding wordt in meer bijzonderheden uiteengezet onder verwijzing naar de tekening, waarin een kettingwiel-samen-stel in vooraanzicht is getoond, met een deel in doorsnede.

Zoals getoond in de tekening omvat het kettinwiel-samen-stel een wielschijf 1 met spaken 2 dat roteerbaar op de as 3 is 10 gemonteerd. In twee in tegenovergestelde richtingen lopende spaken 2 zijn gleuven 4 gevormd waarin de vrij roteerbare rollen 5 verschuifbaar zijn aangebracht. In de andere twee in tegenovergestelde richtingen lopende spaken 2' zijn gleuven 5 gevormd waarin de kettïngtandwielen 6 verschuifbaar zijn gemonteerd, die 15 coaxiaal voor een gezamenlijke rotatie zijn verbonden met de tandwielen 7> welke tandwielen in ingrijping zijn met een heugel die wordt gevormd door de van de spaken 2' uitstekende knoppen 8.

De rollen 5 zijn draaibaar verbonden met het ene eind van de schakels 9 die bij bun andere einden zijn verbonden met de 20 regelschijf 10 in de vorm van een kruis die op de as 3 is gemonteerd. De kettïngtandwielen 6 zijn eveneens via de scharnierende schakels 9' verbonden met de regelschijf 10.

Een buisvormig orgaan 11 is vast verbonden met de regelschijf 10, in welk buisvormig orgaan een veer 12 is gemonteerd. 25

Bij het ene eind is de veer 12 bevestigd aan een blokvormig, orgaan 13 en bij zijn andere eind aan het blokvormige orgaan 14·

Het blokvormige orgaan 13 is door middel van een snaar 15 verbonden met de wielschijfl, welke snaar 15 bij 16 is bevestigd aan een spaak 2 en over een rol 17 is geleid die vrij roteer- 30 baar binnen het buisvormige orgaan 11 is aangebracht. Bij het boveneind van het buis vormige orgaan 11 is een draaibare knop 18 aangebracht, welke knop 18 is verbonden met een schroef 19 die in het blokvormige orgaan 14 is geschroefd.

790 28 1 4

Claims

1. Kettingwiel-samenstel voor een kettingoverbrenging, in het bijzonder voor een fiets, omvattende een aantal organen die in aangrijping met de ketting kunnen komen en die op een hoek- 10 afstand van elkaar, radiaal verplaatsbaar op een wiel zijn gemonteerd, waarbij veermiddelen aanwezig zijn die deze organen gelijktijdig naar buiten willen drijven, terwijl tenminste twee diametraal tegenover elkaar gelegen organen die met de ketting in aangrijping kunnen komen worden gevormd door een 15 kettingtandwiel dat roteerbaar is gemonteerd maar waarbij middelen aanwezig zijn die deze rotatie in tenminste een rotatierichting kunnen blokkeren, met het kenmerk, dat de twee diametraal tegenover elkaar gelegen kettingtandwielen coaxiaal zijn verbonden met een tandwiel, zodat beide tandwielen gezamen- 20 lijk kunnen roteren en radiaal worden verplaatst, waarbij elk tandwiel in ingrijping is met een radiaal lopende heugel die vast is gemonteerd op het wiel, zodat bij een radiale verplaatsing van de twee tandwielen de daarbij behorende kettingtandwielen in tegenovergestelde rotatierichtingen worden geroteerd. 25 7902814 τ V

2. Kettingwiel-samenstel volgens conclusie 1, m e t h e t kenmerk, dat de diameter van elk tandwiel kleiner is dan de diameter van het daarbij behorende kettingtandwiel.

3· Kettingtandwiel-samenstel volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de overige organen die met 5 de ketting in aangrijping kunnen komen worden gevormd door rollen.

4· Kettingwiel-samenstel volgens conclusies 1-3,waarbij de organen die in aangrijping met de ketting kunnen komen verschuifbaar zijn gemonteerd in radiaal lopende gleuven gevormd in het wiel, en een in wezen sohijfvormig regelmidddel is aan- 10 gebracht, dat coaxiaal met en voor een rotatie ten opzichte van het wiel is gemonteerd, terwijl de regelschijf en het wiel met elkaar zijn gekoppeld door middel van een veer, zodat de regelschijf tegen de veerkracht in, zich over een hoek ten opzichte van het wiel kan verplaatsen, met het kenmerk, dat 15 elk orgaan dat met de ketting in aangrijping kan komen draaibaar is verbonden met het ene eind van gen schakel die bij het andere eind draaibaar is verbonden met/regelschijf.

5. Kettingwiel-samenstel volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de veer is gemonteerd in een buis- 20 vormig orgaan dat met de regelschijf is verbonden, waarbij een snaar is aangebracht die het ene eind van de veer met het wiel verbindt.

6. Kettingwiel-samenstel volgens conclusie 5> ni e t het kenmerk, dat het buisvormige orgaan een van de twee pedaalarmen van een kettingaandrijving voor een fiets is. 25

7· Kettingwiel-samenstel volgens conclusies 5 of 6 waarbij de spanning van de veer instelbaar ismet het kenmerk, dat het andere eind van de veer is verbonden met een knop of een eender orgaan die op het vrije eind van het buisvormige orgaan is gemonteerd, zodat bij het draaien van deze knop 30 de veer wordt uitgetrokken of ingedrukt. 7902814