NL7902756A - Grond- en/of waterkerende wand, opgebouwd uit geprefabriceerde metalen plaatsecties. - Google Patents
Grond- en/of waterkerende wand, opgebouwd uit geprefabriceerde metalen plaatsecties. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7902756A NL7902756A NL7902756A NL7902756A NL7902756A NL 7902756 A NL7902756 A NL 7902756A NL 7902756 A NL7902756 A NL 7902756A NL 7902756 A NL7902756 A NL 7902756A NL 7902756 A NL7902756 A NL 7902756A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- ground
- water
- retaining wall
- wall according
- upright
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D5/00—Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
- E02D5/02—Sheet piles or sheet pile bulkheads
- E02D5/03—Prefabricated parts, e.g. composite sheet piles
- E02D5/04—Prefabricated parts, e.g. composite sheet piles made of steel
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D29/00—Independent underground or underwater structures; Retaining walls
- E02D29/02—Retaining or protecting walls
- E02D29/0258—Retaining or protecting walls characterised by constructional features
- E02D29/0266—Retaining or protecting walls characterised by constructional features made up of preformed elements
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Paleontology (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Composite Materials (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Bulkheads Adapted To Foundation Construction (AREA)
- Revetment (AREA)
Description
N/28.972-Jb/ak <
Foundacon B.V. te Waddinxveen.
Grond- en/of waterkerende wand, opgebouwd uit geprefabriceerde metalen plaatsecties.
De uitvinding heeft betrekking op een grond- en/of waterkerende wand, opgebouwd uit geprefabriceerde metalen plaatsecties, waarvan de opstaande zijranden grond- en/of waterdicht met elkaar zijn verbonden.
5 Bij de bekende damwanden, die zijn samengesteld uit stalen damwandprofielen, zijn deze profielen aan de beide zijden uitgevoerd met sloten, die aangrenzende profielen met elkaar verbinden. Deze damwandprofielen leiden tot een betrekkelijk hoog staalverbruik en zijn dan ook kostbaar, ter-10 wijl de met elkaar in ingrijping zijnde sloten van naastliggende profielen als regel wel >gronddicht, doch moeilijk waterdicht te maken zijn. Voorts ondervinden de damwandprofielen meestal veel slotwrijving tijdens het in de grond voeren, waardoor dit in de grond brengen ernstig wordt bemoeilijkt 15 en soms tot blijvende schade aan de wand kan leiden.
De onderhavige uitvinding beoogt een grond- en/of waterkerende wand te verschaffen, welke ten opzichte van de bekende damwanden belangrijke voordelen biedt met betrekking tot staalverbruik, waterdichtheid en inbrengweerstand.
20 Hiertoe wordt de grond- en/of waterkerende wand vol gens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de plaatsecties zijn uitgevoerd als schaalelementen, die althans ongeveer de vorm van een gedeelte van een cilinderoppervlak met opstaande beschrijvende lijnen bezitten en waarvan de concave zijde 25 als de grondkerende zijde functioneert, waarbij tussen opvolgende schaalelementen een geprefabriceerde metalen staander verloopt, die is uitgevoerd met een of meer kamers, welke met een verhardbaar materiaal, zoals cementgrout, zijn gevuld en waarin de uiteinden van de aangrenzende schaalelementen via 30 invoersleuven zijn ingevoerd.
Volgens de uitvinding worden schaalelementen benut, die althans ongeveer de vorm van een gedeelte van een cilinderoppervlak bezitten en die bij voorkeur althans ongeveer half-cilindervormig zijn. Deze metalen, in het algemeen uit staal vervaardigde, schaalelementen zijn zo- 79027 56 2 -'Τ' • Λ danig opgesteld, dat deze in de dwarsrichting op trek worden belast. Door de toepassing van afzonderlijke metalen, in het algemeen stalen, staanders, welke elk zijn uitgevoerd met ten minste één kamer en bij voorkeur 5 met twee kamers, welke n§. het inbrengen van de staander door middel van bijvoorbeeld heien of trillen, doch onmiddellijk vóór het in de grond invoeren van de schaal-elementen, met een verhardbaar materiaal, zoals cement-grout, worden gevuld, wordt na het verharden van dit ver-10 hardbare materiaal een sterke, hermetisch grond-, doch ook waterdichte, verbinding over de volle hoogte tussen de uiteinden van naburige schaalelementen verkregen.
Het middengebied van de schaalelementen wordt ter plaatse van het veldmoment zowel in horizontale als in 15 verticale richting op trek belast. De staanders worden daarentegen in verticale richting op druk belast, waarbij de vulling van verhardbaar materiaal een ondersteunende functie heeft.
Bij voorkeur is het middelste opstaande gedeelte 20 van elk schaalelement verdikt uitgevoerd.
De staanders kunnen zijn voorzien van een onderste losse of vaste voet, die de kamers aan de onderzijde afsluiten en die een binnendringen van gronddeeltjes vanaf deze onderzijde tijdens het in de grond voeren van de 25 staanders verhinderen'.
Teneinde ook te voorkomen, dat gronddeeltjes via de invoersleuven de kamers zouden kunnen bereiken is het van voordeel, indien deze invoersleuven voorafgaande aan het invoeren van de uiteinden van de schaalelementen verend 30 zijn afgesloten.
De staanders kunnen met voordeel verder benedenwaarts doorlopen dan de schaalelementen.
Hierbij kunnen de invoersleuven vanaf de bovenzijde van de staander tot op een afstand van de onderzijde 35 van de staander doorlopen.
Volgens een gunstige uitvoering van de grond- 7902756 < 3 en/of waterkerende wand volgens de uitvinding bestaat elke geprefabriceerde staander uit een U-profiel, waarop een over de gehele hoogte van het U-profiel doorlopende, con-traplaat is bevestigd, waarvan het centrale gedeelte tegen 5 het lijf van het U-profiel rust, terwijl op het centrale gedeelte van de contraplaat aan weerszijden een gebogen plaatgedeelte aansluit, waarin de betreffende zijflens van het U-profiel steekt en dat, voorafgaande aan het invoeren van de schaalelementen, met een opstaande zijdelingse eind-10 rand verend tegen de buitenzijde van deze zijflens rust, waarbij elk gebogen plaatgedeelte van de contraplaat met het U-profiel een kamer voor de verhardbare massa vormt, terwijl élke opstaande zijdelingse eindrand van de contraplaat bij het in de grond voeren van het samenwerkende 15 schaalelement verend van de buitenzijde van de zijflens van het U-profiel wijkt en de invoersleuf vrijgeeft en na het in de grond voeren van het schaalelement verend tegen het betreffende uiteinde van dit schaalelement rust.
Hierbij kunnen de schaalelementen aan weerszijden 20 een haakvormig, buitenwaarts teruggebogen uiteinde bezitten, dat over de betreffende zijflens van het U-profiel van de aangrenzende staander grijpt.
Verder kan het onderste gedeelte van de opstaande zijdelingse eindranden van de contraplaat op de 25 buitenzijde van de zijflenzen van het U-profiel zijn bevestigd, bijvoorbeeld vastgelast.
In een andere uitvoering van de grond- en/of waterkerende wand volgens de uitvinding bestaat elke geprefabriceerde staander uit een opstaande grondplaat, waarop 30 twee evenwijdig verlopende opstaande plaatmetalen buizen zijn bevestigd, bijvoorbeeld vastgelast, die zich over de gehele hoogte van de grondplaat uitstrekken en die elk een kamer voor de verhardbare massa begrenzen, waarbij in elke plaatmetalen buis aan de, tegenover de grondplaat gelegen 35 zijde, de invoersleuf is gevormd, die zich vanaf de boven-- rand van de plaatmetalen buis omlaag uitstrekt.
7902 7 56 . '* 4
Hierbij kan op het binnen een kamer gelegen uiteinde van elk schaalelement over de gehele hoogte een buis zijn bevestigd, bijvoorbeeld vastgelast, waarin het betref-• fende uiteinde van het schaalelement is opgenomen. Deze 5 buis, die ook inwendig met de verhardbare massa is gevuld, vergroot het aanhechtingsvlak ten opzichte van deze verhardbare massa en leidt tot een verhoging van de schuif-weerstand.
Als alternatief kan het binnen een kamer gelegen 10 uiteinde van elk schaalelement stiften dragen, teneinde de schuifsterkte te vergroten.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die enige uitvoeringsvoorbeelden van een grond- en/of waterkerende wand volgens de uitvin-15 ding weergeeft.
Fig. 1 is een bovenaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van gedeelten van een grond- en/of waterkerende wand volgens de uitvinding, waarbij twee verschillende typen staanders zijn afgeheeld.
20 Fig. 2 is een gedeeltelijke doorsnede volgens het vlak II - II in fig. 1 op grotere schaal.
Fig. 3 is een horizontale doorsnede van de linker staander in fig. 1 op grotere schaal, waarbij de rechter helft van fig. 3 de staander toont voorafgaande aan het 25 invoeren van het uiteinde van een schaalelement in de bijbehorende kamer, terwijl de linker helft van fig. 3 de staander na het invoeren van het uiteinde van het aangrenzende schaalelement in de bijbehorende kamer weergeeft.
Fig. '4 is een horizontale doorsnede van de linker 30 helft van de rechter staander in fig. 1 op grotere schaal.
Fig. 5 geeft de rechter helft van de staander volgens fig. 4 weer, waarbij evenwel een gewijzigd uitge-vóerd uiteinde van het naburige schaalelement in de bijbehorende kamer is ingevoerd.
35 In fig. 1 zijn twee verschillende uitvoeringen van een grond- en/of waterkerende wand volgens de uitvinding weergegeven.
790 2 7 56 * 5
Beide uitvoeringen zijn opgebouwd uit geprefabriceerde stalen plaatsecties/ welke zijn uitgevoerd als schaalelementen 1, die althans ongeveer halfcilindervormig zijn, waarbij de beschrijvende lijnen van deze halfcilinder-5 vormige schaalelementen 1 verticaal verlopen. De concave zijden van de schaalelementen 1 functioneren als de grond-kerende zijde, zodat de bouwput derhalve aan de convexe zijde van deze schaalelementen 1 is gelegen.
Tussen opvolgende schaalelementen 1 verlopen 10 geprefabriceerde stalen staanders 2, waarvan in fig. 1 twee verschillende uitvoeringen zijn afgebeeld.
De uitvoering van de linker staander 2 in fig. 1 is in fig. 3 op grotere schaal weergegeven, terwijl in fig. 4 de uitvoering van de rechter staander 2 in fig. 1 15 op grotere schaal is afgebeeld.
De geprefabriceerde staander 2 volgens fig. 3 bestaat uit een U-profiel 3 en een over de gehele hoogte van het U-profiel 3 doorlopende contraplaat 4. Het centrale gedeelte 5 van de contraplaat 4, dat een breedte van 5-10 20 cm kan bezitten, rust tegen het lijf 6 van het U-profiel 3 en is hierop, met behulp van bouten en moeren 7 onder tussenschakeling van een vervormbare klemplaat 8, met een instelbare klemspanning bevestigd.
Op het centrale gedeelte 5 van de contraplaat 4 25 sluit aan weerszijden een gebogen plaatgedeelte 9 aan, waarin de betreffende zijflens 10 van het U-profiel 3 steekt en dat, voorafgaande aan het invoeren van de schaalelementen 1, met een opstaande zijdelingse eindrand 11 verend tegen de buitenzijde van deze zijflens 10 rust.
30 Elk gebogen plaatgedeelte 9 van de contraplaat 4 vormt met het U-profiel 3 een kamer 12 voor een verhard-baar materiaal 13, zoals cementgrout of dergelijke.
Elke opstaande zijrand 11 van de contraplaat 4 van een staander 2 wijkt bij het in de grond voeren van het 35 naburige schaalelement 1 verend van de buitenzijde van de betreffende zijflens 10 van het U-profiel 3 en geeft een 790 27 56 c" 6 invoersleuf 14 vrij, via welke het uiteinde van het aangrenzende schaalelement 1 vanaf de bovenzijde in de kamer 12 wordt ingevoerd. Na het in de grond voeren van het schaalelement 1 (fig. 3, linker helft) rust de opstaande 5 zijdelingse eindrand 11 verend tegen het betreffende uiteinde van het naburige schaalelement 1.
Bij het opbouwen van een grond- en/of water-kerende wand worden eerst een aantal staanders -2 in de grond gevoerd, hetgeen bijvoorbeeld door heien of trillen 10 kan plaatsvinden. De staanders 2 worden voorzien van een onderste losse of vaste voet (niet weergegeven), die de kamers 12 afsluiten en derhalve verhinderen dat grond-deeltjes vanaf de onderzijde in de kamers 12 kunnen binnendringen. Dit is van belang voor het verkrijgen van een 15 goede aanhechting tussen het verhardbare materiaal 13 en de staander 2, respectievelijk de uiteinden van de naburige schaalelementen 1, terwijl voorts wordt tegengegaan dat de kwaliteit van de verhardbare massa 13 door ingevoerde gronddeeltjes nadelig zou worden beïnvloed. Daar 20 tijdens het in de grond voeren van een staander 2 de opstaande'zijdelingse eindranden 11 van de contraplaat 4 verend tegen de zijflenzen 10 van het U-profiel 3 rusten, wordt ook een zijdelings intreden van gronddeeltjes in de kamers 12 voorkomen. Deze verende afsluiting kan even-25 tueel nog worden versterkt door het, door middel van punt-lassen of popnagels tijdelijk bevestigen van de ópstaande zijdelingse eindranden 11 van de contraplaat 4 op de zij-flenzen 10 van het U-profiel 3. Deze verbinding moet uiteraard zódanig zwak zijn uitgevoerd, dat deze tijdens 30 het invoeren van de schaalelementen 1 in de grond, onmiddellijk loslaat.
Het kan aanbeveling verdienen, de kamers 12 van een staander 2 tijdens, of direct na, het inbrengen van deze staander 2 in de grond, met water te vullen, om even-35 wicht te maken met de druk van het grondwater, dat de staander 2 omgeeft.
7902756 7
De kamers 12 van een in de grond aangebrachte staander 2 worden, onmiddellijk voordat de aangrenzende schaalelementen 1 in de grond worden gevoerd, gevuld met het verhardbaar materiaal 13, zoals cementgrout of derge-5 lijke.
Indien de kamers 12 van een in de grond gevoerde staander 2 op de, in het voorgaande beschreven, wijze met water zijn gevuld, dient het toevoeren van het verhard-bare materiaal 13 via een slang of buis plaats te vinden, 10 die tot op de bodem van de kamer 12 is neergelaten.
Onmiddellijk na het aanbrengen van de vulling van verhardbaar materiaal 13 in de betreffende kamers 12 worden de uiteinden van een schaalelement 1 via de inlaat-sleuven 14 vanaf de bovenzijde in de kamers 12 ingevoerd.
15 Nadat het verhardbare materiaal 14 is verhard is een sterke, absoluut grond- en waterdichte verbinding over de volle hoogte van de staander 2 verkregen, zodat uiteindelijk een één geheel vormende wand ontstaat.
De hoogte van een grond- en/of waterkerende wand 20 volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld 20 m bedragen.
Hierbij kunnen de staanders 2 over enige hoogte, bijvoorbeeld een hoogte van 30 cm - 1 m, verder benedenwaarts doorlopen dan de schaalelementen 1.
Hierdoor wordt het mogelijk, de invoersleuven 14 25 vanaf de bovenzijde van de staander 2 tot op enige afstand van de onderzijde van de staander 2 te laten doorlopen, zodat in de uitvoering volgens fig. 3 het onderste gedeelte, (bijvoorbeeld de onderste 30 cm - lm) van de opstaande zijdelingse eindranden 11 van de contraplaat 4 blijvend 30 kan zijn vastgelast op de buitenzijde van de zijflenzen 10 van het U-profiel 3.
Zoals uit fig. 3 blijkt, bezitten de schaalelementen 1 aan weerszijden een haakvormig buitenwaarts teruggebogen uiteinde 15, dat over de betreffende zijflens 35 10 van het U-profiel 3 van de aangrenzende staander 2 grijpt.
790 2 7 56 / 8
De gebogen plaatgedeelten 9 van de contraplaat 4 kunnen aan de zijde, die de kamers 12 begrenst, geruwd zijn uitgevoerd, teneinde de schuifspanningsoverdracht op ' de verhardbare massa 13 te vergroten.
5 De staanders 2 worden op een of meer niveaus in de grond verankerd. De ankerstangen 16 kunnen, op de in fig. 1 weergegeven wijze, op het middengedeelte van de staanders 2 aangrijpen.
Het onderste gedeelte 17 van de schaalelementen 1 10 kan verdikt zijn uitgevoerd (fig. 2). De onderrand 18 van de schaalelementen 1 wordt bij voorkeur zodanig afgeschuind, dat tijdens het in de grond voeren van een schaalelement 1 door de grond een buitenwaarts gerichte kracht op deze onderrand 18 wordt uitgeoefend.
15 Verder is het middelste opstaande gedeelte 19 van elk schaalelement 1 verdikt uitgevoerd. Dit verdikte middelste gedeelte 19 van elk schaalelement 1 bezit dezelfde dikte als het onderste gedeelte 17 en gaat hierin zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde vloeiend 20 over. Zoals in het bijzonder uit de fig. ‘1 en 2 blijkt, ligt de verdikking van het onderste gedeelte 17 en van het middelste opstaande gedeelte 19 van de schaalelementen 1 aan de buitenzijde van deze schaalelementen 1.
Doordat zowel de schaalelementen 1 als de staan-25 ders 2 uit staal zijn vervaardigd, bezit de grond- en/of waterkerende wand een grote elasticiteit. Noch vervormingen, noch verschillen in vervorming, kunnen de sterkte of de grond- en/of waterdichtheid van de wand aantasten.
Indien de grond- en/of waterkerende wand een 30 tijdelijke functie moet vervullen, kan het gewenst zijn, de schaalelementen 1 en de staanders 2 terug te winnen.
In dat geval moeten de kamers 12 van de staanders 2 niet met cementgrout worden gevuld, doch verdient het de voorkeur, een mengsel van cement, klei en/of vliegas als 35 verhardbaar materiaal 13 toe te passen. Met dit verhardbare materiaal 13 wordt een aanzienlijk zwakkere aanhech- 790 2 7 56 ·*£ 9 ting aan de staander 2, respectievelijk de uiteinden 15 van de schaalelementen 1 bewerkstelligd/ zodat de schaal-elementen 1 en de staanders 2 na gebruik wederom getrokken kunnen worden. Bij het bepalen van de buigsterkte van de 5 wand dient uiteraard deze lagere aanhechtspanning van het verhardbare materiaal 13 te worden ingecalculeerd.
In de fig. 4 en 5 is een gewijzigde uitvoering van de geprefabriceerde staander 2 weergegeven. Deze staander 2 bestaat uit een opstaande grondplaat 20, waarop 10 twee evenwijdig verlopende opstaande, althans ongeveer cilindrisch gevormde, stalen buizen 21 zijn vastgelast.
Deze buizen 21 strekken zich over de gehele hoogte van de grondplaat 20 uit en begrenzen elk weer èen kamer 12 voor de verhardbare massa 13. In elke buis 21 is aan de, tegen-15 over de grondplaat 20 gelegen, zijde de invoersleuf 14 gevormd, die zich vanaf de bovenrand van de buis 21 omlaag uitstrekt en die op enige afstand boven de onderrand van de buis 21 kan eindigen. De invoersleuven 14 in de buizen 21 zijn weer, voorafgaande aan het in de grond voeren van 20 de schaalelementen 1 verend afgesloten.
In de uitvoering volgens fig. 4 is elk .uiteinde van de schaalelementen 1 uitgevoerd met een aantal stiften 22, die beogen het aanhechtingsoppervlak met de verhardbare massa 13 te vergroten en de schuifweerstand te ver-25 hogen. Op het onderste gedeelte van het binnen een kamer 12 gelegen uiteinde van elk schaalelement 1 is bij voorkeur een leidbuisje 23 bevestigd, waarin het uiteinde van het schaalelement 1 naar binnen steekt en dat bij het invoeren in de kamer 12 met het verhardbare materiaal 13 30 wordt gevuld.
In fig. 5 is een andere uitvoering van het uiteinde van de schaalelementen 1 weergegeven. Hierbij is op het binnen een kamer 12 gelegen.uiteinde van elk schaalelement 1 over de gehele hoogte een buis 24 vastgelast, 35 waarin het betreffende uiteinde van het schaalelement 1 is opgenomen en die bij het invoeren van dit uiteinde in 7902756 6 . ‘w- 10 de kamer 12 met de verhardbare massa 13 wordt gevuld.
Ook deze buis 24 beoogt weer, het aanhechtingsoppervlak van het uiteinde van een schaalelement 1 met de verhardbare massa 13 te vergroten, teneinde de schuifweerstand 5 op te voeren.
Tussen de buizen 21 zijn op enige afstand boven elkaar horizontale strippen 25 vastgelast, die evenwijdig aan de grondplaat 20 verlopen en die ter verstijving van de staander 2 dienen. De onderlinge afstand van de strip-10 pen 25 kan bijvoorbeeld 1 m bedragen. In de nabijheid van de bovenzijde van de staander 2 kunnen de ankerstangen 16 behalve op de grondplaat 20, tevens op een van deze strippen 25 aangrijpen (fig. 1).
De uitvinding is niet beperkt tot de in de teke-15 ning weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, die op verschil lende manieren, binnen het kader der uitvinding, kunnen worden gevarieerd.
790 2 7 56
Claims (24)
1. Grond- en/of waterkerende wand, opgebouwd uit geprefabriceerde metalen plaatsecties, waarvan de opstaande zijranden grond- en/of waterdicht met elkaar zijn verbonden, met het kenmerk, dat de plaatsecties zijn uit- 5 gevoerd als schaalelementen, die althans ongeveer de vorm van een gedeelte van een cilinderoppervlak met opstaande beschrijvende lijnen bezitten en waarvan de concave zijde als de grondkerende zijde functioneert, waarbij tussen opvolgende schaalelementen een geprefabriceerde metalen 10 staander verloopt, die is uitgevoerd met een of meer kamers, welke met een verhardbaar materiaal, zoals cementgrout, zijn gevuld en waarin de uiteinden van de aangrenzende schaalelementen via invoersleuven zijn ingevoerd,
2. Grond- en/of waterkerende wand volgens con- 15 clusie l,met het kenmerk, dat de invoersleuven voorafgaande aan het invoeren van de uiteinden van de schaalelementen verend zijn afgesloten.
3. Grond- en/of waterkerende wand volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de schaal- 20 elementen althans ongeveer halfcilindervormig zijn.
4. Grond- en/of waterkerende wand volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de staanders verder benedenwaarts doorlopen dan de schaalelementen.
5. Grond- en/of waterkerende wand volgens con clusie 4, met het kenmerk, dat de invoersleuven vanaf de bovenzijde van de staander tot op een afstand van de onderzijde van de staander doorlopen.
6. Grond- en/of waterkerende wand volgens een 30 der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kamers aan de onderzijde door middel van een losse of vaste voet zijn afgesloten.
7. Grond- en/of waterkerende wand volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 35 dat elke geprefabriceerde staander bestaat uit een U-profiel, 790 27 56 ϋ w· waarop een over de gehele hoogte van het U-profiel doorlopende, contraplaat is bevestigd, waarvan het centrale-gedeelte tegen het lijf van het U-profiel rust, terwijl op het centrale gedeelte van de contraplaat aan weerszijden 5 een gebogen plaatgedeelte aansluit, waarin de betreffende zijflens van het U-profiel steekt en dat, voorafgaande aan het invoeren van de schaalelementen, met een opstaande zijdelingse eindrand verend tegen de buitenzijde van deze zijflens rust, waarbij elk gebogen plaatgedeelte van de 10 contraplaat met het U-profiel een kamer voor de verhard- bare massa vormt, terwijl elke opstaande zijdelingse eindrand van de contraplaat bij het in de grond voeren van het samenwerkende schaalelement verend van de buitenzijde van de zijflens van het U-profiel wijkt en de invoersleuf 15 vrijgeeft en na het in de grond voeren van het schaalelement verend tegen het betreffende uiteinde van dit schaalelement rust.
8. Grond- en/of waterkerende wand volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de schaal- 20 elementen aan weerszijden een haakvormig buitenwaarts teruggebogen uiteinde bezitten, dat over de betreffende zijflens van het U-profiel van de aangrenzende staander grijpt.
9. Grond- en/of waterkerende wand volgens con-25 clusie 7 of 8, met het kenmerk, dat het onderste gedeelte van de opstaande zijdelingse eindranden van de contraplaat op de buitenzijde van de zijflenzen van het U-profiel is bevestigd, bijvoorbeeld vastgelast.
10. Grond- en/of waterkerende wand volgens een 30 der conclusies 7-9,met het kenmerk, dat de gebogen plaatgedeelten van de contraplaat aan de zijde, die de kamers begrenst, geruwd zijn uitgevoerd.
11. Grond- en/of waterkerende wand volgens een der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat 35 het centrale gedeelte van de contraplaat met behulp van bouten en moeren, alsmede van een vervormbare klemplaat 790 27 56 met een instelbare klemspanning op het lijf van het U-profiel is bevestigd.
12. Grond- en/of waterkerende wand volgens een der conclusies 1 - 6, m e t het kenmerk, dat 5 elke geprefabriceerde staander bestaat uit een opstaande grondplaat, waarop twee evenwijdig verlopende opstaande plaatmetalen buizen zijn bevestigd, bijvoorbeeld vastgelast, die zich over de gehele hoogte van de grondplaat uitstrekken en die elk een kamer voor de verhardbare massa 10 begrenzen, waarbij in elke plaatmetalen buis aan de, tegenover de grondplaat gelegen zijde, de invoersleuf is gevormd, die zich vanaf de bovenrand van de plaatmetalen buis omlaag uitstrekt.
13. Grond- en/of waterkerende wand volgens con-15 clusie 12, met het kenmerk, dat op het binnen • een kamer gelegen uiteinde van elk schaalelement over de gehele hoogte een buis is bevestigd, bijvoorbeeld vastgelast, die met de verhardbare massa is gevuld en waarin het betreffende uiteinde van het schaalelement is opge-20 nomen.
14. Grond- en/of waterkerende wand volgens, conclusie 12, met het kenmerk, dat het binnen een kamer gelegen uiteinde van elk schaalelement stiften draagt.
15. Grond- en/of waterkerende wand volgens con clusie 14, met het kenmerk, dat op het onderste gedeelte van het binnen een kamer gelegen uiteinde van elk schaalelement een leidbuisje is bevestigd.
16. Grond- en/of waterkerende wand volgens een 30 der conclusies 12 - 15, met het kenmerk, dat de plaatmetalen buizen althans ongeveer cilindrisch zijn gevormd.
17. Grond- en/of waterkerende wand volgens een der conclusies 12-16, met het kenmerk, dat 35 de invoersleuven in de plaatmetalen buizen, die voorafgaande aan het in de grond voeren van de schaalelementen 7902756 -/ verend zijn afgesloten, op een afstand boven de onderrand van deze buizen eindigen.
18. Grond- en/of waterkerende wand volgens een der conclusies 12 -17,met het kenmerk, dat 5 tussen de plaatmetalen buizen een aantal evenwijdig aan de grondplaat verlopende, horizontale strippen zijn bevestigd.
19. Grond- en/of waterkerende wand volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 10 dat de staanders in de grond zijn verankerd.
20. Grond- en/of waterkerende wand volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het onderste gedeelte van de schaalelementen verdikt is uitgevoerd.
21. Grond- en/of waterkerende wand volgens conclusie 20,met het kenmerk, dat de onderrand van de schaalelementen is afgeschuind, zodanig, dat tijdens het in de grond voeren van een schaalelement door de grond een buitenwaarts gerichte kracht op deze onder-20 rand wordt uitgeoefend.
22. Grond- en/of waterkerende wand volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het middelste opstaande gedeelte van elk schaalelement verdikt is uitgevoerd.
23. Grond- en/of waterkerende wand volgens con clusie 22,met het kenmerk, dat het verdikte middelste opstaande gedeelte van elk schaalelement dezelfde dikte bezit als het onderste gedeelte van het schaalelement en hierin zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde 30 vloeiend overgaat.
24. Grond- en/of waterkerende wand volgens conclusie 23,met het kenmerk, dat de verdikking van het onderste gedeelte van de schaalelementen en van het middelste opstaande gedeelte van de schaalelementen 35 aan de buitenzijde van deze schaalelementen ligt. 790 27 58
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7902756A NL7902756A (nl) | 1979-04-09 | 1979-04-09 | Grond- en/of waterkerende wand, opgebouwd uit geprefabriceerde metalen plaatsecties. |
DE19803041440 DE3041440A1 (de) | 1979-04-09 | 1980-04-04 | Soil and/or water-retaining wall,composed of prefabricated metal plate elements |
JP50090880A JPS56500387A (nl) | 1979-04-09 | 1980-04-04 | |
GB8038855A GB2058876B (en) | 1979-04-09 | 1980-04-04 | Soil and/or water-retaining wall composed of prefabricated metal plate elements |
PCT/NL1980/000011 WO1980002168A1 (en) | 1979-04-09 | 1980-04-04 | Soil and/or water-retaining wall,composed of prefabricated metal plate elements |
EP19800900756 EP0026782B1 (en) | 1979-04-09 | 1980-10-23 | Soil and water-retaining wall, composed of prefabricated plate elements |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7902756 | 1979-04-09 | ||
NL7902756A NL7902756A (nl) | 1979-04-09 | 1979-04-09 | Grond- en/of waterkerende wand, opgebouwd uit geprefabriceerde metalen plaatsecties. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7902756A true NL7902756A (nl) | 1980-10-13 |
Family
ID=19832950
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7902756A NL7902756A (nl) | 1979-04-09 | 1979-04-09 | Grond- en/of waterkerende wand, opgebouwd uit geprefabriceerde metalen plaatsecties. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0026782B1 (nl) |
JP (1) | JPS56500387A (nl) |
GB (1) | GB2058876B (nl) |
NL (1) | NL7902756A (nl) |
WO (1) | WO1980002168A1 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL9300245A (nl) * | 1993-02-08 | 1994-09-01 | Verstraeten Beheersmij Bv | Werkwijze voor het aanbrengen van een damwand in de bodem, alsmede een geprefabriceerd wandelement voor het toepassen van de werkwijze. |
CZ11848U1 (cs) * | 2001-03-29 | 2002-01-07 | Alojz Ing. Hanuliak | Díl vysokotlaké bariéry a vysokotlaká bariéra |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE347681C (de) * | 1922-01-24 | Baugesellschaft Moebus & Co G | Eiserne Spundwand aus Tonnenblechen zwischen I-Bundpfaehlen | |
FR1342074A (fr) * | 1963-01-04 | 1963-11-02 | Profilé tel que palplanche, rideau de palpanches, caisson et éléments de construction réalisés à l'aide de ces profilés ou mettant ceux-ci en oeuvre | |
US3302412A (en) * | 1964-06-29 | 1967-02-07 | William A Hunsucker | Interlocking sheet piles and method of installation |
US3316721A (en) * | 1964-07-06 | 1967-05-02 | George E Heilig | Tensioned retaining wall for embankment |
DE2140250A1 (de) * | 1971-08-11 | 1973-02-22 | Weill & Reineke Gmbh | Verfahren und vorrichtung zum abdichten der wasserbeaufschlagten fugen zwischen wandbildenden elementen, insbesondere der schlossfugen von spundwaenden |
FR2175291A5 (nl) * | 1972-03-08 | 1973-10-19 | Houy Genevieve |
-
1979
- 1979-04-09 NL NL7902756A patent/NL7902756A/nl not_active Application Discontinuation
-
1980
- 1980-04-04 GB GB8038855A patent/GB2058876B/en not_active Expired
- 1980-04-04 JP JP50090880A patent/JPS56500387A/ja active Pending
- 1980-04-04 WO PCT/NL1980/000011 patent/WO1980002168A1/en active IP Right Grant
- 1980-10-23 EP EP19800900756 patent/EP0026782B1/en not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2058876A (en) | 1981-04-15 |
EP0026782B1 (en) | 1983-08-17 |
EP0026782A1 (en) | 1981-04-15 |
WO1980002168A1 (en) | 1980-10-16 |
JPS56500387A (nl) | 1981-03-26 |
GB2058876B (en) | 1983-03-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4728227A (en) | Retaining wall structure | |
KR950011723B1 (ko) | 흙 구조물(earth structures) | |
EP0022844B1 (en) | Method for the formation of a soil and water-retaining wall, soil and water-retaining wall formed in accordance with this method and forming mould for the formation of this soil and water-retaining wall | |
KR100221211B1 (ko) | 개량된 빌딩 건축방법 및 건축재료 | |
JPH0756140B2 (ja) | 擁壁構造物の建設方法及び擁壁構造物 | |
CS207763B2 (en) | Wainscoating unit for sheeting the trenches | |
CN113389134B (zh) | 一种钢板带悬桥及其施工方法 | |
NL7902756A (nl) | Grond- en/of waterkerende wand, opgebouwd uit geprefabriceerde metalen plaatsecties. | |
US4283804A (en) | Swimming pool structure | |
KR101014195B1 (ko) | 프리스트레스트 웨브 골형강판 합성보 | |
NL8901218A (nl) | Steunconstructie voor het stabiliseren van de bodem. | |
EP0050166B1 (en) | Ground retaining wall | |
JP4067377B2 (ja) | 地下室構造 | |
US6312196B1 (en) | Sea wall and method of construction thereof | |
NL9000212A (nl) | Damwandplank met asymmetrisch z-profiel. | |
JPH086325B2 (ja) | 補強土擁壁の構築方法 | |
EP0302052B1 (en) | Arrangement for providing protection for structures situated in water | |
US982698A (en) | Retaining-wall. | |
RU205025U1 (ru) | Мембранная подпорная стенка | |
ES2317594T3 (es) | Procedimiento para la construccion de una instalacion de muelle e instalacion de muelle. | |
US4067160A (en) | Concrete reservoir composed of prefabricated sections | |
SU1067148A1 (ru) | Устройство дл выравнивани зданий,сооружений | |
CN218713059U (zh) | 适用于软黏土地层施工的双排拉森钢板桩支挡结构 | |
SU894073A1 (ru) | Грунтовый анкер | |
US3988868A (en) | Support for floor to hollow core tower |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
DNT | Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection |
Free format text: FOUNDACON HOLDING B.V. |
|
BV | The patent application has lapsed |