NL7901395A - Universele hydraulische impuls- en wisselstroom- generator. - Google Patents

Universele hydraulische impuls- en wisselstroom- generator. Download PDF

Info

Publication number
NL7901395A
NL7901395A NL7901395A NL7901395A NL7901395A NL 7901395 A NL7901395 A NL 7901395A NL 7901395 A NL7901395 A NL 7901395A NL 7901395 A NL7901395 A NL 7901395A NL 7901395 A NL7901395 A NL 7901395A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hydraulic
oil
see
rotor
phase
Prior art date
Application number
NL7901395A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Proweco Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Proweco Bv filed Critical Proweco Bv
Priority to NL7901395A priority Critical patent/NL7901395A/nl
Priority to EP80200114A priority patent/EP0024748A3/en
Publication of NL7901395A publication Critical patent/NL7901395A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B21/00Common features of fluid actuator systems; Fluid-pressure actuator systems or details thereof, not covered by any other group of this subclass
    • F15B21/12Fluid oscillators or pulse generators
    • F15B21/125Fluid oscillators or pulse generators by means of a rotating valve
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B06GENERATING OR TRANSMITTING MECHANICAL VIBRATIONS IN GENERAL
    • B06BMETHODS OR APPARATUS FOR GENERATING OR TRANSMITTING MECHANICAL VIBRATIONS OF INFRASONIC, SONIC, OR ULTRASONIC FREQUENCY, e.g. FOR PERFORMING MECHANICAL WORK IN GENERAL
    • B06B1/00Methods or apparatus for generating mechanical vibrations of infrasonic, sonic, or ultrasonic frequency
    • B06B1/18Methods or apparatus for generating mechanical vibrations of infrasonic, sonic, or ultrasonic frequency wherein the vibrator is actuated by pressure fluid
    • B06B1/183Methods or apparatus for generating mechanical vibrations of infrasonic, sonic, or ultrasonic frequency wherein the vibrator is actuated by pressure fluid operating with reciprocating masses

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Fluid-Pressure Circuits (AREA)

Description

- 1 - *
VWsWiolJ
PROWECO B.V. te fiiwinn (Pr·/
Universele hydraulische impuls- en wisselstroomgenerator.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het opwekken van hydraulische wissel- en impulsstromen of drukken van universele aard zowel ten aanzien van trillingsvorm d.w.z. symetrisch, assymetrisch* schok-5 vormig/ a-periodisch (d.w.z. mogelijkheid tot het weg laten van enkele trillingen langs de tijdas of verschuifbaarheid van de tijdafstand tussen verschillende impulsen ) alsvfie^* aantal gelijktijdig opgewekte stromen door de mogelijkheid de inrichting tevens te benutten als een meer-10 weg stroom- of drukverdeler waarmee gelijke of verschillen de stronen of drukken over meerdere systemen kunnen worden ingesteld/ alsvclêVmogelijkheid de weerstand en/of drukver-loop tijdens de werking te kunnen verstellen.
In veel processen zoals verdichten van korrelige materials len, zeven, transporteren, kan de toepassing van trillingen een gunstige invloed hebben. Tot nog toe hebben de eventueel toegepaste trillingen over het algemeen een syme- ongeveer trische, bij mechanische aandrijvingVsynusvormige en bij tevens hydraulische aangedreven trillingenveen trapeziumvormig of 20 driehoekig verloop. Het is duidelijk dat toepassing van assymetrische trillingen en/of schokken in sommige processen van groot voordeel is en in andere processen een groot voordeel te verwachten is mede door het tijdsinterval tussen verschillende impulsen, schokken of trillingen te kun-25 nen instellen. Assymetrische trillingen en/of impulsen - I - 79013S5 2 \ 4 -Λ* ί . : opgewekt door een hydraulisch systeem konden tot op heden uitsluitend worden verkregen met een kostbaar, relatief kwetsbaar servosysteem, waarin tevens relatief grote druk-verliezen optreden. Wellicht is dit de reden dat bij veel 5 processen nog. geen trillingen werden toegepast. Bij toepassing van hydraulische servosystemen is de bereikbare m grootte van de frequentie,zeker bij assymetrische trillingen,beperkt en speelt de eigen frequentie en de weerstand van de servoklep een hinderlijke rol.
10 Een andere methode voor het opwekken van hydraulische wis selstromen is de roterende stuurschuif welke bij toepassing van beperkte rotatie zelfs de voorloper is van de huidige op de markt gebrachte stuurventielen met heen en weergaande regelplunjer. De verder ontwikkelde roterende . duidelijk 15 stuurschuif heeft het bezwaar dat tot nog toe geenvassy- metrische trillingen konden worden opgewekt en de syme-trische trillingsvorm sterk afhankelijk is van hef tijdsverloop van· de doorstroomopening en de respons van het achterliggende systeem. Voorts is in de huidige octrooi-20 aanvrage slechts gewag gemaakt van één impuls per omwen teling. Het huidig bekencie^octrooi 60a 21-12 / 1957469-3a / dd 15.11.73 vermeldt de lineaire verstelbaarheid van de rotor door. jeen hefboom. Het regelen van de volume-stroom per fase kan echter slechts functioneren onder niet praktisch uitvoerbare omstandigheden.
25 De onderhavige uitvinding beoogt de huidige stand van de techniek inzake het opwekken van hydraulische wissel- en impulsstromen op universele wijze te evalueren en een aantal bezwaren van de huidige stand van de techniek op te of. te verminderen heffenVdoor middel van een verbeterde en meer universele 30 versie van de roterende stuurschuif alsmede door middel van speciale hydraulische schakelingen waarin de rol van accumulatoren en hydraulische terugkoppeling centraal staat.In het bijzonder is op dit moment de door deze uitvin- 7901393 9 ·’ *. ~ * * f 3 * ding gecreëerde mogelijkheid tot het opwekken van zeer a-symmetrische zelfs schoksgewijze verlopende trillingsvormen van groot belang. In het algemeen wordt de door een hydraulische pomp (2.1)en/of accumulator opgewekte hydrauli-5 sche gelijkstroom door een generator i.d.g. roterende stuur- schuif (2.2)omgezet in een hydraulische wisselstroom, de bron' zie fig.2 van de beoogde trillingen.v Voor het goede begrip wordt er als voorbeeld van uitgegaan dat door aansluiting van deze hydraulische wisselstroom aan een lineaire motor(2.3)de 10 plunjer en zuigerstang(2.4)in trilling komen. Over het algemeen zal de plunjer tijdens het uitvoeren van de trillingen geheel of nagenoeg in dezelfde middenstand moeten blijven staan. Aannemende dat de zuigerstang doorlopend is betekent dit dat het totale verwerkte olievolume zowel bij de 15 heengaande als bij de teruggaande slag gelijk moet zijn.
In het verleden is getracht een a-symmetrische trillings-vorm te maken door het geleidelijk resp. abrupt openen van gaten aan de binnenzijde van het generatorhuis. Dit functioneert niet omdat de pomp probeert een constante volume-20 hoeveelheid af te geven, waardoor praktisch uitsluitend de drukvorm verandert in een variabele drukval Saarvnfet de versnelling,snelheid of amplituden van de plunjer. Wel treden er energieverliezen op en afvloeien van de olie over de veiligheid betekent naast energieverliezen ook nog het weg-25 lopen van de plunjer uit de middenstand. Belangrijk bij de onderhavige uitvinding is de toepassing van één of meer accumulatoren. Door ontwerp en schakeling van accumulator(2.5) en generator(2.2)wordt het door de pomp aangeboden olievolume tijdelijk geheel of gedeeltelijk opgeslagen in één of 30 meerdere accumulatoren(2.5)en tijdelijk weer plotseling toegevoerd naar de lineaire motor (2.31 Wanneer dit opslaan en ontladen steeds geschiedt binnen een totale trilling blijft de afgenomen oliehoeveelheid constant maar ontstaan wel ongelijke zuigersnelheden en versnellingen.
·; ** .^ ·* ƒ * : * -.i »*ï - . , : v’ .
• 9 4
Een en ander is op 2 manieren mogelijk dank zij 2 verschillende speciale uitvoeringen van de generator. Bij dé eerste methode, "hlokkade-methode", is de totale tijdsduur van de langzame slag gelijk aan de totale tijdsduur van de 5 snelle slag (zie fig.2). De generator is hierbij als volgt ingericht. Langzame slag pomp via geopende generator -poort(2.8)naar cylinder-poort (2.9)retour van cylinder-poort (2. l]).via generator-poort (2,10 naar tank. Na de langzame slag in het begin van de snelle slag (zie in cetopaan-10 duiding ) X poort(2.10)tijdelijk gesloten, poort(2.8) geopend naar tank. Tijdens de blokkade van poort(2.10)zal de accumulator(2.5)door de volumestroom van de pomp worden opgeladen en de zuiger in cylinder(2.Onagenoeg stilstaan. Wanneer nu een bepaaldtijdsgedeelte van de"snelle 15 slag"is verstreken wordt poort(2.lOplotseling geopend en de plunjer via poort (2. ll)snel teruggedreven door de olie- 6 stroom geaccumuleerd in accu(2.5)vermeerderd met de normale flow van de pomp. Hierna herhaalt zich de procedure.
In fig. 3 is aangegeven hoe de verdeling van de oliestroom 20 plaatsvindt in uit aangegeven gemiddelde hoeveelheden(3.15) een geschat verloop van deze hoeveelheid als funktie van de tijd (3.1B) en de daarbij behorende amplituden (3.17) snelheid(3.18)en versnelling (3.19) Opgemerkt moet worden dat de schetsen het globale verloop aangeven·In de prak-25 tijk zal blijken dat onder invloed van systeemimpedanties als funktie van frequentie en belasting iets afwijkende vormen kunnen of zullen ontstaan. Fig. 2 geeft een vereenvoudigd schema van een a-symmetrische wisselstroomaan-drijving van een lineaire hydromotor met behulp van een 30 tweefasig generator. De accumulator(2.5)dient zowel voor het opvangen van de drukstoten in het gelijkstroomgedeelte tussen de pomp(2.1)en generator(2.2) als voor het accumuleren van de olie die, t.b.v. het a-symmetrisch vibreren 7 o r* i τ q 5 v W 3 Ό V fc»/ ♦· * *· ί 5 momentaan moet worden opgeslagen. Met de uitwisselbare restrictie(2.12)in de impulsgenerator is het tevens mogelijk de lineaire motor voor te spannen. In fig. 4 is een schema getekend voor een a-symmetrische aandrijving van 5 een lineaire motor met behulp van een éénfasige impulsge nerator (4.2) waarmede hetzelfde resultaat kan worden bereikt als bij fig 2. De gebruikte symbolen zijn volgens cetopnorm of hieraan aangepast. In fig.5. is een schematisch voorbeeld gegeven van de wijze waarop de sleuven in 10 de rotor en de gaten in het huis kunnen worden gesitueerd en gevormd om de beschreven a-symmetrische trilling te bereiken. Op de verdere constructie van de generator wordt nog nader teruggekomen. In fig.5 kan echter reeds waargenomen worden hoe door toepassing van L-vormige openingen 15 in huis of bus het gewenste resultaat wordt bereikt .
In deze figuur is een uitslag van het aanzicht van de ro- (5.20) . * .
tor gegevènvmet hierin gestippeld de L-vormige openingen . of bus(5.22) in het huis,v alsmede een aanzicht van de binnenzijde van het huis, of bus, waarop de L-vormige en andere openingen 20 zijn aangegeven alsmede gestippeld het aanzicht van de sleuven in de rotor. In beide figuren zijn verschillende standen van sleuven t.o.v. gaten aangegeven. Het draaien van de rotor komt overeen met het verschuiven van de L-vormige openingen t.o.v. de sleuven. Een kortsluiting of 25 opening van een poort komt tot stand wanneer een of meer dere van de openingen geheel of gedeeltelijk tegenover een of meerdere sleuven komen te liggen. Opgemerkt wordt dat de werking van de generator anders is bij een draairichting linksom dan bij een draairichting rechtsom. Verder 30 kan in de figuur worden opgemerkt dat wanneer de L-vormige openingen zoals verder beschreven in een bus worden aangebracht in deze bus axiaal wordt verschoven, de a- symmetrische trilling weer veranderd in een symmetrische trilling, (zie fig. 6) ' - r ~ X 0 £ ' ·; v : ~ w
V
* *. „ 6 *
Het in de figuur vertikale been van de L- is vooral van belang voor het moment van openen en sluiten van de poorten, het horizontale been is van belang om plotseling een zeer grote doorstroomopening te verkrijgen. Bij de tweede scha-5 keling en constructie van accumulator en generator ter ver krijging van een a-symmetrische trilling,, de zg. "tweeweg-methode", wordt de tijdsduur van de langzame slag van de cylinder belangrijk groter gekozen dan die van de snelle slag van de cylinder. De generator en het hydraulisch 10 schema worden zodanig uitgevoerd dat tijdens de langzame slag van de cylinder de volumestroom van de pomp wordt verdeeld over poort (7.9)van de cylinder en de accumulator (7.5) en wel zodanig dat iets minder dan de helft van de volumestroom in de accumulator belandt (zie fig. 7) . Daar tij-15 dens deze slag de oliestroom kan uitwijken naar de accu heeft de vorm en diameter van de poortconstructie van de < generator meer invloed op het verloop van de oliestroom naar poort (7.9)van de cylinder . Vervolgens wordt tijdens het kortere snelle gedeelte van de slag de geaccumuleerde 20 hoeveelheid olie naar poort(7. ll)van de cylinder geleid vermeerdert met de oliestroom van de pomp tijdens dit gedeelte van de slag. De verhouding tussen tijdsduur van langzame en snelle slag alsmede de in de accu opgeslagen en naar de cylinder stromende olie moet zodanig zijn dat 25 de totale hoeveelheden voor beide bewegingen gelijk zijn.
In fig. 8 is op het diagram van de gemiddelde oliehoeveel-heden de direkte oliestroom gearceerd aangegeven, de Oliestroom via de accu niet gearceerd. De generator is 'bij deze toepassing zodanig uitgevoerd dat deze kan worden ver-30 steld ten einde weglopen van de zuiger te voorkomen (zie hieronder betreffende de nadere uitvoering van de generator).
Bij deze methode kan een duidelijkere en soms effektievere a-symmetrie worden bereikt. De verdeling van de oliestroom dient echter zeer nauwkeurig te worden gevolgd daar deze ’“ï f* ï 'i ί I β n ƒ y | 0 vf r m * 7 ♦ uitvoering lastgevoeliger kan zijn waardoor "weglopen" van de plunjer zou kunnen optreden. Bij de uitvoeringsvoor-beelden van de generator hieronder is zowel de verhouding van de snelle en de langzame slag als de volume-verdeling 5 tussen accu en cylinder verstelbaar.
Fig. 9 geeft een vereenvoudigd schakelschema van een "tweewegsysteem" m.b.v. een enkelwerkende generator. Fig.10 geeft schematisch aan hoe sleuven en openingen in rotor en bus of huis kunnen worden ingerichtJ volgens hetzelfde te-10 kensysteem als fig. 5. In fig.11 is te zien hoe door relatieve verschuiving van de bus t.o.v. de rotor in axiale richting de verhouding van de twee fasen geheel'is veranderd.
Op het moment van axiale verschuiving verandert dus de verhouding van de twee fase-hoeken. Tijdens die momenten dat 15 geen axiale verschuiving plaatsvindt zijn de beide fase-hoeken volledig gefixeerd. Fig. 12 geeft de situatie van de openingen in de bus t.o.v. die in het huis. Hier is te zien hoe door relatieve verdraaiing van de bus t.o.v. het huis de verhouding tussen de doorlaatopeningen van de poor-20 ten(12.8 en 12.23) geheel verandert. Door verdraaiing van deze bus t.o.v. het huis wordt dus de plaats van de middenstand van de zuiger gemanipuleerd. Fig. 13 geeft een schakeling waarop tevens in dit octrooischrift patent wordt aangevraagd en waarbij de stand van de zuiger nauwkeurig 25 wordt geregeld door middel van een servoklep tussen poort (13.8) en poort (13.9) of poort (13.23) en de accumulator (13.5). Dit kan uiteraard ook geschieden door direkte servobesturing van de verdraaing van de bus (12.22). Een andere wijze van regeling van de cylinderstand, cq. ver-30 schuiving van de nullijn bij hydraulische wisselstromen is het door aanvrager uitgevonden aftapsysteem. Volgens deze methode wordt in principe een kortsluiting gecreëèrd tussen de voor de fase actieve oliestroom en de tank of een accu of een ander deel van het circuit waarin lagere druk heerst ƒ J i 'J 3 w * Λ 8 zodat er minder olie naar de stuwpoort stroomt. Deze af- tapping kan geschieden binnen het circuit van de generator en aldaar worden geregeld door een verschuifbare bus of dergelijke. Deze aftapping kan echter ook geschieden door een 5 kortsluit-circuit dat niet door de generator zelf wordt geregeld maar waarvan de weerstand van dit circuit wordt ge- » regeld door een extern aangebracht smoorventiel of zelfs een servoklep (zie hiervoor fig.27). Het nadeel van deze methode is dat dit meestal energieverliezen oplevert, het 10 voordeel is dat deze methode soms bij een normale niet verstelbare generator kan worden toegepast. De onderhavige uitvinding voorziet eveneens in de mogelijkheid van een besturing of monotoring van de werkwijze en inrichting voor het opwekken van hydraulische wisselstromen d.m.v. het me-15 ten van drukverschillen en/of het meten van temperatuursverschillen gebruikmakend van de zg. thermodynamische meetmethode. Hierbij worden de temperatuursverschillen tussen twee of meer oliestromen gemeten. Dit meten is mogelijk tot een honderste graden nauwkeurig middels een door aan-20 vrager ontwikkelde elektronische meet-unit. Daar bij voldoende nauwkeurige benadering het gehele energietransport uitsluitend plaatvindt langs de hydraulische geleiders zijn de gemeten temperatuursverschillen in combinatie met de drukveranderingen een maatstaf voor rendementsverliezen en adia-25 batische temperatuursveranderingen. Onder gebruikmaking van een minicomputer zijn de gemeten temperatuur- en/of drukverschillen daarom bruikbaar om een meet- en regelsysteem te besturen en^servokleppen" en beweegbare delen van de generator te verstellen. Patent wordt aangevraagd voor de 30 wijze waarop in de onderhavige uitvinding het calibratie-probleem wordt opgelost. De meetsensor wordt nl. onverbrekelijk verbonden met een calibratie-unit. In deze calibra-tie-unit bevinden zich een aantal weerstanden van vaste II n waarden en gecalibreerde waarden waardoor iedere sensor 7 9 Ü *33$ 9 * in combinatie met de calibreer-unit op twee vaste punten wordt gecalibreerd,waardoor alle in het systeem gebruikte sensoren op deze twee punten dezelfde relatie tussen meetwaarden en signaal hebben. In principe blijft nu het hele 5 meetsysteem ongewijzigd in funktie wanneer één sensor kompleet met calibratie-unit wordt uitgewisseld. In fig. 30 is het principe van het elektronische schema van de calibratie-unit vastgelegd. Uiteraard kan de verstelling van de generator of genoemde servoklep aan de generator tevens . .of 10 geschieden op basis van verplaatsing,snelheid ery versnelling van de door de hydraulische wisselstroom aangedreven kom-ponent.
Betreffende de inrichting om een a-symmetrische op te wekken zoals beschreven op blz 3 en volgende wordt opgemerkt 15 dat dit een voorbeeld is van een bepaalde a-symmetrie. Bij dit voorbeeld is de versnelling in de ene bewegingsrichting symmetrisch met de versnelling in de andere bewegingsrichting. Het is echter ook mogelijk wisselstromen op te wekken waarbij de maximale versnelling in de ene bewegingsrich-20 ting veel groter is dan de maximale versnelling in de andere bewegingsrichting. In fig. 31 zijn ter toelichting 2 verschillende hydraulische wisselstromen vergeleken met betrekking tot flow, amplitude, snelheid en versnelling. Wanneer een beweging van een lineaire motor wordt gevraagd, 25 waarbij de maximale en gemiddelde versnelling in de ene bewegingsrichting veel groter is dan die in de andere bewegingsrichting moet een andere methode worden toegepast.
Conform het tweede deel van fig. 31 dient de zuiger zich bij iedere slag afwisselend langzaam en snel voor te bewegen.
30 Het procédé van accumuleren van een gedeelte van de aangeboden oliestroom en hierna weer ontladen dient dan op een andere wijze te worden toegepast en wel op een wijze als aangegeven in fig.32. Nu moet, bij de blokkademethode, het het blokkeren en ontladen van de accu in beide cylinderslagen ;· i 5 10 • geschieden. Ook bij de tweewegmethode dient iedere fase in twee gedeelten te worden onderverdeeld, één gedeelte waarbij het tweewegsysteem gedeeltelijk olie naar de cylinder, gedeeltelijk naar de accumulator voert en een tweede gedeelte 5 van dezelfde fase waarbij ontlading van de accumulator(en) plaatsvindt. Tijdens het eerste gedeelte van de volgende fase dient nu eerst eveneens een (meestal andere) accu te ontladen waarna weer tijdens het tweede gedeelte van deze fase oplading van één of meerdere accumulatoren plaatsvindt.
10 Zie hiertoe het schema van de schakeling van een blokkade- methode fig. 32; een tweeweg-systeem fig.33; alsmede in fig.
34 en 35 de inrichting van de generator om deze werking te bereiken voor de blokkademethode resp. de tweewegmethode.
Een soms eenvoudiger methode de suppletiemethode" ontstaat 15 wanneer het opladen van de accumulatoren geschiedt door een tweede leverancier van hydraulische vloeistof. Het is ook mogelijk dezelfde pomp te gebruiken maar dan moet een twee-wegklep vóór de generator worden ingebouwd, waarmede, afhankelijk van de regeling van deze klep meer of minder olie 20 naar de accumulator(en) stroomt.(zie fig.36 hydraulische schakeling voor twee pompen en fig. 37 hydraulische schakeling voor één pomp.) Vervolgens wordt patent gevraagd voor een toepassing van de onderhavige uitvinding waarmede een optimale verdichting van korrelig materiaal wordt bereikt.
25 Hierbij wordt de mal met het te verdichten materiaal door een cylinder in een beweging gebracht waarbij de korrels in één richting een kleinere versnelling tegen de bewegingsrichting in krijgen (bij vertikale opstelling in de orde van grootte van de zwaartekracht) om zich te kunnen schikken en 30' vervolgens in de verdichtingsrichting een grote vertraging waardoor t.g.v. de massakrachten de korrels gaan samendrukken. (zie fig. 38) Gelijktijdig echter met deze trilling wordt aan de open zijde van de mal het te verdichten materiaal al of niet onder druk gehouden door een met een ^ f* «i ^ / '5$ 'j 1 -j v 11 hydraulische wisselstroom aangedreven stempel. Dit stempel volgt de beweging van de mal echter zodanig dat de kracht waarmede de korrels in de verdichtingrichting worden samengedrukt verhoogt wordt door een extra druk van dit stempel.
5 In fig. 38 is het schema van de inrichting met vertikale opstelling aangegeven met diagrammen van snelheden, het verloop van de amplituden, versnellingen van de beide zuigers, alsmede de amplitude van het te verdichten materiaal en de 10 in dit materiaal optredende samendrukkingen en terugveringen in verdichtingsrichting.
Opgemerkt wordt dat de mal ook kan bestaan uit vaste zijkanten, waarbij alleen de bodem beweegt i.p.v. de gehele mal. In dat geval speelt de wrijving aan de zijkanten een 15 andere rol.
Fig. 39 geeft het schema van de hydraulische schakeling waarbij één generator de beide cylinders aandrijft en afstand tussen beide stempels geregeld wordt. Fig. -40 geeft een alternatieve oplossing. Bovendien wordt bij deze uit-20 vinding de mate van verdichting continue elektronisch gemeten m.b.v. een ultrasonoor meetsysteem. Voor deze geaven-ceerde toepassing van een ultrasonoor meetsysteem gekoppeld aan de besturing van een verdichtingsmachine wordt exclusiviteit aangevraagd.(zie fig.41).
·» T Λ £ / ·ν V 3 'J v; 12 - *
De generator tot nog toe bestond uit een huis en een rotor terwijl het op blz. 2 vermelde octrooi melding maakt van de verstelbaarheid van de rotor. Bij de onderhavige uitvinding wordt de generator uitgebreid met één of meerdere 5 bussen welke -zowel axiaal verschuifbaar kunnen zijn als verdraaibaar radiaal verschuifbaar/en/of roteerbaar. .Bovendien kunnen de bussen in axiale richting uit één of meerdere stukken of gedeelten bestaan alsmede in axiale richting uit één of meerdere stukken of gedeelten. De mogelijkheden zijn 10 schematisch aangegeven in fig.14 De verplaatsing van de bussen kan geschieden zowel door de in mechanische inrichting als door een besturing via een hydraulisch drukverschil binnen het huis van de generator. Verder voorziet de uitvinding in een benutting van de stuwkracht van de 15 door de generator stromende olie t.b.v. verkleining van het benodigde draaimoment dan wel verkleing van de door-stroomweerstand dan wel voor de roterende aandrijving van de generator en wel als volgt : 1. Generatorhuis.
20 Uitvoering van de zijkant van de generator in gebroken vlakken zodanig dat de dwarsdoorsnede een driehoek, vierhoek of veelhoek vormt. Er is nu plaatmontage mogelijk t.b.v. direkte aanbouw van andere komponenten, vermijding van tussenleidingen en verstijving van de constructie,,(fig.15) 25 2. Bussen tussen huis en rotor.
De uitvinding beoogt tussen huis en generator één of meer bussen te plaatsen hetzij concentrisch hetzij axiaal achter elkaar liggend hetzij in tangentiele richting in twee of meerdere segmenten verdeeld.(fig.16) 30 3. Uitwisselbaarheid van de bussen.
De uitvinding behelst de mogelijkheid de bussen- t.b.v. ombouw van de generator uit te wisselen dan wel te verschuiven of verdraaien na gedeeltelijke demontage van de generator.
7901385 13 4. Verstelbaarheid van de bussen.
De onderhavige uitvinding betreft de constructie van de bus-sen zodanig dat deze tijdens de werking van de generator door een hefboom en/of door een servocylinder en/of door 5 opbouw van een drukverschil tegen niet gebogen begrensings-vlakken van de"bus"feen). (fig.17) 5. Roteerbaarheid van de bussen.
De uitvinding behelst een zodanige constructie van de bus- (sen) dat deze tijdens de werking van de generator met een 10 bepaalde snelheid kunnen worden aangedreven hetzij door een tweede roterende aandrijving hetzij uitwendig of inwendig gekoppeld aan de aandrijving door een tandwielconstructie bv inwendig door planeetwielen. (fig.18) 6. Telescoop rotor.
15 De onderhavige uitvinding behelst een uitvoering van de rotor waarbij deze telescoopvormig is uitgevoerd. Dit bete-kent dat bij gefixeerde aandrijving en niet verstelling van een gedeelte, (het voorste gedeelte van de rotor)het achterste gedeelt t.o.v. het voorste kan in of uitschuiven d.m.v.
20 een mechanische of hydraulische constructie.
Deze constructie kan voordelen hebben t.a.v. de verstelbaarheid van de werking van de generator en kan ook de verstelbaarheid van één of meerdere bussen overbodig maken.(fig.19) 7. Rotor met "bus”(sen).
25 Uitvoering van de uitvinding waarbij één of meerdere bus- (sen) als onderdeel van de rotor worden toegepast welke dan wel uitwisselbaar of verstelbaar bij gedeeltelijke demontage zijn, ofwel verstelbaar tijdens de werking van de generator.(fig.20) 8. Rotor met roteerbaare bus(sen).
30 Uitvoering van de uitvinding waarbij het achterste gedeelte van de rotor een bus bevat welke roterend wordt aangedreven op een wijze zoals besschreven in punt 5.(fig.21) / 'ê :ΰ l w ï* d 14 ' 9. Rotoraandrijving.
Dit onderdeel van de uitvinding betreft een uitvoering van de rotor waarbij aan de rotor turbine-schoepen bevestigd zijn waardoor de rotor hydraulisch kan worden aangedreven.
5 De rotor kan oök voorzien zijn van een dubbel stel schoepen waardoor dese zowel links als rechts draaiend kan worden aangedreven alsook van schoepen welke van helling kunnen variëren zodat afhankelijk van het toerental de aandrijfkompo-nent van de schoepen varieert ten einde een regeling van 10 het toerental te bewerkstelligen (zie fig.22).
10, Sleuven in rotor.
De onderhavige uitvoering behelst een nieuwe ' uit voering van de sleuven in de rotor waarvan de volgende voorbeelden worden gegeven : 15 10 a. Meervoudig sleuvensvsteem. Bij een meervoudig sleu vensysteem zijn er extra series sleuven aangebracht corres- t ponderend met extra openingen in het huis van de generator een waardoor mvfase meerdere circuits kunnen worden bediend of gecompliceerde schakelingen zoals meerwegsystemen kunnen 20 worden opgebouwd. Zo kunnen op deze wijze in fase meerdere cylinders worden aangesloten of dit meervoudig systeem worden gebruikt voor het bovengenoemde"tweewegsysteem"voor het zie blad, opwekken van a-symmetrische trillingen.vT.b.v. speciale uitvoeringen kunnen waar nodig de systemen in- of uitwendig 25 worden kortgesloten.Bij het regelbare meerwegsysteem dient dit meervoudig sleuvensysteem te worden gecombineerd met een vversteïêarèeèussen of telescopische rotor teneinde de flow naar het ene en/of andere systeem te kunnen instellen.(fig.11»12,13) 10 b. a-svmmetrische verstelling : Bij dit onderdeel van de 30 Vworèen^sïeuven in een schuine uitvoering aangebrachtVvolgens fig.10,11.Wanneer een relatieve verschuiving optreedt tussen de sleuf en de openingen van het huis of de bus zullen de tijdsintervallen tussen het opeenvolgend openen en sluiten Ί ^ f- -i X ö Ά / ^ y ï O i? 3 *· * 15 * van het circuit ongelijk worden. Deze toepassing is van belang voor de a-symmetrische trilling volgens het tweeweg-systeem waarbij op deze wijze de a-symmetrie van de trilling kan worden versteld en de gemiddelde verplaatsing van 5 de cylinder kan worden geregeld.
9 10 c. Tangentiele komponent: Bij de onderhavige toepassing worden de zijkanten van de sleuven in een helling uitgevoerd waardoor bij het uitstromen van de hydraulische olie dwars op de sleuf een komponent in tangentiele richting oifcstaat 10 welke de rotatie van de rotor ondersteund dan wel het uit stromen van de olie ondersteund, (zie fig.23) ll.Poortvorm.
De onderhavige uitvinding betreft de dimensionering, vorm en samenstelling van de openingen in de bus tussen rotor 15 en huis.
11 a. Meerweasvsteem : Bij het meerwegsysteem kan* de opening in de bus zodanig te zijn dat deze tegelijk valt over twee sleufstelsels. Door nu de bus radiaal of axiaal te verstellen wijzigt de verhouding van de doorlaatopening 20 tussen beide of meer stelsels waardoor een twee- of meer wegsysteem ontstaat dat instelbaar is (zie fig.24) 11 b. Doorlaatopening : Bij dit deel van de uitvinding wordt de opening in bus of huis uit meerdere kleine openingen samengesteld, hierdoor blijft zoals in fig.25 is aangegeven 25 de doorlaatopening beter onder controle omdat de olie niet alleen haaks op de opening kan doorstromen. Hierdoor kan niet alleen de effektieve openingstijd van de poort worden verkleind maar ook bij toepassing van een verschuifbare bus zal de doorlaatopening effektief kleiner worden wanneer het 30 openingsstelsel in de bus slechts gedeeltelijk over de ope ning in het huis valt 11 c. Vorm,van de opening : Wanneer zoals aangegeven in fig.
26 de openingen een driehoekige of assymptotische vorm - ^ ™ * 16 krijgen zal afhankelijk van de draairichting van de rotor de doorstroomopening snel of langzaam groter worden terwijl ook tussenvormen mogelijk zijn.
11 d. Stroomgeleiding : Wanneer de openingen in een bus en 5 of huis onder een hoek met de radiaal geboord worden ont staat een geleiding van de oliestraal waardoor zoals aangegeven in fig. nr 23 een komponent in tangentiele richting ontstaat, (zie ook punt 10c).
12 Aftappen : Door geschikte openingen en/of sleuven in 10 bus en rotor kan door een relatieve verplaatsing van bus t.o.v. rotor in axiale richting of door een verplaatsing van de bus t.o.v. het huis in axiale of tangentiele richting een kortsluiting ontstaan, waarmede de verdeling van de oliestroom wordt gecorrigeerd (zie fig. 27 waar het 15 aftappen is aangegeven in schema en ook bij een eenvoudige uitvoering van een voor het overige normale generator.) « ' (-.16) snelheid als funktie van zuigerstand.
Renvooi van ,verwijsnummers bij figuren : het verwijsnummer bevat eerst het nr. van de figuur, vervolgens een punt en daarachter een nummer hetwelk steeds betrekking heeft op 20 de volgende onderdelen : (-.1) pomp (-.2) stuurschuif (-.3) lineaire motor (-.4) zuiger,plunjer (-.5) accumulator(en) (-.6)poort naar pomp (-.7)poort naar tank (-.8) poortsysteem A aan aandrijfzijde (-.9) cylinderpoort (-..lu) poortsysteem B aan aandrijfzijde 25 (-.11) cylinderpoort B (-.12) restrictie (-.13) (-.15) gemiddelde volumestroom in blokdiagram (-.16) geschatte volumestroom (-.17) geschatte amplitude (-.18) geschatte snelheid (-.19) geschatte versnelling (-,.20) aan-30 zicht uitgeslagen rotor (-.21) openingen in huis (-.22) openingen in bus (-.23) poortsysteem A'aan aandrijfzijde (-.24) poortsysteem B' aan aandrijfzijde (-.25) vaste t r\ r\ ft s / & y i o w j 17 geijkte weerstand (-.26) calibratieweerstand (-.27) cali-bratie-unit (-.28) sensor (-.29) meet-unit (-.30) minicomputer (-.31) servo-aandrijving.
Compositiemethode.
5 In het verleden werd een hydraulische wisselstroom ook wel opgewekt m.b.v. een hydraulische direct pomp. Hierbij werden de pulsen/opgewekt door iedere plunjer of ander personderdeel/ gescheiden en als fase van de wissel- of pulsstroom gebruikt. Ook hierbij kon de vorm en systeemgevoeligheid slecht bein-10 vloed worden.
Bij de onderhavige uitvinding is ook een werkwijze mogelijk waarbij de vorm van de wisselstroom dwingend wordt gecomponeerd door iedere fase in kleinere gedeelten onder te verdelen. Beschouwen we ter toelichting de wisselstroom aange-15 sloten op een dubbelwerkende cylinder, dan is de snelheid van de zuiger een maat voor de flow. In het diagram van de snelheid t.a.v. de zuigerstand (fig.42.16) is duidelijk te zien hoe de totale Q behorend bij een volle slag kan worden onderverdeeld, bijv. in drie gedeelten. De uitvinding nu 20 bestaat in de werkwijze en inrichting waarbij de totale flow per karakteristiek onderdeel voor de beweging wordt gedistribueerd in twee of meer gedeelten. De tijdsduur en hoeveelheid en/of druk van deze gedeelten wordt nu dwingend aan het systeem opgelegd. Hierdoor kan men een nagenoeg 25 lastonafhankelijke volumegestuurde of drukgestuurde beweging verkrijgen.
Voor een volumegestuurde beweging kan men het beste werken met deelhoeveelheden van de hydraulische vloeistof opgewekt door afzonderlijke volumeopbrengende delen van de pomp, bijv.
30 plunjers.Het verschil in hoeveelheid wordt bepaald door de grote of slag van de plunjers. De tijdsduur wordt bepaald door het verloop van de plunjerslag. In fig. 43 zijn twee voorbeelden (zie ook fig.31) gegeven, waarbij de benodigde plunjers genummerd zijn.
35 Bij de tweede schets is een combinatie mogelijk door com- -* n ft * ·* Γ| s /* 'tf i v ** · * 18 binatie van drie ponpen, echter wel verschillende plunjer-inhoud (zie fig.44).
Met 3 plunjerpompen kan men op deze wijze met 3000 toeren 150 Hz bereiken.
5 Voor de eerste'schets zijn zes normale r>nr»-ien of een pomp van bijzondere constructie (zie fig. 45) benodigd. De meest universele constructie is een "hydraulisch orgel" bestaande uit een willekeurig aantal plunjers met willekeurige olieverplaat-sing, welke plunjers volgens het gewenste patroon worden IQ aangesloten (zie fig. 46) .
Voor een drukgestuurde beweging kan men volgens het bovenstaande procédé werken, echter worden de plunjers dan Vervangen door verschillende accumulatoren, welke via stuur-kleppen op het juiste moment ontladen.
15 De accumulatoren worden door een hvdraulisch aggregaat steeds onder druk gehouden. De accumulatoren 1 t/m 6 kunnen desgewenst onder een verschillende druk worden gebracht.
Hierdoor wordt de druksturing ingesteld. De druk is dan last-onafhankelijk. De zuigerverplaatsing uiteraard niet.
20 Zie fig.47 "hydraulisch orgel" m.b.v. acculumatoren.
<-J> j Λ “ i Uli . -· M t
ƒ V 1 ** V V

Claims (70)

1. Werkwijze en inrichting voor het opwekken van hydraulische impuls- of wisselstromen en/of hydraulische drukken, nader genoemd hydraulische wisselstromen, t.b.v. de 5 aandrijving van hydraulische komponenten zoals, vaten, slangen, roterende lineaire en hydromotoren of complexere hydraulische constructies met het kenmerk dat deze hydraulische wisselstromen een op verschillende tijdstippen reproduceerbaar zg. trillend verloop hebben 10 waardoor in de aangedreven komponenten vibraties (tril lingen) kunnen worden opgewekt waarbij de stroom, de druk, de amplituden, de snelheid en de versnelling ’niet alleen een symmetrisch maar ook een a-symmetrisch verloop kan hebben, zelfs zodanig a-symmetrisch dat men kan spreken 15 schokvormig verloop.
2. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 1 met5het kenmerk dat het irillingsverloop zowel periodisch als a-peri-odisch kan zijn (zie fig.l )
3. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 2 met het ken- 20 merk dat de hydraulische wisselstroom waaronder de a-svm- metrische trilling wordt opgewekt door een statische- of quasi-statische hydraulische gelijkstroom om te vormen m.b.v. een voor de werkwijze specifieke klepconstructie bv. een servoklep of een roterende stuurschuif, en één 25 of meerdere accumulatoren zonodig aangevuld met afslui ters, smoor-, begrenzings-, éénrichtingventielen e.d.
4. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusies met het kenmerk dat de specifieke stuurklep en de schakeling zodanig is ingericht dat de statische of quasi- 30 statische oliestroom op regelmatige periodische of a-pe- riodische tijdstippen afwisselend wordt gestuurd naar .e „ ·,· (.8 en .23) „„ een of meerdere oliegeleiders en naar een of meer dere andere oliegeleiders(.10 en .24) 1 Y '·' ir ί V -v v * *
5. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusies met het kenmerk dat de opgewekte hydraulische wisselstroom een a-symmetrisch of schokvormig karakter kan hebben.
6. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 5 met het ken merk dat de constructie van de stuurschuif in combinatie met de schakeling zodanig is uitgevoerd dat de oliestroom tijdens één van de fasen wordt toegevoerd aan oliegelei-der(s) (2.8) en tijdens de andere fase over het eerste 10 gedeelte van deze fase aan één of meer accumulatoren en over het tweede gedeelte van deze fase naar de andere oliegeleider(s) (2.lO)gezamelijk met de oliestroom welke wordt gevormd door ontlading van de zo juist gevulde accumulator (en) . (zie fig. 2 : "blokkademethode "opslaan 15 en ontladen van de accumulator(en) tijdens dezelfde fase)
7. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de constructie van de stuurschuif in combinatie met de schakeling zodanig is uitgevoerd dat de oliestroom tijdens één van de fasen gedeeltelijk aan de oliegelei- 20 der(s) (7.8) en gedeeltelijk aan één of meerdere accumu- , v (7.23) lator(en) wordt toegevoegd, terwijl in de volgende fase de oliestroom wordt toegevoerd aan de oliegeleider(s) (7.10) waarbij de in de vorige fase gevulde accumulator(en)zich nu ook ontladen via oliegeleider (7.10(zie fig.7 ; "twee-25 wegmethode"opslaan en ontladen van de accumulator(en) in twee achtereenvolgende fasen)
8. Werkwijze en inrichting volgens conclusies 6 en 7 met het kenmerk dat de hoeveelheid olie welke tijdens de ene fase wordt gestuurd naar oliegeleider (.8) wordt afgestemd 30 op de hoeveelheid olie welke tijdens de andere fase te recht komt in oliegeleider (.10) .
9. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk dat de olieverdeling over geleider (.8) en geleider (.23) wordt bereikt door verstelling van de één in de 7 3 \ Q 1 stuurschuif aangebracht tweewegsysteem waarmede de hoeveelheid olie gestuurd naar geleider (.8) en naar de accumulator wordt geregeld en/of door een inrichting van de stuurschuif waardoor de tijdslengte van de beide fa-5 sen verschillend en in de juiste verhouding worden gekozen (zie fig. 12 resp.ll)
9 m CONCLUSIES .
10. Inrichting en werkwijze volgens voorgaande conclusies met het kenmerk dat de stuurklep en schakeling zodanig zijn ingericht dat van de hoeveelheid hydraulische olie 10 welke door de stuurklep tijdens één van of beide fasen naar de hydraulische geleiders worden gestuurd een gedeelte wordt afgetapt en al of niet via een accumulator wordt toegevoerd aan de andere fase dan wel wordt afgevoerd naar de tank, "aftapmethode" zie fig.27.
11. Inrichting en werkwijze volgens conclusie 10 met het kenmerk dat het aftappen van beperkte oliehoeveelheden is bedoeld ter correctie van de verdeling van de oliehoeveelheden door de stuurklep over de oliegeleiders(.8 en .20)
12. Werkwijze en inrichting volgens conclusies 10 en 11 met 20 het kenmerk dat het aftappen van een gedeelte van de hydraulische vloeistof geschiedt door een inrichting van de stuurschuif zodanig dat een kortsluiting van bepaalde of regelbare doorlaat ontstaat tussen één of meerdere circuits binnen de stuurschuif (zie fig.27 ).
13. Werkwijze en inrichting volgens een gedeelte van voorgaande conclusies met het kenmerk dat door het aftappen van de fase of van olie volgens concl. (11) of het verdelenvvan de olie- mede hoeveelheid over geleider (.8) en de accumulatorVbedoeld is om de middenstand van de heen- en weergaande slag van 30 een door de hydraulische wisselstroom aangedreven lineaire motor hetzij op een vaste plaats te houden, hetzij naar behoefte te verstellen.(zie fig.28 ) ' ij *3 - ’ V: ^ ~ -V J 5 Xl %> v. r *
14. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusies met het kenmerk dat de stuurschuif een roterende stuur-schuif is waardoor de frequentie van de opgewekte hydraulische wisselstroom recht evenredig is met het toe- 5 rental van de roterende stuurschuif en de lengte en de plaats van de fasen van deze hydraulische wisselstroom worden gefixeerd door de afmetingen en situaties van gaten en sleuven in deze roterende stuurschuif (zie fig.29)
15. Werkwijze en inrichting volgens een gedeelte van voor- 10 gaande conclusies met het kenmerk dat de roterende stuurschuif, nader genoemd generator, bestaat uit een huis in de vorm van een cylinder (huis met één zijvlak) of een prisma, waarvan de doorsnede een driehoek of een veelhoek is (huis met 3 of meer zijvlakken) en dat in 15 de zijvlakken van het huis gaten zijn aangebracht nader genoemd poorten welke poorten in verbinding worden gebracht met het hydraulisch circuit.(fig.15)
16. Werkwijze en inrichting volgens· conclusie 15 met het kenmerk dat in het huis evenwijdig met de zijvlakken 20 een cylindrische opening aanwezig is waarin één of meer dere bussen (holle cylinders) of/en één of meerdere rotoren (massieve cylinders) welke om hun as kunnen draaien worden geplaatst.
17. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusie 25 met het kenmerk dat binnen de bus of bussen of naast de bus of bussen één of meerdere andere bussen kunnen worden geplaatst zodat binnen het huis als aangegeven in fig.16 één of meerdere concentrische bussen liggen en/ of meerdere in axiale richting van elkaar gescheiden 30 bussen en dat de bus(sen) in langsrichting in twee of meerdere segmenten kunnen zijn verdeeld, (zie fig.18)
18. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusie met het kenmerk dat in alle of meerdere van de binnen het huis aanwezige bussen openingeh en/of sleuven aan- / ij* i» 3 «w w m wezig zijn.
19. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusie met het kenmerk dat één, alle of een gedeelte van de bussen gezamelijk of ieder voor zich axiaal verschuif- 5 baar zijn en/of verdraaibaar zijn en/of volledig ro teerbaar zijn. (zie fig. 17,21)
20. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusie met het kenmerk dat tolerantie en uitvoering zodanig is dat de bus(sen) na gedeeltelijke demontage'uitgewisseld 10 kunnen worden met anders bewerkte busse^en^o IvSSSSMif- en/of verdraaibaar zijn d.m.v. hydraulische drukken tegen één of meerdere zijkanten in langs- of dwarsligging van de bussen dan wel d.m.v. een hefboomconstructie dan welvêen servocylinder en/of draai of roteerbaar zijn d. 15 m.v. een interne of externe mechanische of hydraulische roterende aandrijving.(zie fig.18 )
21. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusie met het kenmerk dat de inwendige aandrijving kan bestaan uit door oliedruk aangedreven schoepen of door 20 planeetwielen welke aangedreven worden door een andere bus of een rotor.(zie fig.22 )
22. Werkwijze en inrichting volgens een gedeelte van voorgaande conclusies met het kenmerk dat binnen het huis „ , . „ , , (of meerdere) of binnen de bus (sen) eenvcylmder, genaamd rotor is 25 aangebracht welke rotor extern mechanisch of hydraulisch wordt aangedreven of inwendig binnen het huis mechanisch door de bus, al of niet met planeetwielen, of hydraulisch d.m.v. een turbine-constructie wordt aangedreven. (zie fig.22)
23. Werkwijze en inrichting conclusie 22 met het kenmerk dat de turbine-schoepen zelf instelbaar zijn en wel zodanig dat bij toenemend toerental de aandrijfhoek en dus de aandrijfkomponent geregeld door de turbine-schoepen kleiner wordt waardoor de schoepen naast de aandrijvings- •I —J. ! y ; .** y “s * * funktie een funktie hebben t.b.v. het regelen van het toerental.(zie fig.23 )
24. Werkwijze en inrichting volgens een gedeelte van voorgaande conclusies met het kenmerk dat de rotor is voor- 5 zien van sleuven en/of gaten zodanig dat bij roteren van rotor in verschillende standen, verschillende verbindingen tussen poorten en andere openingen of sleuven tot stand komen waardoor een of meerdere hydraulische geleiders door de generator heen ontstaan met achtereenvolgens 10 verschillende schakelingen. ///
25. Werkwijze en inrichting volgens een gedeelte van voorgaande conclusies met het kenmerk dat de rotor kan be- 15 staan uit meerdere delen waardoor deze rotof tijdens de werking of na gedeeltelijke demontage langer of korter ("telescooprotor") kan worden,Vdan wel dat zich om de rotor bussen bevinden welke axiaal en/of radiaal t.o.v. de rotor kunnen worden verdraaid, (zie fig.19 en 20)
26. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 24 met het · kenmerk dat in principe langs de rotor een meervoudig sleuvensysteem wordt aangebracht waardoor er meerdere oliegeleiders (.8,.23,.10,;24)aan het huis kunnen worden aangesloten en welke corresponderen of kunnen corresponde-25 ren met het meervoudig sleuvensysteem.
27. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 26 met het kenmerk dat het meervoudig systeem wordt gebruikt om meerdere komponenten bv. meerdere lineaire hydromotoren aan te drijven, dan wel om de hoeveelheid en/of druk 3. van de naar één komponent toegevoerde oliestroom te re gelen door één verdeling van deze oliestroom over de toevoerleider naar de komponent en een gedeelte van de (fig.7,8,9,10,13) aangeboden oliestroom een andere bestemming te geven.V
28. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 27 met het 35 kenmerk dat de verdeling van de oliehoeveelheden over meerdere komponenten of de regeling van de exacte olie- hoeveelheid naar één komponent door een tweewegsysteem /// Deze schakelingen kunnen zich afhankelijk van het aantal gemaakte verbindingen meerdere malen per omwenteling herhalen. 790 1 3 S3 9 * λ wordt tot stand gebracht door een verstelling van een of meerdere bussen en/of verlenging of verkorting van de rotor, dan wel of gecombineerd met het aanbrengen (fig.12,13,27) van smoorventielen aan de buitenzijde van de generator! 15,18,24
29. Werkwijze en inrichting volgens conclusie ν' met het en gaten in huis, in bussen of kenmerk dat de sleuveriVin de rotor op.ongelijke afstanden langs de rotoromtrek worden gelegd waardoor de openingstijden tijdens één omwenteling verschillend worden. (zie fig.10,29)
30. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 24 met het kenmerk dat de sleuven in de rotor in een schuine richting wordenagêbracht volgens fig. 10 waardoor afhankelijk van de plaats van de openingen in huis of bus verschillende openingstijden ontstaan.(fig. 8,29)
31. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusie met het kenmerk dat door verschuiving van de bus(sen) en/of verlenging of verkorting van de rotor of verschuiving van de rotorbussen ongelijke tijdsintervallen in het openen en sluiten van de poorten ontstaan waardoor 20 de a-symmetrische trilling volgens het tweewegsysteem regelbaar kan worden gerealiseerd.
32. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 24 met het kenmerk dat de zijkanten van de sleuven in de rotor een hoek maken met de radialen waardoor bij het uitstromen 25 van de hydraulische olie uit de sleuf dwars op de sleuf een komponent ontstaat welke de rotatie van de rotor ondersteund dan wel tegenwerkt, (fig.23)
33. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 18 met het (sen) kenmerk dat in de bus*'openingen aanwezig zijn welke bi} , in of uitwendig 30 bepaalde standen van de rotorvcorresponaeren met meer dan één sleuf waardoor een meerwegsysteem voor de olie ontstaat waarbij de doorlaat van het systeem geregeld kan worden door verschuiving of verdraaiing van de bus, of onderdelen van de rotor (fig.24). / 0 V 'i ύ k? W 9 é en andere
34. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 15Vmet het kenmerk dat in het huis openingen zijn aangebracht welke corresponderen met meer dan één sleuf in de rotor waardoor bij bepaalde standen een meerwegsysteem ont- 5 staat waarbij door axiale verplaatsing van de sleuven in de rotor een verdeling van de hoeveelheden over het meerwegsysteem ontstaat.(fig.24)
35. Werkwijze en inrichting'volgens een gedeelte van voorgaande conclusies met het kenmerk dat de openingen in 10 het huis en/of de bus uit meerdere kleinere openingen bestaan, (fig.25) en andere
36. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 14’ met het kenmerk dat de openingen of de combinatie van openingen in huis en/of bus een speciaal verloop hebben zoals 15 driehoekig of exponentieel (zie fig.26)
37. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 14 met het kenmerk dat de openingen in huis en/of bus onder een hoek met de radialen zijn geboord.(zie fig.23, de olie-straal wordt geleid in een niet radiale richting.)
38. De langzame frequentie komt overeen met de eigen frequentie van het te verdichten grondpaket pf in trilling te brengen paalsysteem, de snelle frequentie met de eigen frequentie van de hydraulische cylinder.
38. Werkwijze en inrichting volgens een gedeelte van voor gaande conclusies met het kenmerk dat een zodanige voorziening aan de stuurklep en/of andere komponenten van het syste'em waarmee de hydraulische wisselstroom wordt opgewekt wordt getroffen dat meet- en regeltechniek kan 25 worden toegepast op de besturing van het systeem.
39. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusie met het kenmerk dat deze regeling is gebaseerd op de meting van twee of meer temperatuurverschillen en/of drukken binnen de oliegeleiders van het hydraulisch 30 systeem.
40. Werkwijze en inrichting volgens de 2 voorgaande conclusies met het kenmerk dat deze temperatuurverschillen met relatief grote nauwkeurigheid worden gemeten bv. in hondertste graden en met een relatief grote snelheid bv A “»f «4 ?· J. *** ft r?» ft ___________________ _ ___ _ · met een zodanige snelheid dat de temperatuur fluktua-ties binnen enkele of enkele onderdelen van seconden kunnen worden gemeten.
41. Werkwijze en inrichting volgens de 3 voorgaande conclu- 5 sies met het kenmerk dat deze temperatuurverschillen bij benadering uitsluitend worden bepaald door rende-mentsverliezen en adiabatische temperatuursfluktuaties en daardoor een maat zijn voor de verdeling van stromen en drukken tussen de in de verschillende circuits 10 gemeten temperatuursverschillen.
42. Werkwijze en inrichting volgens de 4 voorgaande conclusies met het kenmerk dat de elektronische signalen samenhangend met de temperatuur- en of drukverschillen met een mini-computer worden verwerkt en toegevoerd 15 worden aan het meet- en regelsysteem waardoor de be oogde regeling wordt bereikt.
43. Werkwijze en inrichting volgens de 5 voorgaande conclusies met het kenmerk dat bijvoorbeeld de beoogde regeling wordt aangewend om de middenstand van een vibre- 20 rende lineaire motor te fixeren dan wel naar wens te of te programeren verstellen,dan wel de cylinders van een hydromotor supplementair te verstellen^ dan wel de frequentie, druk of flow te sturen (zie fig. 30).
44. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 43 met het 25 kenmerk dat de regeling en besturing ook kan plaats vinden op basis van verplaatsingen, versnellingen en snelheden gemeten aan de door de hydraulische wisselstroom gestuwde komponent (zie fig. 30) .
45. Werkwijze en inrichting volgens een gedeelte van voor- 30 gaande conclusies met het kenmerk dat in bus of huis van de generator L-vormige openingen zijn aangebracht zoals aangegeven in fig. 5 en/of schakelingen tot stand zijn gebracht zoals aangegeven in fig. 2-4-7-9 of 13. T Λ *f; ;* Λ, T" β *§ j vr \J 23 —— .... Λ
46. Werkwijze en inrichting volgens een gedéelte van voorgaande conclusies met het kenmerk dat door axiale verschuivingen van de L-vormige openingen de a-symmetrische trilling kan worden veranderd in een symmetrische tril- 5 ling en/of de trilling kan worden bijgeregeld door de aftapmethode (zie fig. 6) .
47. Werkwijze en inrichting volgens een gedeelte van voorgaande conclusies met het kenmerk dat a-symmetrische hydraulische wisselstroom ontstaat met een a-symmetri- 10 sche versnelling door beide fasen van de amplituden te verdelen in een langzaam gedeelte van de slag en een snel gedeelte van de slag. Wanneer de eerste fase begint met een langzaam gedeelte volgt hierop het snelle gedeelte, waarna de volgende fase weer begint met een 15 snel gedeelte en vervolgens een langzaam gedeelte. (zie ook fig. 31) .
48. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusie met het kenmerk dat volgens de blokkademethode het langzame gedeelte van iedere fase wordt tot stand gebracht 20 door volledige of grotendeelse blokkade van de olie stroom van de pomp naar de gestuurde komponent en opslag van deze oliestroom in één of meerdere accumulatoren, terwijl het snelle gedeelte van de slag ontstaat door geleiding van de oliestroom naar de gestuurde kom- 25 ponent in combinatie met ontlading van de accumulator(en) (zie fig. 32 en 34).
49. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 47 met het kenmerk dat opwekking van een a-symmetrische wisselstroom volgens de tweewegmethode ontstaat door tijdens 30 het langzame gedeelte van de fase de oliestroom te ver delen over de aangestuurde komponent en een of meer accumulatoren en tijdens het snelle gedeelte van deze fase de oliestroom naar de aangestuurde komponent te vermeerderen met de oliestroom volgend uit de ontlading V» 4, 3 jp» J S j %) -é <3 van één of meerdere accumulatoren (zie fig. 33 en 35).
50.Werkwijze en inrichting volgens de 3 voorgaande conclusies met het kenmerk dat deze a-symmetrische trilling ook kan worden opgewekt m.b.v. de zg. "suppletie-methode". 5
51. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusie met het kenmerk dat de generator zo is ingericht dat over de beide fasen de normale oliestroom van de pomp via de A-poort (.8) en via de B-poort (.11) toevloeit naar de aangestuurde komponent, en dat over een gedeel-10 te van beide fasen deze oliestroom wordt vermeerderd met de ontlading van één of meerdere accumulatoren per fase : zie fig. 35 en 37 waarin, gebruikmakend van cetop symbolen iedere periode is onderverdeeld in 4 standen van de schuif en iedere fase in 2 standen.
52. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusie met het kenmerk dat het opladen van de accumulatoren welke de suppletiestroom leveren kan geschieden door een tweede leveringsbron van hydraulische vloeistof dan wel door dezelfde hydraulische pomp waarbij vóór de ge-20 nerator een tweewegklep is geschakeld welke de hydrau lische stroom verdeelt naar accumulator(en) en generator. Zie fig. 35 resp. 37 waarin een schakelsysteem t voor beide oplossingen is gegeven.
53. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 47 en volgen- 25 den met het kenmerk dat de regeling van de middenstand van de lineaire motor kan worden verkregen door een vroeger beschreven aftapsysteem, dan wel verschuiving van de fasehoek door toepassing van schuine sleuven, dan wel door proportionele regeling van de suppletie-30 en/of de hoofdstromen (zie fig.37).
54. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 47,48,49 met het kenmerk dat schakeling en constructie van de generator zodanig is ontworpen dat da langzame versnelling niet groter of ongeveer gelijk is a-an de versnelling o» > ** *7 ·;» / ·£' V s 0 4 0 t van de zwaartekracht g en de grote versnelling een veelvoud is van g.
55. Werkwijze en inrichting volgens conclusies 47 t/m 49 met het kenmerk dat de beweging of versnelling behorend 5 bij het langzame gedeelte overeenkomt met de eigenfre- quentie van de aangestuurde komponent#en/of het door deze komponent in trilling gebrachte werkstuk. Zo mogelijk in combinatie met een frequentie van het snelle gedeelte van de trilling welke overeenkomt met een har- 10 monische van de langzame frequentie, zie voorbeeld fig.
56. Werkwijze en inrichting volgens een gedeelte van voor gaande conclusies met het kenmerk dat de uitvinding wordt gebruikt voor de werkwijze en inrichting van een verdichtingsmachine voor korrelige materialen, welke machine is opgebouwd uit een vóórverdichtingsgedeelte 20 met of zonder een naverdichtingsgedeelte.
57. Werkwijze en inrichting volgens voorgaande conclusie met het kenmerk dat het vóórverdichtingsgedeelte bestaat uit een door een cylinder I (38.24) aangedreven mal of een mal bestaande uit vaste zijkanten en een 25 door cylinder I aangedreven bodem, zie fig. 38 waarbij cylinder I wordt aangedreven volgens kenmerk 47 en volgende kenmerken.
58. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 56 met het kenmerk dat het naverdichtingsgedeelte bestaat uit een 30 door .cylinder II (38.25) aangedreven dekstempel in de mal, waarbij cylinder II trilt met een fase en vorm gebonden aan de fase en vorm waarmee cylinder I wordt aangedreven. ·*·> .3¾ .* + *sr~ > / ^ IJ i ij d
59. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 57 en 58 met het kenmerk dat de beweging van beide cylinders zo op elkaar wordt afgestemd dat het te verdichten materiaal behalve de verplaatsing dat dit materiaal ondervindt 5 t.g.v. de beweging van cylinder I tevens wordt gecom primeerd tijdens het snelle gedeelte van de beweging door een verkleining van de afstand van mal en dekplaat en kan ontspannen tijdens het langzame gedeelte van de beweging door een vergroting van de afstand tussen mal 10 en dekplaat zie hiertoe fig. 39.
60. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 59 met het kenmerk dat de cylinder II kan worden vervangen door een veersysteem dat bij benadering het effekt van kenmerk 59 bereikt.
61. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 57 met het kenmerk dat geen naverdichtingsgedeelte met cylinder II wordt toegepast doch waarbij de versnelling van cylinder I wordt geregeld volgens het principe van kenmerk 54 en zo mogelijk volgens een gedeelte van kenmerk 55. 20
62. Werkwijze en inrichting volgens een gedeelte van voor gaande conclusies met het kenmerk dat een systeem voor het verdichten van korrelig materiaal wordt toegepast gebruikmakend van 2 cylinders volgens schema fig. 38 aangedreven door één generator met een uitvoering als 25 aangegeven in fig. 40 en de schakeling van het hydrau lische schema als aangegeven in fig. 41, desgewenst gecombineerd met besturing van de verdichtingstijd en/of amplituden en/of krachten door een elektronisch signaal opgewekt uit een ultrasonore meting van de bereikte 30 verdichting binnen de mal. Deze meting berust op ultra sonore signalen welke via de zijkanten van de mal door het te verdichten materiaal worden gestuurd en geanna-liseerd al of niet gebruik makend van een mini-computer. / 3 y % j ^ o *
63. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk dat de flow van een hydraulische wisselstroom per bewegingsfase wordt onderverdeeld in meerdere gedeelten welke gedeelten ongelijk van hoeveelheid en/of tijdsduur 5 kunnen zijn(Compositie-methode) fig. 42, 43.
64. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 63 met het kenmerk dat afzonderlijke (gedoseerde) gedeelten door afzonderlijke hydraulische componenten en/of door afzonderlijke onderdelen van hydraulische componenten worden 10 geleverd.
65. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 64 met het kenmerk dat de afzonderlijke gedoseerde gedeelten worden geleverd door afzonderlijke volumeopbrengende onderdelen van een hydraulische pomp, bijv. plunjers (fig. 44 en 45).
66. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 65 met het kenmerk dat bij deze methode meerdere pompen in de juiste fase parallel geschakeld worden (fig. 44).
67. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 65 met he4- kenmerk dat een willekeurig aantal olie-opbrenger 20 componenten (plunjers) van willekeurige opbrengst op willekeurige wijze worden aangedreven. "Hydraulische orgel op pompbasis". (zie fig. 46).
68. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 64 met het kenmerk dat de afzonderlijke hydraulische doseringen 25 worden geleverd door ontlading van verschillende accumulatoren desgewenst met verschillende gasvoorspanning "Hydraulisch orgel op accumulatorbasis". (zie fig. 47).
69. Werkwijze en inrichting volgens conclusie 63 t/m 68 met het kenmerk dat de stuurkleppen bestaan uit een 30 roterende stuurschuif volgens een of meerder van voor gaande conclusies, (zie fig. 48).
70. Laatste conclusie. Werkw. en inr. volgens een gedeelte van voorgaande conclusies met het kenmerk dat stroon, drukvorm en capaciteit van de hydraulische wisselstroom volgens verschillende uitvoeringen 35 kan worden geregeld en verschillende vormen kan hebben door combinatie van schakeling, constructie van generator en verstelling van onderdelen van de generator of door combinatie met een hydraulisch orgel zoals aangegeven in een gedeelte van de fig. 1 t/m 43 of een combinatie hiervan. , _ j s-r λ, *» /' 9 U iO S v
NL7901395A 1979-02-08 1979-02-22 Universele hydraulische impuls- en wisselstroom- generator. NL7901395A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7901395A NL7901395A (nl) 1979-02-22 1979-02-22 Universele hydraulische impuls- en wisselstroom- generator.
EP80200114A EP0024748A3 (en) 1979-02-08 1980-02-08 Construction and/or application in relation to the generation or the use of pressures, forces, flows and movements in and by means of hydraulic or hydro-pneumatic systems

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7901395 1979-02-22
NL7901395A NL7901395A (nl) 1979-02-22 1979-02-22 Universele hydraulische impuls- en wisselstroom- generator.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7901395A true NL7901395A (nl) 1980-08-26

Family

ID=19832674

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7901395A NL7901395A (nl) 1979-02-08 1979-02-22 Universele hydraulische impuls- en wisselstroom- generator.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL7901395A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4838023A (en) * 1986-04-23 1989-06-13 Gesellschaft Fur Hydraulik-Zubehor Mbh Fluid pressure circuit with accumulator charging and safety valve system including check valve bypass
CN103104568A (zh) * 2013-01-22 2013-05-15 浙江大学 一种内控式双自由度阀芯旋转式四通换向阀

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4838023A (en) * 1986-04-23 1989-06-13 Gesellschaft Fur Hydraulik-Zubehor Mbh Fluid pressure circuit with accumulator charging and safety valve system including check valve bypass
CN103104568A (zh) * 2013-01-22 2013-05-15 浙江大学 一种内控式双自由度阀芯旋转式四通换向阀
CN103104568B (zh) * 2013-01-22 2015-05-20 浙江大学 一种内控式双自由度阀芯旋转式四通换向阀

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8000650A (nl) Vibratie-inrichting met niet-gebalanceerde gewichten.
FI82851C (fi) Vibratorplatta.
US10421101B2 (en) Tamping unit for tamping sleepers of a track
US8162564B2 (en) Surface compactor and method of operating a surface compactor
US4492524A (en) Multiple piston pump with a constant discharge capacity
CN106068352A (zh) 用于确定压实状态的系统和方法
WO2013136138A1 (en) A variable moment resonance-free vibro hammer
CN107429629A (zh) 工程机械
NL7901395A (nl) Universele hydraulische impuls- en wisselstroom- generator.
JPH09206683A (ja) 方向付けられた振動を生ぜしめるための励振器
US6981558B2 (en) Controller for an unbalanced mass adjusting unit of a soil compacting device
US3395536A (en) Method of and apparatus for transmitting energy by pressure oscillations in a fluid
US3815473A (en) Vibrating apparatus
JPH10502868A (ja) アンバランス−マス振動器における横振動の補正
US4111061A (en) Variable eccentric vibration generating mechanism
SE439442B (sv) Svengingsalstrare med stellbar obalans
JP4314194B2 (ja) 地面締固め機器のための振動発生器
FI60746C (fi) Vibrationsplatta
CA2266762A1 (en) Unbalanced vibrator for stone forming machines
CN114072244B (zh) 振动发生器及具有这种振动发生器的建筑机械
Axin et al. Energy efficient fluid power system for mobile machines with open-centre characteristics
EP2148006A1 (en) Device for speed synchronisation of two vibrators
CN105369712B (zh) 用于压实机的系统和用于标定具有滚轮的压实机的方法
US6279386B1 (en) Meter for measuring the volume of a flowing fluid
US2390590A (en) Hydraulic device

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed