NL7901004A - Inrichting voor het uit tabaksblad snijden van dek- of ombladen voor sigaren. - Google Patents

Description

-1- * > tfi.

. - B.V. Arenco P.M.B.

Best, Nederland

Inrichting voor het uit tabaksblad snijden van dek- of ombladen voor sigaren.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uit tabaksblad snijden van dek- of ombladen voor sigaren, voorzien van een drager met één of meer geschikte contourmessen, waarover het tabaksblad wordt gespreid, 5 en een parallel aan die drager beweegbare houder met tenminste één over de snijranden van de contourmessen afrollend element.

In de tabaksindustrie is het bekend om met de hand tabaksblad over contourmessen uit te spreiden, welk 10 tabaksblad door middel van zuiglucht op de drager wordt vastgehouden. Een tweetal.vrij draaibare meestal conisch gevormde rollen worden over het snijbed gevoerd-, waarbij door de tussen conische rol en snijrand uitgeoefende druk een snede in het tabaksblad wordt aangebracht. De contour-15 messen hebben meestal de vorm van het gewenste dek- of omblad, zodat door het uitnemen van het tabaksblad binnen de contourmessen het gewenste dek- of omblad kan worden afgevoerd.

In bovengeschetste techniek werd bij de snijbedden gebruik gemaakt van één of hoogstens twee contourmessen, 20 waardoor het uitsnijden van het tabaksblad zonder veel problemen kon plaatsvinden, maar vooral omdat er altijd toezicht was op het gebeuren.

De uitvinding beoogt een snijmechanisme te ontwikkelen, waarbij een veel groter aantal contourmessen 25 mogelijk zijn, terwijl de inrichting geschikt is om te worden toegepast in een volautomatische verwerkingsstraat van 'tabaksblad.

790 1 0 0 4

- I

• i» . .

-2-

Bij een dergelijke automatische verwerking wordt gedacht aan een volautomatisch op de contourmessen aanbrengen van het tabaksblad, en het gelijktijdig in een groot aantal bruikbare delen versnijden van dat blad onder afvoering van het restdeel.

5 Vervolgensrworden de bruikbare delen afzonderlijk afgenomen en verder verwerkt.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat het element in een richting loodrecht op de bewegingsrichting trilbaar in de houder is gelagerd.

10 Dankzij deze trillende bewegingscomponent wordt verzekerd dat de contourmessen op alle plaatsen door het tabaksmateriaal wordt gedrukt, waardoor een zuivere snede is verzekerd.

In een verdere ontwikkeling van de uitvinding bestaat de over de snijranden afrollende mantel van het 15 element uit twee lagen, waarvan de buitenlaag harder is dan de, onderliggende laag.

Hiermee wordt verzekerd dat ondanks de harde en daardoor slijtvaste buitenlaag toch een relatief soepele mantel van het element is bereikt, hetgeen de snijdende werking van de 20 contourmessen verbeterd.

Bij voorkeur is het element gevormd door twee aan elkaar parallelle cylindrische rollen, waardoor een relatief goedkope doch doeltreffende uitvoeringsvorm wordt bereikt.

25 In een uitvoeringsvorm zijn de beide rollen in een zelfde lagerstoel gelagerd, welke lagerstoel in een lood-recht op de bewegingsrichting van de houder gerichte geleiding daarlangs schuifbaar is. Zodoende zullen beide rollen een gelijkvormige trilbeweging uitvoeren.

30 Voor het verkrijgen van de vereiste trilfreguentie is de houder voorzien van een electromotor, waarbij een op de uitgaande as daarvan excentriek direct aan de lagerstoel is gekoppeld.

790 1 0 0 4 ” * • Ή, -3- ν

Teneinde de afvalstukken van het niet bruikbare tabaksbladdeel te verwijderen is een met een vacuümbron verbonden zuigmondstuk naast het element opgesteld.

Indien aan weerszijden van het element een 5 zuigmondstuk is opgesteld is een omschakelbare klep aangebracht, die beurtelings hetzij het ene hetzij het andere zuigmondstuk in verbinding stelt, teneinde het luchtverbruik van de inrichting te verminderen.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de 10 hand van twee uitvoeringsvoorbeelden.

In de tekening tonen: fig.1 een -perspectivisch bovenaanzicht van de snijinrichting volgens de uitvinding, fig.2 een vooraanzicht van de houder met het 15 afrollend element voor een inrichting uit fig.l, fig.3 een zijaanzicht van de houder volgens de lijn IIT-III in fig.2, fig.4 een perspectivisch aanzicht van een cylin-drisch element, 20 fig.5a,b,c een langsdoorsnede met twee ’ zijaanzichten van een op de motoras aangebrachte excentriek voor het opwekken van de trilbeweging van het afrollend element.

fig.6 een met fig.3 overeenkomend zijaanzicht van 25 een houder in een tweede uitvoeringsvorm.

_ In fig.l is een vlakke drager 1 met daarop of daarin aangebrachte contourmessen 2 op een willekeurig ondergestel 3 bevestigd. De snijranden 4 van de contourmessen 2 liggen in hetzelfde vlak.

30 Parallel aan dat door de snijranden 4 gaande vlak wordt een houder 5 langs een rechtgeleiding 6 gevoerd, die hier bestaat uit een tweetal parallelle staven 6', 6", die aan weerseinden zijn gevat in een gestel 7, dat via posten 8 ep-het ondergestel 3 zijn bevestigd.

7901004 35 -4- .. sJ9

V

De houder 5 wordt door middel van een aan de in fig.l niet zichtbare achterzijde daarvan bevestigde tand-riem 9 heen en weer bewogen, welke tandriem 9 aan de achterzijde om een in het raamwerk 7 gelagerde omkeerrol is 5 geslagen en aan de voorzijde om een op de motoras van een elektromotor 11 gelagerd wiel 12.

De elektromotor 11 is omkeerbaar, zodat het duidelijk zal zijn dat de houder 5 heen en weer langs de geleiding 6 boven de drager 1 langsgevoerd kan worden.

10 In de figuren 2 tot en met 5 is de houder met de daarin getoonde cylindrische rolelementen in detail getoond.

De houder 5 bestaat in hoofdzaak uit een zich tussen de geleidingsstangen 6' en 6" uitstrekkend brugdeel 13 dat vast is verbonden met de langs de stangen beweegbare 15 lagerbussen 16. Op het brugdeel 13 is een elektromotor 17 bevestigd, die aan weerszijden een uitgangsas 18 vertoont.

Op elke uitgangsas 18 is een excentriekbus 19 aangebracht, die in detail in fig.5 is getoond. De elektromotoras 18 is via een spieverbinding 20 met de bus 19 verbonden, welke bus door mid-20 del van lagers 21 in een vast aan het brugdeel 13 verbonden • lagersteun 22 is gemonteerd.

De lagerbus is aan het van de elektromotor afgekeerde motor voorzien van een excentrische tap 23, waarvan de hartlijn over een maat e excentrisch ten opzichte van de 25 hartlijn van de blinde boring in de bus 19 ligt.

De tap 23 draagt een lager 24, die is opgenomen in een beugel 25 welke op zijn beurt is verbonden met een omlaag gerichte bladveer 26, zie ook fig.3.

Aan de onderzijde van het rugdeel 13 is een 30 tweetal cylindrische rollen 27 parallel aan elkaar opgehangen, waartoe de aan weerszijden uitstekende astappen zijn opgenomen in een lagerstoel 28. De lagerstoel 28 is via een koppelstuk 29 eveneens verbonden met de bladveer 26.

Aan weerszijden van de astappen van de rollen 27 is 35 de. lagerstoel via een schroef 30 vast verbonden met in totaal \ 790 10 04 -5- *

A

vier vertikaal gerichte pennen 31, die elk in een vertikale ondergeleiding 32 en bovengeleiding 33 op en neer verschuifbaar zijn. De ondergeleiding 32 is direkt verbonden met het brugdeel 13/ terwijl de bovengeleiding 33 via armen 34 5 met het lagerhuis 22 is verbonden.

De tappen van de rollen 27 zijn vrij draaibaar in de lagerstoel 28 middels glijlagers 35 gemonteerd.

De lagerbussen 16 zijn elk voorzien van een omlaag gerichte arm 36, die aan de onderzijde een lagerbus 37 vertoont 10 waarin dejtap 38 van een wiel 39 is opgenomen.

Het wiel 39 wordt geleid in. een vast met dragerplaat 1 verbonden geleidingsrail 40.

Aan weerszijden van de rollen 27 is een zuigmond-stuk 41 aangebracht, die zich naar boven toe voortzet in een 15 zich geleidelijk versmallend kanaal 42 tot aan een 'afvoer-leiding 43, welke met een niet getoonde vacuümbron is verbonden. Beide afvoerkanalen 42 komen tesamen in een verdeelkast 44, waarin een klep 45 heen en weer zwenkbaar is, zodanig dat telkens de klep 45 de opening van hetzij het ene 20 hetzij het andere kanaal 42 afsluit.

Daartoe is de klep 45 zwenkbaar om een as 46.-De klep 45 wordt bediend door een hefboom 47 die is bevestigd aan eentot buiten de kast 44 uitstekend deel van de as 46.

Deze hefboom 47 werkt samen met vast op het frame 7 bevestigde 25 eindaanslagen 48, zie fig.l.

In fig.4 is de rol in perspectief met gedeeltelijk weggebroken delen getekend. De rol 27 vertoont een mantel, die opgebouwd is uit twee lagen, te weten een buitenlaag 50 van relatief hard materiaal, bijvoorbeeld hard polyurethaan, 30 terwijl daaronder een zachtere laag 51 is aangebracht, welke laag eveneens van polyurethaan kan zijn vervaardigd echter met een lagere hardheidsgraad. Het inwendige van de rol kan zijn opgevuld met een willekeurige schuimstof 52.

De inrichting werkt als volgt: 790 1 0 0 4 ΐ -6-

A

een tabaksblad wordt over de contournessen 2 op de dager 1 vooraf uitgespreid/ waarna de elektromotor 11 wordt . ..

bekrachtigd. Deze zal de tandriem 9 doen bewegen zodanig dat het onderpart in fig.l naar achteren beweegt. Het onderpart 5 van de tandriem 9 is bevestigd aan de achterste lagerbus 16 en neemt derhalve het rugstuk 13 met de daaraan bevestigde . houder 5 mee. Inmiddels is de elektromotor 17 gestart, waardoor de assen 18 gaan draaien en zodoende de excenterbussen 19, zodat de tap 23 een draaiende beweging rond de hartlijn 10 van de lagerbus 19 maakt. De tap 23 neemt het lager 24 en lagerbus 25 met een in hoofdzaak op en neer beweegbare trilling mee, die zich voortzet via de veer 26 op de lagerstoel 28.

Dankzij de geleiding gevormd door de pennen 31 en de bussen 32, 33 zal de lagerstoel 28 een op en neer gaande trilling 15 uitvoeren waardoor de rollen 27 loodrecht op de bewegingsrichting bepaald door de tandriem 9 een trillende • beweging gaan uitvoeren.

De slang 43 is inmiddels op de vacuümbron aangesloten.

20 'Zodra de mantels van de rollen 27 de snijranden 4 van de contourmessen 2 raken zal het tabaksmateriaal op de snijranden 4 worden doorgesneden, waardoor een bruikbaar tabaksdeel binnen het door de snijranden 4 orasloten deel wordt verkregen, terwijl het buiten de randen 4 gelegen 25 onbruikbare tabaksdeel via de zuigmondstukken 41 en kanalen ^ 42 naar de buis 43 wordt afgevoerd.

De stand van de klep 45 is hierbij zodanig dat telkens het ten opzichte van de bewegingsrichting achterste zuigmondstuk 41 in werking is.

30 Dankzij de starre verbinding tussen de lagerbussen 16 en de geleiding 40 van de drager 1 is de afstand van de onderzijde van de mantel van de rol 27 tot aan de snijrand 4 van de contourmessen 2 bepaald, zodat een zekere doorsnijding van het tabaksmateriaal plaatsvindt. . .

790 1 0 0 4

0 V

* -7-

In fig.6 is een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting getoond, welke uitvoering in hoofdzaak overeenkomt met de hierboven beschreven uitvoering. Dezelfde referentie-pijfers zijn voor dezelfde onderdelen gebruikt.

5 In de tweede uitvoeringsvorm is de lagerstoel 53 echter anders uitgevoerd, welke lagerstoel 53 bij een punt54 tussen de lagers 35 van de rollen 27 zwenkbaar aan de houder 5 bevestigd. Coaxiaal met ëën der rollen 27 is aan de lagerstoel 53 een scharnierpunt 55 aangebracht, dat behoort bij 10 een drijfstang 56 , waarvan het andere einde gelagerd is op de excentrische tap 23, die door de elektromotor- is aangedreven.

Het zal duidelijk zijn dat in deze uitvoeringsvorm bij het bekrachtigen van de elektromotor de excentriek 15 23 de drijfstang 56 op en neer zal doen bewegen, waardoor de lagerstoel 5'3 een tuimelende beweging om het draaipunt54 met de houder 5 gaat maken.

Indien het draaipunt precies tussen de lagers 35 van de rollen is aangebracht, zullen de rollen een even grote trilling 20 uitvoeren echter in tegengestelde fase ten opzichte van elkaar.

Deze uitvoering biedt het voordeel dat de doordrukfrequentie ten opzichte van de voorgaande uitvoeringsvorm wordt vertweevoudigd, terwijl tevens een rustiger loop van de machine is gewaarborgd.

25 Vanzelfsprekend is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. Zó kan er volstaan worden met één enkele rol 27, die tevens een veel grotere diameter kan hebben, waardoor slechts een deel van de mantel üitgevoerd behoeft te zijn zoals in fig.4 is getoond. Ook kan van een 30 rol worden afgezien en kan slechts een zwenkbaar cirkel- segment vormig element worden toegepast mits de oppervlakte van de mantel zodanig is dat de gehele snijrand 4 van het contourmes 2 wordt geraakt.

790 1 0 0 4

Claims (9)

1. Inrichting voor het uit tabaksblad snijden van dek- of ombladen voor sigaren, voorzien van een drager met één of meer geschikte contourmessen waarover het tabaksblad wordt gespreid, en een parallel aan die drager beweegbare houder met tenminste één over de snijranden van de contourmessen afrollend element, met het k e.n m e r k, dat het element in een richting loodrecht op de bewegingsrichting trilhaar in de houder is gelagerd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de over de snijranden afrollende mantel van het element bestaat uit twee lagen waaryan de buitenlaag harder is dan de onderliggende laag.

3. Inrichting volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat het element is gevormd door twee parallelle cylindrische rollen.

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat een de beide rollen steunende lagerstoel in een loodrecht op de bewegingsrichting staande geleiding van de houder schuifbaar is.

5. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat een de beide rollen steundende lagerstoel bij een punt tussen de lagers zwenkbaar aan de houder is aangebracht.

6. Inrichting volgens conclusies 1-4 of 5, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van een elektromotor waarbij een op de uitgaande as daarvan gelagerde excentriek direkt aan de lagerstoel is gekoppeld.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat een zich ter weerszijden van de contourmessen aan de drager daarvan bevestigde rechte geleiding is aangebracht waarlangs de houder van het afrollend element geleidbaar is. 790 1 0 0 4 -9- %

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een met een vacuümbron verbonden zuigmondstuk naast het element is opgesteld.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat aan weerszijden van het element een zuigmondstuk is opgesteld, die door een omschakelbare klep beurtelings met de vacuümbron in verbinding te stellen zijn. 790 1 0 04