NL7807427A - Deur met een of meer panelen. - Google Patents

Description

4 v 785092/M/Rdm/s n

Aanvrager: Hendrikus Johannes Schijf te Harskamp (Gld.).

Titel : Deur met één of meer panelen.

De uitvinding heeft betrekking op een deur met één of meer panelen, waarvan de zijwanden zijn voorzien van geleidingsmiddelen, die lopen in rechte of afgebogen geleidingsrails.

Deze deuren dienen in het algemeen voor het afsluiten van relatief 5 grote toegangen tot bouwwerken. Deze deuren worden vooral toegepast als hefdeuren bijvoorbeeld voor garages, fabriekshallen of andere ruimten waarbij het vloeroppervlak zowel binnen als buiten het gebouw een grote rol speelt. Deze deuren hebben het voordeel dat slechts gering vloeroppervlak voor het openen en sluiten van de deur in be-10 slag genomen wordt, zodat eventuele voertuigen direkt aan de buitenzijde tegen het gebouw geplaatst kunnen worden, terwijl aan de I

j binnenzijde van het gebouw opslag voor materiaal of werkruimte voor installaties beschikbaar is.

Deze soort deuren worden meestal met de hand verplaatst of zijn 15 voorzien van een afzonderlijk aandrijfmechanisme, dat wederom met de hand of motorisch aandrijfbaar is. In het algemeen worden hierbij kettingen of kabels toegepast om de deuren te kunnen verplaatsen.

Het doel van de uitvinding is een nieuwe deur te verschaffen waarbij geen kettingen of kabels behoeven te worden toegepast en waarbij een 20 aparte aandrijfeenheid kan worden gebruikt ook al bestaat de deur uit meer panelen, die scharnierbaar ten opzichte van elkaar zijn bevestigd. Deze soort deuren worden in het algemeen sectiedeuren genoend.

Het doel van de uitvinding is een dergelijke deur te verbeteren, zonder gecompliceerde montagehandelingen te moeten verrichten, zoals 25 het instellen en geleiden van hefkabels of kettingen.

~ Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een deur van de 78 07 4 27“"

J

... 2 „ hierboven beschreven soort, die daardoor is gekenmerkt, dat de paneJen evenwijdig aan de geleidingsrails één of meer tandheugels of soortgelijke reeks ingrijpingsorganen bezit, ingericht om met een tandwiel samen te werken, welk tandwiel is gekoppeld met een aandrijfin-5 richting en stationair onafhankelijk van de panelen is op te steller. Dit heeft het voordeel dat de panelen zondermeer in hun geleidingen kunnen worden aangebracht, zonder dat bovendien geleidingskettingen of kabels behoeven te worden afgemeten, ingesteld en dienovereenkomstig , te worden gemonteerd.

10 Een ander voordeel hiervan is, dat eventuele rek in de kabels niet gecompenseerd behoeft te worden. Een nog verder kenmerk van de uitvinding bestaat daarin, dat elk paneel aan beide zijranden, nabij de geleidingsrails van een tandheugel of soortgelijke reeks ingrijpingsorganen is voorzien, waarbij elke tandheugel met een tandwiel 15 samenwerkt en de nabij de geleidingsrails aangebrachte tandwielen onderling zijn gekoppeld.

Hierdoor behoeft de deur niet speciaal te worden afgestemd in verband met het schuintrekken van de deur, dat wil zeggen, dat de ene zijkant van de deur hoger zal komen dan de andere zijde van de 20 deur.

De uitvinding maakt het bovendien mogelijk de deur in verschillende panelen of secties uit te voeren, welke panelen ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren. Dit is mogelijk door een speciaal kenmerk dat daarin bestaat, dat elke tandheugel afzonderlijk met twee 25 tandwielen kan samenwerken waarbij de hartafstand tussen de beide tandwielen een veelvoud is van de tandsteek van de tandheugels.

Wanneer nu twee naburige secties de tandwielen passeren zal het ene tandwiel in ingrijping zijn met een tandheugel van het ene paneeL en een ander tandwiel met een tandheugel op een ander paneel, zodat 30 -een soepi verloop bij het verplaatsen van de deur mogelijk is.

78 0 / 4 27"^ ~ ... 3 ..

4

De uitvinding zal nu aan de hand van de bijgaande tekening bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht, terwijl ook andere kenmerken van de uitvinding beschreven zullen worden.

In de tekening zijn: 5 Fig. 1 een aanzicht in perspektief van een deur volgens de uitvinding gezien vanaf de binnenzijde van een gebouw,

Fig. 2 een aanzicht in perspektief van een gedeelte van een deur voorzien van een gedeelte van een tandheugel,

Fig. 3 een horizontale doorsnede door de deur volgens fig. 1 10 ter plaatse van een scheiding tussen twee-panelen en

Fig. 4 een zijaanzicht van een gedeelte van een deur en een schematisch zijaanzicht van de aandrijfinrichting met twee tandwielen die in ingrijping zijn met panelen van de deur.

In fig 1 is een deur getekend waarvan afzonderlijke panelen 15 of secties 1 met behulp van scharnieren 2 aan elkaar zijn bevestigd.

De scharnieren zijn in dit uitvoeringsvoorbeeld aangebracht op afzonderlijke versterkingslijsten 3. Het is echter ook mogelijk in plaats van afzonderlijke scharnieren 2 speciale scharnieren te gebruiken die over de gehele breedte van een sectie 1 tussen twee van 20 deze secties verlopen. In dit laatste geval zijn de versterkingslijsten 3 niet noodzakelijk. Met behulp van rollen 4 (zie ook fig. 3) is de deur aan weerszijden geleid in geleidingsrails van het type 5a of van het type 5b. Geleidingsrails van het type 5a worden aan weerszijden van de deur toegepast wanneer boven de deuropening voldoende ruimte 25 aanwezig is om de deur in zijn geheel op te trekken, hetgeen bijvoorbeeld in fabriekshallen dikwijls voorkomt. Bij een dergelijke situatie behoeft de deur niet uit afzonderlijke secties 1 te worden opgebouwd maar kan volstaan worden de deur als één groot paneel uit te voeren. Wanneer echter de ruimte boven de deur te gering is om de deur in 30 _zijn geheel als een guillotinedeur op te trekken wordt de deur uit 78 07 4 27 .....

/ .„.4 afzonderlijke secties 1 opgebouwd, waarbij een geleidingsrail van het type 5b wordt toegepast, dat overgaat in een gebogen deel 5d en een ongeveer in horizontale richting verlopend deel 5c. De geleidingsrail van deze soort wordt dan aan beide zijden van de deur 5 toegepast en bij het omhoog bewegen zullen de afzonderlijke secties via het gebogen deel 5d in het gedeelte 5c komen. Volgens de uitvinding is nu de deur op elk paneel van een tandheugel 6 voorzien.

Bij voorkeur bestaat de tandheugel uit een doosprofiel waarin op tandsteek doordrukkingen zijn aangebracht met' overeenkomstig een tand-10 profiel omgezette lippen of overeenkomstig het tandprofiel geperste delen, zoals duidelijk in fig. 2 is afgebeeld. De deur kan zeer gemakkelijk worden gemonteerd en wel op de randen 8 van de muren, waarbij een geleidingsprofiel 5 tegen de muren wordt bevestigd. Het geleidingsprofiel is voorzien van een lange flens 9 en een kortere 15 flens 10. De lange flens is voorzien van een glijd- en afdichtings-kussen 11. Hierdoor wordt een goede tochtvrije afdichting verkregen, terwijl de rollen 4 slechts tegen de flens 10 behoeven aan te lopen en niet tussen twee flenzen opgesloten behoeven te worden. De rollen 4 zijn gemonteerd op assen 12 die in het paneel teruggeschoven kunnen 20 worden, zodat bij montage van de deur de panelen slechts tegen de kussens 11 gedrukt behoeven te worden met de rollen 4 in een stand zoals deze met een stippellijn is aangegeven. Na het aandrukken van de panelen 1 tegen de kussens 11 worden de rollen met hun assen 12 vanuit de gestippelde stand tot in de stand achter de flens 10 25 geschoven, waarna de assen 5 met behulp van niet te beschrijven middelen worden vastgezet.

Zoals reeds is gezegd is elk paneel aan zijn beide zijkanten van een tandheugel 6 voorzien en om een scharniering van de panelen mogelijk te maken eindigt de tandheugel 6 van elk paneel 1 op een 30 jafstand van het scharnierpunt 13 tussen twee panelen 1 of secties.

78 07 4 27 ... 5 ...

Μ.

Hierbij worden twee tandwielen 14a en 14b toegepast. De tandwielen 14a en 14b worden gemeenschappelijk aangedreven door een tandwiel 15 gemonteerd op een as 16 van een aandrijfinrichting. De hartafstand tussen de twee tandwielen 14a en 14b is zo groot, dat het ene 5 tandwiel in ingrijping kan zijn met een tandheugel op één paneel, terwijl het andere tandwiel dan in ingrijping is met een tandheugel op een naburig paneel, zoals duidelijk in fig. 4 is aangegeven.

Hierdoor is een soepel verloop in de aandrijving mogelijk en wanneer het scharnierpunt 13 het tandwiel 14a is gepasseerd zullen zowel het 10 tandwiel 14a en het tandwiel 14b slechts met één tandheugel in ingrijping zijn totdat een volgend scharnierpunt tussen twee secties de tandwielen 14a en 14b weer zal passeren. De afstand tussen twee tandheugels 6 van de naburige panelen 1 is dan ook tenminste één tandsteek kleiner dan de hartafstand tussen de beide tandwielen 14a 15 en 14b.

In het in fig. 4 getekende voorbeeld liggen de tandwielen 14a en 14b in hetzelfde platte vlak doch zij kunnen ook in evenwijdig aai elkaar verlopende vlakken liggen, waarbij de tandwielen 14a en 14b elkaar gedeeltelijk overlappen. Bij deze situatie kan de afstand 20 tussen twee naburige tandheugels bij het scharnier 13 kleiner zijn doch de breedte van de tandheugels dient dan aan de breedte van de elkaar overlappende tandwielen te zijn aangepast. De as 16 en de tandwielen 14a, 14b en 15 zijn gemonteerd in een huis 17 (fig. 1) dat met behulp van een montageplaat 18 tegen de zijkant van een ge-25 leidingsrail 5a of 5b of tegen de daar achter liggende wand kan worden gemonteerd. Het huis is voorts voorzien van een aandrijfmotor 19 en bij voorkeur is een bijzondere overbrenging aangebracht, zodat met behulp van een ketting of kabel 20 de aandrijfinrichting ook met de hand bediend kan worden. De constructie van de aandrijfinrichting 30 behoeft niet nader te worden beschreven, omdat hierbij verschillende ______

Claims (7)

1. Deur met één of meer panelen, waarvan de zijranden zijn voorzien van geleidingsmiddelen, die lopen in rechte of afgebogen 20 geleidingsrails, met het kenmerk, dat de panelen evenwijdig aan de geleidingsrails één of meer tandheugels of soortgelijke reeks ingrijpingsorganen bezit, ingericht om met een tandwiel samen te werken, welk tandwiel is gekoppeld met een aandrijfinrichting en stationair onafhankelijk van de panelen is op te stellen.

2. Deur volgens conclusie 1, met het kenmerk, _cfct elk paneel aan beide zijranden nabij de geleidingsrails van een _______ i.,' Vi. tandheugel of soortgelijke reeks ingrijpingsorganen is voorzien, waarbij elke tandheugel met een tandwiel samenwerkt en de nabij de gelei -dingsrails aangebrachte tandwielen onderling zijn gekoppeld.

3. Deur volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, 5 dat elke tandheugel afzonderlijk met twee tandwielen kan samenwerken, waarbij de hartafstand tussen de beide tandwielen een veelvoud is van de tandsteek van de tandheugels.

4. Deur volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de van één of meer tandheugels voorziene panelen van de deur 10 scharnierbaar aan elkaar zijn bevestigd en de tandheugel van elk paneel eindigt op een korte afstand van het scharnierpunt tussen twee panelen, terwijl de hartafstand tussen twee tandwielen, die met een tandheugel samenwerken zo groot is, dat het ene tandwiel in ingrijping kan zijn met de tandheugel op een paneel, terwijl het 15 andere tandwiel dan in ingrijping is met een tandheugel op een naburig paneel.

5. Deur volgens conclusies 1-4, me t het kenmerk, dat de afstand tussen twee tandheugels van naburige panelen tenminst» één tandsteek kleiner is dan de hartafstand tussen de beide tandwielen.

20. Deur volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de met een tandheugel sanenverkende tandwielen in hetzelfde platte vlak liggen.

7. Deur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de aandrijfinrichting voor de deur één of meer trommelveren 25 -zijn opgenomen. .....— —— —- — ---'· - " ...» ......... I. — 7807427