NL7807084A

NL7807084A - Raamwerkconstructie.

Info

Publication number: NL7807084A
Application number: NL7807084A
Authority: NL
Original assignee: Victor Willem Bremers
Priority date: 1978-06-30
Filing date: 1978-06-30
Publication date: 1980-01-03

Description

Victor Willem Bremers te Delft t

Raamwerkconstructie

De uitvinding heeft betrekking op een raamwerkconstructie, opgebouwd uit vouwprofielen met U-vormige dwarsdoorsnede waarvan beide beendelen in het inwendige van het profiel voorzien zijn van naar elkaar toe gekeerde langsribben die aansluiten op binnenwaarts 5 omgezette randstroken en die dienen om steun te geven aan in de in wendige ruimte van het profiel geplaatste bevestigingsdelen, zoals moeren waaraan voor de aansluiting van loodrecht staande profielen een hoekstaal kan worden vastgeschroefd dat eveneens in de inwendige ruimte van het profiel is ondergebracht. De voor het hoekstaal beschikbare Ί0 ruimte in het profiel is zodanig, dat ook de kop van de voor de beves tiging noodzakelijke bout binnen het profiel blijft.

Een dergelijke raamwerkconstructie is bekend uit het Nederlandse octrooi IU6.2U9. Een belangrijk nadeel van de in dat octrooi beschreven raamwerkconstructie is, dat hierbij de bevestigings-15 delen slechts in de inwendige ruimte van het profiel kunnen worden op genomen, indien slechts in één richting wordt gewerkt. Indien in méér dan een richting aansluitingen dienen te worden gemaakt (b.v. bij stellingen), dan zullen er toch weer verwondingsgevaar en hinder opleverende uitstekende delen voorkomen, tenzij twee of meerdere profielen 20 tot één stijl aan elkaar (b.v. door ruggelings puntlassen) bevestigd zullen worden. Dit brengt echter met zich, dat voor één stijl meerdere profielen moeten worden gebruikt, die in de meeste gevallen niet meer • symmetrisch is, terwijl uiteraard het maken van een dergelijke meervoudige stijl extra tijd en geld kost. Een leider nadeel van de con-25 structie volgens het Nederlandse octrooi 1^6.2^9 is, dat indien een profiel in het beton van een wand, vloer of plafond van een ruimte via het uitharden van beton moet worden ingestort, het profiel daarvoor moet worden voorzien van haken, die b.v. door middel van vast las sen aan 7807084 2 .% J ·· de rug of zijde van het profiel moeten worden bevestigd.

De uitvinding beoogt de bovenstaande nadelen van de bekende raamconstructie op te heffen. Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat per beendeel een tweetal langsribben even-β wijdig aan elkaar is opgesteld, die verbonden zijn door een in het inwendige van het profiel gelegen groefbodemdeel. De overgangen tussen de verschillende profieldelen zijn daarbij bij voorkeur afgerond, terwijl de bodem en de benen van het ü-profiel dezelfde buitenwerkse afmeting bezitten.

10 Met dit profiel werkt volgens de uitvinding een hoekstuk samen, dat voorzien is van gaten voor bouten met diameters die corresponderen met de afstand tussen de groefbodemdelen en voor bouten met diameters die corresponderen met de afstand tussen de randstroken .

15 Bij een uitvoeringsvorm die gericht is op het maken van ruimtelijke constructies, is volgens de uitvinding vastgesteld dat het doelmatig is om drie hoekstukken tot een geheel te verenigen om op deze wijze in drie richtingen aansluitingen te kunnen maken, waarbij de aangesloten profielen zodanig worden geplaatst, dat de op · 20 de stijl uitstekende delen in de inwendige ruimte van het aangesloten profiel worden opgenomen of zodanig aanliggen, dat geen hinder van uitstekende delen ontstaat.

De volgens de uitvinding toegepaste moeren hebben een parallellogramvormig vooraanzicht, waarbij van de moeren op 25 nader toe te lichten wijze een kleiner en een groter type wordt gebruikt, waarbij voor wat het grotere type betreft op de korte zijden verhogingen zijn aangebracht die in de ruimten tussen de randstroken en de benen van het profiel kunnen grijpen. Vanzelfsprekend kan de op de korte zijde tevens een verhoging worden aangebracht, die aangrijpt 30 tussen de tegenover elkaar liggende bodemdelen. Dit laatste kan ook worden toegepast voor wat betreft de kleine moer.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin .'bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een raamwerkconstructie volgens de uitvinding is 35 weergegeven. In de tekening toont: 7807084 4 3 fig. 1 in perspectief een vouwprofiel volgens de uitvinding, di,e fig. 2A en 2B in perspectief een tweetal moeren/kunnen worden gebruikt bij het in fig, 1 weergegeven vouwprofiel, 5 fig. 3 in perspectief een hoekstuk dat tezamen met vouwprofielen van fig. 1 en moeren van fig. 2 kan worden gebruikt om een raamwerkconstructie volgens de uitvinding op te bouwen, fig. b een uitvoeringsvoorbeeld van een bevestiging van stijl op een bodemprofiel, 10 fig. 5 een ander uitvoeringsvoorbeeld van de bevestiging van een stijl op een bodemprofiel tezamen met een uitvoeringsvorm van een aansluiting naar drie zijden op deze stijl, en fig. 6 een horizontale doorsnede door een wand-constructie die gebruik maakt van een raamwerkconstructie volgens 15 de uitvinding.

Het in fig. 1 weergegeven vouwprofiel kan het basisprofiel van de uitvinding worden genoemd en bezit een ü-vormige dwarsdoorsnede met een bodem 2 en twee benen 3, waarbij in beide benen een binnenwaartse uitstulping is aangebracht die bestaat uit 20 randstroken U en 5 waarop langsribben 6 en 6' aansluiten die paars gewijze verbonden zijn door groefbodemdelen 7.

De in fig. 2 weergegeven moeren 8 en 8' hebben hetzij afmetingen die zijn aangepast op plaatsing in de ruimte die wordt begrensd door de boden 2 en de langsribben 6' van het profiel hetzij 25 door de groeibodem 7 en twee randstroken 5 van het profiel. De moer heeft een parallellogramvormig lichaam 9 waarin een van schroefdraad voorzien gat 10 is aangebracht, waarbij de breedte H van het lichaam 9 zodanig is, dat de moer in de richting van de hartlijn van het gat 10 tussen hetzij de groefbodemdelen 7 of tussen de randstroken b door 30 kan worden bewogen, en daarna een kwartslag kan worden gedraaid, waarbij de zijvlakken 11 zich op een zodanige afstand van elkaar bevinden dat na aanraking met hetzij de benen 3 of de langsribben 6 geen verdere rotatie meer mogelijk is. Een tussen de zijvlakken gelegen deel 12 van de moer kan voor wat de grote moer 8 betreft, verlaagd moer 35 zijn uitgevoerd, zodat de zijvlakken van een grote jook nog gedeeltelijk 7807084

O

k in de ruimten tussen de randstroken 5 en de benen 3 kunnen dringen.

Ook is het mogelijk deel 12 slechts op twee .en plaatsen 18 te verlagen,wel op de heide plaatsen waar de moer tegen de zijden 6' zal aanliggen, waardoor het centraal liggende deel van 5 oppervlak 12 in de ruimte tussen de beide groefdelen kan dringen, zoals weergegeven bij moer 8 in fig. 2B. Voor wat de kleine moer betreft kan het centrale deel zodanig worden verhoogd, dat dit deel bij bevestiging kan dringen tussen de randstroken H.

Het in fig. 3 weergegeven hoekstuk 13 heeft in één 10 been een groter gat 1k dat een bout kan doorlaten die in een grotere moer kan worden geschroefd bij de normale bevestiging, en twee kleinere gaten 15 voor een bevestiging van de hoek in dwarsrichting aan een der zijden van het basisprofiel, waarbij, om kantelen van de hoek te voorkomen, twee kleine bouten en moeren worden gebruikt en het op de stijl in zij-15 waartse richting te bevestigen profiel met de opening in binnenwaartse richting wordt aangebracht. Ook in dit geval zullen alle uitstekende delen van hoeken bout door het in zijwaartse richting aangebrachte profiel in het inwendige van dit profiel worden opgenomen.

De hoekstukken 13 hebben dan ook een zodanige af-20 meting dat zij altijd binnen de benen 3 van de aan elkaar bevestigde profielen passen, zoals is weergegeven in de fig. k en 5. In fig. 5 is tevens een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij drie hoekstukken tot één open krans 16 zijn verenigd, waarbij het middengedeelte één groot gat heeft voor het aanbrengen van één grote bout en de beide flankgedeelten 25 elk twee kleine gaten voor het bevestigen van de krans aan de beide zijden van het basisprofiel met behulp van twee kleine bouten aan elke , zijde. Ook bij een dergelijke bevestiging, waarbij aansluitingen in drie richtingen worden gemaakt, worden alle uit-stekende delen in het inwendige van de aan te sluiten profielen opgenomen. In de relatief 30 sporadische gevallen dat aansluiting naar vier richtingen geweest is, kan men de krans 16 ook tegen de bodem 2 van het profiel plaatsen en aan de beide zijden als boven omschreven bevestigen. Op de dan lege zijde van het profiel kan dan nog een hoekstuk geplaatst worden voor het bevestigen van een profiel in de vierde richting.

35 In de fig. 1-5 zijn de profielen getekend met 7807084

Claims

5 De in fig. 6 zichtbare profielen 1 vormen de stijlen van een wand die bijvoorbeeld op de in fig. U weergegeven wijze zijn geplaatst op een bodemprofiel. Zodra de platen 20 aan de buitenwand uit weerbestendig materiaal bestaan, kan de raameonstructie volgens de uitvinding ook goed worden toegepast voor het bouwen van 10 zomerhuisjes, loodsen, directieketen, loodsen en dergelijke bouwwerken. De inwendige ruimte van de wand tussen de beide platen 20 kan met isolatiemateriaal worden opgevuld en de ruimten tussen de platen ter hoogte van het profiel kunnen gemakkelijk worden afgedicht met klemstrippen 21, die in dwarsdoorsnede gezien van weerhaken voorziene verende tongen 22 15 dragen, zodat zij eenvoudig door vastklikken te monteren zijn. Eet spreekt wel. haast vanzelf, dat volgens hetzelfde principe ook raam- en deuropeningen met de raameonstructie volgens de uitvinding kunnen samenwerken. Uit het voorgaande moge duidelijk zijn geworden dat de raamwerkconstructie volgens de uitvinding voor het bouwen 20 van een stellage, rekken d.d. slechts een zeer beperkt aantal verschil lende basisonderdelen nodig heeft, te weten een type van vouwprofiel, een normaal en een kransvormig hoekstuk, en twee maten moeren en bouten, terwijl voor het bouwen van wanden en wanden van een zomerhuisje of dergelijk bouwwerk nog slechts aan dit assortiment klemstrippen behoeven 25 te worden toegevoegd.
1, Raamwerkconstructie opgebouwd uit vouwprofielen met U-vormige dwarsdoorsnede waarvan beide beendelen in het inwendige van het profiel voorzien zijn van paar elkaar toegekeerde langsribben die aansluiten op binnenwaarts omgezette randstroken en die dienen 30 om steun te geven aan in de inwendige ruimte van het profiel geplaatste bevestigingsmiddelen, zoals moeren waaraan voor de aansluiting van loodrecht staande profielen een hoekstuk kan worden vastgeschroefd, met het kenmerk, dat per beendeel (3) een tweetal langsribben (6, 6') evenwijdig aan elkaar is opgesteld die verbonden zijn door een in het 35 inwendige van het profiel gelegen groefbodemdeel (7). 7807084 O J2
2. Eaamwerkconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de overgangen tussen de verschillende profiel-delen (2, 3, 5, 6, 6', 7) zijn afgerond.
3. Eaamwerkconstructie volgens conclusie 1, of 5 2, met het kenmerk, dat de bodem (2) en de "benen (3) van het U-profiel dezelfde buitenwerkse afmeting bezitten. 1*. Eaamwerkconstructie volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het hoekstuk (13) voorzien is van gaten (1ha 15) voor met grotere moeren samenwerkende bouten met diameters jq die corresponderen met de afstand tussen de groefbodemdelen (7)> en voor met kleinere moeren samenwerkende bouten met diameters die corresponderen met de afstand tussen de randstroken 5)·
5. Eaamwerkconstructie volgens conclusie U, met het kenmerk, dat drie hoekstukken tot een geheel (16) zijn ver-15 enigd,
6. Eaamwerkconstructie volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de moeren (8) een parallellogramvormig vooraanzicht hebben.
7. Eaamwerkconstructie volgens conclusie 6, 20 met het kenmerk, dat op de korte zijden van grotere moeren verhogingen zijn aangebracht die in de ruimten tussen de randstroken (5) en de benen (3) van het profiel kunnen grijpen.
8. Eaamwerkconstructie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de moeren verlagingen (18) hebben op de plaatsen waar zij 25 tegen de langsribben (6') resp. randstroken (5) aanliggen.
9. Eaamwerkconstructie zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 7807084