NL2030760B1 - TWO PART END ELEMENT FOR CONCRETE CUBE-SHAPED CONSTRUCTION - Google Patents

TWO PART END ELEMENT FOR CONCRETE CUBE-SHAPED CONSTRUCTION Download PDF

Info

Publication number
NL2030760B1
NL2030760B1 NL2030760A NL2030760A NL2030760B1 NL 2030760 B1 NL2030760 B1 NL 2030760B1 NL 2030760 A NL2030760 A NL 2030760A NL 2030760 A NL2030760 A NL 2030760A NL 2030760 B1 NL2030760 B1 NL 2030760B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mold
side walls
end element
concrete
walls
Prior art date
Application number
NL2030760A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Adrianus Maria Van Der Heijden Petrus
Original Assignee
Romein Beton B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Romein Beton B V filed Critical Romein Beton B V
Priority to NL2030760A priority Critical patent/NL2030760B1/en
Priority to EP23154008.9A priority patent/EP4219834A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2030760B1 publication Critical patent/NL2030760B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01FADDITIONAL WORK, SUCH AS EQUIPPING ROADS OR THE CONSTRUCTION OF PLATFORMS, HELICOPTER LANDING STAGES, SIGNS, SNOW FENCES, OR THE LIKE
    • E01F5/00Draining the sub-base, i.e. subgrade or ground-work, e.g. embankment of roads or of the ballastway of railways or draining-off road surface or ballastway drainage by trenches, culverts, or conduits or other specially adapted means
    • E01F5/005Culverts ; Head-structures for culverts, or for drainage-conduit outlets in slopes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Sewage (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een eind-element voor de vervaarding van een betonnen kokervorrnige constructie zoals een duiker of rioleringsbuis. Volgens de uitvinding omvat het eind-deel een in een eerste stortgang gevormd betonnen eerste deel. Dit eerste deel omvat een onder-wand, een boven-wand en zijwanden, waarbij de zijwanden zich uitstrekken tussen de onder-wand en boven-wand, en waarbij de zijwanden en de onder-wand zich aan een eerste einde van het eerste deel uitstrekken tot voorbij de boven-wand. De voorbij de boven-wand uitstekende delen van de zijwanden nemen, in een richting van de boven-wand af, in hoogte af.The present invention relates to an end element for the manufacture of a concrete box-shaped construction such as a culvert or sewage pipe. According to the invention, the end part comprises a concrete first part formed in a first pouring passage. This first part comprises a lower wall, an upper wall and side walls, the side walls extending between the lower wall and the upper wall, and the side walls and the lower wall extending at a first end of the first part beyond the top wall. The parts of the side walls projecting beyond the top wall decrease in height in a direction away from the top wall.

Description

TWEEDELIG EIND-ELEMENT VOOR BETONNEN KOKER VORMIGE CONSTRUCTIETWO PART END ELEMENT FOR CONCRETE DUCT-SHAPED CONSTRUCTION

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een eind-element voor de vervaardiging van een betonnen kokervormige constructie. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een betonnen kokervormige constructie welke is voorzien van een dergelijk eind-element. Voorts heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een mal-samenstelling voor het vormen van een eind-element, op een werkwijze voor het vormen van een eind-element en op een werkwijze voor het vormen van een betonnen kokervormige constructie. De onderhavige uitvinding ziet in het bijzonder op eind-elementen voor duikers alsmede duikers waarin een dergelijk eind-element is opgenomen.The present invention relates to an end element for the manufacture of a concrete box-shaped structure. The present invention also relates to a concrete tubular construction provided with such an end element. The present invention furthermore relates to a mold assembly for forming an end element, to a method for forming an end element and to a method for forming a concrete box-shaped structure. The present invention particularly relates to end elements for divers as well as divers incorporating such an end element.

Duikers zijn bekende civieltechnische constructies. Een duiker heeft veelal een kokervormige constructie en is gelegen onder een weg of in toegangsdam. De duiker is vaak ingericht om wateren met elkaar te verbinden en wordt vervaardigd uit beton.Culverts are well-known civil engineering structures. A culvert usually has a box-shaped construction and is located under a road or in an access dam. The culvert is often designed to connect waters and is made of concrete.

Een voorbeeld van een bekende betonnen duiker is getoond in figuur |. Betonnen duiker 1 omvat een veelvoud aan onderlinge gekoppelde middensegmenten 2 welke samen een kokervormige constructie vormen welke aan weerszijden wordt afgesloten door een eind-element 3. Hierbij omvat eind-element 3 schuine zijwanden 4 en een onder-wand 5. Zijwanden 4 nemen in een richting naar het einde van duiker 1 in hoogte af.An example of a known concrete culvert is shown in Figure |. Concrete culvert 1 comprises a plurality of mutually coupled middle segments 2 which together form a tubular construction which is closed off on either side by an end element 3. End element 3 herein comprises sloping side walls 4 and a bottom wall 5. Side walls 4 take in a towards the end of diver 1 in height.

Duiker 1 is op een ondergrond 6 geplaatst. Hierbij zal grond op duiker 1 worden gestort.Diver 1 is placed on a base 6. Soil will be poured onto culvert 1.

Het is echter ook mogelijk dat duiker 1 direct in een dam of soortgelijke structuur wordt geplaatst.However, it is also possible for culvert 1 to be placed directly in a dam or similar structure.

Eind-element 3 wordt voor een duiker ook wel duikertalud genoemd. De lengte van een dergelijk element gemeten in de lengterichting van de duiker varieert doorgaans tussen de 2.5m enEnd element 3 is also referred to as a diver's slope for a diver. The length of such an element measured in the longitudinal direction of the diver usually varies between 2.5m and

Sm. De breedte en hoogte van het element variëren doorgaans tussen de 1m en 3m.Sm. The width and height of the element usually vary between 1m and 3m.

Met name de lengte van het element levert beperkingen op voor de wijze waarop een dergelijk element vervaardigd kan worden. Meer in het bijzonder is het in de praktijk praktisch zeer moeilijk om eind-element 3 integraal te vervaardigen in een enkele stortgang. Immers, indien eind-element 3 wordt gevormd in de positie getoond in figuur 1, dan wordt het zeer moeilijk dan wel onmogelijk om het element na het uitharden van het beton uit de mal te verwijderen. Indien het element rechtop wordt vervaardigd, dat wil zeggen met de opening verticaal gericht, dan vormt de lengte van het element, welke tot 5m kan gaan, een probleem. Voor het verplaatsen van het element is een hijsinrichting nodig. Met een lengte van 5m zou dit betekenen dat de hoogte van de hal waarin het element gemaakt wordt aanzienlijk zou moeten zijn.The length of the element in particular imposes restrictions on the way in which such an element can be manufactured. More in particular, it is very difficult in practice to integrally manufacture end element 3 in a single pour. After all, if end element 3 is formed in the position shown in figure 1, then it becomes very difficult, if not impossible, to remove the element from the mold after the concrete has hardened. If the element is manufactured upright, i.e. with the opening directed vertically, then the length of the element, which can be up to 5m, is a problem. A hoisting device is required to move the element. With a length of 5m, this would mean that the height of the hall in which the element is made would have to be considerable.

In het hiernavolgende zal, onder verwijzing naar figuren 2 en 3, een bekende werkwijze worden toegelicht voor het realiseren van eind-element 3. Hierbij wordt opgemerkt dat eind- element 3 in figuren 2 en 3 niet identiek is aan het element getoond in figuur 1. Echter, dezelfde fabricagewerkwijze kan gevolgd worden voor beide elementen.In the following, with reference to figures 2 and 3, a known method for realizing end element 3 will be explained. It is noted here that end element 3 in figures 2 and 3 is not identical to the element shown in figure 1 However, the same fabrication method can be followed for both elements.

In figuur 2 is getoond hoe zijwanden 4 afzonderlijk gemaakt worden in een mal 7, waarbij zijwanden 4 plat op de bodem van mal 7 worden gevormd. Zijwanden 4 zijn voorzien van hijsankers 8 zodat zijwanden 4 na het storten en uitharden van het beton uit mal 7 genomen kunnen worden. Tevens zichtbaar is wapening 9 welke voorafgaand aan het storten van beton in mal 7 wordt geplaatst en welke uit het beton steekt. Na het voldoende uitharden van het beton worden zijwanden 4 rechtop geplaatst. Dit is zowel getoond in figuur 2 als in figuur 3.In figure 2 it is shown how side walls 4 are made separately in a mold 7, whereby side walls 4 are formed flat on the bottom of mold 7 . Side walls 4 are provided with lifting anchors 8 so that side walls 4 can be removed from mold 7 after pouring and hardening of the concrete. Also visible is reinforcement 9 which is placed in mold 7 prior to pouring concrete and which protrudes from the concrete. After sufficient curing of the concrete, side walls 4 are placed upright. This is shown in both Figure 2 and Figure 3.

Zoals getoond in figuur 3 omvat eind-element 3 een deel 10 welke is voorzien van een centrale opening 11 welke bij plaatsing in duiker 1 zal aansluiten op de centrale openingen van middensegmenten 2. In figuur 2 is getoond dat deel 10 eveneens is voorzien van wapening 9 welke zich richting zijwanden 4 uitstrekt. Hierbij steekt wapening 9 in zijwanden 4 uit richting verder deel 16.As shown in figure 3, end element 3 comprises a part 10 which is provided with a central opening 11 which, when placed in culvert 1, will connect to the central openings of middle segments 2. In figure 2 it is shown that part 10 is also provided with reinforcement 9 which extends towards side walls 4. Reinforcement 9 in side walls 4 protrudes in the direction of further part 16.

Deel 10 wordt in een afzonderlijke mal vervaardigd, eveneens plat op de bodem van de mal. Hierbij omvat de mal een binnen-mal en een buiten-mal. De wanden van de binnen-mal en/of buiten-mal zijn hydraulisch verstelbaar zodat na uitharding van het beton het deel gemakkelijk uit de mal kan worden genomen.Part 10 is made in a separate mould, also flat on the bottom of the mould. The mold herein comprises an inner mold and an outer mold. The walls of the inner mold and/or outer mold are hydraulically adjustable so that the part can be easily removed from the mold after the concrete has hardened.

Zoals getoond in figuur 3 worden twee verschillende zijwanden 4 vervaardigd. Deze verschillen in de richting waarlangs wapening 9 aan de onderzijde uitsteekt. Figuur 3 toont hoe de verschillende zijwanden 4 worden geplaatst zodat wapening 9 van de ene zijwand 4 zich uitstrekt naar de andere zijwand 4.As shown in figure 3, two different side walls 4 are manufactured. These differ in the direction along which reinforcement 9 protrudes at the bottom. Figure 3 shows how the different side walls 4 are placed so that reinforcement 9 extends from one side wall 4 to the other side wall 4.

Als volgende stap in de vervaardiging van eind-element 3 wordt bekisting geplaatst rondom zijwanden 4 en verder deel 10. Hierna zal de onder-wand van eind-element 3 gestort worden zoals aangegeven door pijl A in figuur 3. Na voldoende uitharding zal daarna de verbinding tussen zijwanden 4 en deel 10 verder worden gemaakt door het aanstorten ter plaatse van wapening 9, zoals aangegeven door pijl B in figuur 3. Hierbij wordt opgemerkt dat zijwand 4 een deel 4A omvat waardoor het vloeibare beton niet in een binnenruimte van eind-deel 4 komt tijdens de tweede stortgang.As the next step in the manufacture of end element 3, formwork is placed around side walls 4 and further part 10. After this, the bottom wall of end element 3 will be poured as indicated by arrow A in figure 3. After sufficient hardening, the connection between side walls 4 and part 10 can be further made by pouring reinforcement at the location of reinforcement 9, as indicated by arrow B in figure 3. It is noted here that side wall 4 comprises a part 4A, so that the liquid concrete cannot enter an inner space of the end part. 4 comes during the second dump.

Uit bovenstaande blijkt dat de vervaardiging van een eind-element voor een bekende duiker een relatief arbeidsintensief proces is dat doorgaans tot 5 dagen kan duren. Verder dienen verschillende mal en/of mal-onderdelen gebruikt te worden voor de verschillende onderdelen van het te vormen eind-element.The above shows that the manufacture of an end element for a known diver is a relatively labour-intensive process that can usually take up to 5 days. Furthermore, different mold and/or mold parts must be used for the different parts of the end element to be formed.

Een doel van de onderhavige uitvinding is een eind-element te verschaffen waarbij bovenstaand probleem zich niet tot nauwelijks voordoet.An object of the present invention is to provide an end element in which the above problem does not, if at all, occur.

Dit doel is bereikt met een eind-element volgens conclusie 1 welke een in een eerste stortgang gevormd betonnen eerste deel omvat, waarbij het eind-element is ingericht om met het eerste deel gekoppeld te worden aan een middensegment uit de één of meerdere middensegmenten van de betonnen kokervormige constructie. Hierbij omvat het eerste deel een onder-wand, een boven-wand en zijwanden waarbij de zijwanden zich uitstrekken tussen de onder-wand en boven- wand, en waarbij de zijwanden en de onder-wand zich aan een eerste einde van het eerste deel uitstrekken tot voorbij de boven-wand. De voorbij de boven-wand uitstekende delen van de zijwanden nemen in hoogte af in een eerste richting van de boven-wand af.This object is achieved with an end element according to claim 1, which comprises a concrete first part formed in a first pouring passage, wherein the end element is adapted to be coupled with the first part to a middle segment from one or more middle segments of the concrete tubular construction. The first part herein comprises a lower wall, an upper wall and side walls, the side walls extending between the lower wall and the upper wall, and the side walls and the lower wall extending at a first end of the first part beyond the top wall. The parts of the side walls projecting beyond the top wall decrease in height in a first direction away from the top wall.

Bij het bekende eind-element getoond in figuur 2 zijn zijwanden 4 en deel 10 onderdelen welke niet in dezelfde stortgang gevormd zijn. De onderhavige uitvinding stelt een andere verdeling voor waarbij deel 10 en ten minste een deel van zijwanden 4 integraal gevormd worden in een enkele stortgang. Dit heeft als voordeel dat voor langere duikers een minder complex proces gevolgd kan worden omdat het resterende deel van de zijwanden en onder-wand los geplaatst kan worden als een tweede deel en dus geen verdere stortgang vereist.In the known end element shown in figure 2, side walls 4 and part 10 are parts which are not formed in the same pouring process. The present invention proposes another division where part 10 and at least part of side walls 4 are formed integrally in a single pour. This has the advantage that for longer divers a less complex process can be followed because the remaining part of the side walls and bottom wall can be placed separately as a second part and therefore does not require a further dump.

De zijwanden van het eerste deel kunnen zijn voorzien van zich in hoofdzaak parallel aan de onder-wand van het eerste deel uitstrekkende doorgaande openingen in welke spankabels geplaatst zijn of geplaatst kunnen worden. Dergelijke openingen kunnen zijn voorzien in de onder- wand en/of de zijwanden en lopen parallel aan een lengteas van de kokervormige constructie.The side walls of the first part can be provided with through openings extending substantially parallel to the lower wall of the first part, in which tension cables are or can be placed. Such openings can be provided in the bottom wall and/or the side walls and run parallel to a longitudinal axis of the tubular structure.

Het eind-element kan verder zijn voorzien van een in een tweede stortgang gevormd betonnen tweede deel, waarbij het tweede deel een onder-wand en zijwanden omvat waarbij de zijwanden zich uitstrekken vanaf de onder-wand. Hierbij is het eerste deel ingericht om gerangschikt te worden tussen het genoemde middensegment uit de één of meerdere middensegmenten en het tweede deel, en sluit, na rangschikking van het tweede deel, de onder- wand van het eerste deel aan op de onder-wand van het tweede deel en de zijwanden van het eerste deel op de zijwanden van het tweede deel. Verder nemen de zijwanden van het tweede deel in hoogte af in de eerste richting. Een naar een binnenzijde van het eerste deel gerichte zijde van de onder-wand van het eerste deel ligt bijvoorbeeld in een vlak met een naar een binnenzijde van het tweede deel gerichte zijde van de onder-wand van het tweede deel. In aanvulling op of ter vervanging hiervan kunnen van de onder-wand van het eerste deel af gerichte bovenvlakken van de zijwanden van het eerste deel in een vlak liggen met van de onder-wand van het tweede deel gerichte bovenvlakken van de zijwanden van het tweede deel.The end element may further be provided with a concrete second part formed in a second pouring passage, the second part comprising a bottom wall and side walls, the side walls extending from the bottom wall. Here, the first part is designed to be arranged between said middle segment of the one or more middle segments and the second part, and after arrangement of the second part, the bottom wall of the first part connects to the bottom wall of the second part and the side walls of the first part on the side walls of the second part. Furthermore, the side walls of the second part decrease in height in the first direction. A side of the lower wall of the first part directed towards an inner side of the first part lies, for instance, in a plane with a side of the lower wall of the second part directed towards an inner side of the second part. In addition to or instead of this, upper surfaces of the side walls of the first part directed away from the lower wall of the first part may be coplanar with upper surfaces of the side walls of the second part directed away from the lower wall of the second part. .

Het eerste deel en het tweede deel zijn bij voorkeur afzonderlijk van elkaar plaatsbaar.The first part and the second part can preferably be placed separately from each other.

Meer in het bijzonder wordt het eerste deel los bij het tweede deel geplaatst. Door de verdeling van het eind-element in twee delen is het mogelijk relatief grote eind-elementen, bijvoorbeeld met een lengte groter dan 2.5m, te maken zonder hierbij extra eisen te hoeven stellen aan de hoogte van de hal waarin het eind-element vervaardigd wordt.More specifically, the first part is loosely placed with the second part. Due to the division of the end element into two parts, it is possible to make relatively large end elements, for example with a length greater than 2.5m, without having to set additional requirements for the height of the hall in which the end element is manufactured. is becoming.

De zijwanden van het eerste deel kunnen elk voorzien zijn van een eerste uitsparing in een naar het tweede deel gericht eindvlak daarvan. Tevens kunnen de zijwanden van het tweede deel elk zijn voorzien van een tweede uitsparing in een naar het eerste deel gericht eindvlak daarvan.The side walls of the first part can each be provided with a first recess in an end face thereof directed towards the second part. The side walls of the second part can also each be provided with a second recess in an end face thereof directed towards the first part.

Hierbij kan het eind-element verder een afdichtingselement omvatten dat geplaatst is in een opening gevormd door de eerste uitsparing en tweede uitsparing. De eerste uitsparing en de tweede uitsparing strekken zich bij voorkeur uit over een volledige hoogte van de respectievelijk zijwanden. Het afdichtingselement is ingericht te voorkomen dan wel te verhinderen dat zand of andere vervuiling door de ruimte tussen het eerste en tweede deel treedt om zo de binnenruimte van het eind-element te vervuilen en/of het omliggende talud te doen uitspoelen.In this case, the end element may further comprise a sealing element which is placed in an opening formed by the first recess and the second recess. The first recess and the second recess preferably extend over a full height of the respective side walls. The sealing element is designed to prevent or prevent sand or other pollution from entering through the space between the first and second part, so as to pollute the inner space of the end element and/or cause the surrounding slope to be washed out.

Het eerste deel kan verder een afschuining of afronding omvatten welke is gevormd in een hoek tussen de zijwanden en onder-wand van het eerste deel en/of tussen de zijwanden en boven- wand van het eerste deel. In aanvulling hierop of ter vervanging hiervan kan het tweede deel verder een afschuining of afronding omvatten welke is gevormd in een hoek tussen de zijwanden en de onder-wand van het tweede deel.The first portion may further include a chamfer or radius formed at an angle between the side walls and bottom wall of the first portion and/or between the side walls and top wall of the first portion. In addition to or in lieu thereof, the second part may further comprise a bevel or rounding formed at an angle between the side walls and the bottom wall of the second part.

Het eerste deel en/of het tweede deel kan zijn voorzien van wapening.The first part and/or the second part can be provided with reinforcement.

Volgens een tweede aspect verschaft de onderhavige uitvinding een betonnen kokervormige constructie zoals een duiker of rioleringsbuis. Deze constructie omvat één of meerdere middensegmenten welke een middendeel van de betonnen kokervormige constructie vormen. Verder omvat de constructie ten minste één eind-element zoals hierboven beschreven waarvan het eerste deel is gekoppeld aan een middensegment aan cen einde van het middendeel.According to a second aspect, the present invention provides a concrete tubular structure such as a culvert or sewage pipe. This construction comprises one or more middle segments which form a central part of the concrete tubular construction. Furthermore, the construction includes at least one end member as described above, the first portion of which is coupled to a center segment at one end of the center portion.

Het eerste deel kan een centrale opening omvatten welke is omgeven door de zijwanden, onder-wand en boven-wand van het eerste deel en welke aansluit op een centrale opening gevormd in de één of meerdere middensegmenten.The first part may include a central opening which is surrounded by the side walls, bottom wall and top wall of the first part and which connects to a central opening formed in the one or more middle segments.

De één of meerdere middensegmenten kunnen elk zijn voorzien van in hoofdzaak doorgaande openingen welke aansluiten op de hierboven beschreven doorgaande openingen in het eerste deel voor het vormen van een samengestelde opening, waarbij de betonnen kokervormige constructie is voorzien van een spankabel welke 1s geplaatst in de samengestelde opening en door welke het eerste deel en de één of meerdere middensegmenten tegen elkaar worden getrokken.The one or more middle segments can each be provided with substantially through openings which connect to the above described through openings in the first part to form a composite opening, the concrete tubular structure being provided with a tension cable which is placed in the composite. opening and through which the first part and the one or more middle segments are pulled against each other.

Volgens een derde aspect verschaft de onderhavige uitvinding een mal-samenstelling voor het vormen van een eind-element zoals hierboven beschreven. Deze mal-samenstelling omvat ten minste een eerste mal en optioneel een tweede mal voor het vormen van respectievelijk het eerste deel en het tweede deel van het eind-element. Hierbij omvat de eerste mal, en indien van toepassing de tweede mal, een buiten-mal, een in de buiten-mal geplaatste binnen-mal en een mal- deel geplaatst in een ruimte tussen de binnen-mal en een binnenwand van de buiten-mal. Hierbij omvat het mal-deel zich schuin ten opzichte van een bodem van de buiten-mal uitstrekkende mal- wanden welke zich uitstrekken tussen de binnenwand van de buiten-mal en een buitenwand van de binnen-mal voor de vorming van de zijwanden van het eerste deel dan wel de zijwanden van het tweede deel.In a third aspect, the present invention provides a molding composition for forming an end element as described above. This mold assembly comprises at least a first mold and optionally a second mold for forming the first part and the second part of the final element, respectively. The first mold, and if applicable the second mold, comprises an outer mold, an inner mold placed in the outer mold and a mold part placed in a space between the inner mold and an inner wall of the outer mold. mold. The mold part herein comprises mold walls extending obliquely relative to a bottom of the outer mold and extending between the inner wall of the outer mold and an outer wall of the inner mold for forming the side walls of the first part or the side walls of the second part.

De buiten-mal van de eerste mal heeft veelal een bakvormige constructie met een bodem en zijwanden. Hierbij zijn de zijwanden veelal verstelbaar voor het na het uitharden van het beton uitnemen van het gestorte eerste deel. De buiten-mal van de tweede mal kan deels gevormd zijn door de buiten-mal van de eerste mal. Bij het vervaardigen van een betonnen kokervormige constructie wordt voor de vervaardiging van de middensegmenten eveneens gebruik gemaakt van een buiten-mal en een binnen-mal. Hierbij geldt dat de buiten-mal van de eerste mal en de buiten- 5 mal van de tweede mal ten minste ten dele door een dergelijke buiten-mal gevormd kunnen zijn.The outer mold of the first mold usually has a box-shaped construction with a bottom and side walls. In this case, the side walls are usually adjustable for removing the poured first part after the concrete has hardened. The outer mold of the second mold may be partly formed by the outer mold of the first mold. When manufacturing a concrete tubular construction, use is also made of an outer mold and an inner mold for the manufacture of the middle segments. It holds here that the outer mold of the first mold and the outer mold of the second mold can at least partly be formed by such an outer mold.

Voor alle mallen geldt dat de binnen-mal bij voorkeur wordt geplaatst op een bodem van de buiten- mail.For all moulds, the inner mold is preferably placed on a bottom of the outer mail.

Het mal-deel kan een verhogingsdeel omvatten welke geplaatst is op de bodem van de buiten-mal, en waarbij de zich schuin uitstrekkende mal-wanden zich vanaf het verhogingsdeel uitstrekken.The mold part may comprise an elevation part placed on the bottom of the outer mold, with the obliquely extending mold walls extending from the elevation part.

Het mal-deel van de eerste mal kan een dwarsdeel omvatten welke zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van de zich schuin uitstrekkende mal-wanden, waarbij de mal- wanden zich uitstrekken tussen het verhogingsdeel of de bodem van de buiten-mal en het dwarsdeel.The mold part of the first mold may comprise a transverse part which extends substantially perpendicular to the obliquely extending mold walls, the mold walls extending between the elevation part or the bottom of the outer mold and the transverse part .

Tevens kan het mal-deel afschuindelen omvatten welke tegen het dwarsdeel en/of de zich schuin uitstrekkende mal-wanden aanliggen voor de vorming van de afschuining of afronding van het eerste deel of tweede deel van een eind-element zoals eerder beschreven.The mold part can also comprise bevel parts which abut against the transverse part and/or the obliquely extending mold walls for forming the bevel or rounding of the first part or second part of an end element as described earlier.

De mal-samenstelling kan een wapening omvatten geplaatst in een ruimte tussen de buiten- mal en de binnen-mal van de eerste mal. Wapening kan tevens geplaatst zijn in een ruimte tussen de buiten-mal en de binnen-mal van de tweede mal.The mold assembly may include reinforcement placed in a space between the outer mold and the inner mold of the first mold. Reinforcement can also be placed in a space between the outer mold and the inner mold of the second mold.

De buiten-mal van de tweede mal omgeeft de binnen-mal van de tweede mal bij voorkeur aan drie zijden. Echter, de buiten-mal van de eerste mal omgeeft de binnen-mal van de eerste mal bij voorkeur aan vier zijden. Dit verschil komt doordat het eerste deel, in tegenstelling tot het tweede deel, een boven-wand heeft.The outer mold of the second mold preferably surrounds the inner mold of the second mold on three sides. However, the outer mold of the first mold preferably surrounds the inner mold of the first mold on four sides. This difference is due to the fact that the first part, in contrast to the second part, has an upper wall.

De eerste mal kan verder vuldelen omvatten welke zich loodrecht ten opzichte van de bodem van de buiten-mal of verhogingsdeel van de eerste mal uitstrekken en welke zijn ingericht om doorgaande openingen te vormen tijdens het storten van beton voor het doorvoeren van spankabels. De vuldelen, welke meestal zijn gevormd als kokervormige elementen, voorkomen dat de ruimte welke wordt ingenomen door de vuldelen wordt opgevuld door beton. Hierdoor ontstaan doorgaande openingen in het eerste deel waarin later spankabels kunnen worden aangebracht. Deze vuldelen zijn bij voorkeur gerangschikt op de zich schuin uitstrekkende mal-wanden, het verhogingsdeel en/of het dwarsdeel.The first mold can furthermore comprise filling parts which extend perpendicular to the bottom of the outer mold or elevation part of the first mold and which are arranged to form through-openings during the pouring of concrete for passing through tension cables. The filling parts, which are usually formed as tubular elements, prevent the space occupied by the filling parts from being filled by concrete. As a result, through openings are created in the first part in which tension cables can be fitted later. These filling parts are preferably arranged on the obliquely extending mold walls, the elevation part and/or the transverse part.

Voor de eerste mal en/of de tweede mal kan een hoogte waarover het verhogingsdeel zich uitstrekt en/of een hoek welke de zich schuin uitstrekkende mal-wanden maken met de bodem van de buiten-mal of het verhogingsdeel en/of een positie waar de zich schuin uitstrekkende mal- wanden aangrijpen op de bodem van de buiten-mal of het verhogingsdeel instelbaar zijn. Een dergelijke instelbaarheid kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door middel van hydrauliek. De onderdelen van de eerste mal en/of tweede mal kunnen bijvoorbeeld zijn gerealiseerd met metaal zoals staal, waarbij hydraulische cilinders worden gebruikt om de onderlinge positie en/of oriëntatie van de onderdelen van de eerste en tweede mal te wijzigen dan wel in te stellen.For the first mold and/or the second mold, a height over which the elevation part extends and/or an angle that the obliquely extending mold walls make with the bottom of the outer mold or the elevation part and/or a position where the obliquely extending mold walls engage the bottom of the outer mold or the elevation part are adjustable. Such adjustability can for instance be realized by means of hydraulics. The parts of the first mold and/or second mold can for instance be realized with metal such as steel, wherein hydraulic cylinders are used to change or set the mutual position and/or orientation of the parts of the first and second mold.

De eerste mal kan eerste uitstekende randen hebben voor de vorming van eerste uitsparingen in naar het tweede deel gericht eindvlakken van de zijwanden van het eerste deel, en de tweede mal kan tweede uitstekende randen hebben voor de vorming van tweede uitsparingen in naar het eerste deel gericht eindvlakken van de zijwanden van het tweede deel.The first mold may have first projecting edges for forming first recesses in second-facing end faces of the side walls of the first part, and the second mold may have second projecting edges for forming second recesses in first-facing sidewalls. end faces of the side walls of the second part.

Volgens een derde aspect verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een eind-element hierboven beschreven. De werkwijze omvat de stappen van het verschaffen van de mal-samenstelling zoals hierboven beschreven en het in een eerste stortgang storten van beton in de eerste mal voor de vorming van het eerste deel van het eind-element.In a third aspect, the present invention provides a method of manufacturing an end member described above. The method comprises the steps of providing the mold composition as described above and pouring concrete into the first mold in a first pour to form the first part of the final element.

De werkwijze kan voorts het in een tweede stortgang storten van beton omvatten in de tweede mal voor de vorming van het tweede deel van het eind-element. Ook kan de werkwijze de stap omvatten van het plaatsen van de vuldelen op de schuine mal-wand, het verhogingsdeel, de bodem van de buiten-mal en/of het dwarsdeel van de eerste mal voorafgaand aan het storten van beton in de eerste mal voor het vormen van doorgaande openingen in het eerste deel.The method may further comprise pouring concrete in a second pouring pass into the second mold for forming the second part of the end element. The method can also comprise the step of placing the filling parts on the sloping mold wall, the elevation part, the bottom of the outer mold and/or the transverse part of the first mold prior to pouring concrete into the first mold for forming through-openings in the first portion.

Wapening kan in een ruimte tussen de binnen-mal en buiten-mal van de eerste mal en/of tweede mal geplaatst worden.Reinforcement can be placed in a space between the inner mold and outer mold of the first mold and/or second mold.

Volgens een vierde aspect verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen kokervormige constructie zoals een duiker of rioleringsbuis. Deze werkwijze omvat de hierboven beschreven werkwijze voor de vorming van ten minste één eind- element, het plaatsen van één of meerdere betonnen middensegmenten voor de vorming van een middendeel van de betonnen kokervormige constructie, het in een nabijheid van een middensegment aan een einde van het middendeel plaatsen van het eerste deel en het koppelen van dit middensegment aan het eerste deel.According to a fourth aspect, the present invention provides a method for manufacturing a concrete box-shaped structure such as a culvert or sewage pipe. This method includes the method described above for forming at least one end element, placing one or more concrete center segments to form a center section of the concrete box-shaped structure, placing in the vicinity of a center segment at one end of the placing the middle part of the first part and connecting this middle part to the first part.

De middensegmenten en het eerste deel kunnen elk doorgaande openingen hebben. In dit geval kunnen de doorgaande openingen van de middensegmenten zijn uitgelijnd. Verder kan het genoemde koppelen het door de doorgaande openingen van het middendeel en doorgaande openingen van het eerste deel voeren en spannen van spankabels omvatten. Bij voorkeur omvat de betonnen kokervormige constructie een einddeel aan weerszijden van de constructie.The middle segments and the first part can each have through openings. In this case, the through-holes of the center segments may be aligned. Furthermore, said coupling may comprise feeding and tensioning tension cables through the through-openings of the middle part and through-openings of the first part. The concrete tubular construction preferably comprises an end part on either side of the construction.

De werkwijze kan verder de stap omvatten van het in een nabijheid van het eerste deel plaatsen van het tweede deel. Hierbij kan het tweede deel los staan, dat wil zeggen niet gekoppeld, ten opzichte van het eerste deel. Indien het eerste en tweede deel zijn voorzien van de eerder beschreven eerste en tweede uitsparingen, kan de werkwijze de stap omvatten van het rangschikken van afdichtingselementen in de door de eerste en tweede uitsparingen gevormde openingen.The method may further include the step of placing the second portion in a vicinity of the first portion. The second part can herein be separate, i.e. not coupled, relative to the first part. If the first and second parts are provided with the previously described first and second recesses, the method may include the step of arranging sealing elements in the openings formed by the first and second recesses.

In het hiernavolgende wordt de onderhavige uitvinding in meer detail besproken onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarbij:In the following, the present invention is discussed in more detail with reference to the accompanying figures, in which:

Figuur 1 een bekende duiker toont;Figure 1 shows a known diver;

Figuren 2 en 3 verschillende stadia tonen van een bekende werkwijze voor het vormen van een eind-element;Figures 2 and 3 show different stages of a known method of forming an end element;

Figuur 4A een schematische weergave toont van een eind-element volgens de onderhavige uitvinding en figuur 4B een detailweergave toont van een eind-element waarin een afdichtingselement is aangebracht;Figure 4A shows a schematic representation of an end element according to the present invention and figure 4B shows a detailed view of an end element in which a sealing element has been fitted;

Figuur 5 twee aanzichten toont van een eerste mal voor de vervaardiging van het eerste deel van het eind-element uit figuur 4A; enFigure 5 shows two views of a first mold for manufacturing the first part of the end element of figure 4A; and

Figuur 6 een tweede mal toont voor de vervaardiging van het tweede deel van het eind- element uit figuur 4A.Figure 6 shows a second mold for the manufacture of the second part of the end element of Figure 4A.

In figuur 4A wordt een voorbeeld getoond van een eind-element 30 volgens de onderhavige uitvinding. Het in figuur 4A getoonde voorbeeld betreft een maquette en toont enkel de vorm van eind-element 30. Eind-element 30 wordt vervaardigd door middel van twee stortgangen van beton.Figure 4A shows an example of an end element 30 according to the present invention. The example shown in figure 4A is a model and only shows the shape of end element 30. End element 30 is manufactured by means of two pouring passages of concrete.

Eind-element 30 omvat een eerste deel 310 en een tweede deel 320. Eerste deel 310 omvat een onder-wand 311, een paar zijwanden 312, en een boven-wand 313. Onder-wand 311 en zijwanden 312 strekken zich in de richting naar tweede deel 320 uit tot voorbij boven-wand 313.End member 30 includes a first portion 310 and a second portion 320. First portion 310 includes a bottom wall 311, a pair of side walls 312, and a top wall 313. Bottom wall 311 and side walls 312 extend toward second part 320 beyond top wall 313.

Verder nemen zijwanden 312 in hoogte af in een eerste richting D1 van boven-wand 313 af.Furthermore, side walls 312 decrease in height in a first direction D1 from top wall 313.

Wanden 311, 312, 313 omgeven een centrale opening 314. Verder omvat eerste deel 310 een afschuining 315 welke is gevormd bij de hoeken tussen zijwanden 312 en boven-wand 313 en bij de hoeken tussen zijwanden 312 en onder-wand 311. Zoals eerder vermeld toont figuur 4A een maquette. In een uiteindelijk eerste deel 310 vormen wanden 311, 312, 313 en afschuining 315 een integraal in een enkele stortgang gevormd betonnen element.Walls 311, 312, 313 surround a central opening 314. Further, first portion 310 includes a chamfer 315 formed at the corners between side walls 312 and top wall 313 and at the corners between side walls 312 and bottom wall 311. As previously mentioned figure 4A shows a model. In a final first part 310, walls 311, 312, 313 and bevel 315 form an integrally formed concrete element in a single pour.

Tweede deel 320 omvat een onder-wand 321 en een paar zijwanden 322. Verder omvat tweede deel 320 een afschuining 325 welke is gevormd bij de hoeken tussen zijwanden 322 en onder-wand 321. In een uiteindelijk tweede deel 320 vormen wanden 321, 322 en afschuining 325 een integraal in een enkele stortgang gevormd betonnen element en nemen zijwanden 322 in hoogte af in de eerste richting D1.Second portion 320 includes a bottom wall 321 and a pair of side walls 322. Further, second portion 320 includes a chamfer 325 formed at the corners between side walls 322 and bottom wall 321. In a final second portion 320, walls 321, 322 and chamfer 325 forms a concrete element integrally in a single pour and side walls 322 decrease in height in the first direction D1.

Bij het storten van beton kunnen uitsparingen worden gerealiseerd in eerste deel 310 en tweede deel 320 op de plekken aangegeven door pijl C in figuur 4A. In eind-element 30 werken de zo gevormde uitsparingen samen voor het vormen van een opening. In deze opening kan een afdichtingselement gebracht worden, zoals een kunststof lat. Een dergelijk element verhindert dat zand door de opening tussen eerste deel 310 en tweede deel 320 treedt en/of uitspoelt. Een meer gedetailleerd voorbeeld van het vormen deze uitsparing is getoond in figuur 4B.When pouring concrete, recesses can be realized in first part 310 and second part 320 at the locations indicated by arrow C in figure 4A. In end element 30, the recesses formed in this way cooperate to form an opening. A sealing element, such as a plastic slat, can be introduced into this opening. Such an element prevents sand from entering and/or washing out through the opening between first part 310 and second part 320. A more detailed example of forming this recess is shown in Figure 4B.

In figuur 4B is getoond hoe zijwanden 312 van het eerste deel 310 elk zijn voorzien van een eerste uitsparing 317 in een naar het tweede deel 320 gericht eindvlak V6 daarvan. Zijwanden 322 van het tweede deel 320 zijn elk voorzien van een tweede uitsparing 327 in een naar het eerste deel 310 gericht eindvlak V5 daarvan. Eind-element 30 omvat een afdichtingselement 318 omvat dat geplaatst is in een opening gevormd door de eerste uitsparing 317 en tweede uitsparing 327.Figure 4B shows how side walls 312 of the first part 310 are each provided with a first recess 317 in an end face V6 thereof directed towards the second part 320. Side walls 322 of the second part 320 are each provided with a second recess 327 in an end face V5 thereof facing the first part 310. End member 30 includes a sealing member 318 located in an opening formed by the first recess 317 and second recess 327.

In vlak V6 kan tevens een doorgaande opening 316 zijn voorzien. De middensegmenten van de uiteindelijke kokervormige constructie kunnen eveneens voorzien zijn van dergelijke doorgaande openingen. Nadat eerste deel 310 in lijn is geplaatst met deze middensegmenten vormen de doorgaande openingen een enkele doorgaande opening. Door deze opening kan een spankabel worden gevoerd om de middensegmenten en eerste deel 310 tegen elkaar te trekken.A through opening 316 can also be provided in plane V6. The middle segments of the eventual tubular construction can also be provided with such through-openings. After first portion 310 is aligned with these center segments, the through-openings form a single through-opening. A tension cable can be passed through this opening to pull the center segments and first portion 310 together.

Hierbij wordt opgemerkt dat een kokervormige constructie veelal een eind-element heeft aan beide uiteinden. Verder wordt opgemerkt dat tweede deel 320 veelal niet voorzien is van dergelijke doorgaande openingen. Tweede deel 320 wordt veelal los voor eerste deel 310 geplaatst.It is noted here that a tubular construction usually has an end element at both ends. It is further noted that second part 320 is often not provided with such through openings. Second part 320 is usually placed separately in front of first part 310.

Figuur 5 toont twee aanzichten van een eerste mal 100 voor de vervaardiging van eerste deel 310 van eind-element 30 uit figuur 4A. De in figuur 5 getoonde eerste mal betreft een maquette en toont enkel de functionaliteit van eerste mal 100. Onderdelen van eerste mal 100 worden bij voorkeur gemaakt van metalen onderdelen, zoals onderdelen van staal. Tevens wordt opgemerkt dat eerste mal 100 een buiten-mal omvat (niet weergegeven) welke gevormd wordt door een bak in welke de in figuur 5 getoonde onderdelen zijn geplaatst.Figure 5 shows two views of a first mold 100 for the manufacture of first part 310 of end element 30 of figure 4A. The first mold shown in figure 5 is a model and only shows the functionality of first mold 100. Parts of first mold 100 are preferably made of metal parts, such as steel parts. It is also noted that first mold 100 comprises an outer mold (not shown) which is formed by a tray in which the parts shown in figure 5 are placed.

In het rechter-deelfiguur van figuur 5 zijn een binnen-mal 110 en een mal-deel 120 zichtbaar. Hierbij is binnen-mal 110 bij voorkeur een holle structuur met afgeschuinde randen voor de vorming van afschuining 315.In the right-hand sub-figure of figure 5, an inner mold 110 and a mold part 120 are visible. Here, inner mold 110 is preferably a hollow structure with beveled edges for the formation of bevel 315.

Mal-deel 120, welke zich uitstrekt in de ruimte tussen de niet-getoonde buiten-mal en binnen-mal 110 omvat een verhogingsdeel 121, schuine wanden 122, en een dwarsdeel 123.Mold part 120, which extends into the space between the outer mold and inner mold 110 (not shown), comprises an elevation part 121, sloping walls 122, and a transverse part 123.

Verhogingsdeel 121 omvat een platform 1211 van waaraf schuine wanden 122 zich uitstrekken naar dwarsdeel 123. Platform 1211 wordt ondersteund door poten 1212 en dwarsdeel 123 door poten 1232.Elevation section 121 includes a platform 1211 from which sloping walls 122 extend to cross section 123. Platform 1211 is supported by legs 1212 and cross section 123 by legs 1232.

In een uitvoeringsvorm zijn verhogingsdeel 121, schuine wanden 122 en dwarsdeel 123 vaste niet-instelbare elementen. Voor de vervaardiging van verschillende eind-elementen 30 kunnen in dit geval verschillende typen van deze element gebruikt worden. In andere uitvoeringsvormen is de hoek die schuine wanden 122 maakt ten opzichte van verhogingsdeel 121 instelbaar, bijvoorbeeld door middel van hydraulische cilinders. Eveneens zou de positie van wanden 122 ten opzichte van verhogingsdeel 121, aangegeven door pijlen P1, instelbaar kunnen zijn. Een dergelijke instelbaarheid is ook mogelijk om de hoogte positionering van platform 1211 in te stellen. Ook dwarsdeel 123 is instelbaar op verschillende hoogtes door gebruik te maken van 1232 met verschillende lengtes.In one embodiment, elevation part 121, sloping walls 122 and transverse part 123 are fixed, non-adjustable elements. In this case, different types of these elements can be used for the manufacture of different end elements 30. In other embodiments, the angle made by sloping walls 122 relative to elevation part 121 is adjustable, for instance by means of hydraulic cylinders. The position of walls 122 relative to elevation part 121, indicated by arrows P1, could also be adjustable. Such adjustability is also possible to set the height positioning of platform 1211. Cross section 123 is also adjustable to different heights by using 1232 with different lengths.

Voor het realiseren van een eerste deel 310 van een eind-element 30 wordt beton vanaf boven in de ruimte tussen binnen-mal 110 en de buiten-mal gestort. Hierbij loopt het tegen mal- deel 120 aan. Hierbij definieert dwarsdeel 123 de plek waar boven-wand 313 stopt, definieert platform 1211 het einde van eerste deel 30, en definiëren schuine wanden 122 zijwanden 312.To realize a first part 310 of an end element 30, concrete is poured from above into the space between the inner mold 110 and the outer mold. In doing so, it runs into mold part 120. Here, cross section 123 defines where top wall 313 stops, platform 1211 defines the end of first section 30, and sloping walls 122 define side walls 312.

Voorafgaand aan het storten kunnen vuldelen (niet getoond) op platform 1211, dwarsdeel 123, en/of schuine wanden 122 geplaatst worden voor het realiseren van doorgaande openingen 316 waarin later spankabels worden gerangschikt. Ook kunnen randdelen geplaatst worden op platform 1211, of op de bodem van de buiten-mal indien platform 1211 niet gebruikt wordt, voor de vorming van uitsparingen 317. Een dergelijke rand kan echter ook integraal onderdeel uitmaken van platform 1211.Prior to pouring, filling parts (not shown) can be placed on platform 1211, transverse part 123, and/or sloping walls 122 to realize through-openings 316 in which tension cables will later be arranged. Edge parts can also be placed on platform 1211, or on the bottom of the outer mold if platform 1211 is not used, to form recesses 317. However, such an edge can also form an integral part of platform 1211.

Ook zichtbaar in de rechterfiguur zijn opvuldelen 124 welke, zoals getoond in figuur 4A, voorkomen dat afschuining 315 ter plaatse van boven-wand 313 voorbij boven-wand 313 loopt.Also visible in the right-hand figure are shims 124 which, as shown in Figure 4A, prevent bevel 315 at top wall 313 from extending beyond top wall 313.

De linker figuur in figuur 5 toont een voorbeeld van een zijaanzicht van een met eerste mal 100 gevormd eerst deel 310. Hierbij is zijwand 312 van eerste deel 310 zichtbaar.The left-hand figure in figure 5 shows an example of a side view of a first part 310 formed with the first mold 100. Side wall 312 of first part 310 is herein visible.

Figuur 6 toont een aanzicht van een tweede mal 200 voor de vervaardiging van tweede deel 320 van eind-element 30 uit figuur 4A. De in figuur 6 getoonde tweede mal betreft een maquette en toont enkel de functionaliteit van tweede mal 200. Onderdelen van tweede mal 200 worden bij voorkeur gemaakt van metalen onderdelen, zoals onderdelen van staal. Tevens wordt opgemerkt dat tweede mal 200 een buiten-mal omvat (niet weergegeven) welke gevormd wordt door een aantal wanden welke een ruimte definiëren in welke de in figuur 6 getoonde onderdelen zijn geplaatst.Figure 6 shows a view of a second mold 200 for the manufacture of second part 320 of end element 30 of figure 4A. The second mold shown in Figure 6 is a mock-up and only shows the functionality of second mold 200. Parts of second mold 200 are preferably made of metal parts, such as steel parts. It is also noted that second mold 200 includes an outer mold (not shown) which is formed by a plurality of walls defining a space in which the parts shown in Figure 6 are placed.

Tweede mal 200 omvat een binnen-mal 210 met afgeronde hoeken voor het vormen van afschuining 325. Tweede mal 200 omvat verder een mal-deel 220 dat in een ruimte tussen binnen- mal 210 en de buiten-mal geplaatst wordt. Hierbij omvat mal-deel 220 een verhogingsdeel 221 dat een door poten 2212 ondersteund platform 2211 omvat. De hoogtepositionering van platform 2211 bepaalt de lengte van tweede deel 320. Mal-deel 220 omvat tevens zijwanden 222.Second mold 200 includes an inner mold 210 with rounded corners to form bevel 325. Second mold 200 further includes a mold portion 220 that is placed in a space between inner mold 210 and the outer mold. Mold part 220 herein comprises an elevation part 221 which comprises a platform 2211 supported by legs 2212 . The height positioning of platform 2211 determines the length of second part 320. Mold part 220 also includes side walls 222.

In figuur 6 kan de hoek van zijwanden 222 ingesteld worden door ondersteuning 2213 in een andere positie te plaatsen. Een dergelijke functie kan worden geïmplementeerd door een stalen wand welke door middel van een hydraulische cilinder gescharnierd kan worden ten opzichte van de buiten-mal. Een dergelijke functie kan ook worden geïmplementeerd zoals getoond in figuur 6.In Figure 6, the angle of side walls 222 can be adjusted by placing support 2213 in a different position. Such a function can be implemented by a steel wall which can be pivoted relative to the outer mold by means of a hydraulic cylinder. Such a function can also be implemented as shown in Figure 6.

Hierbij omvat zijwand 222 een aantal uitsparingen 2214 welke op verschillende posities in zijwand 222 zijn aangebracht. Hierbij wordt opgemerkt dat figuur 6 slechts een enkele uitsparing 2215 toont. Ondersteuning 2213 grijpt aan op een enkele uitsparing en rust op een trede van trapdeelSide wall 222 herein comprises a number of recesses 2214 which are arranged in side wall 222 at different positions. It is noted here that figure 6 shows only a single recess 2215. Support 2213 engages a single recess and rests on a stair member step

2215. Door nu een andere uitsparing 2214 te kiezen alsmede een andere trede van trapdeel 2215 kan zijwand 222 versteld worden.2215. By now choosing another recess 2214 and another step of stair part 2215, side wall 222 can be adjusted.

De hoek die gemaakt wordt door zijwanden 222 dient in overeenstemming te zijn met de hoek die schuine wanden 122 maken. Verder kan de positie van zijwanden 222 ten opzichte van platform 2211, aangegeven door pijlen P2, gevarieerd worden.The angle made by side walls 222 should match the angle made by slanted walls 122. Furthermore, the position of side walls 222 relative to platform 2211, indicated by arrows P2, can be varied.

Op de positie aangegeven door pijlen D kunnen randvormige elementen in het beton worden gedrukt direct na het storten daarvan voor de vorming van uitsparingen 327.At the position indicated by arrows D, edge-shaped elements can be pressed into the concrete immediately after pouring to form recesses 327.

In zowel eerste mal 100 als tweede mal 200 kan wapening geplaatst worden, Tevens kunnen hijsankers ingestort worden met welke het betonnen eerste deel 310 en tweede deel 320 na voldoende uitharding uit de respectievelijke mallen genomen kunnen worden.Reinforcement can be placed in both the first mold 100 and the second mold 200. Lifting anchors can also be cast, with which the concrete first part 310 and second part 320 can be removed from the respective molds after sufficient hardening.

Eind-element 30 kan aan bekende middensegmenten 2 gekoppeld worden. Hierbij wordt eerste deel 310 tegen een middensegment 2 geplaatst dat aan het einde van de rij middensegmenten 2 is gerangschikt. Hierbij wordt opening 314 uitgelijnd met de openingen van middensegmenten 2.End element 30 can be coupled to known middle segments 2. Here, the first part 310 is placed against a middle segment 2 which is arranged at the end of the row of middle segments 2. Opening 314 is hereby aligned with the openings of middle segments 2.

Vervolgens wordt eerste deel 310 gekoppeld aan het naburige middensegment 2. Hierbij kan gebruik worden gemaakt worden van een mof-spie verbinding waarbij een mof gevormd is in of bij middensegment 2 of eind-element 36 en een spie gevormd is in of bij eind-element 30 of middensegment 2.Subsequently, the first part 310 is coupled to the adjacent middle segment 2. Use can be made here of a socket-wedge connection in which a socket is formed in or near the middle segment 2 or end element 36 and a wedge is formed in or near the end element. 30 or mid segment 2.

In andere uitvoeringsvormen zijn middensegmenten 2 voorzien van doorgaande openingen, welke eveneens aanwezig zijn in eerste deel 310. Door deze openingen kunnen spankabels worden aangebracht. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van conusvormige delen die aan het einde van de openingen in eerste deel 310 zijn aangebracht tijdens het storten. In deze delen kunnen de gespannen spankabels worden verankerd.In other embodiments, middle segments 2 are provided with through openings, which are also present in first part 310. Tension cables can be fitted through these openings. Use can herein be made of cone-shaped parts which are arranged at the end of the openings in first part 310 during pouring. The tensioned tension cables can be anchored in these parts.

Indien nodig, bijvoorbeeld als eind-element 30 een grote lengte heeft, kan tweede deel 320 naast eerste deel 310 geplaatst worden. Hierbij worden onder-wanden 311, 321 en zijwanden 312, 322 uitgelijnd zodat het net lijkt alsof eerste deel 310 en tweede deel 320 een integraal onderdeel vormen. Hierbij geniet het de voorkeur als bovenvlakken V1, V2 getoond in figuur 4A in hetzelfde vlak liggen. Ditzelfde geldt voor bovenvlakken V3, V4, en onder-wanden 311, 321.If necessary, for example if end element 30 has a great length, second part 320 can be placed next to first part 310. Bottom walls 311, 321 and side walls 312, 322 are herein aligned so that it seems as if first part 310 and second part 320 form an integral part. It is preferable here if the top surfaces V1, V2 shown in figure 4A lie in the same plane. The same applies to upper surfaces V3, V4 and lower walls 311, 321.

De hierboven beschreven buiten-mallen en binnen-mallen kunnen worden uitgevoerd door middel van metalen wanden, zoals stalen wanden, welke hydraulisch verstelbaar zijn. Door verstelling kan eerste deel 310 of tweede deel 320 na voldoende uitharding gemakkelijk uit de mal verwijderd kan worden. Hierbij kan mal-deel 120 als een enkel element plaatsbaar zijn. Eventueel kunnen vuldelen 124 los van de rest van mal-deel 120 geplaatst worden. Op vergelijkbare wijze kan mal-deel 220 al een enkel element plaatsbaar zijn.The outer molds and inner molds described above can be made by means of metal walls, such as steel walls, which are hydraulically adjustable. By adjustment, first part 310 or second part 320 can be easily removed from the mold after sufficient hardening. Mold part 120 can herein be placed as a single element. Optionally, filling parts 124 can be placed separately from the rest of mold part 120. Similarly, template portion 220 may be positionable as a single element.

De onderhavige uitvinding is beschreven met behulp van uitvoeringsvormen. Echter, de uitvinding is niet beperkt tot deze uitvoeringsvormen. Verscheidene wijzigingen zijn mogelijk zonder daarbij af te wijken van de beschermingsomvang van de onderhavige aanvrage welke wordt bepaald door de bijgevoegde conclusies en equivalenten daarvan.The present invention has been described with the aid of embodiments. However, the invention is not limited to these embodiments. Various modifications are possible without departing from the scope of protection of the present application, which is determined by the appended claims and equivalents thereof.

Claims (32)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Eind-element (30) geschikt voor de vervaardiging van een betonnen kokervormige constructie zoals een duiker (1) of rioleringsbuis, waarbij de betonnen kokervormige constructie één of meerdere middensegmenten (2) omvat, waarbij het eind-element (30) omvat: een in een eerste stortgang gevormd betonnen eerste deel (310), waarbij het eind-element (30) is ingericht om met het eerste deel (310) gekoppeld te worden aan een middensegment (2) uit de één of meerdere middensegmenten van de betonnen kokervormige constructie; waarbij het eerste deel een onder-wand (311), een boven-wand (313) en zijwanden (312) omvat waarbij de zijwanden (312) zich uitstrekken tussen de onder-wand (311) en boven-wand (313), en waarbij de zijwanden (312) en de onder-wand (311) zich aan een eerste einde van het eerste deel (310) uitstrekken tot voorbij de boven-wand (313); waarbij de voorbij de boven-wand (313) uitstekende delen van de zijwanden (312) in hoogte afnemen in een eerste richting (D1) van de boven-wand (313) af.1. End element (30) suitable for the manufacture of a concrete tubular construction such as a culvert (1) or sewage pipe, wherein the concrete tubular construction comprises one or more middle segments (2), wherein the end element (30) comprises: a concrete first part (310) formed in a first pouring pass, wherein the end element (30) is adapted to be coupled with the first part (310) to a middle segment (2) from the one or more middle segments of the concrete tubular construction; the first portion comprising a bottom wall (311), a top wall (313) and side walls (312) with the side walls (312) extending between the bottom wall (311) and top wall (313), and wherein the side walls (312) and the bottom wall (311) extend at a first end of the first part (310) beyond the top wall (313); wherein the parts of the side walls (312) protruding beyond the top wall (313) decrease in height in a first direction (D1) away from the top wall (313). 2. Eind-element (30) volgens conclusie 1, waarbij de zijwanden (312) van het eerste deel (30) zijn voorzien van zich in hoofdzaak parallel aan de onder-wand (311) van het eerste deel (30) uitstrekkende doorgaande openingen (316) in welke spankabels geplaatst zijn of geplaatst kunnen worden.2. End element (30) according to claim 1, wherein the side walls (312) of the first part (30) are provided with through openings extending substantially parallel to the bottom wall (311) of the first part (30). (316) in which tension cables are or can be placed. 3. Eind-element (30) volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende een in een tweede stortgang gevormd betonnen tweede deel (320), waarbij het tweede deel een onder-wand (321) en zijwanden (322) omvat, waarbij de zijwanden (322) zich uitstrekken vanaf de onder-wand (321); waarbij het eerste deel (310) is ingericht om gerangschikt te worden tussen het genoemde middensegment (2) uit de één of meerdere middensegmenten en het tweede deel (320); waarbij na rangschikking van het tweede deel (320), de onder-wand (311) van het eerste deel (310) aansluit op de onder-wand (321) van het tweede deel (320) en de zijwanden (312) van het eerste deel (310) aansluiten op de zijwanden (322) van het tweede deel (320); en waarbij de zijwanden (322) van het tweede deel (320) in hoogte afnemen in de eerste richting (D1).An end element (30) according to claim 1 or 2, further comprising a concrete second part (320) formed in a second dump, the second part comprising a bottom wall (321) and side walls (322), the side walls (322) extending from the lower wall (321); wherein the first part (310) is arranged to be arranged between said middle segment (2) of the one or more middle segments and the second part (320); wherein after arrangement of the second part (320), the bottom wall (311) of the first part (310) adjoins the bottom wall (321) of the second part (320) and the side walls (312) of the first connecting part (310) to the side walls (322) of the second part (320); and wherein the side walls (322) of the second part (320) decrease in height in the first direction (D1). 4. Eind-element (30) volgens conclusie 3, waarbij een naar een binnenzijde van het eerste deel (310) gerichte zijde van de onder-wand (311) van het eerste deel (310) in een vlak ligt met een naar een binnenzijde van het tweede deel (320) gerichte zijde van de onder-wand (321) van het tweede deel (320).An end element (30) according to claim 3, wherein a side of the bottom wall (311) of the first part (310) facing an inner side of the first part (310) lies in a plane with an inner side of the second part (320) facing side of the lower wall (321) of the second part (320). 5. Eind-element (30) volgens een van de conclusies 3-4, waarbij van de onder-wand (311) van het eerste deel (310) af gerichte bovenvlakken (V2, V4) van de zijwanden (312) van het eerste deel (310) in een vlak liggen met van de onder-wand (321) van het tweede deel (320) gerichte bovenvlakken (V1, V3) van de zijwanden (322) van het tweede deel (320).An end element (30) according to any one of claims 3-4, wherein upper surfaces (V2, V4) of the side walls (312) of the first part (310) are directed away from the lower wall (311) of the first part (310). part (310) lie in a plane with upper surfaces (V1, V3) of the side walls (322) of the second part (320) directed from the lower wall (321) of the second part (320). 6. Eind-element (30) geschikt volgens een van de conclusies 3-5, waarbij het eerste deel (310) en het tweede deel (320) afzonderlijk van elkaar plaatsbaar zijn.An end element (30) suitable according to any one of claims 3-5, wherein the first part (310) and the second part (320) can be placed separately from each other. 7. Eind-element (30) volgens een van de conclusies 3-6, waarbij de zijwanden (312) van het eerste deel (310) elk zijn voorzien van een eerste uitsparing (317) in een naar het tweede deel (320) gericht eindvlak (V6) daarvan, en waarbij de zijwanden (322) van het tweede deel (320) elk zijn voorzien van een tweede uitsparing (327) in een naar het eerste deel (310) gericht eindvlak (V5) daarvan, waarbij het eind-element (30) verder een afdichtingselement (318) omvat dat geplaatst is in een opening gevormd door de eerste uitsparing (317) en tweede uitsparing (327).An end element (30) according to any one of claims 3 to 6, wherein the side walls (312) of the first portion (310) each include a first recess (317) in a recess facing the second portion (320). end face (V6) thereof, and wherein the side walls (322) of the second portion (320) are each provided with a second recess (327) in an end face (V5) thereof facing the first portion (310), the end face (V5) thereof element (30) further comprises a sealing element (318) disposed in an opening formed by the first recess (317) and second recess (327). 8. Eind-element (30) volgens conclusie 7, waarbij de eerste uitsparing (317) en de tweede uitsparing (328) zich uitstrekken over een volledige hoogte van de respectievelijk zijwanden (312, 322).The end member (30) of claim 7, wherein the first recess (317) and the second recess (328) extend a full height of the respective side walls (312, 322). 9. Eind-element (30) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste deel (310) verder een afschuining (315) of afronding omvat welke is gevormd in een hoek tussen de zijwanden (312) en onder-wand (311) van het eerste deel (310), en/of tassen de zijwanden (322) en de boven-wand (313) van het eerste deel (310), en/of waarbij het tweede deel (320) verder een afschuining (325) of afronding omvat welke is gevormd in een hoek tussen de zijwanden (322) en de onder-wand (321) van het tweede deel (320).An end element (30) according to any one of the preceding claims, wherein the first portion (310) further comprises a bevel (315) or rounding formed at an angle between the side walls (312) and bottom wall (311) of the first portion (310), and/or the side walls (322) and the top wall (313) of the first portion (310) dip, and/or wherein the second portion (320) further includes a bevel (325) or rounding formed at an angle between the side walls (322) and the bottom wall (321) of the second part (320). 10. Eind-element (30) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste deel (310) en/of het tweede deel (320) is voorzien van wapening.End element (30) according to one of the preceding claims, wherein the first part (310) and/or the second part (320) is provided with reinforcement. 11. Betonnen kokervormige constructie zoals een duiker of rioleringsbuis, omvattende: één of meerdere middensegmenten (2) welke een middendeel van de betonnen kokervormige constructie vormen; ten minste één eind-element (30) volgens een van de voorgaande conclusies waarvan het eerste deel (310) is gekoppeld aan een middensegment (2) aan een einde van het middendeel.11. Concrete tubular construction such as a culvert or sewage pipe, comprising: one or more middle segments (2) which form a central part of the concrete tubular construction; at least one end element (30) according to any one of the preceding claims, the first portion (310) of which is coupled to a center segment (2) at an end of the center portion. 12. Betonnen kokervormige constructie volgens conclusie 11, waarbij het eerste deel (310) een centrale opening (314) omvat omgeven door de zijwanden (312}, onder-wand (311) en boven-wand (313) van het eerste deel (310) en welke aansluit op een centrale opening gevormd in de één of meerdere middensegmenten (2).A concrete box-shaped structure according to claim 11, wherein the first part (310) comprises a central opening (314) surrounded by the side walls (312}, bottom wall (311) and top wall (313) of the first part (310). ) and which connects to a central opening formed in the one or more middle segments (2). 13. Betonnen kokervormige constructie volgens conclusie 11 of 12, in zoverre afhankelijk van conclusie 2, waarbij de één of meerdere middensegmenten (2) elk zijn voorzien van in hoofdzaak doorgaande openingen welke aansluiten op de doorgaande openingen (314) in het eerste deel (310) voor het vormen van een samengestelde opening, waarbij de betonnen kokervormige constructie is voorzien van een spankabel welke is geplaatst in de samengestelde opening en door welke het eerste deel (310) en de één of meerdere middensegmenten (2) tegen elkaar worden getrokken.A concrete box-shaped structure according to claim 11 or 12, insofar as it depends on claim 2, wherein the one or more middle segments (2) are each provided with substantially through openings which connect to the through openings (314) in the first part (310). ) to form a compound opening, wherein the concrete box-shaped structure is provided with a tension cable placed in the compound opening and through which the first part (310) and the one or more middle segments (2) are pulled against each other. 14. Mal-samenstelling voor het vormen van een eind-element (30) zoals gedefinieerd ineen van de conclusies 1-10, omvattende ten minste een eerste mal (100) en optioneel een tweede mal (200) voor het vormen van respectievelijk het eerste deel (310) en het tweede deel (320) van het eind-element (30), waarbij de eerste mal (100), en de tweede mal (200) indien van toepassing, omvat: een buiten-mal; een in de buiten-mal geplaatste binnen-mal (110; 210); een mal-deel (120; 220) geplaatst in een ruimte tussen de binnen-mal (110; 210) en een binnenwand van de buiten-mal, waarbij het mal-deel (120; 220) zich schuin ten opzichte van een bodem van de buiten-mal uitstrekkende mal-wanden (122; 222) omvat welke zich uitstrekken tassen de binnenwand van de buiten-mal en een buitenwand van de binnen-mal (110; 210) voor de vorming van de zijwanden (312) van het eerste deel (310) dan wel de zijwanden (322) van het tweede deel (320).A mold assembly for forming an end element (30) as defined in any one of claims 1-10, comprising at least a first mold (100) and optionally a second mold (200) for forming the first, respectively part (310) and the second part (320) of the end member (30), the first mold (100), and the second mold (200) if applicable, comprising: an outer mold; an inner mold (110; 210) placed in the outer mold; a mold part (120; 220) placed in a space between the inner mold (110; 210) and an inner wall of the outer mold, the mold part (120; 220) being inclined with respect to a bottom of the outer mold includes mold walls (122; 222) extending between the inner wall of the outer mold and an outer wall of the inner mold (110; 210) to form the side walls (312) of the first part (310) or the side walls (322) of the second part (320). 15. Mal-samenstelling volgens conclusie 14, waarbij het mal-deel (120; 220) een verhogingsdeel (121; 221) omvat welke geplaatst is op de bodem van de buiten-mal, en waarbij de zich schuin uitstrekkende mal-wanden (122; 222) zich vanaf het verhogingsdeel (121; 221) uitstrekken.Mold assembly according to claim 14, wherein the mold part (120; 220) comprises an elevation part (121; 221) placed on the bottom of the outer mold, and wherein the obliquely extending mold walls (122 ; 222) extend from the elevation part (121; 221). 16. Mal-samenstelling volgens conclusie 14 of 15, waarbij het mal-deel (120) van de eerste mal (100) een dwarsdeel (123) omvat welke zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van de zich schuin uitstrekkende mal-wanden (122), waarbij de mal-wanden (122) zich uitstrekken tussen het verhogingsdeel (121) of de bodem van de buiten-mal en het dwarsdeel (123).Mold assembly according to claim 14 or 15, wherein the mold part (120) of the first mold (100) comprises a transverse part (123) which extends substantially perpendicular to the obliquely extending mold walls (122 ), the mold walls (122) extending between the elevation part (121) or the bottom of the outer mold and the transverse part (123). 17. Mal-samenstelling volgens een van de conclusies 14-16, waarbij het mal-deel (120; 220) verder afschuindelen (124) omvat welke tegen het dwarsdeel (123) en/of de zich schuin uitstrekkende mal-wanden (122; 222) aanliggen voor de vorming van de afschuining (315; 325) of afronding van het eerste deel (310) of tweede deel (320) van een eind-element (30) zoals gedefinieerd in conclusie 9.The mold assembly according to any one of claims 14-16, wherein the mold part (120; 220) further comprises bevel parts (124) which rest against the transverse part (123) and/or the obliquely extending mold walls (122; 222) to form the bevel (315; 325) or rounding of the first portion (310) or second portion (320) of an end element (30) as defined in claim 9. 18. Mal-samenstelling volgens een van de conclusies 14-17, verder omvattende wapening geplaatst in een ruimte tussen de buiten-mal en de binnen-mal (110) van de eerste mal (100) en, indien van toepassing, wapening geplaatst in een ruimte tussen de buiten-mal en de binnen-mal (210) van de tweede mal (200).Mold assembly according to any one of claims 14-17, further comprising reinforcement placed in a space between the outer mold and the inner mold (110) of the first mold (100) and, if applicable, reinforcement placed in a space between the outer mold and the inner mold (210) of the second mold (200). 19. Mal-samenstelling volgens een van de conclusies 14-18, waarbij de buiten-mal van de tweede mal (200) de binnen-mal (210) van de tweede mal (200) aan drie zijden omgeeft.Mold assembly according to any one of claims 14-18, wherein the outer mold of the second mold (200) surrounds the inner mold (210) of the second mold (200) on three sides. 20. Mal-samenstelling volgens een van de conclusies 14-18, waarbij de buiten-mal van de eerste mal (100) de binnen-mal (110) van de eerste mal (100) aan vier zijden omgeeft.Mold assembly according to any one of claims 14-18, wherein the outer mold of the first mold (100) surrounds the inner mold (110) of the first mold (100) on four sides. 21. Mal-samenstelling volgens een van de conclusies 14-20, waarbij de eerste mal (100) verder vuldelen omvat welke zich loodrecht ten opzichte van de bodem van de buiten-mal of verhogingsdeel (121) van de eerste mal (100) uitstrekken en welke zijn ingericht om doorgaande openingen te vormen tijdens het storten van beton voor het doorvoeren van spankabels.Mold assembly according to any one of claims 14-20, wherein the first mold (100) further comprises filling portions extending perpendicular to the bottom of the outer mold or elevation portion (121) of the first mold (100) and which are designed to form through openings during the pouring of concrete for the passage of tension cables. 22. Mal-samenstelling volgens conclusie 21, waarbij de vuldelen zijn gerangschikt op de zich schuin uitstrekkende mal-wanden (122), het verhogingsdeel (121) en/of het dwarsdeel (123).Mold assembly according to claim 21, wherein the filling parts are arranged on the obliquely extending mold walls (122), the elevation part (121) and/or the transverse part (123). 23. Mal-samenstelling volgens een van de conclusies 14-22, waarbij, voor de eerste mal (100) en/of de tweede mal (200), een hoogte waarover het verhogingsdeel (121; 221) zich uitstrekt en/of een hoek welke de zich schuin uitstrekkende mal-wanden (122; 222} maken met de bodem van de buiten-mal of het verhogingsdeel (121; 221) en/of een positie waar de zich schuin uitstrekkende mal-wanden (122; 222} aangrijpen op de bodem van de buiten-mal of het verhogingsdeel (121; 221) instelbaar is.Mold assembly according to any one of claims 14-22, wherein, for the first mold (100) and/or the second mold (200), a height over which the elevation part (121; 221) extends and/or an angle which the obliquely extending mold walls (122; 222} make with the bottom of the outer mold or the elevation part (121; 221) and/or a position where the obliquely extending mold walls (122; 222} engage with the bottom of the outer mold or the elevation part (121; 221) is adjustable. 24. Mal-samenstelling volgens een van de conclusies 14-23, waarbij de eerste mal (100) eerste uitstekende randen heeft voor de vorming van eerste uitsparingen (317) in naar het tweede deel (320) gerichte eindvlakken (V6) van de zijwanden (312) van het eerste deel (310), en waarbij de tweede mal (200) tweede uitstekende randen heeft voor de vorming van tweede uitsparingen (327) in naar het eerste deel (310) gerichte eindvlakken (V5) van de zijwanden (322) van het tweede deel (320).Mold assembly according to any one of claims 14-23, wherein the first mold (100) has first protruding edges for forming first recesses (317) in end faces (V6) of the side walls facing the second portion (320). (312) of the first part (310), and wherein the second mold (200) has second protruding edges for forming second recesses (327) in end faces (V5) of the side walls (322) facing the first part (310). ) of the second part (320). 25. Werkwijze voor het vervaardigen van een eind-element (30) zoals gedefinieerd in een van de conclusies 1-10, omvattende: het verschaffen van de mal-samenstelling volgens een van de conclusies 14-24; het in een eerste stortgang storten van beton in de eerste mal (100) voor de vorming van het eerste deel (310) van het eind-element (30).A method of manufacturing an end element (30) as defined in any of claims 1-10, comprising: providing the mold composition of any of claims 14-24; pouring concrete into the first mold (100) in a first pouring pass to form the first part (310) of the end element (30). 26. Werkwijze volgens conclusie 25, verder omvattende het in een tweede stortgang storten van beton in de tweede mal (200) voor de vorming van het tweede deel (320) van het eind- element (30).The method of claim 25, further comprising pouring concrete into the second mold (200) in a second pour to form the second portion (320) of the end element (30). 27. Werkwijze volgens conclusie 26, in zoverre afhankelijk van conclusie 21, verder omvattende het plaatsen van de vuldelen op de schuine mal-wanden (122), het verhogingsdeel (121). de bodem van de buiten-mal en/of het dwarsdeel (123) van de eerste mal (100) voorafgaand aan het storten van beton in de eerste mal (100) voor het vormen van doorgaande openingen in het eerste deel (100).A method according to claim 26, insofar as dependent on claim 21, further comprising placing the filling parts on the sloping mold walls (122), the elevation part (121). the bottom of the outer mold and/or the transverse part (123) of the first mold (100) prior to pouring concrete into the first mold (100) to form through-openings in the first part (100). 28. Werkwijze volgens een van de conclusies 25-27, verder omvattende het plaatsen van wapening in een ruimte tussen de binnen-mal (110; 210) en buiten-mal van de eerste mal (100) en/of tweede mal (200).A method according to any one of claims 25-27, further comprising placing reinforcement in a space between the inner mold (110; 210) and outer mold of the first mold (100) and/or second mold (200) . 29. Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen kokervormige constructie zoals een duiker of rioleringsbuis, omvattende: De werkwijze volgens een van de conclusies 25-28 voor de vorming van ten minste één eind-element (30); het plaatsen van één of meerdere betonnen middensegmenten (2) voor de vorming van een middendeel van de betonnen kokervormige constructie; het in een nabijheid van een middensegment (2) aan een einde van het middendeel plaatsen van het eerste deel (316) en het koppelen van dit middensegment (2) aan het eerste deel (310).A method of manufacturing a concrete tubular structure such as a culvert or sewage pipe, comprising: The method of any one of claims 25-28 for forming at least one end member (30); placing one or more concrete middle segments (2) to form a middle part of the concrete tubular structure; placing the first part (316) in a vicinity of a mid-section (2) at an end of the mid-section and coupling this mid-section (2) to the first section (310). 30. Werkwijze volgens conclusie 29, in zoverre afhankelijk van conclusie 27, waarbij de middensegmenten (2) elk doorgaande openingen hebben, waarbij de doorgaande openingen van de middensegmenten (2) zijn uitgelijnd, en waarbij het genoemde koppelen het door de doorgaande openingen van het middendeel (2) en doorgaande openingen van het eerste deel (310) voeren en spannen van spankabels omvat.A method as claimed in claim 29 as dependent on claim 27, wherein the mid-sections (2) each have through-openings, the through-openings of the mid-segments (2) being aligned, and wherein said coupling passes through the through-openings of the middle part (2) and through-openings of the first part (310) feed and tension tension cables. 31. Werkwijze volgens conclusie 29 of 30, verder omvattende het in een nabijheid van het eerste deel (310) plaatsen van het tweede deel (320).The method of claim 29 or 30, further comprising placing the second portion (320) in a vicinity of the first portion (310). 32. Werkwijze volgens conclusie 31, in zoverre afhankelijk van conclusie 24, verder omvattende het rangschikken van afdichtingselementen (318) in de door de eerste en tweede uitsparingen (317; 327) gevormde openingen.The method of claim 31 as dependent on claim 24, further comprising arranging sealing elements (318) in the openings formed by the first and second recesses (317; 327).
NL2030760A 2022-01-28 2022-01-28 TWO PART END ELEMENT FOR CONCRETE CUBE-SHAPED CONSTRUCTION NL2030760B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2030760A NL2030760B1 (en) 2022-01-28 2022-01-28 TWO PART END ELEMENT FOR CONCRETE CUBE-SHAPED CONSTRUCTION
EP23154008.9A EP4219834A1 (en) 2022-01-28 2023-01-30 Two-part end element for concrete tubular structure

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2030760A NL2030760B1 (en) 2022-01-28 2022-01-28 TWO PART END ELEMENT FOR CONCRETE CUBE-SHAPED CONSTRUCTION

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2030760B1 true NL2030760B1 (en) 2023-08-08

Family

ID=80933380

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2030760A NL2030760B1 (en) 2022-01-28 2022-01-28 TWO PART END ELEMENT FOR CONCRETE CUBE-SHAPED CONSTRUCTION

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP4219834A1 (en)
NL (1) NL2030760B1 (en)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1144200A (en) * 1915-01-20 1915-06-22 William S Hewett Culvert.
US1407246A (en) * 1920-10-05 1922-02-21 Charles F Bond Concrete mold
US1461973A (en) * 1921-03-11 1923-07-17 Mare Thomas De La Culvert mold
US1997236A (en) * 1934-10-27 1935-04-09 Jr Adolph Schroeder Culvert
US2265871A (en) * 1938-12-20 1941-12-09 Chasteen F Scott Bridge and culvert form
US4673159A (en) * 1984-10-18 1987-06-16 Hancock Concrete Products Co., Inc. Molding forms for making precast portal assembly sections for culverts
WO2004027156A2 (en) * 2002-09-20 2004-04-01 L & R Precast Concrete Works Precast safety end and form therefor
AU2012244376A1 (en) * 2011-11-09 2013-05-23 Precast Civil Industries Pty Ltd One piece box culvert with headwall

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1144200A (en) * 1915-01-20 1915-06-22 William S Hewett Culvert.
US1407246A (en) * 1920-10-05 1922-02-21 Charles F Bond Concrete mold
US1461973A (en) * 1921-03-11 1923-07-17 Mare Thomas De La Culvert mold
US1997236A (en) * 1934-10-27 1935-04-09 Jr Adolph Schroeder Culvert
US2265871A (en) * 1938-12-20 1941-12-09 Chasteen F Scott Bridge and culvert form
US4673159A (en) * 1984-10-18 1987-06-16 Hancock Concrete Products Co., Inc. Molding forms for making precast portal assembly sections for culverts
WO2004027156A2 (en) * 2002-09-20 2004-04-01 L & R Precast Concrete Works Precast safety end and form therefor
AU2012244376A1 (en) * 2011-11-09 2013-05-23 Precast Civil Industries Pty Ltd One piece box culvert with headwall

Also Published As

Publication number Publication date
EP4219834A1 (en) 2023-08-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1019711C2 (en) Method for making a floor from concrete, and formwork plate therefor.
KR101954428B1 (en) Pre assemble pc composite mold and method for consructing concrete structure using this same
KR100645491B1 (en) Girder installing method of bridge with elongated flange
NL2030760B1 (en) TWO PART END ELEMENT FOR CONCRETE CUBE-SHAPED CONSTRUCTION
KR20160150154A (en) Fcm construction method using divided pouring of segment concrete
KR20140008067A (en) Low depth tunnel construction method using variable mould system
CN111074893B (en) Construction system and construction method for concrete cushion layer of river dike and dyke
KR101223753B1 (en) Incremental launching apparatus for launching concrete slab of tunnel type for composite bridge, and constructing method for the same
CA2717294A1 (en) Precast coping lifting system
KR100889140B1 (en) The assembly type hollow slab
KR20150032499A (en) Construction method of prestressed composite girder bridge
KR20190010357A (en) Precast PSC beam girder that can be made long-term by step construction
NL1029709C1 (en) Method for manufacturing a deep wall, as well as spacer.
KR102400564B1 (en) A hollow double wall and its manufacturing method and construction method of structures including it
JP2020056209A (en) Composite column, bridge pier using the same, and construction method
JP2002327600A (en) Retaining wall structure of tunnel watchman's passage and member for forming retaining wall
CN113059685A (en) Precast beam construction system and construction method
JP3972365B2 (en) Concrete retaining wall blocks
JP2020037823A (en) Construction method and precast member
JP7204228B2 (en) Underground beam construction method
EP3964673B1 (en) Vibrator beam, vibrator frame and method for compacting concrete
JPS6319642B2 (en)
BE1017172A3 (en) Foundation element for engineering construction, comprises prefabricated foot with upright walls separated by gap for receiving concrete and reinforcement
CN211645807U (en) Municipal administration road local reinforcement structure
CN111139832B (en) Pouring template system for concrete cushion layer of river dike and dyke and construction method