NL2030242B1 - Device and method for freeze-drying liquid-containing composition - Google Patents

Claims (15)

1. CONCLUSIES l. Ampul-hanteerder voor gebruik in een inrichting voor het vriesdrogen van een vloeistof bevattende samenstelling in een continue proces, waarbij de ampul-hanteerder het volgende omvat: een langwerpige arm die een distaal uiteinde en een proximaal uiteinde definieert; en gen grijper die is ingericht om een nekgedeelte van een ampul te grijpen, waarbij de grijper op het distale uiteinde van de langwerpige arm is aangebracht, waarbij de langwerpige arm is aangebracht via een barrière die een draaipunt definieert, waarbij het draaipunt tussen het distale uiteinde en het proximale uiteinde van de langwerpige arm is gepositioneerd, zodat de bediening van het proximale uiteinde van de langwerpige arm in een vlak loodrecht op de langwerpige arm aan een eerste zijde van de barrière zich vertaalt in een tegenovergestelde beweging van het distale uiteinde van de arm aan een tweede zijde van de barrière.
2. 2. Ampul-hanteerder volgens conclusie 1, waarbij de grijper twee naar voren uitstekende poten omvat, waarbij de poten een afnemende dikte hebben die weggaand van het distale uiteinde van de arm afneemt, zodat de poten een toenemende breedte hebben die weg van het distale uiteinde van de arm toeneemt, waarbij bij voorkeur het bereik van de langwerpige arm. langs de richting van de langwerpige arm, tijdens het uitstrekken van de langwerpige arm, ten minste ongeveer 150 mm is, bij voorkeur ten minste ongeveer 200 mm, met meer voorkeur ten minste ongeveer 250 mm, met nog meer voorkeur ten minste ongeveer 300 mm.
3. 3. Transportmechanisme voor gebruik in een inrichting voor het vriesdrogen van een vloeistof bevattende samenstelling in een continue proces, waarbij het transportmechanisme het volgende omvat: twee of meer roterende platformen voor het ontvangen en roteren van ampullen: en een transportbaan, waarbij de transportbaan een langwerpig element omvat met een uitsparing die zich over de volledige lengte van het langwerpige element uitstrekt, waarbij de uitsparing twee openingen aan tegenoverliggende uiteinden van het langwerpige element definieert en de uitsparing verder een open bodemvlak van het langwerpige element definieert, en waarbij een doorsnedevorm van het langwerpige element twee laterale uitsteeksels aan tegenoverliggende zijden van het open bodemvlak omvat, waarbij de uitsteeksels zijn ingericht om een nekgedeelte van de ampul te grijpen, waarbij de transportbaan is ingericht om langs een eerste verticale as en langs een tweede as evenwijdig aan het langwerpige element te bewegen om ten minste één ampul tussen de twee of meer roterende platformen te verplaatsen.
4. 4. Transportmechanisme volgens conclusie 3, waarbij de laterale uitsteeksels zijn voorzien van een afgeschumd bovenvlak, waarbij bij voorkeur de laterale uitsteeksels zich ononderbroken langs de volledige lengte van het langwerpige element uitstrekken, waarbij bij voorkeur het langwerpige element verder is voorzien van ten minste één opening in een bovenvlak, zodat door het langwerpige element een doorgang wordt gedefinieerd.
5. 5. Transportmechanisme volgens een van de conclusies 3-4, waarbij de roterende platformen zijn voorzien van een naar boven gerichte rand langs de omtrek van het roterende platform, waarbij bij voorkeur de roterende platformen zijn gekoppeld aan aandrijfschijven, waarbij de aandrijfschijven bij voorkeur worden aangedreven door een riem, waarbij met meer voorkeur een enkele riem zich over alle aandrijfschijven uitstrekt om alle roterende platformen met dezelfde draaisnelheid te roteren.
6. 6. Vacuümdeur voor gebruik in een inrichting voor het vriesdrogen van een vloeistof bevattende samenstelling in een continue proces. waarbij de vacuümdeur het volgende omvat: een eerste paneel; en een tweede tegenoverliggend paneel, dat daartussen een ruimte definieert. waarbij de twee tegenoverliggende panelen ten minste één opening hebben, waarbij de opening van het eerste paneel zich tegenover de opening van het tweede paneel bevindt, zodat een ampul door de openingen kan worden gestoken om door de vacuümdeur heen te worden verplaatst, waarbij ten minste één afdichtdeur is voorzien in de door de tegenoverliggende panelen gedefinieerde ruimte, waarbij de afdichtdeur zich kan bewegen tussen een eerste positie waarin de afdichtdeur voor de openingen is gepositioneerd. en een tweede positie, waarin de afdichtdeur weg van de openingen is gepositioneerd. waarbij de vacuümdeur verder een bedieningsmechanisme voor het bedienen van de afdichtdeur omvat, waarbij het bedieningsmechanisme 1s ingericht om de afdichtdeur naar de eerste opening of naar de tweede opening te bewegen. wanneer de afdichtdeur zich in de eerste positie bevindt.
7. 7. Vacuümdeur volgens conclusie 6, waarbij de afdichtdeur twee perifere afdichtingen omvat, bij voorkeur flexibele afdichtingen, die zijn aangebracht aan een eerste en een tweede zijde van de afdichtdeur, waarbij de perifere afdichtingen zijn ingericht om aan te grijpen aan een zetelgebied van de openingen die zijn voorzien rond de omtrek van de openingen.
8. 8. Vacuümdeur volgens conclusie 6 of 7, waarbij de vacuümdeur verder een pneumatische cilinder omvat die in de door de twee tegenoverliggende panelen gedefinieerde ruimte is aangebracht, waarbij de pneumatische cilinder een balg omvat die rondom ten minste een deel van een stang is aangebracht, waarbij de stang aan de afdichtdeur is bevestigd, waarbij de pneumatische cilinder is mgericht om de afdichtdeuren tussen de eerste en tweede positie te bewegen, waarbij bij voorkeur het bedieningsmechanisme ten minste één balgactuator omvat, die in het eerste of tweede paneel is aangebracht, waarbij de balgactuator is ingericht om aan te grijpen met de staaf om de afdichtdeur naar de opening in het eerste of het tweede paneel te bewegen. waarbij met meer voorkeur de balgactuator een cirkelvormig membraan omvat, dat in het midden van het membraan een aangrijpoppervlak heeft, waarbij het membraan is ingericht om naar buiten uit te steken zodat het aangrijpoppervlak naar buiten wordt bewogen.
9. 9, Laadsluis voor gebruik in een inrichting voor het vriesdrogen van een vloeistof bevattende samenstelling m een continue proces, waarbij de laadsluis het volgende omvat: een transportsectie. en gen eerste en een tweede vacuümdeur volgens een van de conclusies 6-8; waarbij de eerste vacuümdeur aan een eerste zijde van de transportsectie 1s aangebracht en de tweede vacuümdeur aan een tweede zijde van de transportsectie is aangebracht en de laadsluis verder ten minste twee ampul-hanteerders omvat, bij voorkeur ampul-hanteerders volgens een van de conclusies 1-2, waarbij de ampul-hanteerders zijn ingericht om ampullen door de vacuümdeuren te verplaatsen.
10. 10. Spinner voor gebruik in cen inrichting voor het vriesdrogen van een vloeistof bevattende samenstelling in een continue proces, waarbij de spinner het volgende omvat: een steun voor het ondersteunen van een ampul; en een klemmechanisme dat met de steun is verbonden. waarbij het klemmechanisme ten minste twee met de steun gekoppelde armen omvat, waarbij ten minste één van de armen een roterende arm is die via een scharnier roteerbaar aan de steun is gekoppeld. waarbij de roterende arm een bovengedeelte en een ondergedeelte met een contragewicht omvat, waarbij de scharnier tussen het bovengedeelte en het ondergedeelte is aangebracht.
11. 11. Spinner volgens conclusie 10, waarbij het zwaartepunt van de roterende arm zich onder het schamier bevindt, waarbij bij voorkeur het moment van het ondergedeelte meer dan 10% groter is dan het moment van het bovengedeelte, bij voorkeur tussen 20-100% groter dan het moment van het bovengedeelte, met meer voorkeur tussen ongeveer 20-50% groter dan het moment van het bovengedeelte.
12. 12. Spinner volgens conclusie 10 of 11, waarbij de roterende arm een gebalanceerde positie heeft, wanneer de spinner stilstaat, en waarbij het ondergedeelte schuin naar de steun toeloopt, terwijl het bovengedeelte schuin van de steun wegloopt.
13. 13. Stoppersysteem voor gebruik in een inrichting voor het vriesdrogen van een vloeistof bevattende samenstelling in een continue proces, waarbij het stoppersysteem het volgende omvat: een stopperhouder; en een horizontale aandrijfas, waarbij de stopperhouder roteerbaar verbonden is met de horizontale aandrijfas aan een eerste uiteinde, waarbij de stopperhouder door de aandrijfas verplaatst kan worden tussen een ontvangstpositie en een stopperpositie, waarbij het tweede uiteinde van de stopperhouder een gleuf omvat op een randgebied om een stopper te ontvangen, waarbij de gleuf een laterale vorm heeft om de stopper te ontvangen zodat de stopper in de gleuf aan een eerste zijde van de rand kan worden gehouden, en een opening heeft om de stopper aan een ampul te koppelen op een tweede zijde van de rand, waarbij in de ontvangstpositie de opening naar boven gericht is en waarbij in de stopperpositie de opening naar beneden gericht is, waarbij de gleuf zo is gevormd dat de stopper in de gleuf in de stopperpositie wordt gehouden.
14. 14. Stoppersysteem volgens conclusie 13, waarbij een flexibele plaat op de stopperhouder is aangebracht, en de flexibele plaat over de door de gleuf gedefinieerde opening is geplaatst en waarbij de flexibele plaat een opening heeft die correspondeert met de door de gleuf gedefinieerde opening, waarbij de opening op de flexibele plaat kleiner is dan de door de gleuf gedefinieerde opening, zodat de stopper in de gleuf blijft zitten.
15. 15. Inrichting voor het vriesdrogen van een vloeistof bevattende samenstelling in een continue proces, waarbij de inrichting één of meer, bij voorkeur drie of meer. omvat van: een transportmechanisme volgens een van de conclusies 3-5; cen ampul-hanteerder volgens een van de conclusies 1-2; een vacuümdeur volgens een van de conclusies 6-8, waarbij bij voorkeur de vacuümdeur een deel van een laadsluis volgens conclusie 9 vormt:

    een spinner volgens een van de conclusies 10-12; en een stoppersysteem volgens een van de conclusies 13-14, waarbij bij voorkeur de inrichting ten minste het transportmechanisme, de ampul-hanteerder en de vacuümdeur omvat, waarbij met meer voorkeur de inrichting 1n staat is ten minste ongeveer 5000 ampullen per dag te verwerken.