NL2029597B1 - Dynamische actieve beladings- en beluchtingsvloer voor het composteren van organisch materiaal in een gesloten mobiele of stationaire reactor. - Google Patents
Dynamische actieve beladings- en beluchtingsvloer voor het composteren van organisch materiaal in een gesloten mobiele of stationaire reactor. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2029597B1 NL2029597B1 NL2029597A NL2029597A NL2029597B1 NL 2029597 B1 NL2029597 B1 NL 2029597B1 NL 2029597 A NL2029597 A NL 2029597A NL 2029597 A NL2029597 A NL 2029597A NL 2029597 B1 NL2029597 B1 NL 2029597B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- air
- organic material
- composting
- organic
- slats
- Prior art date
Links
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C05—FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
- C05F—ORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
- C05F17/00—Preparation of fertilisers characterised by biological or biochemical treatment steps, e.g. composting or fermentation
- C05F17/90—Apparatus therefor
- C05F17/964—Constructional parts, e.g. floors, covers or doors
- C05F17/971—Constructional parts, e.g. floors, covers or doors for feeding or discharging materials to be treated; for feeding or discharging other material
- C05F17/979—Constructional parts, e.g. floors, covers or doors for feeding or discharging materials to be treated; for feeding or discharging other material the other material being gaseous
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C05—FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
- C05F—ORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
- C05F17/00—Preparation of fertilisers characterised by biological or biochemical treatment steps, e.g. composting or fermentation
- C05F17/90—Apparatus therefor
- C05F17/921—Devices in which the material is conveyed essentially horizontally between inlet and discharge means
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C05—FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
- C05F—ORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
- C05F17/00—Preparation of fertilisers characterised by biological or biochemical treatment steps, e.g. composting or fermentation
- C05F17/90—Apparatus therefor
- C05F17/921—Devices in which the material is conveyed essentially horizontally between inlet and discharge means
- C05F17/936—Tunnels
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02P—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
- Y02P20/00—Technologies relating to chemical industry
- Y02P20/141—Feedstock
- Y02P20/145—Feedstock the feedstock being materials of biological origin
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02W—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
- Y02W30/00—Technologies for solid waste management
- Y02W30/40—Bio-organic fraction processing; Production of fertilisers from the organic fraction of waste or refuse
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Biochemistry (AREA)
- Biotechnology (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- General Chemical & Material Sciences (AREA)
- Microbiology (AREA)
- Molecular Biology (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Fertilizers (AREA)
- Processing Of Solid Wastes (AREA)
Abstract
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dynamische actieve beladings- en beluchtingsvloer voor het composteren van organisch materiaal in een gesloten mobiele of stationaire reactor. Verder ziet de onderhavige uitvinding toe op een werkwijze voor het met lucht behandelen van een organisch rest- of afvalmateriaal onder toepassing van de inrichting zoals hiervoor genoemd, alsmede op de bijzondere toepassing van een dergelijke inrichting.
Description
Korte aanduiding: Dynamische actieve beladings- en beluchtingsvloer voor het composteren van organisch materiaal in een gesloten mobiele of stationaire reactor.
Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het composteren van organisch materiaal. Verder ziet de onderhavige uitvinding toe op een werkwijze voor het met lucht behandelen van een organisch rest- of afvalmateriaal onder toepassing van de inrichting zoals hiervoor genoemd, alsmede op de bijzondere toepassing van een dergelijke inrichting, welke voordelen heeft voor het sneller, efficiënter en homogener beladen en lossen van de reactor.
Composteren is het proces van recyclen, stabiliseren en opwaarderen van organisch rest- of afvalmateriaal. Het is van nature een relatief traag verlopend proces. Voor het composteringsproces zijn onder andere belangrijk: de samenstelling van het organisch basismateriaal, de temperatuur, de vochtigheid en de aanwezigheid van zuurstof. Het composteren begint met de aantasting en het opbreken van plantaardig materiaal door schimmels en bacteriën. Bij dit afbraakproces gebruiken de schimmels en bacteriën zuurstof en komen er koolstofdioxide, water en warmte vrij.
Het composteren kan worden versneld door het optimaliseren van de omstandigheden waarin de microbiële activiteit plaatsvindt, bijvoorbeeld door toepassing van een zuurstofrijke, warme en vochtige omgeving.
Inrichtingen voor het composteren van organisch materiaal zijn op zich bekend.
Uit het Duitse Offenlegungsschrift DE 25 51 599 is een uit afzonderlijke betonvormplaten samengestelde vloer bekend, welke vloer dient als ondergrond voor de opslag van organische afvalstoffen tijdens compostering. De betonvormplaten zijn voorzien van een doorlopend kanaal waaruit één of meer kanaalvormige uitsparingen naar het oppervlak van de vloer uitsteken om lucht naar de organische afvalstoffen te leiden zodat compostering daarvan kan geschieden.
Uit de Canadese publicatie CA2306658A1 is het bekend om bij de biologische behandeling van organisch materiaal aerobe omstandigheden tijdens het gehele behandelingsproces te waarborgen, waardoor lucht door het organische materiaal moet worden geleid om te zorgen voor een voldoende zuurstofniveau en overtollige warmte te verwijderen. Volgens deze Canadese publicatie is een kanaal ontworpen om het organisch materiaal te beluchten, vloeistof uit het organisch materiaal te verzamelen en te verwijderen. Het kanaal is op te vatten als een leiding met meerdere openingen voor luchtverdeling of verwijdering, waarbij de bovenkant van het kanaal is afgesloten met een verwijderbare geperforeerde hoes. Een of meer kanalen gecombineerd tot een serie vormen een beluchtingssysteem waarbij de kanalen van het beluchtingssysteem zijn geïntegreerd in de vloer van een composteringsreactor en via leidingen zijn verbonden met een verdeelstuk buiten de reactor voor luchtverdeling of verwijdering.
De Internationale aanvraag WO2006/120517 openbaart een afvalverwerkingssysteem op basis van een doorlaatbare materiaalcontainer waarbij een recirculatiesysteem van de lucht binnen de container is voorzien. Het luchtcirculatiesysteem omvat een aantal luchtinlaatbuizen en een aantal luchtinlaten die beide in de container zijn aangebracht.
Verder is uit de Europese octrooiaanvraag EP0397645 een inrichting voor het inbrengen van gassen in biologische vastbedfilters met een verdeler bekend, uit welke filters het gas wordt geperst en door het filtermateriaal wordt geleid.
Ook is uit het Europees octrooi EP2828225 een methode voor het composteren van champost bekend, waarbij voornoemde champost wordt gescheiden van dekaarde voorafgaand aan het composteren van voornoemde champost, welke methode omvat het composteren van voornoemd champost onder omstandigheden ter verschaffing van gecomposteerde champost met een droge stofgehalte van 45% tot 90%, waarbij voornoemde champost wordt gecomposteerd bij een temperatuur van 30-85 °C, gedurende een minimum periode van 5 dagen.
De Japanse publicatie JP 2002-346513 heeft betrekking op een fermentatietank waarin een compostering wordt uitgevoerd. Onder de vloer van een dergelijke fermentatietank bevindt zich een buizenconstructie, waarbij aan een binnenbuis een warmte-overdrachtsmedium wordt toegevoerd, bijvoorbeeld heet water, waarna in de annulaire ruimte tussen de buitenbuis en de binnenbuis lucht wordt geleid. Aldus wordt de ingeblazen lucht door het door de binnenbuis stromende warme water verwarmd, welke verwarmde lucht vervolgens door de buitenbuis kan uittreden via de daarin aangebrachte openingen. Een dergelijke constructie van een gesloten binnenbuis en een van openingen voorziene buitenbuis is aldus in de ondergrond van de fermentor geplaatst, welke constructie in een soort behuizing is geplaatst. Omdat de behuizing slechts aan de bovenzijde open is uitgevoerd, zal de uit de openingen van de buitenbuis tredende lucht alleen de open uitgevoerde bovenzijde van de behuizing kunnen verlaten en het te fermenteren materiaal, dat op de vloer ligt, zal met de luchtstroom in contact treden om te drogen en te fermenteren.
Het Duitse Offenlegungsschrift DE10248715A1 heeft betrekking op een composteerinstallatie waarbij onder de langstransporteur een of meer onder overdruk werkende beluchtingsinrichtingen zijn aangebracht die de beluchtingslucht vanaf de onderzijde daarvan door het te composteren materiaal leiden.
Het Amerikaans octrooi US 4 798 802 heeft betrekking op een composteerinstallatie voor organisch materiaal, waarbij de reactor omvat een vloer voorzien van een veelvoud van longitudinale en evenwijdig ten opzichte van elkaar geplaatste latten die verschuifbaar zijn gemonteerd voor longitudinale heen en weer beweging, waarbij aangrenzende latten van de vloer zijdelings op afstand van elkaar zijn geplaatst door tussengeplaatste longitudinale beluchtingskoppen.
De Europese publicatie EP 0 334 460 heeft betrekking op een composteerinstallatie omvattende een transportbandvloer bestaande uit evenwijdige balken die verschuifbaar zijn langs een draagconstructie, waarbij luchtkanalen met uitblaasopeningen op gelijke afstanden zijn aangebracht in de balken van de vloer, welke leidingen zijn aangesloten op een flexibele slang, die op zijn beurt is aangesloten op een luchttoevoerleiding.
Het Amerikaans octrooi US 5 409 831 heeft betrekking op een composteerinstallatie die is voorzien van beluchtingsmiddelen om lucht toe te voeren in een ruimte tussen de tunnelvloer en op de transportbaan gelegen transportbakken, zodat lucht door de bodems van de bakken en door het daarop gelegen materiaal stijgt, waarbij tevens uitlaatmiddelen zijn voorzien in een bovenoppervlak van de tunnel om uitlaatgassen en afgewerkte beluchtingsgassen uit de tunnel te laten ontsnappen.
Een aspect van de onderhavige uitvinding is aldus het verschaffen van een methode om organisch rest- of afvalmateriaal met lucht volgens een milieuvriendelijke en doelmatige manier te behandelen om het restmateriaal te herverwerken en op te waarderen tot bruikbare reststoffen.
Een ander aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een methode om organisch rest- of afvalmateriaal met lucht volgens een milieuvriendelijke en doelmatige manier te behandelen waarbij de daarbij toe te passen hoeveelheid energie tot een minimum wordt beperkt.
De onderhavige uitvinding ziet aldus toe op een inrichting voor het composteren van organisch materiaal, omvattende een reactorruimte voorzien van een laadvloer, een ondersteunende constructie die de laadvloer ondersteunt, en een aandrijfeenheid die is bevestigd aan de ondersteuningsconstructie, waarbij de laadvloer een meervoud van onderling evenwijdige, langgerekte latten omvat, die operationeel verbonden zijn met de aandrijfeenheid teneinde relatief ten opzichte van de ondersteuningsconstructie te worden bewogen in de langsrichting van de latten in een heen- en weergaande beweging om voornoemd organisch materiaal op de laadvloer te brengen of van de laadvloer af te brengen, waarbij voornoemde onderling evenwijdige, langgerekte latten een zich over nagenoeg over de volledige lengte daarvan uitstrekkend luchtkanaal omvatten, welk luchtkanaal is voorzien van een of meer openingen (15) voor het toevoeren van lucht (L} aan de onderzijde van het op voornoemde laadvloer aanwezige organisch materiaal.
Onder toepassing van de hiervoor genoemde inrichting hebben de onderhavige uitvinders geconstateerd dat aan een of meer van voornoemde aspecten wordt voldaan. Het is met name gunstig gebleken om voornoemde onderling evenwijdige, langgerekte latten te voorzien van een zich over nagenoeg over de volledige lengte daarvan uitstrekkend luchtkanaal, waarbij het luchtkanaal is voorzien van een of meer openingen. Door nu lucht aan het luchtkanaal toe te voeren, zal de toegevoerde lucht via de openingen het luchtkanaal verlaten en worden toegevoerd aan de onderzijde van het op voornoemde laadvloer aanwezige organisch materiaal.
Genoemde openingen zijn gelegen aan het loopvlak van de laadvloer. Dergelijke openingen zorgen voor een goede verdeling van de toe te voeren lucht in het op de laadvloer liggende organisch rest- of afvalmateriaal. In een uitvoeringsvorm zijn nagenoeg alle evenwijdige, langgerekte latten voorzien van een luchtkanaal met openingen voor het toevoeren van lucht aan de onderzijde van het op voornoemde laadvloer aanwezige organisch materiaal. Het is in een uitvoeringsvorm ook mogelijk dat enkele evenwijdige, langgerekte latten niet zijn voorzien van een luchtkanaal.
In een uitvoeringsvorm van de evenwijdige, langgerekte latten zijn een of meer latten, aan de zijde afgekeerd waar de inlaat van lucht plaatsvindt, voorzien van een afneembaar sluitingsorgaan. Een dergelijke constructie maakt het mogelijk om het luchtkanaal inwendig te reinigen, bijvoorbeeld door te spoelen met water.
Vanwege de specifieke constructie van de laadvloer kan voor het vullen van de laadvloer met organisch rest- of afvalmateriaal aldus worden afgezien 5 van zware werktuigen, zoals tractors, shovels, laadklepvoertuigen, kruiwagens en verreikers.
De onderhavige inrichting is geschikt om als mobiele inrichting te worden toegepast, te weten een inrichting die verplaatsbaar is en op locatie kan worden neergezet en, na gebruik, weer kan worden verwijderd, maar kan ook in stationaire vorm worden toegepast in civiele constructies. Een voorbeeld van een mobiele inrichting is de toepassing van de onderhavige vinding in een container, bijvoorbeeld 20 voet standaard hoogte, 40 voet standaard hoogte, 40 voet high-cube, 45 voet high-cube, 48 voet high-cube en 53 voet high-cube, maar de inrichting is in geen geval tot een bijzondere afmeting beperkt.
Een vloer opgebouwd uit een meervoud van onderling evenwijdige, langgerekte latten, die operationeel verbonden zijn met een aandrijfeenheid teneinde relatief ten opzichte van de ondersteuningsconstructie te worden bewogen in de langsrichting van de latten in een heen- en weergaande beweging, is op zich bekend, bijvoorbeeld uit NL 2005347, NL1032356, US 6,019,215 en US 5,560,472, welke documenten hier voor wat betreft de constructie van de bewegende laadvloer als ingelast kunnen worden beschouwd.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting strekken de openingen van het luchtkanaal zich over nagenoeg de gehele lengterichting van de latten uit.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot een bijzonder aantal uitstroomopeningen dat zich in de onderling evenwijdige, langgerekte latten bevindt.
Het is in een bijzondere uitvoeringsvorm echter wenselijk om de uitstroomopeningen, in de lengterichting van de onderling evenwijdige, langgerekte latten gezien, onderling te laten “verspringen” zodat er voor de naast elkaar gelegen langgerekte latten in feite sprake is van naast elkaar gelegen rijen van uitstroomopeningen, waarbij de posities van de uitstroomopeningen, in de rijen ten opzichte van elkaar, zijn verschoven waardoor er geen sprake is van exact naast elkaar gelegen uitstroomopeningen.
Hiermee wordt voorkomen dat bepaalde gebieden niet van toegevoerde lucht worden voorzien en aldus “achterblijven” in het composteringsproces. Het is namelijk wenselijk dat de gehele, op de laadvloer aanwezige hoeveelheid organisch materiaal nagenoeg homogeen wordt gecomposteerd zodat er geen sprake is van “black spots”.
Het verdient de voorkeur dat voornoemde uitstroomopeningen over de lengte van de onderling evenwijdige, langgerekte latten zijn gepositioneerd waarmee aldus wordt gewaarborgd dat het op de ondergrond liggende organisch rest- of afvalmateriaal homogeen met lucht wordt behandeld.
In een voorbeeld van de inrichting zijn de afmetingen van de openingen zodanig uitgevoerd dat de hoeveelheid lucht, die door de openingen wordt toegevoerd aan het op voornoemde laadvloer aanwezige organisch materiaal, voor elk van de openingen nagenoeg gelijk is. Volgens een dergelijke constructie wordt gewaarborgd dat de toe te voeren lucht over alle, in de onderling evenwijdige, langgerekte latten aanwezige openingen aan de op de ondergrond liggende organisch rest- of afvalmateriaal wordt toegevoerd.
In een voorbeeld van de inrichting is de inrichting aan de kopse zijde daarvan voorzien van een door een afscheiding verkregen ruimte, waarbij de afscheiding zich uitstrekt over de volledige hoogte en breedte van de inrichting, welke aldus verkregen ruimte is gescheiden van de reactorruimte waarin het composteren van organisch materiaal wordt uitgevoerd. In een dergelijke ruimte, die gescheiden is van de reactorruimte, is het mogelijk om de apparatuur en installaties te plaatsen die voor het aansturen van het composteerproces in de reactorruimte nodig zijn. Derhalve zal in die ruimte geen sprake zijn van het te composteren organisch materiaal.
In een voorbeeld van de inrichting is voornoemde, van de reactorruimte gescheiden, ruimte voorzien van een of meer luchtverdeelkamers, welke een of meer luchtverdeelkamers zijn verbonden met de in voornoemde, een of meer onderling evenwijdige, langgerekte latten aanwezige luchtkanalen voor het daaraan toevoeren van lucht. Aldus is het mogelijk om gemakkelijk onderhoud aan de luchttoevoerinstallatie te plegen, of om bijvoorbeeld onderdelen daarvan te vervangen.
In een voorbeeld van de inrichting zijn voornoemde een of meer luchtverdeelkamers via een of meer drukkamers verbonden met de in voornoemde, een of meer onderling evenwijdige, langgerekte latten aanwezige luchtkanalen voor het daaraan toevoeren van lucht, waarbij in het bijzonder voornoemde een of meer drukkamers in een heen- en weergaande beweging in de langsrichting van de latten verplaatsbaar zijn. Een dergelijke constructie maakt het mogelijk om volgens eenvoudige en praktisch uitvoerbare wijze lucht aan de luchtkanalen van voornoemde onderling evenwijdige, langgerekte latten, welke luchtkanalen van een of meer openingen zijn voorzien, toe toevoeren. Een dergelijke toevoer van lucht aan de onderzijde van het op voornoemde laadvloer aanwezige organisch materiaal is vereist om het composteerproces te laten plaatsvinden.
In een uitvoeringvorm is het mogelijk om de luchtkanalen van het luchttoevoersysteem los te koppelen waardoor de luchtkanalen inwendig zijn te reinigen, bijvoorbeeld door te spoelen met water.
In een voorbeeld van de inrichting zijn voornoemde een of meer luchtverdeelkamers onder toepassing van een of meer flexibele leidingen verbonden met voornoemde een of meer drukkamers. Dergelijke flexibele leidingen zijn wenselijk om de heen- en weergaande beweging in de langsrichting van de latten te kunnen volgen. In een voorbeeld zijn de drukkamers onder toepassing van flexibele koppelingen verbonden aan de heen en weer bewegende onderling evenwijdige, langgerekte latten om trillingen op te kunnen vangen.
In een voorbeeld van de inrichting is voornoemde reactorruimte voorzien van middelen voor het aan de reactorruimte toevoeren van water. De toevoer van water is in bepaalde situaties wenselijk om het composteerproces te laten plaatsvinden.
In een voorbeeld van de inrichting is voornoemde reactorruimte is voorzien van middelen voor het aan de reactorruimte onttrekken en/of afvoeren van warmte.
In een voorbeeld van de inrichting is voornoemde inrichting voorzien van een meet- en regelsysteem voor het monitoren van het omstandigheden in de reactorruimte waarin het composteren van organisch materiaal wordt uitgevoerd.
In een voorbeeld van de inrichting is voornoemde reactorruimte voorzien van middelen voor het uit de reactorruimte afvoeren en afvangen van gassen die zijn ontstaan bij het composteren van organisch materiaal.
De onderhavige uitvinding voorziet ook in een werkwijze voor het composteren van organisch materiaal waarbij het te composteren organisch materiaal wordt belucht in een inrichting zoals hiervoor beschreven.
In een voorbeeld omvat de werkwijze voor het composteren van organisch materiaal de volgende stappen: het op de laadvloer brengen van organisch materiaal,
het op de laadvloer verplaatsen van het organisch materiaal door het uitvoeren van een heen- en weergaande beweging van de latten, het toevoeren van lucht aan de onderzijde van het op voornoemde laadvloer aanwezige organisch materiaal om het organisch materiaal te composteren, het beëindigen van het toevoeren van lucht, en het van de laadvloer verwijderen van het aldus gecomposteerde materiaal door het uitvoeren van een heen- en weergaande beweging van de latten.
Voorbeelden van het te composteren organisch materiaal worden gekozen uit de groep van dierlijke mest zoals rundveemest, kalkoenenmest, kippenmest, vleeskuikensmest, varkensmest, schapen- en geitenmest, nertsenmest, eendenmest, konijnenmest, paardenmest en mest van andere dieren in zowel de vaste en vloeibare vorm, organisch afval, huishoudelijk organisch afval, in het bijzonder GFT afval, afval van voedingsproductie en verwerking, plantaardige reststromen, zoals bijvoorbeeld restmaterialen van champignonkweek, en slibstromen afkomstig van waterzuiveringsinstallaties, organische industriële rest- en afvalstromen, organisch afval uit de landbouw, tuinbouw, aquacultuur, bosbouw en voedingsbereiding en verwerking, afval van suikerverwerking, zuivelindustrie, afval van de productie van alcoholische en niet-alcoholische dranken, verontreinigde organische afvalstromen, afval van thermische processen, en/of een of meer combinaties hiervan.
Vanuit energetisch en ecologisch oogpunt is het wenselijk dat de uit het organisch rest- of afvalmateriaal tredende luchtstroom nuttig wordt hergebruikt. Bij het composteerproces ontstaat er veelal warmte in het organisch rest- of afvalmateriaal, welke warmte kan worden teruggewonnen en aldus nuttig kan worden hergebruikt.
De onderhavige uitvinders hebben geconstateerd dat het debiet van de toe te voeren luchtstroom voor het composteerproces zich in het bijzonder bevindt in een gebied van 0-70 m/s, met name 20-60 m/s, bij voorkeur 30-50 m/s, waarbij in het bijzonder de toe te voeren lucht een temperatuur bezit in het gebied van 5-80 °C, met name 10-70 °C, bij voorkeur 40-70 °C.
Het is in een bijzondere uitvoeringsvorm mogelijk om de toe te voeren luchtstroom aan een voorbehandeling te onderwerpen, bijvoorbeeld het beïnvloeden van de temperatuur en luchtvochtigheid. Ook is het mogelijk om een of meer procesparameters, gekozen uit de groep van debiet, temperatuur, zuurstofgehalte en luchtvochtigheid, van de toe te voeren luchtstroom gedurende het composteerproces te variëren. Dit betekent dat gedurende het uitvoeren van de onderhavige werkwijze men in staat is tot het aanpassen van bijvoorbeeld een of meer van debiet, temperatuur, zuurstofgehalte en luchtvochtigheid. Er kunnen aldus verschillende luchtbehandelingsprogramma’s worden toegepast, bijvoorbeeld afhankelijk van het restmateriaal waarmee wordt aangevangen, of afhankelijk van het gewenste eindproduct.
In de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding is het verder mogelijk om aan het organisch rest- of afvalmateriaal, bij voorkeur na de composteerbehandeling, een of meer hulpstoffen toe te voegen, bij voorkeur gekozen uit de groep van kalk, fosfor, stikstof en micronutriënten. Dergelijke hulpstoffen dienen om het behandelde organisch rest- of afvalmateriaal voor een bepaalde toepassing geschikt te maken. Bijvoorbeeld door het toevoegen van kalk om de zuurgraad aan te passen. Een voorbeeld van een hulpstof is gemalen eierschalen voor de kalk, welke hulpstof naast een hoog percentage kalk ook andere bestanddelen bevat, zoals zink.
Ook is het mogelijk om het op de laadvloer liggende organisch rest- of afvalmateriaal tijdens of na de compostering om te woelen. Onder “omwoelen” dient het loswerken, omploegen dan wel omwroeten van organisch rest- of afvalmateriaal te worden verstaan waardoor het proces van composteren van de in het organisch rest- of afvalmateriaal nog aanwezige restproducten wordt bespoedigd. In een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze is het mogelijk om het organisch rest- of afvalmateriaal, voordat de compostering wordt uitgevoerd, aan een verkleiningsstap te onderwerpen.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een lat die een zich over nagenoeg over de volledige lengte daarvan uitstrekkend luchtkanaal omvat, welk luchtkanaal is voorzien van een of meer openingen. Een dergelijke lat wordt bijvoorbeeld toegepast voor het vervaardigen van een uit dergelijke latten samengestelde laadvloer, welke laadvloer geschikt is voor het composteren van organisch rest- of afvalmateriaal, in het bijzonder in een inrichting zoals hiervoor omschreven, of om te worden toegepast in een werkwijze zoals hiervoor omschreven.
De onderhavige uitvinding wordt hierna aan de hand van een aantal figuren toegelicht, welke figuren in geen geval als beperkend moeten worden opgevat.
Figuur 1 toont een vooraanzicht van de onderhavige inrichting.
Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de onderhavige inrichting zoals getoond in figuur 1.
Figuur 3 toont een vooraanzicht een vloerlat van de onderhavige uitvinding.
Figuur 4 toont de afzonderlijke werkwijzestappen van de onderhavige uitvinding.
In figuur 1 is een vooraanzicht van een inrichting (1) voor het composteren van organisch materiaal (3) getoond, in het bijzonder een container, omvattende een reactorruimte (5) voorzien van een laadvloer (9}, een ondersteunende constructie (13) die de laadvloer ondersteunt, en een aandrijfeenheid (11) die is bevestigd aan de ondersteuningsconstructie (13), waarbij de laadvloer een meervoud van onderling evenwijdige, langgerekte latten (9) omvat, die operationeel verbonden zijn met de aandrijfeenheid {11) teneinde relatief ten opzichte van de ondersteuningsconstructie (13) te worden bewogen in de langsrichting van de latten in een heen- en weergaande beweging (B) om het organisch materiaal (3) op de laadvloer te brengen of van de laadvloer af te brengen, waarbij voornoemde onderling evenwijdige, langgerekte latten een zich over nagenoeg over de volledige lengte daarvan uitstrekkend luchtkanaal (34) omvatten, welk luchtkanaal is voorzien van een of meer openingen (15) voor het toevoeren van lucht (L) aan de onderzijde van het op de laadvloer aanwezige organisch materiaal (3). Voor een nadere omschrijving van lat (9) wordt naar de beschrijving van figuur 3 verwezen.
Door de heen- en weergaande beweging (B} is het mogelijk om het organisch materiaal (3) over de laadvloer te verplaatsen zodat een laag wordt gevormd die over nagenoeg het gehele oppervlak van de laadvloer (9) eenzelfde hoogte bezit.
Inrichting (1) is aan de kopse zijde daarvan voorzien van een door een afscheiding (19) verkregen ruimte (17), waarbij de afscheiding (19) zich uitstrekt over de volledige hoogte en breedte van de inrichting (1). De ruimte (17) is aldus gescheiden van reactorruimte (5) waarin het composteren van organisch materiaal (3) wordt uitgevoerd.
In figuur 2 is waarneembaar dat uitstroomopeningen (15), in de lengterichting van onderling evenwijdige, langgerekte latten (9) gezien, onderling “verspringen” zodat er voor de naast elkaar gelegen langgerekte latten (9) in feite sprake is van direct naast elkaar gelegen rijen van uitstroomopeningen (15), waarbij de posities van uitstroomopeningen (15), in de rijen ten opzichte van elkaar, zijn verschoven waardoor er geen sprake is van exact naast elkaar gelegen uitstroomopeningen (15). Hiermee wordt voorkomen dat bepaalde gebieden niet van toegevoerde lucht worden voorzien en aldus “achterblijven” in het composteringsproces. Door het onderling verschuiven van de onderling evenwijdige, langgerekte latten (9) is het ook mogelijk dat de naast elkaar gelegen rijen van uitstroomopeningen (15) niet ten opzichte van elkaar “verspringen” (niet weergegeven).
Ook zijn in figuur 2 de afmetingen van uitstroomopeningen (15) zodanig uitgevoerd dat de hoeveelheid lucht, die hierdoor wordt toegevoerd aan het op laadvloer (9) aanwezige organisch materiaal (3), voor elk van uitstroomopeningen (15) nagenoeg gelijk is. In de praktijk zullen bijvoorbeeld uitstroomopeningen (15) aan het begin van de onderling evenwijdige, langgerekte latten (9), te weten dicht bij de toevoerpositie van de lucht, een uitstroomopeningen (15) bezitten die kleiner is dan uitstroomopeningen (15) van de openingen die aan het einde van de onderling evenwijdige, langgerekte latten (9) zijn gelegen.
Ruimte (17) is voorzien van een of meer luchtverdeelkamers (21) die zijn verbonden met onderling evenwijdige, langgerekte latten (9) voor het daaraan toevoeren van lucht (L). Luchtverdeelkamers (21) zijn via een of meer drukkamers (23) verbonden met onderling evenwijdige, langgerekte latten (9) voor het daaraan toevoeren van lucht (L). Lucht (L) zal zich door het luchtkanaal verplaatsen en in opwaartse richting door de uitstroomopeningen worden gestuwd en door organisch materiaal (3) worden geleid om het composteren daarvan te laten plaatsvinden. Een of meer drukkamers (23) zijn in een heen- en weergaande beweging (B) in de langsrichting van de latten (9) verplaatsbaar en onder toepassing van een of meer flexibele leidingen (25) verbonden met luchtverdeelkamers (21). Reactorruimte (5) is voorzien van middelen (27) voor het aan reactorruimte (5) toevoeren van bijvoorbeeld water of andere vloeibare fracties, middelen (29) voor het aan reactorruimte (5) onttrekken en/of afvoeren van warmte, alsmede voorzien van middelen (33) voor het uit reactorruimte (5) afvoeren en afvangen van gassen die zijn ontstaan bij het composteren van organisch materiaal (3). Inrichting (1) is ook voorzien van een meet- en regelsysteem (31) voor het monitoren van de omstandigheden in reactorruimte (5) waarin het composteren van organisch materiaal (3) wordt uitgevoerd. Reactorruimte (5) kan volgens een gebruikelijke wijze worden gevuld met het te composteren materiaal, bijvoorbeeld via een aan de bovenzijde gelegen toevoeropening (niet weergegeven), of via een opening (niet weergegeven) aan de kopse zijde, dan wel via een opening (niet weergegeven) aan de lengte zijde van reactorruimte (5).
Figuur 3 toont een vooraanzicht een vloerlat van de onderhavige uitvinding. Lat (9) omvat een zich over nagenoeg over de volledige lengte daarvan uitstrekkend luchtkanaal (34), welk luchtkanaal (34) is voorzien van een of meer openingen (15) voor het toevoeren van lucht (L) aan de onderzijde van het op voornoemde laadvloer aanwezige organisch materiaal. Een aantal van dergelijke onderling evenwijdige, langgerekte latten (9) vormt de laadvloer van reactorruimte (5).
Een dergelijke lat (9) is uitneembaar van de laadvloer en kan dus volgens eenvoudige worden vervangen of gerepareerd. Ook is lat (9) aan de zijde afgekeerd waar de inlaat van lucht plaatsvindt eventueel voorzien van een afneembaar sluitingsorgaan (niet weergegeven). Een dergelijke constructie maakt het mogelijk om het luchtkanaal inwendig te reinigen, bijvoorbeeld door te spoelen met water, om aldus eventuele verstoppingen van de openingen ongedaan te kunnen maken.
Figuur 4 toont de afzonderlijke werkwijzestappen van de onderhavige uitvinding. De werkwijze omvat de volgende stappen: het op de laadvloer brengen (103) van organisch materiaal, het op de laadvloer verplaatsen (105) van het organisch materiaal door het uitvoeren van een heen- en weergaande beweging van de latten, het toevoeren van lucht (107) aan de onderzijde van het op voornoemde laadvloer aanwezige organisch materiaal om het organisch materiaal te composteren, het beëindigen van het toevoeren van lucht (109), en het van de laadvloer verwijderen (111) van het aldus gecomposteerde materiaal door het uitvoeren van een heen- en weergaande beweging van de latten. Het is ook mogelijk om gedurende het composteren een heen- en weergaande beweging van de latten uit te voeren. Ook is het mogelijk om voor, tijdens en na het composteren water of andere vloeibare fracties aan het organisch materiaal toe te voegen. Voor het “opstarten” van het composteerproces kan volgens een gebruikelijke methode inoculum worden toegevoegd. Het toevoeren van lucht kan continu of met onderbrekingen worden uitgevoerd, waarbij ook het luchtdebiet kan worden aangepast. Ook is het mogelijk om de toe te voeren lucht vooraf te behandelen, bijvoorbeeld te bevochtigen of in temperatuur aan te passen. Het composteerproces kan aldus worden gemonitord en real time worden aangepast. De meetgegevens van het composteerproces kunnen via een draadloze verbinding naar een centrale worden gestuurd en aldus kan het composteerproces nagenoeg automatisch verlopen. Het beladen van de laadvloer kan bijvoorbeeld plaatsvinden via een toevoeropening (niet weergegeven) aangebracht aan de bovenzijde van de inrichting (1), maar ook via een toevoeropening (niet weergegeven) aan de kopse zijde, of een toevoeropening (niet weergegeven) in de wand.
Claims (21)
1. Inrichting (1) voor het composteren van organisch rest- of afvalmateriaal (3), omvattende een reactorruimte (5) voorzien van een laadvloer (9), een ondersteunende constructie (13) die de laadvloer ondersteunt, en een aandrijfeenheid (11) die is bevestigd aan de ondersteuningsconstructie, waarbij de laadvloer een meervoud van onderling evenwijdige, langgerekte latten (9) omvat, die operationeel verbonden zijn met de aandrijfeenheid teneinde relatief ten opzichte van de ondersteuningsconstructie te worden bewogen in de langsrichting van de latten in een heen- en weergaande beweging (B) om voornoemd organisch materiaal op de laadvloer te brengen of van de laadvloer af te brengen, waarbij voornoemde onderling evenwijdige, langgerekte latten een zich over nagenoeg over de volledige lengte daarvan uitstrekkend luchtkanaal (34) omvatten, welk luchtkanaal is voorzien van een of meer openingen (15) voor het toevoeren van lucht (L) aan de onderzijde van het op voornoemde laadvloer aanwezige organisch materiaal.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een of meer openingen (15) van het luchtkanaal zich over nagenoeg de gehele lengterichting van de latten uitstrekken.
3. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de afmetingen van de een of meer openingen (15) zodanig zijn uitgevoerd dat de hoeveelheid lucht, die door de een of meer openingen (15) wordt toegevoerd aan het op voornoemde laadvloer aanwezige organisch materiaal, voor elk van de openingen nagenoeg gelijk is.
4. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de inrichting aan de kopse zijde daarvan is voorzien van een door een afscheiding (19) verkregen ruimte (17), waarbij de afscheiding zich uitstrekt over de volledige hoogte en breedte van de inrichting, welke aldus verkregen ruimte is gescheiden van de reactorruimte waarin het composteren van organische materiaal wordt uitgevoerd.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat voornoemde ruimte is voorzien van een of meer luchtverdeelkamers (21), welke een of meer luchtverdeelkamers zijn verbonden met voornoemde, een of meer onderling evenwijdige, langgerekte latten voor het daaraan toevoeren van lucht.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat voornoemde een of meer luchtverdeelkamers via een of meer drukkamers (23) zijn verbonden met voornoemde, een of meer onderling evenwijdige, langgerekte latten voor het daaraan toevoeren van lucht.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat voornoemde een of meer drukkamers in een heen- en weergaande beweging (B) in de langsrichting van de latten verplaatsbaar zijn.
8. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 6-7, met het kenmerk, dat voornoemde een of meer luchtverdeelkamers onder toepassing van een of meer flexibele leidingen (25) zijn verbonden met voornoemde een of meer drukkamers.
9. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat voornoemde reactorruimte is voorzien van middelen (27) voor het aan de reactorruimte toevoeren van water of andere vloeibare fracties.
10. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat voornoemde ruimte (17) is voorzien van middelen (29) voor het aan de reactorruimte onttrekken en/of afvoeren van warmte.
11. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-10, met het kenmerk, dat voornoemde inrichting is voorzien van een meet- en regelsysteem (31) voor het monitoren van het omstandigheden in de reactorruimte waarin het composteren van organisch materiaal wordt uitgevoerd.
12. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat voornoemde reactorruimte is voorzien van middelen (33) voor het uit de reactorruimte afvoeren en behandelen van gassen die zijn ontstaan bij het composteren van organisch materiaal.
13. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat als inrichting een container is toegepast, welke container verplaatsbaar is.
14. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat als inrichting een bestaande of nieuwe stationaire civiele constructie is toegepast.
15. Werkwijze (101) voor het composteren van organisch materiaal waarbij het te composteren organisch materiaal wordt belucht, met het kenmerk, dat het composteren wordt uitgevoerd in een inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-14.
16. Werkwijze voor het composteren van organisch materiaal volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: het op de laadvloer brengen (103) van organisch rest- of afvalmateriaal, het op de laadvloer verplaatsen (105) van het organisch materiaal door het uitvoeren van een heen- en weergaande beweging van de latten, het toevoeren van lucht (107) aan de onderzijde van het op voornoemde laadvloer aanwezige organisch materiaal om het organisch materiaal te composteren, het beëindigen van het toevoeren van lucht (109), en het van de laadvloer verwijderen (111) van het aldus gecomposteerde materiaal door het uitvoeren van een heen- en weergaande beweging van de latten.
17. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 15-16, met het kenmerk, dat het te composteren organisch rest- of afvalmateriaal is gekozen uit de groep van dierlijke mest zoals rundveemest, kalkoenenmest, kippenmest, vleeskuikensmest, varkensmest, schapen- en geitenmest, nertsenmest, eendenmest, konijnenmest, paardenmest en mest van andere dieren in zowel de vaste en vloeibare vorm, organisch afval, huishoudelijk organisch afval, in het bijzonder GFT afval, afval van voedingsproductie en verwerking, plantaardige reststromen, zoals bijvoorbeeld restmaterialen van champignonkweek, en slibstromen afkomstig van waterzuiveringsinstallaties, organische industriële rest- en afvalstromen, organisch afval uit de landbouw, tuinbouw, aquacultuur, bosbouw en voedingsbereiding en verwerking, afval van suikerverwerking, zuivelindustrie, afval van de productie van alcoholische en niet-alcoholische dranken, verontreinigde organische afvalstromen, afval van thermische processen, en/of een of meer combinaties hiervan.
18. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 15-17, met het kenmerk, dat de toe te voeren luchtstroom voor het composteerproces zich bevindt in een gebied van 0-70 m/s, met name 20-80 m/s, bij voorkeur 30-50 m/s, waarbij in het bijzonder de toe te voeren lucht een temperatuur bezit in het gebied van 5-80 °C, met name 10-70 °C, bij voorkeur 40-70 °C.
19. Lat (9), omvattende een zich over nagenoeg over de volledige lengte daarvan uitstrekkend luchtkanaal (34), welk luchtkanaal is voorzien van een of meer openingen (15).
20. Toepassing van een lat volgens conclusie 19 voor het vervaardigen vaneen uit dergelijke latten samengestelde laadvloer, welke laadvloer geschikt is voor het composteren van organisch rest- of afvalmateriaal.
21. Toepassing volgens conclusie 20 in een inrichting volgens een of meer van conclusies 1-14.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2029597A NL2029597B1 (nl) | 2021-11-02 | 2021-11-02 | Dynamische actieve beladings- en beluchtingsvloer voor het composteren van organisch materiaal in een gesloten mobiele of stationaire reactor. |
PCT/NL2022/050615 WO2023080779A1 (en) | 2021-11-02 | 2022-11-02 | Dynamic active loading and aeration floor for composting organic material in a closed mobile or stationary reactor |
EP22799998.4A EP4426669A1 (en) | 2021-11-02 | 2022-11-02 | Dynamic active loading and aeration floor for composting organic material in a closed mobile or stationary reactor |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2029597A NL2029597B1 (nl) | 2021-11-02 | 2021-11-02 | Dynamische actieve beladings- en beluchtingsvloer voor het composteren van organisch materiaal in een gesloten mobiele of stationaire reactor. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2029597B1 true NL2029597B1 (nl) | 2023-06-01 |
Family
ID=78536542
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2029597A NL2029597B1 (nl) | 2021-11-02 | 2021-11-02 | Dynamische actieve beladings- en beluchtingsvloer voor het composteren van organisch materiaal in een gesloten mobiele of stationaire reactor. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP4426669A1 (nl) |
NL (1) | NL2029597B1 (nl) |
WO (1) | WO2023080779A1 (nl) |
Citations (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2551599A1 (de) | 1975-11-18 | 1977-05-26 | Hoetzel Beton Gmbh | Betonformplatte zur herstellung von lagerplaetzen fuer abfallstoffe |
US4798802A (en) * | 1987-07-28 | 1989-01-17 | Ryan Richard M | Method for accelerating composting of organic matter and composting reactor therefor |
EP0397645A1 (de) | 1989-05-11 | 1990-11-14 | VOEST-ALPINE STAHL LINZ Gesellschaft m.b.H. | Vorrichtung zum Einbringen von Gasen in Festbettfilter |
EP0334460B1 (en) * | 1988-03-23 | 1994-07-13 | J.B. Rutte B.V. | Conveying floor with a plurality of parallel moving beams for a compost plant |
US5409831A (en) * | 1993-02-11 | 1995-04-25 | Wright; James | Continuous composter |
US5560472A (en) | 1995-05-24 | 1996-10-01 | Gist; Richard T. | Walking floors |
US6019215A (en) | 1997-04-02 | 2000-02-01 | Foster; Raymond Keith | Reciprocating slat conveyors with pressure seals |
CA2306658A1 (en) | 2000-05-01 | 2001-11-01 | Dietmar A.M. Tholen | Improved aeration system for composting organic matter |
FR2820421A1 (fr) * | 2001-02-05 | 2002-08-09 | Recyval Sa | Conteneur automatique de compostage de produits organiques |
JP2002346513A (ja) | 2001-05-25 | 2002-12-03 | Tokyo Gas Engineering Co Ltd | 生ごみ処理機 |
DE10246715A1 (de) * | 2002-10-07 | 2004-04-15 | VKW-Anlagenbau und Umwelttechnik GmbH | Kompostieranlage mit Belüftung |
WO2006120517A2 (en) | 2005-05-13 | 2006-11-16 | Ambientalia S.R.L. | Waste treatment system |
NL1032356C2 (nl) | 2006-08-23 | 2008-02-26 | Cargo Floor B V | Vloer met beweegbare planken, voorzien van afdichting. |
NL2005347C2 (en) | 2010-09-13 | 2012-03-14 | Cargo Floor B V | Cargo floor assembly. |
EP2828225A2 (en) | 2013-01-24 | 2015-01-28 | Upcycling Gemert B.V. | Method for composting spent mushroom compost |
EP3095771A1 (en) * | 2015-05-21 | 2016-11-23 | Upcycling Gemert B.V. | Installation for the treatment of a biologic waste material with air |
-
2021
- 2021-11-02 NL NL2029597A patent/NL2029597B1/nl active
-
2022
- 2022-11-02 WO PCT/NL2022/050615 patent/WO2023080779A1/en active Application Filing
- 2022-11-02 EP EP22799998.4A patent/EP4426669A1/en active Pending
Patent Citations (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2551599A1 (de) | 1975-11-18 | 1977-05-26 | Hoetzel Beton Gmbh | Betonformplatte zur herstellung von lagerplaetzen fuer abfallstoffe |
US4798802A (en) * | 1987-07-28 | 1989-01-17 | Ryan Richard M | Method for accelerating composting of organic matter and composting reactor therefor |
EP0334460B1 (en) * | 1988-03-23 | 1994-07-13 | J.B. Rutte B.V. | Conveying floor with a plurality of parallel moving beams for a compost plant |
EP0397645A1 (de) | 1989-05-11 | 1990-11-14 | VOEST-ALPINE STAHL LINZ Gesellschaft m.b.H. | Vorrichtung zum Einbringen von Gasen in Festbettfilter |
US5409831A (en) * | 1993-02-11 | 1995-04-25 | Wright; James | Continuous composter |
US5560472A (en) | 1995-05-24 | 1996-10-01 | Gist; Richard T. | Walking floors |
US6019215A (en) | 1997-04-02 | 2000-02-01 | Foster; Raymond Keith | Reciprocating slat conveyors with pressure seals |
CA2306658A1 (en) | 2000-05-01 | 2001-11-01 | Dietmar A.M. Tholen | Improved aeration system for composting organic matter |
FR2820421A1 (fr) * | 2001-02-05 | 2002-08-09 | Recyval Sa | Conteneur automatique de compostage de produits organiques |
JP2002346513A (ja) | 2001-05-25 | 2002-12-03 | Tokyo Gas Engineering Co Ltd | 生ごみ処理機 |
DE10246715A1 (de) * | 2002-10-07 | 2004-04-15 | VKW-Anlagenbau und Umwelttechnik GmbH | Kompostieranlage mit Belüftung |
WO2006120517A2 (en) | 2005-05-13 | 2006-11-16 | Ambientalia S.R.L. | Waste treatment system |
NL1032356C2 (nl) | 2006-08-23 | 2008-02-26 | Cargo Floor B V | Vloer met beweegbare planken, voorzien van afdichting. |
NL2005347C2 (en) | 2010-09-13 | 2012-03-14 | Cargo Floor B V | Cargo floor assembly. |
EP2828225A2 (en) | 2013-01-24 | 2015-01-28 | Upcycling Gemert B.V. | Method for composting spent mushroom compost |
EP3095771A1 (en) * | 2015-05-21 | 2016-11-23 | Upcycling Gemert B.V. | Installation for the treatment of a biologic waste material with air |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP4426669A1 (en) | 2024-09-11 |
WO2023080779A1 (en) | 2023-05-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
MXPA06011334A (es) | Convertidores de biomasa y procesos. | |
EA015662B1 (ru) | Система переработки органических отходов с применением личинок насекомых | |
NZ257086A (en) | Continuous composter with conveyor consisting of trays moved step-by-step by a ram through enclosed tunnel | |
CN106431547A (zh) | 采用曝气小车传送物料的好氧发酵设备 | |
KR100852873B1 (ko) | 유기물을 함유한 폐기물 및 배설물을 자원화 하는 방법과장치 | |
NL2029597B1 (nl) | Dynamische actieve beladings- en beluchtingsvloer voor het composteren van organisch materiaal in een gesloten mobiele of stationaire reactor. | |
KR101229735B1 (ko) | 축산분뇨의 비료화 처리장치 | |
JP2007283303A (ja) | 有機廃棄物処理方法および設備 | |
CN106396774A (zh) | 一体化好氧发酵设备 | |
JP3604954B2 (ja) | 有機固形廃棄物の好気発酵方法とその装置 | |
JPS637111B2 (nl) | ||
KR100839617B1 (ko) | 가축분뇨 자원화방법 | |
JP2000281471A (ja) | 堆肥発酵装置 | |
CN111018582A (zh) | 有机废弃物生物发酵反应设备及有机肥生产线 | |
KR102348205B1 (ko) | 축산 분뇨 처리 장치 | |
KR101646895B1 (ko) | 축산분뇨 및 음식물 슬러지 원형 퇴비화 장치 | |
KR102362141B1 (ko) | 가축분뇨를 이용한 친환경 유기질 발효비료의 제조방법 | |
JP3512407B1 (ja) | 堆肥、及びその製造方法及び製造装置 | |
CN112279689A (zh) | 车载式畜禽粪便处置与综合利用装置 | |
CN113121274A (zh) | 一种包含有机废弃物好氧发酵翻堆机的发酵处理系统 | |
KR200433921Y1 (ko) | 가축분료의 비료화장치 | |
CN211497341U (zh) | 一种畜禽粪污处理设备 | |
JP3735632B2 (ja) | 堆肥の製造方法及び装置 | |
WO2024004303A1 (ja) | 有機物を含む液体廃棄物の処理システム | |
JP2000203974A (ja) | 有機廃棄物処理方法および設備 |