NL2028342B1 - Opvouwbare zitinrichting - Google Patents
Opvouwbare zitinrichting Download PDFInfo
- Publication number
- NL2028342B1 NL2028342B1 NL2028342A NL2028342A NL2028342B1 NL 2028342 B1 NL2028342 B1 NL 2028342B1 NL 2028342 A NL2028342 A NL 2028342A NL 2028342 A NL2028342 A NL 2028342A NL 2028342 B1 NL2028342 B1 NL 2028342B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- seating device
- lumbar
- angle
- support surface
- thoracic
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G5/00—Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
- A61G5/10—Parts, details or accessories
- A61G5/12—Rests specially adapted therefor, e.g. for the head or the feet
- A61G5/122—Rests specially adapted therefor, e.g. for the head or the feet for the back
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G5/00—Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
- A61G5/08—Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs foldable
- A61G5/0808—Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs foldable characterised by a particular folding direction
- A61G5/0816—Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs foldable characterised by a particular folding direction folding side to side, e.g. reducing or expanding the overall width of the wheelchair
- A61G5/0825—Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs foldable characterised by a particular folding direction folding side to side, e.g. reducing or expanding the overall width of the wheelchair comprising a scissor-type frame, e.g. having pivoting cross bars for enabling folding
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G5/00—Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
- A61G5/10—Parts, details or accessories
- A61G5/1056—Arrangements for adjusting the seat
- A61G5/1067—Arrangements for adjusting the seat adjusting the backrest relative to the seat portion
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Chair Legs, Seat Parts, And Backrests (AREA)
- Chairs Characterized By Structure (AREA)
- Vehicle Body Suspensions (AREA)
Abstract
De uitvinding betreft een zitinrichting, zoals bijvoorbeeld een stoel of een rolstoel, met een zich tussen een eerste en een tweede zijde van de zitinrichting uitstrekkende zitting en rugleuning voor het ondersteunen van een zittend persoon, welke zitinrichting vouwbaar is in een ingeklapte stand en een uitgeklapte stand, waarbij in de ingeklapte stand de afstand tussen de eerste en de tweede zijde kleiner is dan in de uitgeklapte stand en welke rugleuning een lumbaal—thoracaal ondersteuningsvlak omvat voor het in de uitgeklapte stand onder een eerste boek ten opzichte van het horizontale vlak ondersteunen van het lumbaal— thoracale overgangsgebied van een zich bij gebruik in de 15 zitinrichting bevindend persoon.
Description
Opvouwbare zitinrichting De uitvinding heeft betrekking op een zitinrichting met een zich tussen een eerste en een tweede zijde van de zitinrichting uitstrekkende zitting en rugleuning voor het ondersteunen van een zittend persoon, zoals bijvoorbeeld een stoel of een rolstoel, welke zitinrichting vouwbaar is in een ingeklapte stand en een uitgeklapte stand.
Bekende opvouwbare zitinrichtingen worden veel gebruikt om plaatsbesparend getransporteerd of opgeslagen te worden.
Bijvoorbeeld rolstoelen, of compacte rolstoelen.
Door deze opvouwbaar te maken, kan de rolstoel eenvoudig in de laadruimte van een auto meegenomen worden.
Bijzonder in het geval van rolstoelen, worden deze opgevouwen door ze in de breedterichting te versmallen door de zijden of de armleuningen naar elkaar toe te brengen.
De zitting en de rugleuning knikken of vouwen dan om deze beweging mogelijk te maken.
Om deze vouwbeweging mogelijk te maken, zijn de zitting en de rugleuning van flexibel materiaal vervaardigd.
De rugleuning is daarbij meestal bevestigd aan de verticaal georiënteerde framebuizen waaraan in het geval van een rolstoel ook direct of indirect de handvatten bevestigd zijn.
Door de voor het samenvouwen benodigde flexibiliteit van het materiaal van de rugleuning, is het zeer lastig in de rugleuning te voorzien in een rigide ondersteuning voor het lumbaal-thoracale overgangsgebied van een zich bij gebruik in de zitinrichting bevindend persoon, terwijl juist die ondersteuning, bij voorkeur in combinatie met zijdelingse fixatie van het bovenlichaam, noodzakelijk is voor het verkrijgen van een vanuit anatomisch perspectief gewenste houding van de romp.
Ook is de oriëntatie van tussen de verticale framebuizen aangebrachte rugondersteuning niet geschikt voor ondersteuning van de individuele curvatuur van de rug, door ontbreking van de ondersteuning van de lordose in het lumbaal-thoracale overgangsgebied. In NL2002388A wordt nader ingegaan op een anatomisch verantwoorde en stabiele ondersteuning van een zittend persoon voor het verkrijgen van de gewenste zithouding met respect voor de individuele curvatuur.
Het is nu een doel van de uitvinding om bovengenoemd nadeel te verminderen of zelfs te voorkomen. In het bijzonder is het een doel van de uitvinding om een opvouwbare zitinrichting te verschaffen waarmee anatomisch verantwoorde zit-ondersteuning verkregen kan worden.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een zitinrichting, zoals bijvoorbeeld een stoel of een rolstoel, met een zich tussen een eerste en een tweede zijde van de zitinrichting uitstrekkende zitting en rugleuning voor het ondersteunen van een zittend persoon, welke zitinrichting vouwbaar is in een ingeklapte stand en een uitgeklapte stand, waarbij in de ingeklapte stand de afstand tussen de eerste en de tweede zijde kleiner is dan in de uitgeklapte stand en welke rugleuning een lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak omvat voor het in de uitgeklapte stand onder een eerste hoek ten opzichte van het horizontale vlak ondersteunen van het lumbaal-thoracale overgangsgebied van een zich bij gebruik in de zitinrichting bevindend persoon.
Door de rugleuning te voorzien van een rigide lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak dat in de uitgeklapte stand het lumbaal-thoracale overgangsgebied van een zich bij gebruik in de zitinrichting bevindend persoon onder een gewenste eerste hoek ondersteunt, is aan een belangrijke eis voldaan om het mogelijk de rug anatomisch verantwoord te ondersteunen. Het deel van de rugleuning dat bij gebruik in contact staat met de rug van de persoon, wordt daarbij bij voorkeur hoofdzakelijk gevormd door het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak dat de wervelkolom ondersteunt. Dit ondersteuningsvlak kan bijvoorbeeld gevoerd worden met een schuimachtig materiaal om het comfort te verhogen.
Voor het verkrijgen van een rigide ondersteuning van het lumbaal-thoracale overgangsgebied, is het lumbaal- thoracale ondersteuningsvlak in de uitgeklapte stand bij voorkeur in hoogterichting en in zijdelingse richting ten opzichte van de zitinrichting gefixeerd. Voor het op een vaste plek ten opzichte van de zitinrichting fixeren van het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak, kan bijvoorbeeld een steunframe gebruikt worden, maar alternatief kunnen er ook steunbanden aangebracht worden tussen onderdelen van het frame van de zitinrichting, waarbij het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak door de steunbanden op een vaste plek ten opzichte van de zitinrichting gefixeerd wordt.
De zitinrichting volgens de uitvinding is vouwbaar tussen de ingeklapte en uitgeklapte stand zonder dat de rugleuning voor of na de vouwbeweging gedemonteerd respectievelijk gemonteerd hoeft te worden. De rugleuning kan dus een vast onderdeel van de zitinrichting vormen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een zitinrichting volgens de uitvinding, omvat de rugleuning aan weerszijden van het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak ten minste één fixatieband voor het zijdelings fixeren van het bovenlichaam van een zittend persoon, waarbij de ten minste één fixatiebanden elk met beide uiteinden bevestigd zijn aan respectievelijk het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak en de eerste respectievelijk de tweede zijde van de zitinrichting.
Door aan beide zijden van het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak ten minste één fixatieband aan te brengen, kan het bovenlichaam zijdelings gefixeerd worden. De fixatiebanden volgen de contour van de rug. De uiteinden die aan de zijden van de zitinrichting bevestigd worden, worden bij voorkeur ter hoogte van de flanken van de persoon die de zitinrichting gebruikt, dus meer richting de voorrand van de zitting bevestigd. Door de fixatiebanden in het midden ook aan het in hoogte- en zijdelingse richting ten opzichte van de zitinrichting gefixeerde lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak te bevestigen, wordt het bovenlichaam in zijdelingse richting in een gewenste houding gefixeerd. Bij een steunband die zonder middenbevestiging van de eerste naar de tweede zijde van de zitinrichting loopt en die de contour van de rug volgt, kan het bovenlichaam niet zijdelings gefixeerd worden. Door de fixatiebanden aan het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak aan te brengen, wordt deze zijdelingse vrijheid beperkt. Hierdoor kan een gewenste zit-ondersteuning verkregen worden, waarbij een gewenste houding verkregen kan worden, met respect voor de individuele curvatuur en waarbij tevens sprake is van zijdelingse fixatie van de romp door de fixerende banden.
Bij voorkeur bestaat het rugondersteunende deel van de rugleuning uit de fixatiebanden en het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak. Hierdoor kan de rugleuning zeer compact opgevouwen worden.
In een andere uitvoeringsvorm van een zitinrichting volgens de uitvinding, is de lengte tussen de uiteinden van ten minste één fixatieband, bij voorkeur van alle fixatiebanden instelbaar.
Door een verstelbare fixatieband op te nemen, waarbij de lengte tussen de uiteinden instelbaar is, kan de geleverd rugsteun aangepast worden aan de curvatuur van de rug van de persoon die van de zitinrichting gebruikmaakt. Wanneer meerdere of alle fixatiebanden verstelbaar zijn, kan de contour van de rug gevolgd worden en de zijdelingse gewenste houding van het bovenlichaam gefixeerd worden, zonder de vouwbaarheid van de rugleuning of de zitinrichting te verslechteren, Ook een uitvoeringsvorm van een zitinrichting volgens de uitvinding, is een zitinrichting waarbij de eerste hoek ligt in het bereik 117-123°.
5 De eerste hoek wordt gemeten in het sagittale vlak ten opzichte van een in de zitinrichting zittend persoon, tussen het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak en het horizontale vlak wanneer de zitinrichting zich in gebruiksklare toestand bevindt. Het is gebruikelijk om de zitting van een zitinrichting een hoek {p)}) te geven ten opzichte van het horizontale vlak. De zitting is dan licht gekanteld in de richting van de rugleuning. Hoek ¢ ligt doorgaans in het bereik 18-21°. De som van de hoek (a) tussen de zitting en het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak en hoek op definieert de functionele rugleuningshoek. De eerste hoek is dus hoek ato. Door de eerste hoek in het bereik 117- 123° te kiezen, wordt een stabiele romphouding verkregen. Ook hoeken a en ¢ zijn in het sagittale vlak gemeten.
Ook een voorkeursuitvoeringsvorm van een zitinrichting volgens de uitvinding, is een zitinrichting waarbij de rugleuning een steunframe omvat dat zich tussen de eerste en de tweede zijde van de zitinrichting uitstrekt, welk steunframe een eerste en een tweede framesegment omvat, welke framesegmenten om een middelste as scharnierend met elkaar verbonden zijn en waarbij het eerste en het tweede framesegment scharnierend om een eerste respectievelijk een tweede zij-scharnieras met de eerste respectievelijk de tweede zijde van de zitinrichting verbonden zijn, waarbij de middelste scharnieras en de zij-scharnierassen evenwijdig zijn en welke scharnierassen een tweede hoek maken met het horizontale vlak, welke tweede hoek kleiner is dan eerste hoek.
Door de rugleuning van de zitinrichting te voorzien van een opvouwbaar steunframe, kan het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak rigide ondersteund worden. Het steunframe heeft daarbij twee framesegmenten die onderling scharnierend om een denkbeeldige middelste as verbonden zijn. Doordat de framesegmenten ook scharnierend aan de zijden van de zitinrichting bevestigd zijn, waarbij de denkbeeldige scharnierassen evenwijdig zijn aan de middelste as, kan het steunframe inklappen wanneer de zitinrichting in de ingeklapte stand gebracht wordt. Bij voorkeur verplaatst de middelste as zich daarbij richting de voorrand van de zitting. Bij voorkeur omvat het steunframe een begrenzing voor de scharnierbeweging, waarbij de framesegmenten op de begrenzing in elkaars verlengde liggen, of waarbij de middelste as zich in een vlak bevindt dat achter het vlak ligt waarin de zij-scharnierassen zich bevinden.
De relatieve hoogte en/of de zijdelingse plaatsing van het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak ten opzichte van het steunframe is bij voorkeur instelbaar, bijvoorbeeld door middel van bevestigingsmiddelen die een relatieve verplaatsing toestaan.
Bij voorkeur omvat het steunframe bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van het steunframe aan de zitinrichting, waarbij de hoek van het steunframe ten opzichte van het horizontale vlak, gemeten in het sagittale vlak van een zich in de zitinrichting bevindend persoon, instelbaar is. Hierdoor kan het steunframe eenvoudig aangepast worden aan verschillende frames van een zitinrichting.
Het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak kan bijvoorbeeld scharnierend om een denkbeeldige horizontale as met het steunframe verbonden worden, zodat in de ingeklapte stand de constructie plat kan invouwen. In de uitgeklapte stand kan het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak dan uitklappen voor het verkrijgen van de juiste eerste hoek ten
: opzichte van de horizontaal. Eventueel kan deze hoek door de instelling van de fixatiebanden verkregen worden, waarbij bij het in uitgeklapte stand vouwen de fixatiebanden het lumbaal- thoracale ondersteuningsvlak om de horizontale as roteert naar de gewenste stand. Ook is het mogelijk vergrendelmiddelen aan te brengen aan het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak, voor het in de ondersteuningsstand vergrendelen van de eerste hoek in de uitgeklapte stand.
Ook een uitvoeringsvorm van een zitinrichting volgens de uitvinding, is een zitinrichting waarbij het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak enkel dragend bevestigd is aan het eerste framesegment.
Voor een rigide rompondersteuning is het belangrijk dat het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak in gebruik rigide is bevestigd is ten opzichte van de zitinrichting. Om te voorkomen dat de vouwbaarheid van de zitinrichting verminderd wordt, wordt volgens de uitvinding het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak enkel dragend bevestigd aan het eerste framesegment. Bij het naar de ingeklapte stand vouwen, vouwt het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak met het eerste framesegment mee. In het bijzonder in combinatie met een inrichting volgens de uitvinding waarbij tevens fixatiebanden toegepast worden, is de bevestiging via de steunbanden niet dragend. Het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak biedt een vast en centraal gelegen punt.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van een zitinrichting volgens de uitvinding, omvat de zitinrichting tevens hoekinstelmiddelen, welke hoekinstelmiddelen geconfigureerd zijn voor het instellen van de eerste hoek.
Door de eerste hoek ofwel hoek at instelbaar te maken, kan de de rugondersteuning aangepast worden aan de individuele curvatuur van de rug van de gebruiker van de zitinrichting.
Ook een uitvoeringsvorm van een zitinrichting volgens de uitvinding, is een zitinrichting waarbij het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak een rechthoek is, bij voorkeur een rechthoek met een breedte van ongeveer 8 cm en een hoogte van ongeveer 12 cm.
Met een rechthoekig lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak, kan het lumbaal-thoracale overgangsgebied in een gewenste stand ondersteund worden. Het bij voorkeur verticaal georiënteerde ondersteuningsvlak ondersteunt een aantal wervels, vanaf ongeveer wervel L3/L4 naar de hoger gelegen wervels. Bij voorkeur is de rechthoek ongeveer 8 cm breed, waardoor de wervelkolom over de gehele breedte ondersteund wordt en ongeveer 12 cm hoog, zodat het lumbaal- thoracale overgangsgebied ondersteund wordt vanaf ongeveer wervel L3/L4.
Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.
Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een van een eerste uitvoeringsvorm van een zitinrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont in perspectivisch aanzicht de achterzijde van de eerste uitvoeringsvorm volgens figuur 1.
Figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht de achterzijde van een tweede uitvoeringsvorm van een zitinrichting volgens de uitvinding.
Figuur 4a-b tonen een schematische weergave van de zijdelingse vrijheid van een door steunbanden ondersteund bovenlichaam en figuur 4c de zijdelingse fixatie van het bovenlichaam door de fixatiebanden volgens de uitvinding.
Figuur 5 toont een schematische definitie van de hoeken in het sagittale vlak.
In figuur 1 wordt in perspectivisch aanzicht een opvouwbare rolstoel 1 volgens de uitvinding getoond. De zitting van de rolstoel 1 is niet getoond, waardoor het buizenframe 2 van de rolstoel 1 zichtbaar is. Het lumbaal- thoracaal ondersteuningsvlak 3 is aangebracht op het eerste framedeel 4 van het steunframe dat tevens een tweede framedeel 5 heeft. Het eerste 4 en tweede 5 framedeel zijn scharnierend om een denkbeeldige middelste scharnieras 6 met elkaar verbonden. De andere uiteinden van de framedelen 4, 5 zijn scharnierend om denkbeeldige zij-scharnierassen 7 met het frame 2 van de zitinrichting 1 verbonden. Fixatiebanden 8 zijn aan weerszijden van het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak 3 aangebracht. De fixatiebanden 8 zijn ten opzichte van het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak 3 verder richting de voorrand van de niet getoonde zitting van de rolstoel 1 aangebracht. Hierdoor vormen de fixatiebanden 8 in bovenaanzicht een kromming, waarmee de contour van de rug van een in de rolstoel 1 zittend persoon gevolgd kan worden. Het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak kan eventueel scharnierend om een denkbeeldige horizontale as met het eerste framedeel 4 verbonden worden, waardoor de hoek van het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak 3 ten opzichte van de zitting respectievelijk het horizontale vlak verder gevarieerd kan worden.
In figuur 2 wordt in perspectivisch aanzicht de achterzijde van het frame 2 van de rolstoel 1 volgens figuur 1 getoond. Het eerste 4 en tweede 5 framedeel van het steunframe zijn aan het frame 2 aangebracht. De stand van het steunframe ten opzichte van het frame 2 kan eenvoudig aangepast worden door de hoekinstelmiddelen 9. Door middel van bijvoorbeeld sleufgaten aangebracht op de achterzijde van het lumbaal- thoracale ondersteuningsvlak 3 kan worden voorzien in de mogelijkheid de relatieve hoogte van het ondersteuningsvlak 3 ten opzichte van het steunframe te variëren. In het eerste framedeel 4 zijn bevestigingsgaten aangebracht voor het bevestigen van het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak 3. In figuur 3 wordt in perspectivisch aanzicht de achterzijde van een tweede uitvoeringsvorm van een rolstoel 21 volgens de uitvinding getoond.
In deze uitvoeringsvorm wordt het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak 23 ten opzichte van het frame 22 bevestigd door middel van vier aan het frame 22 aangebrachte banden 24. De banden 24 zijn in de uitgeklapte stand van de rolstoel 21 strak gespannen tussen de beide zijden van het frame 22, waardoor het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak 23 in hoogte- en zijdelingse richting ten opzichte van het frame 22 gefixeerd is.
De relatieve plaats van het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak 23 ten opzichte van de zitinrichting kan eventueel gevarieerd worden door de lengte van de banden 24 aan te passen, waarbij uiteraard de lengtes van de verschillende banden 24 op elkaar afgestemd moeten worden voor het verkrijgen van de benodigde fixatie van het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak 23. In de ingeklapte stand van de rolstoel 21, zijn de banden 24 niet gespannen en kan de rolstoel 21 normaal ingeklapt worden.
De fixatiebanden 28 zijn net als in de uitvoeringsvorm van figuur 1 en 2 aan het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak 23 en de zijden van het frame 22 aangebracht.
In figuren 4a en 4b wordt een schematische weergegeven doorsnede in het transversale vlak getoond van de zijdelingse vrijheid van een bovenlichaam 31 wanneer deze door een steunband 32 ondersteund worden die aan weerszijden van het bovenlichaam 31 aan vaste zijbevestigingen 33 bevestigd zijn.
De steunband 32 volgt de contour van het bovenlichaam 31. Figuur 4a en 4b tonen een zijdelingse translatie 34 respectievelijk 35 van het bovenlichaam 31 ten opzichte van de middellijn 35 van een lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak 36. Het bovenlichaam 31 wordt door de steunband 32 niet zijdelings gefixeerd, waardoor het bovenlichaam in de richting van de pijlen 34-35, bij benadering evenwijdig aan de lijn tussen de zijbevestigingen 33, kan bewegen. In figuur 4c wordt de zijdelingse fixatie door de fixatiebanden volgens een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding getoond. De fixatiebanden 37 zijn aan de uiteinden verbonden met de zijbevestiging 33 enerzijds en met een, of elk met een, vaste middenbevestiging 38 anderzijds. Doordat de vrijheid in de fixatiebanden 37 zich nu bij benadering evenwijdig aan de tussen een zijbevestiging 33 en de vaste middenbevestiging (en) 38 bevindt en deze lijnen niet in elkaars verlengde liggen, wordt het tegen beide fixatiebanden 37 steunende bovenlichaam 31 in zijdelingse richting gefixeerd. Hierdoor wordt een gewenste zit- ondersteuning verkregen, waarbij het bovenlichaam ook zijdelings gefixeerd wordt. Volgens de uitvinding dient het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak 39 als vaste middenbevestiging 38, omdat deze ten opzichte van de zitinrichting ten minste in zijdelinge richting gefixeerd is.
In figuur 5 wordt een schematische aanzicht haaks op het sagittale vlak van de getoonde silhouet 41 van een zittend persoon getoond, waarin de hoeken a en ¢ in het sagittale vlak aangegeven zijn. Het zittingsvlak 42 maakt een hoek ¢ met het horizontale vlak 43. Het raakvlak 44 met het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak 45 maakt een hoek a met de zittingsvlak 42. De eerste hoek van het lumbaal-thoracale ondersteuningsvlak 45 ten opzichte van het horizontale vlak 43 is dus de som van de hoeken hoeken a en ¢.
Claims (8)
1. Een zitinrichting, zoals bijvoorbeeld een stoel of een rolstoel, met een zich tussen een eerste en een tweede zijde van de zitinrichting uitstrekkende zitting en rugleuning voor het ondersteunen van een zittend persoon, welke zitinrichting vouwbaar is in een ingeklapte stand en een uitgeklapte stand, waarbij in de ingeklapte stand de afstand tussen de eerste en de tweede zijde kleiner is dan in de uitgeklapte stand en welke rugleuning een lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak omvat voor het in de uitgeklapte stand onder een eerste hoek ten opzichte van het horizontale vlak ondersteunen van het lumbaal-thoracale overgangsgebied van een zich bij gebruik in de zitinrichting bevindend persoon.
2. Zitinrichting volgens conclusie 1, waarbij de rugleuning aan weerszijden van het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak ten minste één fixatieband omvat voor het zijdelings fixeren van het bovenlichaam van een zittend persoon, waarbij de ten minste één fixatiebanden elk met beide uiteinden bevestigd zijn aan respectievelijk het lumbaal- thoracaal ondersteuningsvlak en de eerste respectievelijk de tweede zijde van de zitinrichting.
3. Zitinrichting volgens conclusie 2, waarbij de lengte tussen de uiteinden van ten minste één fixatieband, bij voorkeur van alle fixatiebanden instelbaar is.
4, Zitinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste hoek ligt in het bereik 117- 123°,
5. Zitinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de rugleuning een steunframe omvat dat zich tussen de eerste en de tweede zijde van de zitinrichting uitstrekt, welk steunframe een eerste en een tweede framesegment omvat, welke framesegmenten om een middelste as scharnierend met elkaar verbonden zijn en waarbij het eerste en het tweede framesegment scharnierend om een eerste respectievelijk een tweede zij-scharnieras met de eerste respectievelijk de tweede zijde van de zitinrichting verbonden zijn, waarbij de middelste scharnieras en de zij- scharnierassen evenwijdig zijn en welke scharnierassen een tweede hoek maken met het horizontale vlak, welke tweede hoek kleiner is dan eerste hoek.
6. Zitinrichting volgens conclusie 5, waarbij het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak enkel dragend bevestigd is aan het eerste framesegment.
7. Zitinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, welke zitinrichting tevens hoekinstelmiddelen omvat, welke hoekinstelmiddelen geconfigureerd zijn voor het instellen van de eerste hoek.
8. Zitinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het lumbaal-thoracaal ondersteuningsvlak een rechthoek is, bij voorkeur een rechthoek met een breedte van ongeveer 8 cm en een hoogte van ongeveer 12 cm.
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2028342A NL2028342B1 (nl) | 2021-05-31 | 2021-05-31 | Opvouwbare zitinrichting |
AU2022286796A AU2022286796A1 (en) | 2021-05-31 | 2022-05-24 | Foldable seating device |
PCT/NL2022/050283 WO2022255862A1 (en) | 2021-05-31 | 2022-05-24 | Foldable seating device |
CA3221077A CA3221077A1 (en) | 2021-05-31 | 2022-05-24 | Foldable seating device |
CN202280038688.5A CN117412731A (zh) | 2021-05-31 | 2022-05-24 | 可折叠的座椅装置 |
EP22727229.1A EP4346731A1 (en) | 2021-05-31 | 2022-05-24 | Foldable seating device |
TW111120298A TW202304352A (zh) | 2021-05-31 | 2022-05-31 | 可折疊座椅裝置 |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2028342A NL2028342B1 (nl) | 2021-05-31 | 2021-05-31 | Opvouwbare zitinrichting |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2028342B1 true NL2028342B1 (nl) | 2022-12-12 |
Family
ID=77838901
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2028342A NL2028342B1 (nl) | 2021-05-31 | 2021-05-31 | Opvouwbare zitinrichting |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP4346731A1 (nl) |
CN (1) | CN117412731A (nl) |
AU (1) | AU2022286796A1 (nl) |
CA (1) | CA3221077A1 (nl) |
NL (1) | NL2028342B1 (nl) |
TW (1) | TW202304352A (nl) |
WO (1) | WO2022255862A1 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2002388A1 (nl) | 2007-12-31 | 2009-07-01 | Pr Sella B V | Instelbare rugleuning. |
US20140077547A1 (en) * | 2011-04-26 | 2014-03-20 | Pr Sella B.V. | Backrest, Method for Adjusting a Backrest and (Wheel) Chair Provided with a Backrest |
US20140252747A1 (en) * | 2012-08-14 | 2014-09-11 | Jane Hermes | Wheelchair with Security Features |
US20210030608A1 (en) * | 2014-07-14 | 2021-02-04 | Exokinetics, Inc. | Lifting mechanism and chairs |
-
2021
- 2021-05-31 NL NL2028342A patent/NL2028342B1/nl active
-
2022
- 2022-05-24 CA CA3221077A patent/CA3221077A1/en active Pending
- 2022-05-24 EP EP22727229.1A patent/EP4346731A1/en active Pending
- 2022-05-24 WO PCT/NL2022/050283 patent/WO2022255862A1/en active Application Filing
- 2022-05-24 CN CN202280038688.5A patent/CN117412731A/zh active Pending
- 2022-05-24 AU AU2022286796A patent/AU2022286796A1/en active Pending
- 2022-05-31 TW TW111120298A patent/TW202304352A/zh unknown
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2002388A1 (nl) | 2007-12-31 | 2009-07-01 | Pr Sella B V | Instelbare rugleuning. |
US20140077547A1 (en) * | 2011-04-26 | 2014-03-20 | Pr Sella B.V. | Backrest, Method for Adjusting a Backrest and (Wheel) Chair Provided with a Backrest |
US20140252747A1 (en) * | 2012-08-14 | 2014-09-11 | Jane Hermes | Wheelchair with Security Features |
US20210030608A1 (en) * | 2014-07-14 | 2021-02-04 | Exokinetics, Inc. | Lifting mechanism and chairs |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CN117412731A (zh) | 2024-01-16 |
CA3221077A1 (en) | 2022-12-08 |
AU2022286796A1 (en) | 2023-11-30 |
EP4346731A1 (en) | 2024-04-10 |
TW202304352A (zh) | 2023-02-01 |
WO2022255862A1 (en) | 2022-12-08 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5971485A (en) | Adjustable, folding chair for massage | |
NL9001040A (nl) | Gehandicaptenstoel. | |
NL2002388C2 (nl) | Instelbare rugleuning. | |
US7458637B2 (en) | Back construction with flexible lumbar | |
CA2801320C (en) | Collapsible chair with collapsible back support | |
US5695245A (en) | Orthotic seat | |
US6059365A (en) | Orthopedic lounge chair | |
US8083252B2 (en) | Cross-frame wheelchair with foldable seat and back | |
US5466039A (en) | Foldable lounge with combination headrest and backrest | |
US4367894A (en) | Foldable dental chair | |
NL2028342B1 (nl) | Opvouwbare zitinrichting | |
US293833A (en) | Chair | |
RU2418561C2 (ru) | Индивидуальная опора для отдыха в сидячем положении | |
JPH03178607A (ja) | サンベッドに変形可能なデッキチェア | |
US1452869A (en) | Portable folding seat | |
CN208611232U (zh) | 一种便携式妇科检查装置 | |
US679636A (en) | Adjustable folding chair. | |
GB2209665A (en) | Folding chair | |
US20060150337A1 (en) | Novel bed seat | |
RU221009U1 (ru) | Ортопедическое устройство для коррекции угла таза ребёнка | |
US10828214B2 (en) | Stand-up unit with hip flex for wheelchairs and other devices | |
NL2018598B1 (nl) | Stoelonderstel voor stoel | |
US146281A (en) | Isaac m | |
NL2008618C2 (nl) | Ledemaatsteun, stoelzitverbeteringsinrichting, werkwijze voor het verschaffen daarvan en een stoel die daarvan is voorzien. | |
NL9400407A (nl) | Stoel met een bekrachtigd schaarmechaniek. |