NL2027779B1 - Temperatuurgeregeld sportterrein - Google Patents

Abstract

Temperatuurgeregeld sportterrein, zoals een hockeyveld, tennisbaan of atletiekbaan, in het bijzonder een zonnecollector sportterrein voor het afvoeren van zonnewarmte. Het sportterrein heeft in een lengte richting (X) en breedte richting (Y) ten minste een oppervlak (A) met een toplaag 2 en een onderbouw 1 die voorzien is van een slangenstelsel voor het doorvoeren van een warmtewisselend medium. De onderbouw heeft een onderlaag 3 die een ondervloer 10 draagt. De ondervloer betreft een kunststof mat met veerkrachtige steunorganen 50 voor het verschaffen van een dempingskarakteristiek aan de bovenliggende toplaag 3. De ondervloer 10 heeft een bedding voor het daarin opnemen van een slang 20 van het slangenstelsel. De bedding omvat warmtegeleidend materiaal, zoals aluminium of grafiet, waardoor een warmtetransport vergroot is.

Description

P34963NLO0/KHO Titel: Temperatuurgeregeld sportterrein De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een sportterrein voorzien van een inrichting voor een temperatuurregulering, in het bijzonder voor het opnemen en afvoeren van zonnewarmte, een zogenaamd zonnecollector sportterrein, meer in het bijzonder een zonnecollector sportveld. Ten minste een deel van het oppervlak van het terrein is ingericht voor een temperatuurregulering, in het bijzonder een warmtewinning. Temperatuurregulering betekent hier dat een temperatuur van het sportterrein verlaagd of verhoogd kan worden, bijvoorbeeld om bevriezing te voorkomen. Het sportterrein kan aangesloten worden op een installatie voor het winnen van energie uit warmte, bijvoorbeeld een geothermische installatie of een installatie voor het omzetten van thermische energie naar elektrische energie. Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het reguleren van een temperatuur van een sportterrein, in het bijzonder een werkwijze voor het winnen van warmte uit een zonnecollector sportterrein. Aan een sportterrein worden verschillende eisen gesteld. Allereerst moet een bovenvlak van sportterrein voorzien in een vereiste dempende waarde, een zogenaamde sporttechnische waarde. Om blessures te voorkomen dient een sportterrein een dempende waarde te hebben in de interactie met een speler. De dempingskarakteristiek van het sportterrein dient tegen te gaan dat te grote krachten ontstaan op gewrichten en banden bij het belopen van het sportterrein. Als een speler valt dient het sportterrein botsingsenergie te absorberen, waardoor bijvoorbeeld een hersenschudding voorkomen kan worden.

Uit de stand van de techniek zijn verschillende sportterreinen bekend die verwarmd of gekoeld kunnen worden en dienst kunnen doen als zonnecollector sportterrein. EPO.770.733B1 beschrijft een temperatuurgeregeld sportterrein dat in de winter dienst kan doen als ijsbaan en in de zomer voorziet in een kunstgrasveld. Het sportterrein is opgebouwd uit een toplaag gevormd door een kunstgrasveld met daaronder een onderbouw dat rust op een ondergrond. Het sportterrein kan gekoeld of verwarmd worden doordat een buizenstelsel is voorzien in de onderbouw. Het buizenstelsel is opgenomen in een netvormig segment dat op de ondergrond ligt. Eventueel kan een folie over de ondergrond zijn aangebracht.

Probleem aan dit sportterrein is dat niet voldaan wordt aan een vereiste dempings- karakteristiek die geldt voor sportterreinen.

NL2011281 openbaart een eenzelfde kunstgrasmat met warmte geleidingsmiddelen voor het geleiden van door de kunstgrasmat geabsorbeerde warmte. De warmte geleidingsmiddelen kunnen een in de drager van de kunstgrasmat opgenomen roostervormig warmtegeleidend element omvatten. Het warmte geleidend element strekt zich hierbij bij voorkeur uit over nagenoeg het volledige oppervlak van de drager. Op deze wijze kan het warmtegeleidend element de door de kunstgrasmat geabsorbeerde warmte efficiënt geleiden. Probleem aan deze kunstgrasmat is ook hier dat de demping onvoldoende is. NL2015181B heeft betrekking op een onderbouw voor een sportveld. De onderbouw is geschikt voor opslag en transport van warmte en koude. Het sportveld heeft een toplaag met kunststof vezels dat een kunststof grasmat vormt. Onder de toplaag zijn een drietal sublagen te onderscheiden, te weten een eerste sublaag met fijn korrelachtig materiaal, een tweede sublaag met een grover korrelachtig materiaal en een daaraan grenzende derde sublaag uitgevoerd als de eerste sublaag. Onder de derde sublaag bevindt zich een voor water permeabele schokabsorberende laag voorzien van zodanige uitsparingen dat buizen nagenoeg in de uitsparingen zijn opgenomen. De buizen liggen op een onderlinge afstand van ten minste 20cm. Door de buizen is een warmte of koude geleidende vloeistof verpompbaar. Onder de schokabsorberende laag bevindt zich verder een drainage-laag met drainagebuizen. Het sportveld is bakvormig omlijst en aan een onderzijde afgesloten door een behuizing dat aan een binnenzijde voorzien is van een laag isolatiemateriaal. Op verschillende posities zijn termperatuur-sensoren aangebracht. Op het kunstgras is een temperatuursensor geplaatst en in de onderbouw bevindt zich ook een temperatuursensor. Verder is een temperatuursensor geplaatst voor de waterinlaat.

Probleem aan de onderbouw van het sportveld is dat de dempingskarakteristiek ver onder de maat is. Bovendien heeft de onderbouw een aanzienlijke hoogte. US 2005/0193669 beschrijft een modulaire plastic tegel voor het vormen van een vloerbedekking over een vloeroppervlak, zoals een tennisbaan of basketbal veld. De tegel is ingericht voor het absorberen van een impact. Door een gecontroleerde vervorming van steunorganen aan de onderzijde van de tegel kan de impact op een bovenzijde geabsorbeerd worden. Door de aanwezigheid van naast elkaar gelegen steunorganen met een verschillende hoogte kunnen verschillende dempingseigenschappen gecombineerd worden in een tegel. Hierdoor kan een vloer gelegd worden met goede eigenschappen voor het stuiteren van een bal en tevens een goed absorberend vermogen voor een impact van een speler. US2014/0237916 toont een eenzelfde modulaire plastic tegel.

Probleem aan deze modulaire plastic tegels is dat deze gelegd dienen te worden als een vloerbedekking over een vloeroppervlak.

De bovenzijde van deze tegels dienen als beloopbaar oppervlak voor een speler.

Hiermee is de inbreng van krachten reproduceerbaar en is een passende vooraf bepaalde dempingsrespons van de tegels gewaarborgd.

Wanneer een bedekkende laag over deze vloerbedekking geplaatst zou worden en direct contact met deze tegels daardoor geëlimineerd is, zal de optimale impact absorberende capaciteit teniet gedaan worden.

US8.668.403 beschrijft een impact absorberend kunststof paneel dat ingericht is voor toepassing in een sportterrein, waarbij het paneel is ingericht om als een ondervloer onder een vloeroppervlak gelegd te worden.

Het paneel heeft aan een bovenzijde sleuven voor het draineren van water via afvoergaten in het paneel.

Het paneel heeft aan een onderzijde meerdere uitsteeksels waarop het paneel rust.

De uitsteeksels hebben een getrapte doorsnede en zorgen daardoor voor een tweetraps demping.

In een eerste trap is in een demping voorzien om een impact van een belasting door een speler op te vangen.

In een tweede stap is voorzien in een grotere demping voor het opvangen van een grotere belasting dan in de eerste trap, waardoor een impact van bijvoorbeeld een onderhoudsvoertuig kan worden opgevangen.

Verder is beschreven dat gedraineerd water rondom de uitsteeksels kan worden opgeslagen.

US2015/0368866 beschrijft een systeem voor het reguleren van een temperatuur en vochthuishouding van een kunstgrasveld, waarbij tevens een impact geabsorbeerd wordt.

Het systeem is voorzien van met elkaar verbonden panelen die voldoende veerkrachtig zijn om een impact te absorberen.

Aan een onderzijde kunnen in een paneel slangen zijn opgenomen voor het doorvoeren van een warmtewisselende vloeistof om een temperatuur van het veld de reguleren.

WO2019/093893 en patent familielid NL2019898 betreffen publicaties op naam van aanvraagster, waarin een veerkrachtig paneel beschreven is dat dient om als ondervloer onder een toplaag geplaatst te worden.

De ondervloer is in het bijzonder geschikt voor toepassing onder een sportterrein om te voldoen aan voor dat sportterrein geldende vereisten van een dempingskarakteristiek.

Een probleem van bekende sportterreinen die uitgerust zijn met dergelijke kunststof panelen is dat wanneer deze sportterreinen gebruikt zouden worden als zonnecollector, dat de opbrengst van een warmte-energie dan te laag blijkt om de kosten voor het aanleggen van het sportterrein te rechtvaardigen.

Een sportterrein kan in de zomer behoorlijk opwarmen, maar het blijkt in de praktijk lastig om deze warmte middels door slangen gevoerde warmtewisselende vloeistof af te voeren.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel ten minste een van de bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel om een bruikbaar alternatief te verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel om een zonnecollector sportterrein te verschaffen voor het aanleveren van verwarmd water aan een zonnecollector installatie, waarbij de warmtewinning van het sportterrein voldoende hoog is om de aanlegkosten te rechtvaardigen.

Dit doel is bereikt met een temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 1. Het zij opgemerkt dat een sportterrein hierna in de brede zin van het woord opgevat moet worden als een terrein, dat ingericht is voor het uitoefenen van een sport, zoals een voetbalveld, hockeyveld, tennisbaan, of een atletiekbaan.

Het sportterrein is gekenmerkt doordat een beloopbaar oppervlak een vooraf bepaalde sporttechnische waarde heeft, hetgeen inhoudt dat het sportterrein voorziet in een vooraf bepaalde dempingskarakteristiek. De sporttechnische waarde van een sportterrein is van toepassing om blessures te voorkomen door belastingen op gewrichten en pezen te verlagen, of om spel-eigenschappen te bevorderen.

Een sportterrein kan ten minste gedeeltelijk ingericht zijn als een temperatuurgeregeld sportterrein. Het sportterrein heeft ten minste een beloopbaar oppervlak met een lengte en een breedte richting, waarbij het oppervlak voorzien is van een slangenstelsel voor een temperatuurregulering. Temperatuurregulering betekent hier dat een temperatuur van het sportterrein verlaagd of verhoogd kan worden. In het bijzonder kan het sportterrein ingericht zijn als een zonnecollector sportterrein voor warmtewinning. Het zonnecollector sportterrein kan aangesloten worden op een installatie voor het winnen van energie uit warmte, bijvoorbeeld een geothermische installatie of een installatie voor het omzetten van thermische energie naar elektrische energie.

Het temperatuurgeregeld sportterrein volgens de uitvinding heeft een toplaag en een onderbouw die voorzien is van een slangenstelsel voor het doorvoeren van een warmtewisselend medium. De onderbouw omvat een onderlaag die een ondervloer draagt. De ondervloer omvat een kunststofmat met veerkrachtige steunorganen voor het verschaffen van de dempingskarakteristiek aan de bovenliggende toplaag. De ondervloer is ingericht voor het minste gedeeltelijk, maar bij voorkeur volledig in een bedding opnemen van een slang van het slangenstelsel. De bedding is voor het ontvangen van de slang open aan een boven- of onderzijde van de ondervloer.

Doordat een slang in de bedding ten minste gedeeltelijk opgenomen is in de ondervloer draagt 5 de diameter van de slang met voordeel weinig of geheel niet bij in een totale hoogte opbouw van de lagen die het temperatuurgeregeld sportterrein vormen.

De bedding omvat warmtegeleidend materiaal. Met voordeel zorgt de bedding met warmtegeleidend materiaal voor een goede warmtegeleiding. Warmte wordt door de aanwezigheid van warmtegeleidend materiaal sneller doorgevoerd naar het warmtewisselend medium in de slang. Door de verbetering van de warmtedoorvoer per oppervlakte van het temperatuurgeregeld sportterrein kan een warmtewinning verhoogd worden en verkrijgt een investering in een zonnecollector sportterrein een economisch gunstige terugverdientijd.

De bedding kan een metaalhoudend of koostofhoudend materiaal, in het bijzonder grafietmateriaal omvatten als warmtegeleidend materiaal. Het warmtegeleidend materiaal kan als een inzetstuk in de bedding gezet worden, of kan integraal zijn met de bedding. Bij voorkeur omvat de bedding een aluminium materiaal dat een warmtegeleidingscoëfficiënt heeft van 237W/(m*K). Bij voorkeur heeft het warmtegeleidend materiaal een warmtegeleidingscoéfficiént van ten minste S0W/({m*K), bijvoorbeeld staal, in het bijzonder ten minste 70 W/(m*K), bijvoorbeeld ijzerhoudend materiaal. Grafiet met een warmtegeleidingscoéfficiént van 160W/(m*K) is gunstig in een uitvoeringsvorm waarbij het warmtegeleiding materiaal integraal opgenomen is in de kunststofmat door bijvoorbeeld grafietdeeltjes mee te nemen bij het spuitgieten van de ondervloer of door grafiet aan te brengen met een oppervlaktebehandeling door bijvoorbeeld coaten.

Bij voorkeur is de bedding voor het opnemen van een slang voorzien aan een bovenzijde van de ondervloer. In plaats van een plaatsing van de slang aan een onderzijde van de kunststof mat is de bedding aan een bovenzijde dichterbij de toplaag gepositioneerd, hetgeen bijdraagt aan een sneller warmtetransport van en/of naar het warmte wisselend medium in het slangenstelsel. Bij voorkeur ligt een in de bedding opgenomen slang volledig onder een vlak dat de bovenzijde van de ondervloer vormt, zodanig dat de toplaag volledig rust op de ondervloer. Bij verdere voorkeur ligt ter optimalisatie van de warmtedoorvoer een opgenomen slang tegen het vlak dat de bovenzijde van de ondervloer vormt. De in de bedding opgenomen slang hoeft bovendien door de ligging onder de bovenzijde geen invloed te hebben op een sporttechnische waarde van het sportterrein.

In een uitvoeringsvorm van het temperatuurgeregeld sportterrein volgens de uitvinding is de slang opgenomen in een plaatvormige slanghouder die in de bedding past. De slanghouder omvat het warmtegeleidend materiaal, waardoor na plaatsing de bedding voorzien is van warmtegeleidend materiaal. De slanghouder is een separaat onderdeel. De dimensionering van de slanghouder is aan de ondervloer aangepast. De slanghouder is bij voorkeur niet gehecht en vrijelijk losneembaar uit de bedding van de ondervloer.

De plaatvormige slanghouder kan gevormd zijn uit een gesloten of ten minste gedeeltelijk opengewerkt plaatmateriaal, een foliemateriaal of een net materiaal. Bij voorkeur heeft de slanghouder een dikte van ten hoogste 1 mm. De voorkeur omvat de slanghouder een aluminium materiaal. Het aluminiummateriaal zorgt voor een hoge warmtegeleiding en is tevens vochtbestendig.

In een uitvoeringsvorm heeft de slanghouder een rechthoekige buitenomtrek met een zich in lengterichting uitstrekkende sleuf voor het daarin opnemen van de slang. De sleuf vormt een verdieping in het plaatmateriaal en past in de bedding van de ondervloer. Voor een goede warmtegeleiding heeft de sleuf bij voorkeur een sleufbodem met een cirkelvormige dwarsdoorsnede, zodanig dat de slang aanliggend tegen de slanghouder opgenomen is.

In een uitvoeringsvorm van het temperatuurgeregeld sportterrein, is de slanghouder verkregen door het omzetten van plaatmateriaal. De slanghouder kan vervaardigd zijn door enkel het buigen van een vlakke plaat.

In een uitvoeringsvorm is de slanghouder vervaardigd uit een foliemateriaal, in het bijzonder een metaalfolie. Bij voorkeur heeft het foliemateriaal een metaalhoudende folie-laag. Bij voorkeur is het foliemateriaal voorzien van een metaalcoating. In het temperatuurgeregeld sportterrein ligt de slang bij voorkeur ten minste gedeeltelijk omsloten door het foliemateriaal in de bedding. Bij voorkeur is het foliemateriaal vast gehecht aan de slang, zodanig dat de slang en het foliemateriaal één stuk vormen. Minder losse onderdelen is voordelig bij het installeren van het temperatuurgeregeld sportterrein.

In een uitvoeringsvorm van het temperatuur geregeld sportterrein omvat het foliemateriaal ten minste een langwerpig verzwakt gedeelte. Het langwerpig verzwakt gedeelte kan bijvoorbeeld gevormd zijn door een lijnvormige verjonging of perforatie. De verjonging kan verkregen zijn door een inkerving. Bij installatie van het sportterrein wordt het foliemateriaal over de ondervloer met beddingen geplaatst, waarbij het verzwakt gedeelte boven een bedding van de ondervloer gepositioneerd wordt. Vervolgens kan het verzwakt gedeelte doorbroken worden door het daar doorheen drukken van een slang. Bij het in de bedding drukken van de slang zal een gedeelte van het foliemateriaal meegenomen worden in de bedding, zodanig dat een zijwand van de bedding een foliebekleding krijgt. Het is voordelig dat het foliemateriaal hiermee vast ligt in de bedding en bovendien is hiermee een goede warmtegeleiding verkregen.

Bij voorkeur wordt de gehele ondervloer bedekt met een foliemateriaal dat voorzien is van langwerpige verzwakte gedeelten met een steek die overeenkomstig is aan een steek van beddingen in de ondervloer.

In een alternatieve uitvoeringsvorm volgens uitvinding omvat de slanghouder een net- materiaal, waarbij het net gevormd is door metaalhoudende draden. Bij voorkeur omvat de slanghouder klemstukken voor het koppelen van de slang aan het net-materiaal. Het net- materiaal is voordelig vanwege de doorlaatbaarheid van water Bij voorkeur heeft de slanghouder ten minste een wang. De wang strekt zich uit over de ondervloer. Bij verdere voorkeur heeft de slanghouder in een middengedeelte een sleuf gevormd door een verdieping voor het opnemen van de slang, waarbij aan weerszijden van de sleuf een wang voorzien is. Bij voorkeur is de wang ten minste gedeeltelijk geperforeerd. Door de aanwezigheid van een geperforeerde zone in de wang verbetert de waterdoorlaatbaarheid van de ondervloer, terwijl tevens een groot oppervlak van de ondervloer bedekt is voor een goed warmtetransport.

In een uitvoeringsvorm van het sportterrein volgens de uitvinding is de ten minste ene wang van de slanghouder gepositioneerd tussen twee naburige slanggedeelten, waarbij een door de wang bedekt oppervlak gezien in een richting dwars op de slangrichting ten minste 50% van een tussengelegen oppervlak bedekt. Bij voorkeur is de wang van de slanghouder rechthoekig met een lengte en een breedte, waarbij de breedte van een wang van de slanghouder ten hoogste gelijk is aan een halve breedte van een basisorgaan, ook wel tegel genoemd, van de kunststofmat.

In een uitvoeringsvorm van het temperatuurgeregeld sportterrein volgens de uitvinding is de slang rechtstreeks opgenomen in een bedding van de ondervloer, waarbij de ondervloer metaalhoudende deeltjes, bij voorkeur aluminium deeltjes, omvat. De metaalhoudende deeltjes kunnen zijn meegespoten bij het spuitgieten van de ondervloer. Metaalhoudende deeltjes kunnen voorzien zijn doormiddel van een metaalcoating of aangebrachte verflaag. De aanwezigheid van de metaalhoudende deeltjes in de kunststof ondervloer vergroten de warmtegeleiding van de ondervloer. Door het opnemen van metaalhoudende deeltjes in de ondervloer kan het temperatuurgeregeld sportterrein uitgevoerd worden zonder plaatvormige slanghouder. Als alternatief voor metaalhoudende deeltjes kunnen koolstofhoudende deeltjes, in het bijzonder grafietdeeltjes zijn voorzien.

In een uitvoeringsvorm van het temperatuurgeregeld sportterrein volgens uitvinding omvat de kunststofmat dat de ondervloer vormt een netwerk van basisorganen die onderling verbonden zijn door connectoren. Bij voorkeur heeft de kunststofmat een opengewerkte structuur. Bij verdere voorkeur zorgt de opengewerkte structuur ervoor dat de ten minste 50% van de bovenzijde van de kunststofmat open is, zodanig dat de kunststofmat in hoge mate waterdoorlatend is.

In het bijzonder heeft het sportterrein een toplaag boven een waterhoudende onderbouw. Bij voorkeur is de toplaag een waterdoorlatende toplaag, zodanig dat regenwater door het oppervlak in zwaartekrachtsrichting kan doorsijpelen naar de onderbouw. Bij een watergesloten toplaag kan water via een gootinrichting in een randgebied naar de onderbouw gevoerd worden. De waterdoorlatende onderbouw kan een laag gevormd door een kunststof mat omvatten. Het gebruik van een ondervloer volgens het patent NL2019898 onder de toplaag is voordelig, omdat deze ondervloer een nauwkeurig reproduceerbare sportechnische waarde aan een toplaag verschaft en tevens in laterale richting waterdoorlatend is. Bij voorkeur heeft de kunststofmat een dergelijke configuratie, waarbij de bedding voor het opnemen van slang gevormd is door u-vormig steunorganen. Elk steunorgaan vormt tevens een voet voor het afsteunen van de mat op de onderlaag. Bij voorkeur zijn connectoren tussen basisorganen tevens gevormd door U-vormig steunorganen.

In een uitvoeringsvorm van het temperatuurgeregeld sportterrein is de onderlaag van de onderbouw gevormd uit een betonmateriaal, in het bijzonder een gesloten schuimbeton materiaal. Bij voorkeur bestaat het samenstel van het temperatuurgeregeld sportterrein slechts uit drie lagen, te weten een onderlaag, een ondervloer en een toplaag. Het temperatuurgeregeld sportterrein is gevormd door plaatsing van slechts deze drie lagen op elkaar.

Een temperatuurgeregeld sportterrein systeem omvat een pomp voor het doorvoeren van warmtewisselend medium door het slangenstelsel. In een uitvoeringsvorm van het systeem kan de onderbouw verder temperatuursensoren voor het meten van een temperatuur van het sportterrein omvatten voor het aansturen van de pomp.

In een uitvoeringsvorm van het temperatuurgeregeld sportterrein kan de onderbouw een folielaag omvatten, waarbij de folielaag gepositioneerd is tussen de ondervloer en de onderlaag. Deze folielaag ligt dus onder de ondervloer. Bij voorkeur is deze folielaag voorzien van een reflecterende coating, in het bijzonder een metaalcoating, zodanig dat invallende straling gereflecteerd wordt. Door reflectie kan de warmtewinning verder vergroot worden. Voorts heeft uitvinding betrekking op een foliemateriaal voor toepassing in een temperatuur geregeld sportterrein volgens de uitvinding omvattende ten minste een langwerpig verzwakt gedeelte, in het bijzonder een lijnvormige verjonging of opengewerkte gedeelte, waarbij in het bijzonder naburige verzwakte gedeelten gepositioneerd zijn overeenkomstig een steek tussen naburige beddingen van een ondervloer. De lijnvormige verjonging kan bijvoorbeeld verkregen zijn door het foliemateriaal met een drukrol te bewerken. Een lijnvormig gedeelte kan bijvoorbeeld verkregen zijn door een snij-, stans- of laser bewerking.

Voorts heeft uitvinding betrekking op een gebruik van een temperatuur geregeld sportterrein, in het bijzonder voor het winnen van warmte uit een zonnecollector sportterrein volgens de uitvinding.

Door het doorvoeren van warmtewisselend medium door de slangen kan warmte dat door het terrein opgenomen is afgevoerd worden naar een zonnecollector-installatie nabij het terrein voor het winnen van energie. Het toevoer kanaalstelsel en het afvoer kanaalstelsel zijn koppelbaar aan de zonnecollector-installatie dat ingericht is voor het winnen van energie uit verwarmd water afkomstig van het sportterrein. De zonnecollector-installatie kan bijvoorbeeld ingericht zijn voor het omzetten van warmte naar elektrische energie of een geothermische installatie dat ingericht is voor warmteopslag in een ondergrond. Het zij opgemerkt dat het hier gaat om het zonnecollector-sportterrein. Een zonnecollector-installatie op zichzelf genomen betreft hier niet het onderwerp van de uitvinding. Zonnecollector-installaties voor gebruik in combinatie met een zonnecollector terrein zijn algemeen bekend in de stand van de techniek en behoeven hier daarom geen verdere toelichting.

De uitvinding zal nader worden uitgelegd aan de hand van bijgevoegde tekeningen. De tekeningen verschaffen een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding, welke niet in beperkende zin mag worden beschouwd. Specifieke detailkenmerken kunnen ook los van het uitvoeringsvoorbeeld in generale zin als kenmerkend voor de uitvinding worden gezien, waarin:

figuur 1 een aanzicht in perspectief toont van een temperatuurgeregeld sportterrein met een toplaag bovenop een ondervloer met een slangenstelsel; figuur 2 een aanzicht in perspectief toont van een bovenzijde van de ondervloer met daarin ingebed een slang van een slangenstelsel; figuur 3 een bovenaanzicht toont van het ondervloer uit figuur 1 en 2; figuur 4 in een aanzicht in dwarsdoorsnede de bedding met slang opgenomen in het ondervloer paneel toont; en figuur 5 in een aanzicht in dwarsdoorsnede een slang toont die rechtstreeks opgenomen is in de ondervloer, waarbij de ondervloer warmtegeleidende deeltjes omvat; en figuur 6 in een aanzicht in dwarsdoorsnede een slang toont die opgenomen is in een bedding waarvan de zijwanden bekleed zijn met een gedeelte van het foliemateriaal dat over de ondervloer gelegen is.

In de figuren zijn identieke verwijzingscijfers gebruikt om overeenkomstige onderdelen te duiden. Om een begrip van de beschrijving en de conclusies te faciliteren zijn de woorden ‘onder, boven, verticaal, horizontaal, longitudinaal, dwars, centraal’ gebruikt met referentie naar de zwaartekracht en het coördinatensysteem X, Y, Z, welke woorden technisch functioneel en niet beperkend voor de beschermingsomvang dienen te worden geïnterpreteerd.

De uitvinding heeft betrekking op een temperatuurgeregeld sportterrein, in het bijzonder een zonnecollector sportterrein 9 zoals getoond in Fig. 1. Het sportterrein is bijvoorbeeld ingericht als een hockeyveld, tennisbaan of atletiekbaan. Het zonnecollector sportterrein is ingericht voor het opnemen van warmte uit zonnestraling. Het sportterrein heeft ten minste een beloopbaar oppervlak A met een lengterichting X en een breedte richting Y dat ingericht is voor het winnen van warmte.

Het sportterrein heeft een onderbouw 1 en een toplaag 2. De toplaag 2 is bijvoorbeeld een kunstgrasmat of een met steentjes verharde laag voor een sintelbaan. Bij voorkeur is de toplaag een waterdoorlatend.

De onderbouw 1 omvat een onderlaag 3 dat een ondervloer 10 draagt. De toplaag 2 is gelegen op de ondervloer 10. De onderlaag 3 omvat bij voorkeur een laag van gesloten cel schuimbeton. De ondervloer 10 is ingericht voor het verschaffen van een sporttechnische waarde aan de toplaag 2.

Hier rust de toplaag 2 rechtstreeks op de ondervloer 10. Er is geen vulling van korrelvormig materiaal of iets dergelijks gebruikt tussen de toplaag 2 en de ondervloer 10. Dit heeft het voordeel dat een dempingskarakteristiek hier nagenoeg geheel bepaald wordt door de ondervloer 10 waarbij een anticiperende dempingskracht opgewekt door de ondervloer direct doorwerkt op de toplaag 2. De ondervloer 10 draagt de toplaag 2. Zoals verder getoond in figuren 2 en 3 omvat de ondervloer 10 een kunststofmat met veerkrachtige steunorganen 50, waarmee de ondervloer op de onderlaag 3 rust. De veerkrachtige steunorganen van de ondervloer 10 verschaffen 10 aan de toplaag 2 een bepaalde dempingskarakteristiek, ook wel een sporttechnische waarde genoemd.

De steunorganen 50 zijn hier U-vormig. Hier vormen de steunorganen 50 tevens connectoren voor het verbinden van naast elkaar gelegen basisorganen 40. De basisorganen, ook wel tegels genoemd, van de ondervloer liggen verhoogd ten opzichte van de onderlaag 3. Tussen de basisorganen en de ondervloer bevindt zich een tussenruimte, waardoor de basisorganen enigszins kunnen bewegen. Door de mate van beweegbaarheid verkrijgt de bovenliggende toplaag de gewenste sporttechnische waarde.

Hier is elke basisorgaan 40 rechthoekig, in het bijzonder vierkant uitgevoerd. Elke basisorgaan 40 heeft een afmeting van ten hoogste 10 bij 10 cm. Uit praktijktesten blijkt een basisorgaan met een afmeting van circa 75 x 75 mm + 5mm gunstig om te voldoen aan gestelde sporttechnische waarden. Elk basisorgaan heeft een bovenzijde 41 en een onderzijde 42 met een omtrekszijwand 43 met een eerste zijwand 43.1, tweede zijwand 43.2, een derde zijwand

43.3 en een vierde zijwand 43.4. Aan de onderzijde 42 is het basisorgaan voorzien van een aanslag 60. De aanslag 60 voorkomt een overmatige deformatie van de connectoren rondom elk basisorgaan 40.

Zoals in figuur 3 getoond vormt een matrix van een aantal basisorganen 40 een ondervloer paneel 100. Het ondervloerpaneel 100 heeft hier een matrix van 4x4 basisorganen 40. De ondervloer 10 is samengesteld uit een veelvoud van ondervloerpanelen, waarbij naburige ondervloerpanelen aan elkaar gekoppeld kunnen worden door U-vormige connectoren 50 die een een mannelijk koppelingsdeel 18 of een vrouwelijk koppelingsdeel 19 omvatten.

De onderbouw 1 is voorzien van een slangenstelsel met ten minste een slang 20 voor het door de onderbouw voeren van een warmtewisselend medium, bijvoorbeeld water, glycol of een minerale olie. De slang 20 is opgenomen in een bedding met warmtegeleidend materiaal. De opname van de slang 20 in de bedding met warmtegeleidend materiaal draagt bij aan de warmtewinning. Door de bedding ligt de slang ten minste gedeeltelijk verdiept in de ondervloer. De bedding zorgt voor een warmtegeleiding naar het warmtemedium in de slang. Warmte rondom de slang 20 wordt door warmtegeleiding naar het warmtemedium overgebracht.

In figuur 1 is een bedding van de slang 20 getoond in de bovenzijde 41 van de ondervloer, waarbij de slang gelegen is in een slanghouder 30. Figuur 4 toont de slanghouder 30 in een dwarsdoorsnede. De slanghouder 30 is plaatvormig. Hier is de slanghouder gevormd door het enkel buigen van aluminium plaat. De slanghouder 30 heeft een rechthoekige buitenomtrek.

Hier heeft de plaat een dikte van ten hoogste 1 mm. De slanghouder heeft een sleuf 31 voor het opnemen van een slang. De sleuf 31 strekt zich uit in een lengterichting van de slanghouder

30. De sleuf 31 heeft een geronde sleufbodem 32. Zoals getoond in figuur 4 heeft de bodem van de sleuf een cirkelvormige doorsnede, zodanig dat de slang 20 tegen de sleufbodem 32 aanligt wanneer deze is opgenomen in de slanghouder 30. Het aanliggen van de slang 30 tegen de bodem van de sleuf draagt bij aan een goede warmtegeleiding.

In figuur 2 en zoals getoond in figuur 5 in een aanzicht in dwarsdoorsnede is een bedding van de slang 20 integraal gevormd in de ondervloer 10. De slang 20 is direct opgenomen is in de ondervloer. De ondervloer 10 omvat warmtegeleidende deeltjes 39, metaaldeeltjes of grafietdeeltjes, die bijdragen aan de warmtegeleiding van de kunststof ondervloer. De deeltjes 39 kunnen bolletjes of vezels betreffen. Bij voorkeur heeft een deeltje een maximale grootte van ten hoogste 10mm. De deeltjes zijn verwerkt in het kunststof materiaal bij het vervaardigen van de kunststof ondervloer door spuitgieten.

Figuur 6 toont in een aanzicht in dwarsdoorsnede een ondervloer 10 met een slanghouder 30. De bedding van de slanghouder 30 is onderdeel van de ondervloer 10 en voorzien van een foliemateriaal. De ondervloer 10 heeft een U-vormige connector 50 dat een steunorgaan voor het afsteunen van de ondervloer op de onderlaag 3 vormt. De U-vormige connector 50 vormt tevens de bedding voor het opnemen van de slang 20.

De bedding van de slanghouder 30 is ten minste gedeeltelijk bekleed met het warmtegeleidend foliemateriaal. Een gedeelte van het foliemateriaal strekt zich uit binnen de bedding van de slanghouder 31. Het gedeelte betreft een foliebedekking 34 van de bedding. De foliebedekking 34 strekt zich uit over zijwandgedeelten van de bedding.

Een gedeelte van het foliemateriaal vormt een wang 33, zoals in Fig. 4, die zich uitstrekt over de bovenzijde 41 van de ondervloer 10. De wang 33 draagt bij aan een verhoogde warmtegeleiding van of naar een warmtewisselend medium dat door de slang 20 gevoerd wordt. Het foliemateriaal is bij voorkeur een aluminium foliemateriaal. De voorkeur heeft het foliemateriaal een dikte van ten hoogste 0,2 mm, meer in het bijzonder ten hoogste 0,1 mm. Bij voorkeur is het foliemateriaal voorzien van een vooraf bepaald langwerpig verzwakt gedeelte, zodanig dat het foliemateriaal bij het indrukken van een slang 20 daar ter plaatse open gemaakt kan worden. Het verzwakt gedeelte is bij voorkeur lijnvormig. Het verzwakt gedeelte kan bijvoorbeeld gevormd zijn door perforaties over een rechte lijn. Het verzwakt gedeelte kan een lijnvormige verdunning van het foliemateriaal betreffen. De lijnvormige verdunning kan bijvoorbeeld met een roller onder druk in het foliemateriaal aangebracht zijn. Het verzwakt gedeelte kan in het foliemateriaal bijvoorbeeld ook aangebracht zijn door middel van een laserbewerking of een stans bewerking.

Het verzwakt gedeelte kan door het in de bedding drukken van de slang 20 gescheurd worden. In een werkwijzestap voor het installeren van een sportterrein kan de slang 20 door het foliemateriaal in de bedding gedrukt worden. Bij het indrukken van de slang 20 beweegt aan weerszijden van de slang 20 een gedeelte van het foliemateriaal mee de bedding in, waardoor de foliebedekking 34 van de zijwanden van de bedding verkregen wordt. Bij voorkeur heeft het temperatuur geregeld sportterrein een foliemateriaal, waarbij het foliemateriaal de gehele bovenzijde van de ondervloer 10 bedekt. Het foliemateriaal is voorzien van op regelmatige afstand van elkaar aangebrachte verzwakte gedeelten overeenkomstig een steek van naast elkaar gelegen beddingen van de ondervloer 10, bijvoorbeeld een steek van 10cm. Na het plaatsen van het foliemateriaal over de ondervloer 10 kan een slang geplaatst worden over het verzwakt gedeelte in het foliemateriaal. Zoals met een pijl aangegeven in Fig. 6, kan vervolgens de slang door het verzwakt gedeelte in de bedding van het foliemateriaal gedrukt worden. Met voordeel kan het foliemateriaal hiermee ingeklemd in de bedding liggen en is een goede warmtegeleiding verkregen. Aldus is een temperatuurgeregeld sportterrein verschaft, in het bijzonder een zonnecollector sportterrein voor het afvoeren van warmte. Het sportterrein heeft in een lengte richting en breedte richting ten minste een oppervlak met een toplaag en een onderbouw die voorzien is vaneen slangenstelsel voor het doorvoeren van een warmtewisselend medium. De onderbouw heeft een onderlaag die een ondervloer draagt. De ondervloer betreft een kunststof mat met veerkrachtige steunorganen voor het verschaffen van een dempingskarakteristiek aan de bovenliggende toplaag. De ondervloer heeft een bedding voor het daarin opnemen van een slang van het slangenstelsel. De bedding omvat warmtegeleidend materiaal, waardoor een warmtetransport van en/of naar het warmtewisselend medium in het slangenstelsel vergroot is.

Referentielijst: X-richting Y-richting 30 slanghouder Z-richting 31 sleuf A warmtewinning oppervlak 32 sleufbodem 33 wang 9 temperatuurgeregeld sportterrein 34 foliebedekking 1 onderbouw 39 warmtegeleidend deeltje 2 toplaag 3 onderlaag 40 basisorgaan 41 bovenzijde 42 onderzijde 10 ondervloer; kunststof mat 43 omtrekszijwand 100 ondervloerpaneel 43.1 eerste zijwand 11 bovenzijde 43.2 tweede zijwand 12 onderzijde 43 3 derde zijwand 13 omtrekszijwand paneel 43.4 vierde zijwand 17 koppelingselement 18 koppelingsdeel mannelijk 50 U-vormige connector; steunorgaan 19 koppelingsdeel vrouwelijk 60 aanslag 20 slang

Claims (24)

CONCLUSIES

1. Temperatuurgeregeld sportterrein, zoals een hockeyveld, tennisbaan of atletiekbaan, in het bijzonder een zonnecollector sportterrein dat ingericht is voor warmtewinning, waarbij het terrein in een lengte richting (X} en breedte richting (Y) ten minste een oppervlak (A) heeft met een toplaag en een onderbouw die voorzien is van een slangenstelsel voor het doorvoeren van een warmtewisselend medium, waarbij de onderbouw een onderlaag omvat die een ondervloer draagt, waarbij de ondervloer een kunststof mat met veerkrachtige steunorganen omvat voor het verschaffen van een dempingskarakteristiek aan de bovenliggende toplaag en waarbij de ondervloer een bedding heeft voor het daarin opnemen van een slang van het slangenstelsel, waarbij de slang in een bedding ligt omvattende een warmtegeleidend materiaal.

2. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 1, waarbij de bedding voor het opnemen van een slang is voorzien aan een bovenzijde van de ondervloer.

3. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 2, waarbij een in de bedding opgenomen slang volledig onder een vlak dat de bovenzijde van de ondervloer vormt ligt, zodanig dat de toplaag direct en volledig rust op de demping verschaffende ondervloer.

4. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 3, waarbij een in de bedding opgenomen slang tegen het vlak dat de bovenzijde van de ondervloer vormt ligt.

5. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de slang opgenomen is in een plaatvormige slanghouder.

6. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 5, waarbij de slanghouder een rechthoekige buitenomtrek heeft met een zich in lengte richting uitstrekkende sleuf dat in de bedding past en ingericht is voor het opnemen van de slang.

7. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 6, waarbij de sleuf een bodem heeft met in dwarsdoorsnede een ronding.

8. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusies 5, waarbij de plaatvormige slanghouder gevormd is uit een foliemateriaal dat in het bijzonder voorzien is van een metaalhoudende folie-laag, meer in het bijzonder van een metaalcoating.

9. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 8, waarbij het foliemateriaal ten minste een langwerpig verzwakt gedeelte omvat, in het bijzonder een lijnvormige verjonging of gedeeltelijk opengewerkt gedeelte, waarbij in het bijzonder naburige verzwakte gedeelten in het foliemateriaal gepositioneerd zijn overeenkomstig een steek tussen naburige beddingen van een ondervloer, zodanig dat een slang bij installatie van het sportterrein door het verzwakt gedeelte van het foliemateriaal heen de bedding in gedrukt kan worden.

10. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 8, waarbij het foliemateriaal aan de slang gehecht is.

11. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens één van de conclusies 5 - 7, waarbij de slanghouder uit een net-materiaal is vervaardigd, waarbij een net gevormd is door metaalhoudende draden.

12. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de slanghouder ten minste een wang heeft, in het bijzonder waarbij de slanghouder een wang heeft aan weerszijden van de sleuf voor het opnemen van een slang of aan weerszijden van een verzwakte gedeelte of aan weerszijden van een vast gehechte slang.

13. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 12, waarbij in een samenstel de ten minste ene wang van de slanghouder gepositioneerd is tussen twee naburige slanggedeelten, waarbij de ten minste ene wang gezien in een richting dwars op de slangrichting ten minste 50% van een tussengelegen oppervlak van de ondervloer bedekt.

14. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 12 of 13, waarbij de wang van de slanghouder rechthoekig is met een lengte en een breedte, waarbij de breedte van een wang van de slanghouder ten hoogste gelijk is aan een halve breedte van een basisorgaan.

15. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens een van de conclusies 12-14, waarbij de wang van de slanghouder ten minste gedeeltelijk opengewerkt, in het bijzonder geperforeerd, is.

16. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de kunststof mat uit warmtegeleidende deeltjes houdend materiaal, in het bijzonder een metaal- of grafietdeeltjes houdend kunststof materiaal gevormd is, waarbij in het bijzonder de deeltjes in een spuitgiet productie proces zijn opgenomen in de kunststof mat of in een bedekkingsproces, zoals verven of coaten, zijn aangebracht op de kunststof mat.

17. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de kunststof mat een netwerk omvat van basisorganen die onderling verbonden zijn door connectoren.

18. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 16 of 17, waarbij de kunststof mat een opengewerkte structuur heeft, waarbij de opengewerkte structuur voor ten minste 50% van een bovenzijde open is.

19. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens conclusie 17 of 18, waarbij de kunststof mat U-vormige steunorganen omvat voor het dragen van de mat op de onderlaag, waarbij de bedding voor het opnemen van een slang gevormd is door de U-vormige steunorganen.

20. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens één van de conclusies 17 - 19, waarbij U- vormige steunorganen tevens een connector vormen voor het in een netwerk koppelen van naast elkaar gepositioneerde basisorganen.

21. Temperatuurgeregeld sportterrein volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de onderbouw een foliemateriaal omvat die gepositioneerd is onder de kunststof mat, in het bijzonder direct over de onderlaag.

22. Foliemateriaal voor toepassing in een temperatuurgeregeld sportterrein volgens een van de voorgaande conclusies omvattende ten minste een langwerpig verzwakt gedeelte, in het bijzonder een lijnvormige verjonging of ten dele over een lijn opengewerkt gedeelte, waarbij in het bijzonder naburige verzwakte gedeelten gepositioneerd zijn overeenkomstig een steek tussen naburige beddingen van een ondervloer.

23. Gebruik van het temperatuurgeregeld sportterrein volgens een van de conclusies 1-21 voor het reguleren van warmte van een sportterrein, in het bijzonder voor het winnen van warmte uiteen zonnecollector sportterrein omvattende een stap van het doorvoeren van een warmtewisselend medium door een slangenstelsel in de onderbouw van het temperatuurgeregeld sportterrein.

24. Werkwijze voor het installeren van een temperatuurgeregeld sportterrein, in het bijzonder volgens een van de conclusies 1-21, waarbij in een werkwijzestap een foliemateriaal over een ondervloer met een naar boven toe open bedding aangebracht wordt, waarbij het foliemateriaal een langwerpig verzwakt gedeelte heeft dat in een werkwijzestap over de bedding geplaatst wordt en waarbij in een werkwijzestap het verzwakt gedeelte doorbroken wordt door het door het verzwakt gedeelte van het foliemateriaal heen drukken van een slang, zodanig dat een gedeelte van het foliemateriaal met de slang de bedding in beweegt en dit gedeelte een foliebedekking van ten minste een gedeelte van de bedding vormt.