NL2026723B1 - Zitinrichting - Google Patents

Zitinrichting Download PDF

Info

Publication number
NL2026723B1
NL2026723B1 NL2026723A NL2026723A NL2026723B1 NL 2026723 B1 NL2026723 B1 NL 2026723B1 NL 2026723 A NL2026723 A NL 2026723A NL 2026723 A NL2026723 A NL 2026723A NL 2026723 B1 NL2026723 B1 NL 2026723B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support
seating device
holder
pressure surface
person
Prior art date
Application number
NL2026723A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannus Tolboom Anthonius
Original Assignee
Anthonius Johannes Tolboom
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Anthonius Johannes Tolboom filed Critical Anthonius Johannes Tolboom
Priority to NL2026723A priority Critical patent/NL2026723B1/nl
Priority to EP21203939.0A priority patent/EP3988067A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2026723B1 publication Critical patent/NL2026723B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/10Parts, details or accessories
    • A61G5/14Standing-up or sitting-down aids
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/10Parts, details or accessories
    • A61G5/12Rests specially adapted therefor, e.g. for the head or the feet
    • A61G5/128Rests specially adapted therefor, e.g. for the head or the feet for feet

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Special Chairs (AREA)
  • Chair Legs, Seat Parts, And Backrests (AREA)

Abstract

Zitinrichting voor een persoon, waarbij de zitinrichting omvat: -een houder; -een op de houder aangebrachte eerste steun met een steunvlak voor ondersteuning van het zitvlak van een persoon; -een op de houder aangebrachte tweede steun met een drukvlak of steunvlak voor een voet van de persoon; -waarbij de eerste steun verplaatsbaar is ten opzichte van de houder tussen een zitstand voor de persoon en een naar voren gekantelde overgangstand voor de persoon waarin het eerste steunvlak voor het merendeel een hogere niveau heeft dan in de zitstand, -waarbij het drukvlak verplaatsbaar is ten opzichte van de houder tussen een eerste stand en een tweede stand, waarbij het drukvlak in de eerste stand voor het merendeel op een hoger niveau gelegen is dan in de tweede stand, waarbij de tweede steun deel uitmaakt van een bedieningsinrichting voor het verplaatsen van de eerste steun tussen de zitstand en de overgangstand, waarbij de bedieningsinrichting ingericht is voor het verplaatsen van de eerste steun van de zitstand naar de overgangstand daarvan bij een verplaatsing van het drukvlak van de eerste stand naar de tweede stand daarvan.

Description

Nr. P724NL Zitinrichting
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING De uitvinding heeft betrekking op een zitinrichting. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een zitinrichting voor personen die moeite hebben met te gaan zitten en/of vanuit de zitstand weer op te staan.
Stoelen met een naar voren kantelbare zitting zijn in vele uitvoeringen bekend.
In een aantal uitvoeringen is voor de kanteling van de zitting een motor in de stoel aangebracht. Dergelijke stoelen zijn nogal zwaar, daardoor nauwelijks verplaatsbaar, en relatief duur.
In een aantal andere, lichtere en goedkopere, uitvoeringen wordt het kantelmechanisme bediend met menskracht, met behulp van beweegbare armleuningen, waarbij door uitoefening van een neerwaartse druk op de armleuningen de zitting gedwongen wordt naar voren te kantelen en zo de persoon langer te kunnen blijven steunen in het geval van opstaan en eerder te kunnen steunen in het geval van gaan zitten. Een effectieve uitvoering hiervan is beschreven in Europees octrooi 2.808.001.
Het kan voorkomen dat de persoon dermate gehandicapt is dat hij of zij niet in staat is om de armleuningen goed te bedienen. Dan zal de persoon hulp moeten inroepen of gebruik moeten maken van een motor-aangedreven zitting.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Een doel van de uitvinding is een zitinrichting te verschaffen die ook voor gebruikers met weinig armkracht het opstaan en/of het gaan zitten vergemakkelijkt.
Vanuit één aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een zitinrichting voor een persoon, waarbij de zitinrichting omvat: -een houder;
een op de houder aangebrachte eerste steun met een steunvlak voor ondersteuning van het zitvlak van een persoon; -een op de houder aangebrachte tweede steun met een druk- of steunvlak voor een voet van de persoon;
-waarbij de eerste steun verplaatsbaar is ten opzichte van de houder tussen een zitstand voor de persoon en een naar voren gekantelde overgangstand voor de persoon waarin het eerste steunvlak voor het merendeel een hoger niveau heeft dan in de zitstand,
-waarbij het drukvlak verplaatsbaar is ten opzichte van de houder tussen een eerste stand en een tweede stand, waarbij het drukvlak in de eerste stand voor het merendeel, in het bijzonder althans vrijwel in zijn geheel, op een hoger niveau gelegen is dan in de tweede stand, waarbij de tweede steun deel uitmaakt van een bedieningsinrichting voor het verplaatsen van de eerste steun tussen de zitstand en de overgangstand, waarbij de bedieningsinrichting ingericht is voor het verplaatsen van de eerste steun van de zitstand naar de overgangstand daarvan bij een verplaatsing van het drukvlak van de eerste stand naar de tweede stand daarvan.
Aldus kan de persoon de eerste steun, de zitting, laten kantelen door met tenminste één voet op het drukvlak van de tweede steun te drukken, waarbij ook het lichaamsgewicht benut kan worden.
Armkracht hoeft dan geen rol meer te spelen, anders dan voor het zorgen van stabiliteit tijdens de lichaamsbewegingen.
In een uitvoering is de eerste steun om een liggende hartlijn draaibaar aangebracht op de houder.
De bedieningsinrichting kan dan een bedieningsarm omvatten, die op voor de draaibeweging om de hartlijn vaste wijze verbonden is met de eerste steun.
Aldus is een soort van krukasopstelling verschaft.
De bedieningsinrichting omvat daarbij een bedieningssamenstel dat de bedieningsarm werkzaam verbindt met het drukvlak van de tweede steun.
In een uitvoering is het drukvlak van de tweede steun althans deels lineair verplaatsbaar, in het bijzonder op en neer verplaatsbaar, aangebracht op de houder, zodat de persoon het drukvlak van de tweede steun makkelijk kan verplaatsen van de eerste stand naar de tweede stand daarvan door uitoefening van druk met de voeten daarop.
Het drukvlak kan geheel lineair verplaatsbaar zijn.
De drukvlak kan in een alternatieve uitvoering zwenkbaar of draaibaar verplaatsbaar zijn.
Een combinatie van beide bewegingen is mogelijk.
In een uitvoering is de tweede steun vanuit de eerste stand verplaatsbaar naar een plat tegen de ondergrond aanliggende tweede stand waarin krachtoverdragend contact gemaakt wordt met de ondergrond. Hierdoor kan de tweede steun zich in een stabiele en voor de persoon veilige stand bevinden bij het begin van het proces van gaan zitten en/of bij het eind van het proces van opstaan.
In een eenvoudige uitvoering omvat het bedieningsamenstel een langwerpig trekkracht overdragend element. Een dergelijk element, zoals een stang of een kabel, behoeft weinig ruimte waardoor de inbouw van de bedieningsinrichting in een stoel eenvoudig kan zijn. Een kabel heeft het voordeel van flexibiliteit, waardoor inpassing e=in een huis eenvoudig kan zijn. In voornoemd geval van bedieningsarm kan het langwerpig element met één eind bevestigd zijn aan het uiteinde van de bedieningsarm en met het andere eind direct of indirect, maar nabij, de tweede steun.
In een uitvoering biedt de tweede steun een drukvlak voor tenminste twee voeten, waardoor het evenwicht van de persoon tijdens de bewegingen bevorderd wordt, alsook de krachten die door de persoon kunnen worden uitgeoefend op de tweede steun.
In een bijzondere uitvoering biedt de tweede steun een drukvlak voor tenminste drie voeten. Een hulpverlener kan dan met een voet de druk op de tweede steun vergroten, mocht dat nodig zijn.
De tweede steun kan twee drukvlakken omvatten die tussen zich een doorgang vrijlaten, welke doorgang bij voorkeur een breedte van minimaal het horizontale ruimtelijke beslag van twee benen heeft. Aldus kan een persoon die geen moeite heeft met te gaan zitten op een gewone manier gaan zitten, zonder daarbij gebruik te maken van de tweede steun. Die staat dan weer wel ter beschikking bij het opstaan. De tweede steun kan hiertoe eventueel opklapbaar zijn.
In een andere uitvoering heeft het drukvlak van de tweede steun een breedte die overeen komt met de breedte van de eerste steun. De persoon heeft dan veel vrijheid in de keus van de steunplaats voor zijn voeten, en ook is er plaats voor een voet van een hulpverlener, indien assistentie nodig is.
De houder kan aan de voorzijde een geleider omvatten voor de tweede steun bij de verplaatsing daarvan tussen de eerste en de tweede standen. In een uitvoering hiervan omvat de houder een steunpoot voor steun op een ondergrond, waarbij de steunpoot de geleiding vormt. Dit kan ook dubbel uitgevoerd zijn, aan elke zijde van de zitinrichting zo’n steunpoot. De tweede steun kan hierbij met het drukvlak beweegbaar bevestigd zijn aan een geleiderdeel, dat geleid is door de geleider, waarbij het drukvlak van de tweede steun beweegbaar is tussen een vlakke stand en een voorwaarts en neerwaarts gekantelde stand. In die stand, die kan overeenkomen met de eerste stand van het drukvlak van de tweede steun, kan de tweede steun de ondergrond raken, of althans bijna. De tweede steun blijft dan met een voorrand bij de ondergrond, zowel in de eerste stand als in de tweede stand. In de eerste stand vormt de tweede steun dan geen verwondingsgevaar van anderen en wordt de kans dat een persoon met een broekspijp aan de tweede steun blijft haken verkleind.
De houder kan op verschillende wijzen uitgevoerd zijn. Zo kan de houder vast bevestigd zijn aan een muur of op een ondergrond. De houder kan ook verplaatsbaar zijn. De houder kan tenminste twee steunpoten hebben, bijvoorbeeld twee steunpoten voor en twee steunwielen achter, of vier steunpoten, op elke hoek één. De zitinrichting kan ook uitgevoerd zijn als (loop)rolstoel, waarbij de houder gestel vormt en is voorzien van vier wielen.
Een zitinrichting volgens de uitvinding kan geschikt zijn voor gebruik in combinatie met een toiletpot, als zogenoemde al dan niet verrijdbare toiletstoel, ook wel overzetstoel genoemd. In dat geval kan de houder tussen de steunpoten/-wielen een ruimte bepalen voor opname van een toiletpot. De eerste steun kan daartoe een doorgang hebben voor stoelgang van de daarop zittende persoon. Alternatief is de zitinrichting vast geplaatst bij een toiletpot, bijvoorbeeld aan de achterwand bevestigd of op de ondergrond bevestigd.
In het geval de houder voorzien is van wielen dient conflict van de tweede steun en de wielen te worden voorkomen. Zoals gebruikelijk bij rolstoelen voor (opklapbare en verwijderbare) voetsteunen kan de tweede steun aan de voorzijde van de houder opgehangen zijn aan een neerwaarts reikende ophanging. Deze ophanging vormt dan de geleider en eindigt op een niveau dat hoger ligt dan de onderkant van de wielen.
Eventueel kunnen voorspanmiddelen, zoals veren, voorzien zijn in de zitinrichting volgens de uitvinding voor het in door de persoon onbelaste toestand naar de zitstand dwingen van de zitting. Alternatief kunnen dergelijke middelen voorzien zijn voor het naar de overgangsstand spannen van de zitting.
De zitinrichting volgens de uitvinding kan voorzien zijn van een rugleuning.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten, en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 5 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: Figuren 1A en 1B zijaanzichten een eerste voorbeelduitvoering van een .zitinrichting volgens de uitvinding, respectievelijk met de zitting in zitstand en de zitting in opwaarts gekantelde overgangsstand; Figuur 1C de zitinrichting van figuren 1A in vooraanzicht volgens pij! IC; Figuur 2 de zitinrichting van de figuren 1A-C over een toiletpot geplaatst; en Figuren 3A en 3B zijaanzichten op een tweede voorbeelduitvoering van een zitinrichting volgens de uitvinding, respectievelijk met de zitting in zitstand en de zitting in opwaarts gekantelde overgangsstand,
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN De in de figuren 1A,B en C afgebeelde stoel 1 heeft een houder in de vorm van een gestel 2 met twee voorpoten 4a en twee achterpoten 4b, waarmee de stoel 1 op de ondergrond 100 kan staan. De stoel 1 omvat verder een op het gestel 2 ondersteunde zitting of eerste steun 3 en twee armleuningen
5. Voorts omvat de stoel 1 een zich over de breedte van de stoel uitstrekkende voetplaat of tweede steun 8, welke verbonden is met de voorpoten 4a en die een drukvlak 6a voor de voeten bepaalt. De zitting 3 is vooraan, om horizontale hartlijn S, verplaatsbaar, verdraaibaar, tussen de zitstand van figuur 1A en de overgangsstand van figuur 2 Voor de beweging van de zitting van de zitstand naar de overgangsstand is een bedieningsinrichting 20 op het gestel 2 aangebracht, aan beide zijden. Deze bedieningsinrichting vormt een verbinding tussen de voetplaat 6 en de zitting 3. De bedieningsinrichting 20 omvat een geleidebus 7 voor de voetplaat 6, welke geleidebus op en neer verschuifbaar geleid is op een voorpoot 4a, een kabel 8 die met één eind bevestigd is aan de geleidebus 7 en met het andere eind bevestigd is aan een bedieningsarm 10. De kabel 8 loopt tussen de beide uiteinden om een kabelschijf 11 en om een kabelschijf 9, welke schijven vrijlopend aangebracht zijn.
De zitting 3 is rotatievast bevestigd op een in het gestel 2 gelagerde as 14, waarmee de bedieningsarm 10 één draaibaar geheel vormt. De kabelschijf 11 is vrijlopend op de as 14 geplaatst.
De voetplaat 6 heeft een voorrand 15 en is aan de achterzijde met een scharnier 13 in het verticale vlak bevestigd aan het ondereind van de geleidebus 7.
De bedieningsarm 10 en de kabelschiven 9 en 11 zijn ondergebracht in een zijkast 12, en daardoor afgeschermd. De kabel 8 loopt door het inwendige van de voorpoot 4a.
In gebruik zit een persoon op de zitting 3. Door de stand van de bedieningsarm 10 wordt via de kabel 8 in de voorpoot 4a een opwaartse trekkracht uitgeoefend op de geleidebus 7, die daardoor in een eerste stand wordt gehouden, waardoor de voetplaat 6 met het achtereind op afstand boven de ondergrond 100 gehouden wordt. Door het scharnier 13 wordt de voetplaat 6 toegelaten naar voren en neerwaarts te kantelen, zodat de voorrand 15 dicht bij of op de ondergrond 100 komt.
Wanneer de persoon wil opstaan verplaatst hij of zij zijn lichaam door kantelen van de romp naar voren, zodat de voeten een gewichtskracht F op het drukvlak 6a en de voetplaat 6 gaan uitoefenen. Hierdoor zal de voetplaat 6 naar beneden gedwongen worden, richting A, en daarmee zal de geleidebus 7 langs de voorpoot 4a neerwaarts bewegen. Daarmee zal de kabel 8 in richting B worden aangetrokken, hetgeen via de kabelschijven 11 en 9 resulteert in een trekkracht C op het uiteinde van de bedieningsarm 10. Deze arm zal daardoor om de hartlijn S in de richting D draaien, en vanwege de rotatievaste verbinding van de arm 10 met de zitting 3 zal de zitting 3 met het achtereind omhoog, richting E, draaien.
Dit proces gaat door totdat de voetplaat 6 vlak tegen de ondergrond 100 aanligt, zoals afgebeeld in figuur 1B, en de zitting 3 zich in de overgangsstand bevindt. De persoon kan dan verder gaan met de opstabeweging, tot dusver geholpen door de gedwongen beweging van de zitting
3. Wanneer de persoon vrij is van de stoel 1, inbegrepen de voetplaat 6, draait de zitting, vanwege zijn massa, weer terug naar de stand van figuur 1A. Het is ook mogelijk dit te bewerkstelligen met op de zitting en/of op de geleidebus werkzame veren.
De stoel 1 kan ook van nut zijn bij het gaan zitten. De persoon gaat dan met zijn rug naar de stoel 1 staan, en plaatst de beide voeten op het drukvlak
6a van de voetplaat 6, die daardoor tot aanligging tegen de ondergrond verplaatst wordt. Daardoor zal de zitting 3 naar de overgangsstand van figuur 1B draaien.
De persoon brengt zijn zitvlak tegen de zitting 3 en laat zijn lichaam naar achteren zakken. De persoon kan daarbij de voetendruk af laten nemen. Door de aanvankelijke druk op de voetplaat 6 kan de zitting 3 een tegendruk bieden tegen de beweging van het gaan zitten, waardoor het gaan zitten voor de persoon meer beheerst kan zijn. Dit is natuurlijk afhankelijk van de conditie van de persoon.
Indien assistentie van een derde, zoals een hulpverlener, nodig is biedt de brede voetplaat 6 hiervoor de mogelijkheid: de derde kan met een eigen voet de kracht op het drukvlak 6a van de voetplaat 6 beïnvloeden.
In figuur 2 is de stoel 1 over een toiletpot 200 geplaatst. De zitting 3 is hierbij (niet weergegeven) uitgevoerd met een doorgang, vergelijkbaar met een toiletbril. De zitting 3' bevindt zich hierbij iets boven de toiletbril 201 van de toiletpot 200. Het gebruik van de stoel 1 is overeenkomstig hierboven besproken.
Na de toiletgang en nadat de persoon zich van de stoel heeft verwijderd kan de stoel elders worden ingezet.
De voorbeelduitvoering van de figuren 3A en 3B komt in hoofdzaak overeen met die van de voorgaande figuren. Nu is de stoel 1' echter een looprolstoel. De voetplaat 6 is hier vervangen door twee voetensteunen 6’ die opklapbaar zijn. De voetsteunen 6 vormen drukvlakken 6a’ en zijn ter plaatse van schanier 13 bevestigd aan een geleidebus 7, die op en neer verschuifbaar geleid is op een ophangstang 24 die één geheel vormt met het gestel 2. De twee voetensteunen 8’ laten tussen zich een doorgang vrij, al dan niet na opklappen, zodat de persoon zonder contact daarmee kan gaan zitten of door een hulpverlener geholpen kan worden met te gaan zitten. In de stand van figuur 3A kunnen de voetplaten 6 een steun bieden voor de voeten van de op de zitting zittende persoon.
De uitvoering van de bedieningsinrichting 20 is verder overeenkomstig de bedieningsinrichting 20 van stoel 1.
Een niet weergegeven aanslag zorgt er voor dat de geleidebus 7 niet van de voorpoot 4a of ophangstang 24 kan schuiven De uitvinding(en) is/zijn geenszins beperkt tot de in de tekeningen en beschrijving getoonde en beschreven uitvoeringen. De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
Variaties zijn mogelijk van de in de tekeningen getoonde en in de beschrijving beschreven onderdelen.
Zij kunnen apart worden toegepast in andere uitvoeringen van de uitvinding(en). Onderdelen van verschillende gegeven voorbeelden kunnen met elkaar gecombineerd worden.

Claims (23)

CONCLUSIES
1. Zitinrichting voor een persoon, waarbij de zitinrichting omvat: -een houder; -een op de houder aangebrachte eerste steun met een steunvlak voor ondersteuning van het zitvlak van een persoon; -een op de houder aangebrachte tweede steun met een drukvlak of steunvlak voor een voet van de persoon; -waarbij de eerste steun verplaatsbaar is ten opzichte van de houder tussen een zitstand voor de persoon en een naar voren gekantelde overgangstand voor de persoon waarin het eerste steunvlak voor het merendeel een hogere niveau heeft dan in de zitstand, -waarbij het drukvlak verplaatsbaar is ten opzichte van de houder tussen een eerste stand en een tweede stand, waarbij het drukvlak in de eerste stand voor het merendeel op een hoger niveau gelegen is dan in de tweede stand, waarbij de tweede steun deel uitmaakt van een bedieningsinrichting voor het verplaatsen van de eerste steun tussen de zitstand en de overgangstand, waarbij de bedieningsinrichting ingericht is voor het verplaatsen van de eerste steun van de zitstand naar de overgangstand daarvan bij een verplaatsing van het drukvlak van de eerste stand naar de tweede stand daarvan.
2. Zitinrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste steun om een liggende hartlijn draaibaar aangebracht is op de houder.
3. Zitinrichting volgens conclusie 2, waarbij de bedieningsinrichting een bedieningsarm omvat, die op voor de draaibeweging om de hartlijn vaste wijze verbonden is met de eerste steun en waarbij de bedieningsinrichting een bedieningssamenstel omvat dat de bedieningsarm werkzaam verbindt met het drukvlak.
4 Zitinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de het drukvlak van de tweede steun althans deels lineair verplaatsbaar, in het bijzonder op en neer verplaatsbaar, aangebracht is op de houder in de verplaatsing tussen de eerste stand en de tweede stand daarvan.
5. Zitinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het drukvlak van de tweede steun althans deels zwenkbaar of verdraaibaar verplaatsbaar, in het bijzonder op en neer zwenkbaar of verdraaibaar, aangebracht is op de houder in de verplaatsing tussen de eerste stand en de tweede stand daarvan.
6. Zitinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het drukvlak van de tweede steun vanuit de eerste stand verplaatsbaar is naar een plat tegen de ondergrond aanliggende tweede stand waarin krachtoverdragend contact gemaakt wordt met de ondergrond.
7. Zitinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de bedieningsinrichting een langwerpig trekkracht overdragend element omvat
8. Zitinrichting volgens conclusie 7, waarbij het langwerpig element een kabel is.
9. Zitinrichting volgens conclusie 3 en volgens conclusie 7 of 8, waarbij het langwerpig element bevestigd is aan het uiteinde van de bedieningsarm.
10. Zitinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede steun een drukvlak biedt voor tenminste twee voeten.
11. Zitinrichting volgens conclusie 10, waarbij de tweede steun een drukvlak biedt voor tenminste drie voeten.
12. Zitinrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij de tweede steun twee drukvlakken omvat die tussen zich een doorgang vrijlaten, welke doorgang bij voorkeur een breedte van minimaal het horizontale ruimtelijke beslag van twee benen heeft.
13. Zitinrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij het drukvlak een breedte heeft die overeen komt met de breedte van de eerste steun.
14. Zitinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de houder aan de voorzijde een geleider omvat voor geleiding van de tweede steun bij de verplaatsing van het drukvlak tussen de eerste en de tweede standen.
15. Zitinrichting volgens conclusie 14, waarbij de houder een steunpoot omvat voor steun op een ondergrond, waarbij de steunpoot de geleiding vormt.
16. Zitinrichting volgens conclusie 15, waarbij het drukvlak van de tweede steun beweegbaar bevestigd is aan een geleiderdeel, dat geleid is door de geleider, waarbij het drukvlak van de tweede steun beweegbaar is tussen een vlakke stand en een voorwaarts en neerwaarts gekantelde stand.
17. Zitinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de houder tenminste twee steunpoten heeft, bij voorkeur vier steunpoten.
18. Zitinrichting volgens conclusie 17, waarbij de houder tussen de steunpoten een ruimte bepaalt voor opname van een toiletpot.
19. Zitinrichting volgens één der conclusies 1-17, waarbij de houder voorzien is van vier wielen.
20. Zitinrichting volgens conclusies 14 en 19, waarbij de houder aan de voorzijde een neerwaarts reikende ophanging voor de tweede steun omvat, welke de geleider vormt. en eindigt op een niveau dat hoger ligt dan de onderkant van de wielen.
21. Zitinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste steun een doorgang heeft voor toiletgang van de daarop zittende persoon.
22. Zitinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede steun opklapbaar is.
23. Zitinrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
-0-0-0-0-0-0-0-0-
NL2026723A 2020-10-21 2020-10-21 Zitinrichting NL2026723B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2026723A NL2026723B1 (nl) 2020-10-21 2020-10-21 Zitinrichting
EP21203939.0A EP3988067A1 (en) 2020-10-21 2021-10-21 Seating device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2026723A NL2026723B1 (nl) 2020-10-21 2020-10-21 Zitinrichting

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2026723B1 true NL2026723B1 (nl) 2022-06-28

Family

ID=74557224

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2026723A NL2026723B1 (nl) 2020-10-21 2020-10-21 Zitinrichting

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3988067A1 (nl)
NL (1) NL2026723B1 (nl)

Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1350835A (en) * 1971-06-23 1974-04-24 Bressler P W Wheelchair
US4120530A (en) * 1976-04-30 1978-10-17 Michael Imbro Invalid chairs
US4623194A (en) * 1983-05-10 1986-11-18 International Diffusion Consommateur Body-supporting device for wheelchair for handicapped person comprising a structure allowing an upright position
DE29721734U1 (de) * 1997-12-09 1998-02-05 Chang, Chen I, Taiping, Tauchung Aufbau eines Gehbehelfs
US5984338A (en) * 1996-06-27 1999-11-16 Levo Ag Dottikon Lightweight stabilized raising chair
US20090072513A1 (en) * 2007-09-18 2009-03-19 Heinrich Perk Upright wheelchair
EP2374438A1 (en) * 2010-04-07 2011-10-12 Lloyd Linden Inc. Wheelchair apparatus with assistant function
US8113587B1 (en) * 2010-01-13 2012-02-14 Majid Zarinfar Portable lift chair
US20150272798A1 (en) * 2014-03-31 2015-10-01 Kuan-Fu Hsieh Rise assisting structure
US20170246061A1 (en) * 2016-02-25 2017-08-31 Judie McClean Wheelchair Lift Assembly

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1039910C2 (nl) 2012-11-23 2014-05-27 Anthonius Johannes Tolboom Opstahulp.

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1350835A (en) * 1971-06-23 1974-04-24 Bressler P W Wheelchair
US4120530A (en) * 1976-04-30 1978-10-17 Michael Imbro Invalid chairs
US4623194A (en) * 1983-05-10 1986-11-18 International Diffusion Consommateur Body-supporting device for wheelchair for handicapped person comprising a structure allowing an upright position
US5984338A (en) * 1996-06-27 1999-11-16 Levo Ag Dottikon Lightweight stabilized raising chair
DE29721734U1 (de) * 1997-12-09 1998-02-05 Chang, Chen I, Taiping, Tauchung Aufbau eines Gehbehelfs
US20090072513A1 (en) * 2007-09-18 2009-03-19 Heinrich Perk Upright wheelchair
US8113587B1 (en) * 2010-01-13 2012-02-14 Majid Zarinfar Portable lift chair
EP2374438A1 (en) * 2010-04-07 2011-10-12 Lloyd Linden Inc. Wheelchair apparatus with assistant function
US20150272798A1 (en) * 2014-03-31 2015-10-01 Kuan-Fu Hsieh Rise assisting structure
US20170246061A1 (en) * 2016-02-25 2017-08-31 Judie McClean Wheelchair Lift Assembly

Also Published As

Publication number Publication date
EP3988067A1 (en) 2022-04-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4453766A (en) Lift chair for disabled person
KR102490831B1 (ko) 다기능 휠체어
US7540565B2 (en) Lift chair
US5312157A (en) Lift seat
NL1016396C2 (nl) Trapstoellift met begeleider.
US4929022A (en) Chair having lift apparatus
US7165778B2 (en) Manually operable standing wheelchair
US4587678A (en) Toilet seat booster
US6035462A (en) Portable commode seat with lift assist
US20110121626A1 (en) Lift chair
EP0584079A1 (en) Patient lifting device
WO2008074141A1 (en) Multi-purpose chair
US8113587B1 (en) Portable lift chair
GB2418846A (en) Chair incorporating a mechanism to assist rising
NL2026723B1 (nl) Zitinrichting
JP4410845B2 (ja) ポ−タブルトイレ用フレ−ム
US5498064A (en) Seat unit
JP3155755U (ja) 車椅子用座面高さ調整装置。
NL1005550C2 (nl) Douche-stoel in het bijzonder voor minder valide persoon.
CA2414929C (en) Bedside lower extremity lifting apparatus
EP4346531A1 (en) Lift assist device for a bathroom
KR20190053022A (ko) 실린더를 이용한 원터치형 기립보조의자
JP2001129033A (ja) 介護補助装置
CN111134475B (zh) 一种带有腋下支撑装置的助力椅
US20200188202A1 (en) Stand Assist Device