NL2024590B1 - Werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, systeem voor het uitvoeren van de werkwijze, alsmede kas voorzien van een dergelijk systeem - Google Patents

Werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, systeem voor het uitvoeren van de werkwijze, alsmede kas voorzien van een dergelijk systeem Download PDF

Info

Publication number
NL2024590B1
NL2024590B1 NL2024590A NL2024590A NL2024590B1 NL 2024590 B1 NL2024590 B1 NL 2024590B1 NL 2024590 A NL2024590 A NL 2024590A NL 2024590 A NL2024590 A NL 2024590A NL 2024590 B1 NL2024590 B1 NL 2024590B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
light source
ornamental
ornamental plant
ultraviolet radiation
plant
Prior art date
Application number
NL2024590A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Maria De Koning Adrianus
Original Assignee
A J M De Koning Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by A J M De Koning Beheer B V filed Critical A J M De Koning Beheer B V
Priority to NL2024590A priority Critical patent/NL2024590B1/nl
Priority to EP20217852.1A priority patent/EP3845055A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2024590B1 publication Critical patent/NL2024590B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G7/00Botany in general
    • A01G7/04Electric or magnetic or acoustic treatment of plants for promoting growth
    • A01G7/045Electric or magnetic or acoustic treatment of plants for promoting growth with electric lighting
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G22/00Cultivation of specific crops or plants not otherwise provided for
    • A01G22/60Flowers; Ornamental plants
    • A01G22/63Orchids

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Ecology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, bijvoorbeeld een stengel of een tak. De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het uitvoeren van de werkwijze alsmede op een kas voor het kweken van sierplanten omvattende een dergelijk systeem.

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, systeem voor het uitvoeren van de werkwijze, alsmede kas voorzien van een dergelijk systeem Beschrijving De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, bijvoorbeeld een stengel of een tak. De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het uitvoeren van de werkwijze alsmede op een kas voor het kweken van sierplanten omvattende een dergelijk systeem.
Het is bekend om tijdens het kweken van sierplanten plantdelen in een bepaalde richting te laten groeien door ten minste een deel van de plant in een bepaalde richting te geleiden, bijvoorbeeld middels stokken of in een bepaalde vorm gebrachte geleiders. Een nadeel van deze bekende wijze van het geleiden van sierplanten voor het verkrijgen van product met een gewenste (verkoop)vorm is dat het aanbrengen van de stokken/geleiders met de hand dient te gebeuren waardoor het proces relatief arbeidsintensief is en relatief veel tijd kost. Tevens leidt het manuele proces niet altijd tot het gewenste resultaat. Door het manuele proces is er bijvoorbeeld meer kans op takbreuk en/of plantbeschadiging. De stokken/geleiders blijven bovendien of aanwezig in het eindproduct, hetgeen uit esthetisch oogpunt niet de voorkeur heeft, of moeten met een aanvullende arbeidshandeling uit het eindproduct worden verwijderd indien mogelijk.
Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een werkwijze te verschaffen, waarmee het proces van het in een bepaalde richting laten groeien van ten minste een sierplant voor het bereiken van een gewenste (verkoop)vorm van de sierplant(en) relatief efficiënt uit te voeren is.
Dit doel wordt bereikt met de werkwijze zoals is gedefinieerd in conclusie 1.
De werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, zoals bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, bijvoorbeeld een stengel of een tak, maakt gebruik van het gedoseerd toepassen van ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm, waarbij de ultraviolette straling wordt afgegeven middels een lichtbron naar de ten minste ene sierplant, waarbij de lichtbron aan die zijde van de sierplant wordt opgesteld daar waar de gewenste groeirichting van het deel van de ten minste ene sierplant zich uitstrekt.
De uitvinders hebben vastgesteld dat het afgeven van een vooraf bepaalde dosis ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm vanuit een lichtbron die voor inbedrijfneming op een vooraf bepaald punt ten opzichte van de sierplant is opgesteld, zodat tijdens de behandeling de ultraviolette straling onder een vooraf bepaalde hoek op ten minste een deel van de sierplant valt, ervoor zorgt dat het bestraalde deel van de sierplant gaat groeien in een gewenste groeirichting.
De vooraf bepaalde dosis wordt eenmalig of dagelijks, wekelijks of maandelijks herhaald met een vooraf bepaalde tijdsduur en/of op een vooraf bepaalde afstand, waarbij de afstand afhankelijk kan zijn van de gebruikte lichtbron.
De lichtbron kan bijvoorbeeld een laser zijn waarmee vrij specifiek op een bepaald deel de voorafbepaalde dosis ultraviolette straling af te geven is, waarbij de afstand tussen laser en sierplant minder relevant is dan bij gebruik van een UV-C lichtgevende buis, bijvoorbeeld een UV-C TL lamp of een UV-C ledbuis.
Door het behandelen van ten minste een plantdeel met ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm is gebleken dat het plantdeel gaat groeien in de richting van waaruit de ultraviolette straling afkomstig is.
Op deze wijze kan de groeirichting van het plantdeel worden gecontroleerd en geregeld door een kweker, zodat na het kweekproces een sierplant kan worden verkregen met de gewenste eindvorm of verkoopvorm zonder dat er een fysieke handeling door een operator op of bij de plant zoals bij het gebruik van stokken/geleiders moet worden uitgevoerd.
Door het gebruik van ultraviolette straling kan de arbeidsintensiviteit in kassen voor het kweken van sierplanten sterk worden gereduceerd en kan de gewenste vormgeving van de sierplant beter en/of eenvoudiger worden bereikt, waardoor tevens de verkoopwaarde van de sierplanten kan worden verhoogd.
In een aspect wordt de ultraviolette straling afgegeven middels de lichtbron naar de ten minste ene sierplant in een vooraf bepaalde richting, waarbij de vooraf bepaalde richting een hoek tussen 0-45 graden met een gewenste groeirichting van het deel van de ten minste ene sierplant insluit, waarbij bij een hoek van 0 graden de gewenste groeirichting en de tegengestelde richting waarin ultraviolette straling wordt afgegeven op een virtuele rechte lijn zijn gelegen. Het hoekgebied tussen 0-45 graden is afhankelijk van het aantal simultaan met de lichtbron te behandelen sierplanten. Indien er bijvoorbeeld verschillende sierplanten zijn die in een x- en y- richting naast en/of achter elkaar zijn opgesteld, simultaan dienen te worden behandeld zal de hoek tussen de lichtbron en de gewenste groeirichting van het plantdeel normaliter groter dan O graden zijn en kleiner dan ongeveer 45 graden. Bij een te kleine hoek kunnen namelijk onvoldoende sierplanten door schaduwwerking simultaan worden bereikt door de lichtbron en bij een hoek groter dan 45 graden neemt de kans dat de sierplanten in de gewenste groeirichting groeien af, waardoor mogelijk niet de gewenste eindvorm van de sierplant na het kweekproces kan worden bereikt. Voor het simultaan behandelen van verschillende planten met ultraviolette straling kan een UV-C lichtgevende buis is (UV-C TL lamp of UV-C ledbuis) worden ingezet. Indien de te gebruiken lichtbron een laser is waarmee de ultraviolette straling wordt afgegeven, kunnen de sierplanten individueel worden behandeld.
In een verder aspect kan de ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm tijdens een belichtingsperiode van de ten minste ene sierplant continu of gepulseerd wordt uitgezonden. Het in een belichtingsperiode continu of gepulseerd behandelen zal afhankelijk zijn van het type sierplant waarvan het gewenst is dat een deel in een bepaalde groeirichting groeit. De ultraviolette straling waarmee de gewenste groeirichting in een deel van de plant te regelen is, heeft in het bijzonder een golflengte tussen 100-280 nm, dat wil zeggen UV-C licht, bij voorkeur UV-C licht met een golflengte tussen 230-280 nm. Afstand, het type lichtbron alsmede het vermogen van de lichtbron(nen) en tijd zijn parameters voor het regelen van de ultraviolette stralingsdosis, uitgedrukt in het aantal milijoule dat per vierkante centimeter (mJ/cm?)
door de sierplant wordt ontvangen. De op ten minste een deel van de ten minste ene sierplant vallende dosis ultraviolette straling is gelegen tussen 45-1100 mJ/cm2, bij voorkeur tussen 45-920 mJ/cm?. In een aantal uitgevoerde testen bleek een dosis ultraviolette straling van minder dan 45 mJ/cm? geen effect qua verandering van de groeirichting van ten minste een deel van de plant op te leveren, terwijl een dosis groter dan 1100 mJ/cm? de plant irriversibel beschadigt, waarbij de kans op minimaal zichtbare beschadiging van de sierplant bij een dosis vanaf 920 mJ/cm? niet volledig uit te sluiten is afhankelijk van het type sierplant, waardoor om de kans op beschadiging uit te sluiten een dosis tussen 45-920 mJ/cm? aan te bevelen is op basis van het uitgevoerde experiment.
De hierboven beschreven werkwijze is in het bijzonder effectief toe te passen bij het kweken van grote aantallen sierplanten in glastuinbouw voor het beïnvloeden van de eindvorm van de sierplant na het kweekproces. Bijvoorbeeld bij het kweken van orchideeën kan het groeiproces van de takken en/of bloemen zodanig middels de hierin beschreven werkwijze worden beïnvloed dat er geen of minder (grote) stokken/geleiders nodig zijn voor het in de gewenste vorm kweken van de orchidee. Naast het relatief in de tijd beperkt (afhankelijk van de ontvangen dosis op de plant maximaal een of twee uur per dag) gebruik van ultraviolette straling wordt voor het kweken van sierplanten in de glastuinbouw gebruik gemaakt van assimilatiebelichting, dat wil zeggen toepassing van kunstlicht voor de plantengroei. De assimilatiebelichting is in plaats van of aanvullend op het zonlicht, waardoor de planten langer kunnen assimileren.
De uitvinding heeft tevens het doel ten grondslag een efficiënt en/of verbeterd systeem voor het kweken van sierplanten in een gewenste vorm te verschaffen. Het systeem is hiervoor alsmede voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werkwijze voorzien van ten minste een sierplant alsmede van ten minste een lichtbron voor het gedoseerd afgeven aan de sierplant van ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm, waarbij het systeem is geconfigureerd om voor het activeren van de lichtbron, de lichtbron aan die zijde van de sierplant op te stellen daar waar de gewenste groeirichting van het deel van de ten minste ene sierplant zich uitstrekt.
Met behulp van een dergelijk systeem kunnen sierplanten met een gewenste vorm worden verschaft op een arbeidsextensieve wijze alsmede op een efficiënte wijze.
5 De ten minste ene lichtbron kan een laser zijn waarmee gericht op een sierplant een dosis ultraviolette straling af te geven is. Een laser kan bijvoorbeeld de voorkeur hebben indien het afgeven van ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm op een bepaalde sierplant een relatief nauwkeurige dosis benodigd voor het beïnvloeden van de groeirichting. Het voordeel is dat middels een laser een dergelijke dosis vrij nauwkeurig richtbaar in een relatief korte behandelingstijd af te geven is, waardoor na de relatief korte behandelingstijd een volgende sierplant met behulp van de laser te behandelen is. Tevens kan de ten minste ene lichtbron een UV-C lichtgevende buis, bijvoorbeeld een UV-C TL lamp of een ledbuis zijn. Middels een UV-C lichtgevende buis kunnen meer dan een sierplant simultaan worden behandeld.
In een aspect omvat het systeem een verplaatsingsmechanisme voor het ten opzichte van elkaar verplaatsen van de ten minste ene sierplant en de ten minste ene lichtbron. Met behulp van het verplaatsmechanisme zijn de lichtbron of de ten minste ene sierplant zodanig ten opzichte van elkaar te verplaatsen dat de lichtbron op te stellen is aan die zijde van de sierplant daar waar de gewenste groeirichting van het deel van de ten minste ene sierplant zich uitstrekt. Op deze wijze kan de ultraviolette straling worden afgegeven middels de lichtbron naar de ten minste ene sierplant in een vooraf bepaalde richting, waarbij bij voorkeur de vooraf bepaalde richting een hoek tussen 0-45 graden met een gewenste groeirichting van het deel van de ten minste ene sierplant insluit, waarbij bij een hoek van 0 graden de gewenste groeirichting en de tegengestelde richting waarin ultraviolette straling wordt afgegeven op een virtuele rechte lijn zijn gelegen.
Het verplaatsingsmechanisme kan een verplaatsingseenheid omvatten met behulp waarvan sierplanten batchgewijs in een verplaatsingsrichting te verplaatsen zijn, waarbij door het verplaatsen van de sierplanten de sierplanten batchgewijs middels de ten minste ene lichtbron te bestralen zijn. Middels de verplaatsingseenheid kunnen de sierplanten een voorafbepaalde route door een kweekkas of kweekkassen doorlopen waarin de omstandigheden tussen secties in de kweekkas of tussen kweekkassen gevarieerd kunnen worden afhankelijk van het kweekstadium. Het belichten met ultraviolette straling voor het controleren van de groeirichting kan slechts in een stadium of een aantal stadia van het kweekproces vereist zijn voor het verkrijgen van de gewenste vorm van de sierplant, waarbij de lichtbron of lichtbronnen zodanig langs de route zijn opgesteld om het gewenste effect ten aanzien van de groeirichting te verschaffen voor de te bereiken eindvorm van de sierplant. De lichtbron of lichtbronnen kunnen een vaste positie langs de route omvatten of de positie daarvan kan worden aangepast voor het bereiken of veranderen van de gewenste groeirichting om de gewenste eindvorm van de sierplant te bereiken.
Het is tevens mogelijk dat de lichtbron of lichtbronnen in het systeem van één of aantal optische hulpmiddelen zoals filters, lenzen, spiegels, schermen et cetera is voorzien om een deel van een sierplant of delen van bijvoorbeeld in een rij opgestelde sierplanten optimaal te belichten met de ultraviolette straling. Met dergelijke optische hulpmiddelen kan eventueel de ultraviolette straling die wordt uitgezonden naar de omgeving anders dan het te belichten deel van de sierplant of delen van de in de rij opgestelde sierplanten minimaal of zelfs nul zijn. Op deze wijze kunnen de sierplanten op een relatief nauwkeurige wijze met behulp van de lichtbron{nen) worden belicht met de ultraviolette straling.
Aanvullend of als alternatief omvat het verplaatsingsmechanisme een lichtbron-verplaatsingseenheid met behulp waarvan de ten minste ene lichtbron op een gewenste positie ten opzichte van de ten minste ene sierplant op te stellen is. Met behulp van de lichtbron-verplaatsingseenheid kan de ten minste ene lichtbron bijvoorbeeld rondom de verplaatsingsrichting van de batchgewijs verplaatste sierplanten op de gewenste positie worden opgesteld.
Tenslotte is het een doel van de onderhavige uitvinding om een kas voor het kweken van sierplanten in een beschermde en controleerbare omgeving te verschaffen voor het op een efficiënte en/of verbeterd wijze kweken van sierplanten in een gewenste vorm. Dit doel wordt bereikt door de kas te voorzien van een hierboven beschreven systeem. Met een kas wordt hierin een structuur bedoeld voor het kweken van planten in een beschermde en te controleren omgeving. De kas kan voor het kweekproces van de sierplanten zijn voorzien van assimilatieverlichtingsarmaturen, bijvoorbeeld led-assimilatieverlichtingsarmaturen.
De hierboven beschreven aspecten zullen hierna aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden in combinatie met de figuren worden uitgelegd. De uitvinding is echter niet tot de hierna beschreven uitvoeringsvoorbeelden beperkt. Veel meer is een aantal varianten en modificaties mogelijk, die eveneens van de gedachte van de uitvinding gebruikmaken en derhalve in het beschermingsgebied vallen. In het bijzonder wordt de mogelijkheid genoemd om de eigenschappen/aspecten die enkel zijn genoemd in de beschrijving en/of zijn getoond in de figuren te combineren met de eigenschappen van de conclusies voor zover compatibel.
Figuur 1 toont op een schematische wijze een kas met een eerste uitvoeringsvorm van een systeem voor het kweken van sierplanten; Figuur 2 toont op een schematische wijze een kas met een tweede uitvoeringsvorm van een systeem voor het kweken van sierplanten; Figuur 3 toont een tabel met de resultaten van een experiment.
In de figuren worden dezelfde onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingstekens.
In figuur 1 is een kas 101 voor het kweken van sierplanten in een beschermde en controleerbare omgeving getoond, welke kas 101 een met stippellijn weergeven systeem 103 omvat. De kas 101 of het systeem 103 is voorzien van assimilatieverlichtingsarmaturen 102, bijvoorbeeld led-assimilatieverlichtings- armaturen.
Het systeem 103 is voorzien van ten minste een sierplant 105, bij voorkeur een aantal sierplanten 105 alsmede van ten minste een lichtbron 107 voor het gedoseerd afgeven aan de sierplant(en) 105 van ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm. Het systeem 103 is geconfigureerd om voor het activeren van de lichtbron 107, de lichtbron 107 aan die zijde van de sierplant 105 op te stellen daar waar de gewenste groeirichting (figuur 1 is gewenste groeirichting weergegeven met gestippelde pijl P1) van het deel van de ten minste ene sierplant 105 zich uitstrekt, hetgeen in het getoonde schematische doorsnede aanzicht van het systeem 103 de rechterzijde ten opzichte van de sierplant 105 is. De lichtbron 107 is een laser waarmee gericht op een sierplant 105 een dosis ultraviolette straling af te gevenis.
Het systeem 103 omvat een verplaatsingsmechanisme 109, 111 voor het ten opzichte van elkaar verplaatsen van de sierplanten 105 en de lichtbron 107. Zoals is weergegeven in figuur 1 met stippellijn zijn de sierplanten 105 middels het verplaatsingsmechanisme 109 vanuit een oorspronkelijke positie naar de met vaste lijn in figuur 1 weergegeven positie verplaatst. Hetzelfde geldt voor de in figuur 1 met stippellijn weergegeven lichtbron 107 die met het verplaatsingsmechanisme 111 is verplaatst naar de met vaste lijn in figuur 1 weergegeven positie. Met behulp van het systeem 103 is een werkwijze uit te voeren voor het tijdens het kweken van sierplanten 105, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant 105, bijvoorbeeld een stengel of een tak, door het gedoseerd gebruiken van ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm, waarbij de ultraviolette straling wordt afgegeven middels de lichtbron 107 naar de ten minste ene sierplant 105, waarbij de lichtbron 107 aan die zijde (in figuur 1 rechts) van de sierplant 105 wordt opgesteld daar waar de gewenste groeirichting van het deel van de ten minste ene sierplant 105 zich uitstrekt. In figuur 1 is de gewenste groeirichting weergegeven met de gestippelde pijl P1. Zoals getoond in figuur 1 kan de ultraviolette straling met behulp van de lichtbron 107 worden afgegeven naar de ten minste ene sierplant 105 in een vooraf bepaalde richting om de gewenste groeirichting P1 van een deel van de plant te bewerkstelligen. De vooraf bepaalde richting kan bijvoorbeeld een hoek a tussen 0-45 graden met de gewenste groeirichting van het deel van de ten minste ene sierplant 105 insluiten, waarbij bij een hoek van O graden, zoals getoond met pijl P2 de gewenste groeirichting P1 en de tegengestelde richting P2 waarin de ultraviolette straling wordt afgegeven op een virtuele rechte lijn zijn gelegen. In figuur 1 is met pijl P3 de vooraf bepaalde richting vanuit de lichtbron 107 in de oorspronkelijke positie daarvan ten opzichte van de met behulp van het verplaatsingsmechanisme 109 verplaatste sierplant 105 weergegeven, waarbij de hoek a bij voorkeur maximaal 45 graden is om de groeirichting van het betreffende deel van een sierplant 105 te regelen.
In figuur 2 is de kas 101 weergegeven met een tweede uitvoeringsvorm van het systeem 203 (weergegeven met stippellijn). Het in figuur 2 getoonde systeem 203 omvat een verplaatsingsmechanisme in de vorm van een verplaatsingseenheid 209 waarmee een bak 210 met sierplanten 205 batchgewijs in een verplaatsingsrichting weergegeven door pijl P4 te verplaatsen is.
Hoewel slechts een enkele bak 210 in figuur 2 is getoond, kan het systeem 203 verschillende bakken 210 omvatten.
In het systeem 203 is de lichtbron 207 een UV-C lichtgevende buis is, bijvoorbeeld een UV-C TL lamp of een UV-C ledbuis.
Door het batchgewijs verplaatsen van de sierplanten 205 zijn de sierplanten middels de lichtbron 207 gedoseerd te belichten met de ultraviolette straling afkomstig van de lichtbron 207. In het systeem 203 omvat het verplaatsingsmechanisme verder een lichtbron-verplaatsingseenheid 211 met behulp waarvan de lichtbron 207 op een gewenste positie ten opzichte van de bak 210 met sierplanten 205 op te stellen is, dat wil zeggen met behulp van de lichtbron-verplaatsingseenheid 211 is de lichtbron 207 rondom de verplaatsingsrichting P4 van de batchgewijs verplaatste sierplanten op de gewenste positie opgesteld of op te stellen.
In figuur 2 is de gewenste groeirichting van een deel van de sierplant 205, op dat punt van de route van de bak 210, weergegeven door pijl P1, dat wil zeggen naar onder gericht.
De bak 210 is derhalve voorzien van een bodem die de ultraviolette straling afkomstig van de lichtbron 207 weergegeven door de pijlen P5 doorlaat, bijvoorbeeld omvat de bak 210 een roostervormige bodem of een bodem die vervaardigd is van materiaal dat ultraviolette straling doorlaat.
Indien een andere groeirichting dan P1 gewenst is van een deel van de sierplant of sierplanten 205 kan de lichtbron 207 rondom de verplaatsingsrichting P4 naar een nieuwe positie worden verplaatst.
Hoewel niet getoond is het systeem 203 met de batchgewijs verplaatsbare sierplanten 205 eveneens uit te voeren met een lichtbron die niet verplaatsbaar is uitgevoerd.
In plaats van de laser 107 kan in het systeem 103 een UV-C lichtgevende buis worden gebruikt of kan in het systeem 203 in plaats van de UV-C lichtgevende buis 207 een laser of een aantal lasers worden gebruikt.
De ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm kan tijdens een belichtingsperiode van de ten minste ene sierplant continu of gepulseerd worden uitgezonden.
Tevens kan de lichtbron worden verplaatst voor het belichten van steeds een deel van de sierplanten in een bak. Hierna volgen de resultaten van een experiment uitgevoerd op een tak van een sierplant. In het experiment wordt een UV-C lichtbron gebruikt van 160 Watt die op verschillende afstanden tussen 60 cm en 350 cm met stappen van 10 cm ten opzichte van de sierplant werd opgesteld, waarbij de sierplant eenmalig met verschillende tijdsperioden, variërend van 1 minuut tot 30 minuten met stappen van 1 minuut werd belicht onder een hoek van ongeveer nul (of 180 graden) ten opzichte van de gewenste groeirichting van de tak met ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm, meer in het bijzonder ultraviolette straling met een golflengte gelegen in het gebied 230-280 nm. Aanvullend onderzoek heeft aangetoond dat ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm en groter dan 100 nm dezelfde voordelige effecten met betrekking tot het sturen van de groeirichting van een deel van de sierplant kan opleveren. De resultaten van het experiment met de UV-C lichtbron van 160 Watt met ultraviolette straling met een golflengte gelegen in het gebied 230-280 nm zijn weergegeven in de tabel die wordt aangeduid als figuur
3. Het experiment is enkel een voorbeeld en de resultaten daarvan alsmede de gebruikte opstelling dienen de geclaimde beschermingsomvang niet te beperken.
Tijdens het belichten van de sierplant met de hierboven genoemde lichtbron werd voor een 1 minuut belichtingstijd een positief effect gemeten tot en met 1 meter afstand tot de plant, waarbij op 1 meter de gemeten energie per vierkante centimeter 45 mJ/cm? op de plant was. Hieronder wordt in de tweede kolom voor elke belichtingstijd de maximale afstand weergegeven waarin er een voordelig effect met betrekking tot de groeirichting optrad, waarbij het effect na het (nogmaals) vergroten van de afstand tussen lichtbron en sierplant met 10 cm niet meer optrad of in elk geval niet meer zichtbaar als gevolg van het experiment optrad. In de derde kolom is geregistreerd bij welke tijd en afstand de kans op beschadiging kan optreden, waarbij in de vierde kolom de afstanden bij de verschillende tijdsduren zijn opgenomen waar bij alle monsters (sierplanten) een beschadiging werd geregistreerd. In de tabel betekent “nvt” niet van toepassing dat wil zeggen er is geen tijd in combinatie met een afstand waar de kans op een beschadiging begint of waar altijd een beschadiging werd waargenomen.
Beschadiging 2 | 140cm (50 mJ/em2) | ONO Nwvt | 4 | 160cm (60 mJ/em2) | Nwt [ Nvt | |180cm (45 mJ/em2)|_ONtO|OONtO | 6 | 190em (48mJ/em2) | Nwt [0 Nwt | 8 | 240cm (48mJ/em2) | Nvt [ Nwvt | 9 | 260cm (45 mJ/em2) | ONO Nwvt | [270cm(45mJiem2) | Nvt [ Nvt | 11 [270cm (50mJ/em2) [| Nwt [ Nvt | 12 [280cm (48 mJ/em2) | Nwt 0 [0 Nwt | [300cm (45mJicm2) | 60cm (975 mJ/em2) ~~ [ Nvt | 16 |300cm (48 mJ/cm2) | 70cm (960 mJ/em2) | Nvt | 18 [310cm (45 mJ/cm2) | 80cm (990 mJ/em2) | 60cm (1170 mJ/em2) | 19 [310cm (48 mJicm2) | 90cm (950 mJ/ecm2) | 70cm (1140 mJ/cm2) | | 310cm (50 mJ/em2) | 90cm (1000 mJ/em2) | 70cm (1200 mJ/cm2) | 21 |310cm (53 mJ/em2) | 100cm (945 mJ/em2) | 80cm (1155 mJ/icm2 | | 22 | 310cm (55 mJ/cm2) | 100cm (990 mJ/em2) | 80cm (1210 mJ/cm2) | | 24 [320cm (48 mJ/cm2) | 110cm (960 mJ/em2) | 90cm (1200 mJ/cm2) | | 25 |320cm (50 mJ/em2) [| 110cm (1000 mJ/em2) | 100cm (1125 mJ/cm2) | 26 | 320cm (52 mJ/cm2) | 110cm (1040 mJ/em2) | 100cm (1170 mJ/em2) | | 28 |320cm (56 mJ/em2) | 120cm (980 mJ/em2) | 110cm (1120 mJ/em2) | 29 [320cm (58 mJ/cm2) | 120cm (1015 mJ/em2) | 110cm (1160 mJ/cm2) | 5

Claims (1)

  1. CONCLUSIES
    1. Werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, bijvoorbeeld een stengel of een tak, door het gedoseerd gebruiken van ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm, waarbij de ultraviolette straling wordt afgegeven middels een lichtbron naar de ten minste ene sierplant, waarbij de lichtbron aan die zijde van de sierplant wordt opgesteld daar waar de gewenste groeirichting van het deel van de ten minste ene sierplant zich uitstrekt.
    2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de ultraviolette straling wordt afgegeven middels de lichtbron naar de ten minste ene sierplant in een vooraf bepaalde richting, waarbij de vooraf bepaalde richting een hoek tussen 0-45 graden met een gewenste groeirichting van het deel van de ten minste ene sierplant insluit, waarbij bij een hoek van 0 graden de gewenste groeirichting en de tegengestelde richting waarin ultraviolette straling wordt afgegeven op een virtuele rechte lijn zijn gelegen.
    3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm tijdens een belichtingsperiode van de ten minste ene sierplant continu of gepulseerd wordt uitgezonden.
    4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ultraviolette straling UV-C straling is met een golflengte tussen 100-280 nm, bij voorkeur tussen 230-280 nm.
    5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de op ten minste een deel van de ten minste ene sierplant vallende dosis ultraviolette straling is gelegen tussen 45-1100 mJ/cm?, bij voorkeur tussen 45-920 mJ/cm2.
    6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de sierplanten ten minste gedeeltelijk worden gekweekt met behulp van assimilatiebelichting.
    7. Systeem voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het systeem is voorzien van ten minste een sierplant alsmede van ten minste een lichtbron voor het gedoseerd afgeven aan de sierplant van ultraviolette straling met een golflengte gelijk of lager dan 300 nm, waarbij voor het activeren van de lichtbron, de lichtbron aan die zijde van de sierplant is opgesteld waar de gewenste groeirichting van het deel van de ten minste ene sierplant zich uitstrekt.
    8. Systeem volgens conclusie 7, waarbij de ten minste ene lichtbron een laser is waarmee gericht op een sierplant een dosis ultraviolette straling af te geven is.
    9. Systeem volgens conclusie 7, waarbij de ten minste ene lichtbron een UV-C lichtgevende buis is, bijvoorbeeld een UV-C TL lamp of een UV-C ledbuis.
    10. Systeem volgens een der conclusies 7-9, waarbij het systeem een verplaatsingsmechanisme omvat voor het ten opzichte van elkaar verplaatsen van de ten minste ene sierplant en de ten minste ene lichtbron.
    11. Systeem volgens conclusie 10, waarbij het verplaatsingsmechanisme een verplaatsingseenheid omvat met behulp waarvan sierplanten batchgewijs in een verplaatsingsrichting te verplaatsen zijn, waarbij door het verplaatsen van de sierplanten de sierplanten batchgewijs middels de ten minste ene lichtbron gedoseerd te belichten zijn met de ultraviolette straling.
    12. Systeem volgens conclusie 10 of 11, waarbij het verplaatsingsmechanisme een lichtbron-verplaatsingseenheid omvat met behulp waarvan de ten minste ene lichtbron op een gewenste positie ten opzichte van de ten minste ene sierplant op te stellen is.
    14, Systeem volgens conclusie 11 en 12, waarbij met behulp van de lichtbron-verplaatsingseenheid de ten minste ene lichtbron rondom de verplaatsingsrichting van de batchgewijs verplaatste sierplanten op de gewenste positie is opgesteld of op te stellen is.
    15. Kas voor het kweken van sierplanten in een beschermde en controleerbare omgeving omvattende een systeem volgens ten minste een der conclusies 7-14.
    16. Kas volgens conclusie 15, waarbij de kas is voorzien van assimilatieverlichtingsarmaturen, bijvoorbeeld led-assimilatieverlichtingsarmaturen.
NL2024590A 2019-12-30 2019-12-30 Werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, systeem voor het uitvoeren van de werkwijze, alsmede kas voorzien van een dergelijk systeem NL2024590B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024590A NL2024590B1 (nl) 2019-12-30 2019-12-30 Werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, systeem voor het uitvoeren van de werkwijze, alsmede kas voorzien van een dergelijk systeem
EP20217852.1A EP3845055A1 (en) 2019-12-30 2020-12-30 Method for artificially influencing the direction of growth of a part of at least one ornamental plant, during the cultivation of ornamental plants, for example orchids, system for implementing the method, as well as greenhouse provided with said system.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024590A NL2024590B1 (nl) 2019-12-30 2019-12-30 Werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, systeem voor het uitvoeren van de werkwijze, alsmede kas voorzien van een dergelijk systeem

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2024590B1 true NL2024590B1 (nl) 2021-09-06

Family

ID=69375976

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2024590A NL2024590B1 (nl) 2019-12-30 2019-12-30 Werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, systeem voor het uitvoeren van de werkwijze, alsmede kas voorzien van een dergelijk systeem

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3845055A1 (nl)
NL (1) NL2024590B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2009017827A (ja) * 2007-07-12 2009-01-29 Panasonic Electric Works Co Ltd 植物照明装置
EP2272324A1 (en) * 2008-04-24 2011-01-12 Panasonic Electric Works Co., Ltd Illuminating device for control of plant diseases
WO2013131024A1 (en) * 2012-03-01 2013-09-06 Jenner Thomas Method and apparatus for selective photomorphogenesis in plants
US20170311553A1 (en) * 2016-05-02 2017-11-02 Sensor Electronic Technology, Inc. Ultraviolet Plant Illumination System
WO2019183718A1 (en) * 2018-03-24 2019-10-03 Suntracker Technologies Ltd. Diffused fiber-optic horticultural lighting

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2009017827A (ja) * 2007-07-12 2009-01-29 Panasonic Electric Works Co Ltd 植物照明装置
EP2272324A1 (en) * 2008-04-24 2011-01-12 Panasonic Electric Works Co., Ltd Illuminating device for control of plant diseases
WO2013131024A1 (en) * 2012-03-01 2013-09-06 Jenner Thomas Method and apparatus for selective photomorphogenesis in plants
US20170311553A1 (en) * 2016-05-02 2017-11-02 Sensor Electronic Technology, Inc. Ultraviolet Plant Illumination System
WO2019183718A1 (en) * 2018-03-24 2019-10-03 Suntracker Technologies Ltd. Diffused fiber-optic horticultural lighting

Also Published As

Publication number Publication date
EP3845055A1 (en) 2021-07-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20220061228A1 (en) Radiation-Based Mildew Control
US10433493B2 (en) Controlling ultraviolet intensity over a surface of a light sensitive object
US8579465B2 (en) Plant growing system
JP6268516B2 (ja) 作物育成システム
CN111615947B (zh) 提高作物产量和/或质量的方法
JP5874060B2 (ja) 植物育成照明装置
Marx et al. Design and application of a weed damage model for laser-based weed control
CN112304865A (zh) 在控制光合生物的特征方面及与之相关的改进
JP6444611B2 (ja) 植物栽培方法
Vu et al. Influence of short-term irradiation during pre-and post-grafting period on the graft-take ratio and quality of tomato seedlings
JP5830661B2 (ja) 作物育成システム
JP2013123417A (ja) 植物育成病害防除照明装置
Kondrateva et al. Effect of irradiation on the growth and rooting of a climbing rose in vitro
NL2024590B1 (nl) Werkwijze voor het tijdens het kweken van sierplanten, bijvoorbeeld orchideeën, kunstmatig beïnvloeden van de groeirichting van een deel van ten minste een sierplant, systeem voor het uitvoeren van de werkwijze, alsmede kas voorzien van een dergelijk systeem
DĂNĂILĂ-GUIDEA et al. The influence of modulated red laser light on seedlings of some annual ornamental species (Dianthus caryophyllus and Petunia hybrida)
CA3051838C (en) Method and device for cultivating a crop
KR102282854B1 (ko) Led 조명을 이용한 식물 공장 및 그 재배 방법
Heo et al. Supplementary blue and red radiation at sunrise and sunset influences growth of Ageratum, African Marigold, and Salvia plants
JP3858104B2 (ja) 植物の育成装置
Shafie et al. Effect of various photoperiods towards lollo bionda growth using IoT based lighting control for indoor hydroponic farming system
RU2764546C1 (ru) Способ освещения растений сверху при их выращивании в условиях закрытого грунта, обеспечивающий поддержание в процессе роста постоянного значения поверхностной плотности фотосинтетического потока на уровне листа, и реализующая данный способ система
EP4268577A1 (en) A system and method for providing light to plants
WO2023248792A1 (ja) 植物育成装置および植物育成方法
Konstantinova et al. An improved tolerance of PHYB-transgenic potato plants to the middle-wave ultraviolet irradiation
JPH08275681A (ja) 植物の可食部増量法