NL2024186A - Rijwielstuur - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een rijwielstuur, voor een rijwiel, aangepast voor tenminste een functie ten behoeve van tenminste een deelsysteem van het rijwiel, het rijwielstuur omvattende: — een balhoofdbuisdeel dat zich tijdens gebruik, ten— minste ten dele, in hoofdzaak uitstrekt in het verlengde van de balhoofdbuis, — een linkerstuurbocht met een handgreepeinde die zich aan de linkerzijde vanaf het balhoofdbuisdeel uit— strekt, — een rechterstuurbocht met een handgreepeinde die zich aan de rechterzijde vanaf het balhoofdbuisdeel uit— strekt, — waarbij het rijwielstuur tenminste een inwendig doorvoerkanaal omvat vanaf tenminste een van de linker— stuurbocht en rechterstuurbocht en waarbij het tenminste ene inwendig doorvoerkanaal zich uitstrekt tot in het bal— hoofdbuisdeel.

Description

RIJWIELSTUUR De onderhavige uitvinding betreft een rijwielstuur, voor een rijwiel, aangepast voor tenminste een functie ten behoeve van tenminste een deelsysteem van het rijwiel.

Het gebruik van een rijwielstuur is, vanzelfsprekend, bekend sinds het ontstaan van het rijwiel. Het is daarbij tevens bekend dat het rijwielstuur veelal wordt voorzien van bedienaccessoires die kabels benodigen naar het frame.

Deze kabels zijn kwetsbaar en worden veelal beschouwd als doende afbreuk aan het uiterlijk van het rijwiel.

Teneinde in dit licht de stand van de techniek te verbeteren verschaft de onderhavige uitvinding een rijwiel- stuur, voor een rijwiel, aangepast voor tenminste een func- tie ten behoeve van tenminste een deelsysteem van het rij- wiel, het rijwielstuur omvattende: — een balhoofdbuisdeel dat zich tijdens gebruik, ten- minste ten dele, in hoofdzaak uitstrekt in het verlengde van de balhoofdbuis, - een linkerstuurbocht met een handgreepeinde die zich aan de linkerzijde vanaf het balhoofdbuisdeel uit- strekt, — een rechterstuurbocht met een handgreepeinde die zich aan de rechterzijde vanaf het balhoofdbuisdeel uit- strekt, — waarbij het rijwielstuur tenminste een inwendig doorvoerkanaal omvat vanaf tenminste een van de linker- stuurbocht en rechterstuurbocht en waarbij het tenminste ene inwendig doorvoerkanaal zich uitstrekt tot in het bal- hoofdbuisdeel.

Middels een dergelijk rijwielstuur volgens de onder- havige uitvinding wordt op voordelige wijze het inwendige doorvoerkanaal door de respectieve stuurbocht en het bal-

hoofdbuisdeel richting de balhoofdbuis verschaft.

Volgens een eerste voorkeuruitvoeringvorm strekt zich het inwendige doorvoerkanaal uit vanaf het balhoofdbuisdeel tot een bedienelement, zoals een bedieningelement, voor het tenminste ene deelsysteem. Middels een dergelijk bedien- element, zoals een knop, toetsenbord of aanraakscherm dat beschikbaar is in, aan of op het stuur is op voordelige wijze een functie van het rijwiel of een functie van een deelsysteem van het rijwiel bedienbaar. Hierbij is op ver- dere voordelige wijze een signaal of een aanstuursignaal vanaf het bedienelement overbrengbaar door het rijwiel- stuur, het balhoofdbuisdeel en de linker stuurbocht of rechter stuurbocht daarvan.

Bij verdere voorkeur strekt het inwendige doorvoerka- naal zich uit vanaf het balhoofdbuisdeel tot een doorvoer- opening in een respectieve stuurbocht, in hoofdzaak gerang- schikt nabij of aanliggend aan het begin van een handgreep. Met deze varianten is op voordelige wijze gerealiseerd dat het doorvoerkanaal zich uitstrekt tot een locatie voor be- diening die geschikt is gerangschikt ten opzichte van een hand van een berijder tijdens bereiden van het rijwiel.

Bij verdere voorkeur strekt het inwendige doorvoerka- naal zich uit vanaf het balhoofdbuisdeel tot het einde van een respectieve stuurbocht, waarbij bij voorkeur een door een handgreep afgedekt deel van de stuurbocht is voorzien van tenminste een uitwendige sleuf voor een slang of kabel. Met behulp van een dergelijke variant wordt op voordelige wijze gerealiseerd dat het doorvoerkanaal zich uitstrekt vanaf de binnenzijde van de stuurbocht, tot voorbij het einde van de stuurbocht en vanaf daar terug richting een positie langs de stuurbocht, bij voorkeur ter plaatse van het begin van een aan de stuurbocht te rangschikken hand- vat. Hiermee is een toegang tot de binnenzijde van de stuurbocht op voordelige wijze gerealiseerd op een wijze dat een draad of kabel of dergelijke die door het stuur wordt geleid volledig is beschermd. Voorts draagt deze voorkeuruitvoeringvorm bij aan een waterwerend uit van de toegang tot het inwendige van de stuurbocht.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat het rijwielstuur een inzinking in de linkerstuurbocht en/of de rechterstuurbocht voor daarin rangschikken van een rem- vloeistofreservoir van een respectieve bedienhandle van een rem, bij voorkeur een schijfrem. Hierdoor wordt middels een dergelijke voorkeuruitvoeringvorm een rijwielstuur met rem- vloeistofreservoir verschaft met een zeer slanke aanblik vanaf het gezichtspunt van de berijder. Een deel van het vanuit het standpunt zichtbare deel van het remvloeistofre- sSservoir lijkt deel uitmaken van het vanuit dit gezichtspunt zichtbare deel van de stuurbocht, of heeft hier tenminste de grote overlap mee waardoor het remvloeistofreservoir in relatief geringe mate uitsteekt uit de stuurbocht. Bij voorkeur is hiertoe het remvloeistofreservoir vanuit dit gezichtspunt langgerekt, langgerekt met afgeronde hoeken en/of ovaal.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat een handgreepeinde een vormelement voor samenwerking met een vormelement van de handgreep toelatende plaatsing van de respectieve handgreep om het handgreepeinde en belemmerende rotatie van de handgreep om het handgreepeinde. Hierdoor is op voordelige wijze een stabiele plaatsing, rangschikking of 'zit' van de handgreep ten opzichte van het handgreep- einde van het rijwiel en/of de respectieve stuurbocht. Het voorkomen van rotatie van de handgreep beperkt in belang- rijke mate een risico van beschadigen van een draad, kabel of dergelijke ter plaatse van de invoer daarvan naar de binnenzijde van de respectieve stuurbocht.

Bij verdere voorkeur omvat hierbij het vormelement tenminste een vlakke zijde voor samenwerking met een daar- aan aanliggend rangschikbare vlakke zijde van de handgreep. Een vlakke zijde verschaft aldus een geschikte beperking van de rotatie en stabiele rangschikking van het handvat ten opzichte van de respectieve linker of rechter stuur- bocht.

Bij verdere voorkeur omvat daarbij de handgreep ten- minste een inwendige sleuf voor daarin opnemen van een res- pectieve slang of kabel. Hierdoor is de respectieve slang of kabel langs de buitenzijde van de respectieve stuurbocht en langs de binnenzijde van de respectieve handgreep leid- baar. Daarbij verschaft de rangschikking van de sleuf een dergelijke bescherming, alsmede bescherming tegen toegang van vuil en/of vocht in de respectieve stuurbocht.

Bij verdere voorkeur zijn de uitwendige doorvoersleuf van de respectieve stuurbocht en de inwendige sleuf aanlig- gend aan elkaar gerangschikt voor daarin rangschikken van een respectieve slang of kabel. Hierdoor verschaft een nut- tig oppervlak van beide sleuven tezamen de mogelijkheid van ofwel relatief makkelijk vervaardigbare relatief kleine sleuven, ofwel een relatief grote doorvoer.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat het rijwielstuur een remhendelsamenstel met een remoliereser- voir, bij voorkeur vlak gerangschikt aanliggend aan de res- pectieve linker- of rechterstuurbocht, bij verdere voorkeur nabij de respectieve daartoe gerangschikte inzinking.

Bij verdere voorkeur omvat het rijwielstuur tenminste een bedienknop voor bedienen van een functie van een sub- systemen van het rijwiel, welke in hoofdzaak is gerang- schikt bij of naast een respectieve handgreep. Hierbij is bij verdere voorkeur de bedienknop geïntegreerd in het rem- hendelsamenstel, bij voorkeur gerangschikt aan de zijde van de respectieve stuurbocht gericht naar de achterzijde van het rijwiel.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm zijn het balhoofdbuisdeel, de linkerstuurbocht en de rechterstuur- 5 bocht uit een geheel zijn gevormd. Hierdoor is op voordeli- ge wijze het gehele rijwielstuur inclusief balhoofdbuisdeel als een geheel te verwijderen van het rijwiel.

Ten behoeve van een verder bevoorkeurd aanzicht kent de stuurbocht een in hoofdzaak afgevlakte buisstructuur.

Bij verdere voorkeur kent de bovenzijde van het balhoofd- buisdeel een gesloten doorlopend oppervlak.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm heeft de handgreep een steun verschaffende vorm heeft voor onder- steunen van de hand. In samenwerking met een bijvoorbeeld afgevlakte binnenzijde ter voorkoming van rotatie verschaft dit een hoge mate van comfort aan de berijder of de hand van de berijder. Deze kan steunen op de steun verschaffende vorm terwijl de handgreep solide gefixeerd blijft.

Bij verdere voorkeur omvat het rijwielstuur een toe- gangopening voor manipuleren van een kabel, bij voorkeur gerangschikt in het balhoofdbuisdeel of een verbindingdeel daarvan verbindende met de respectieve linkerstuurbocht of rechterstuurbocht. Een dergelijke opening is bijvoorbeeld functioneel bij het verbinden van twee kabeldelen tijdens assemblage van het rijwiel of het rijwielstuur aan het rij- wiel. De kabeldelen omvat een hiertoe bij voorkeur een con- nector, waarvan bij verdere voorkeur is voorzien dat een van beide connectoren bevestigd is aan de binnenzijde van het rijwielstuur ter plaatse van of aanliggend aan de toe- gangopening.

Bij verdere voorkeur is de onderlinge oriëntatie tus- sen de inzinking en het oliereservoir zodanig dat een olie- leiding ten opzichte van het gezichtspunt van een berijder van het rijwiel achter de respectieve stuurbocht is gerang- schikt. Het rijwielstuur omvat volgens een verdere voorkeur- uitvoeringvorm klemmiddelen voor klemmen van het balhoofd- buisdeel om een balhoofdbuissamenstel, bij voorkeur uitge- voerd middels een longitudinale sleuf in een wand van het balhoofdbuisdeel, bij voorkeur vanaf de onderzijde gerang- schikt en/of daarin aangebracht, tezamen met dwars daarop gerangschikte klemniddelen, zoals bouten. Hiermee is het rijwielstuur op voordelige wijze bevestigbaar aan een bal- hoofdsamenstel waarvan een met het rijwielstuur samenwer- kendeel uitsteekt uit de balhoofdbuis.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat het rijwielstuur, of is het daarmee in een kit samengebracht in een kit daarmee samengebracht, tenminste een afstandhouder, in hoofdzaak ringvormig uitgevoerd, voor rangschikken daar- van tussen een balhoofdbuis van het rijwiel en het bal- hoofdbuisdeel van het rijwielstuur. Hiermee is op voordeli- ge wijze de hoogte van het stuur instelbaar terwijl de ruimte tussen de balhoofdbuis en de onderzijde van het stuur gevuld is. Bij voorkeur verlopen de overgangen tussen de balhoofdbuis, de tenminste ene afstandhouder en het rij- wielstuur vloeiend zodat een aanzicht van eenheid van ont- werp ontstaat.

Bij verdere voorkeur is de tenminste ene afstandhou- der aanbrengbaar wanneer het rijwielstuur opwaarts is ver- schoven, bij voorkeur zonder verwijdering daarvan van een balhoofdsamenstel van het rijwiel, zoals door open schar- nierbaarheid of samenstelbaarheid van de in hoofdzaak ring- vorm van de afstandhouder. Hierdoor is de hoogte van het stuur middels een dergelijke tenminste ene afstandhouder instelbaar op een voor de berijder van het rijwiel geschik- te hoogte.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onder- havige uitvinding zullen in het navolgende in groter detail worden beschreven aan de hand van een of meerdere voor- keursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aangehechte figuren.

Soortgelijke doch niet noodzakelijkerwijs identie- ke onderdelen van verschillende voorkeursuitvoeringsvormen zijn aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers.

Fig. 1 betreft een deels opengewerkt aanzicht in per- spectief van een eerste voorkeuruitvoeringvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 betreft een verder opengewerkt aanzicht in perspectief van de voorkeuruitvoeringvorm volgens Fig. 1. Fig. 3 betreft een verder opengewerkt aanzicht in perspectief van de voorkeuruitvoeringvorm volgens Fig. 1. Fig. 4 betreft een verder opengewerkt aanzicht in perspectief van de voorkeuruitvoeringvorm volgens Fig. 1. Fig. 5 betreft een verder opengewerkt aanzicht in perspectief van de voorkeuruitvoeringvorm volgens Fig. 1. Fig. 6 Fig. 6 betreft een verder aanzicht in perspec- tief van een detail van de voorkeuruitvoeringvorm volgens Fig. 1. Fig. 7 betreft een verder aanzicht in perspectief van een detail van de voorkeuruitvoeringvorm volgens Fig. 1. Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm (Fig. 1) volgens de onderhavige uitvinding betreft een rijwielstuur 1. Deze omvat in het algemeen een balhoofdbuisdeel 2, een linker stuurbocht 3 en een rechter stuurbocht 6. Aan de linker stuurbocht 3 is een bedieningeenheid 4 gerangschikt.

Aan de rechter stuurbocht 6 is een bedieneenheid zevende gerang- schikt.

Voorts kent de linker stuurbocht een handvateenheid 5 en de rechter stuurbocht 6 een handvateenheid 8. Het rijwielstuur wordt bevestigd op een balhoofdsa- menstel 9 dat zich uitstrekt vanuit de balhoofdbuis 11 die deel uitmaakt van een frame 10 van het rijwiel omvattende voorts een bovenbuis 12 en een onderbuis 127", Het balhoofdsamenstel 9 is op zichzelf functioneel monteerbaar zonder het rijwielstuur 1. Dit is zichtbaar in de figuren 1-3, waarbij in Fig. 1,3 het stuur opengewerkt is getoond en in Fig. 2 het balhoofdbuis aan het gemonteerd zichtbaar is zich uitstrekkend uit de balhoofdbuis 11. Het balhoofdsamenstel 9 wordt beschreven vervolgend op de hier- navolgende beschrijving van het rijwielstuur 1.

Een doel van de uitvinding wordt gerealiseerd door het rijwielstuur volgens deze voorkeuruitvoeringvorm. Vanaf de bedieneenheden 4, 7 zijn signaalkabels of stroomkabels 41, 42 (deels getoond, Fig. 4, 5} doorvoerbaar vanaf een respectieve bedienknop 41' van bedieneenheid 7 en de res- pectieve bedienknop 42' van bedieneenheid 4.

De stroomkabel is gerangschikt vanaf de bedieneenheid door de handvateenheid 8 (zie ook Fig. 7) langs de buiten- zijde van de rechter stuurbocht 6 tot aan het einde van de rechter stuurbocht 6, nog steeds binnen de handvateenheid

8. De handvateenheid 8 kent hiertoe een sleuf 39 die is ge- rangschikt in een oppervlak 38 aan de binnenzijde van de handgreep 8. Binnen de handvateenheid 8 en aan de buiten- zijde van de rechter stuurbocht 6 bevindt zich de kabel 41 ook deels binnen een sleuf 33 die is gevormd in een vlak oppervlakdeel 32 van het einde van de stuurbocht 6.

Het kanaal dat wordt gevormd door de aanliggend aan elkaar gerangschikte sleuf 39 van de handvateenheid 8 en de sleuf 33 van de rechter stuurbocht € vormt een in hoofdzaak rond kanaal voor het opnemen van deze kabel 41. Een derge- lijk kanaal tussen de binnenzijde van de handgreep en de buitenzijde van de stuurbocht is gerangschikt in de lengte- richting van de stuurbocht ter plaatse en de handgreep. Hier is een resulterend, in hoofdzaak rond kanaal beschre-

ven, maar het is evenzeer voorzien dat elke kanaal voor een die binnen het begrip van de uitvinding aanbrengbaar is op een dergelijke locatie voor een of meer kabels, draden, buizen of slangen geschikt is binnen het begrip van de on- derhavige uitvinding.

Een alternatief voor de kabelvoering is een kabelvoe- ring via een opening in de respectieve stuurbocht direct ter plaatse van de respectieve bedieneenheid.

Aan het einde van de rechter stuurbocht 6 maakt de kabel 41 een bocht tot in de rechter stuurbocht 6. Hiertoe is ofwel een ruimte verschaft aan de binnenzijde van de respectieve handvateenheid, ofwel er is een uitneming 33 ter plaatse van het einde van het kanaal waardoor de bocht realiseerbaar is binnen de lengte van het respectieve uit- einde van de stuurbocht.

Binnen de stuurbocht bevindt zich een hol doorvoerka- naal 16 dat zich uitstrekt vanaf tenminste de intredeloca- tie van de kabel 41, of andere signaalgeleider als genoemd, tot aan het balhoofdbuisdeel 2 van het rijwielstuur 1.

Hiertoe heeft het balhoofdbuisdeel 2 van het rijwiel- stuur zowel een verticaal deel als een zich onder een hoek vanaf het verticale deel uitstrekkend, in hoofdzaak hori- zontaal, deel. Het verticale deel dient voor rangschikking over het balhoofdsamenstel 9, terwijl het in hoofdzaak ho- rizontale deel een verbinding vormt tussen het verticale deel in een de linker stuurbocht en de rechter stuurbocht. Zowel het in hoofdzaak horizontale deel als het verticale deel zijn hol, een kanaaldeel 17 vormend en vormen daarmee een geheel met de kanaaldelen 16, 16' van de respectieve stuurbocht. Hiermee is de kabel 41 vanaf de rechter stuur- bocht brengbaar in de binnenzijde van het balhoofdbuisdeel van het rijwielstuur en is de kabel 42 vanaf de linker stuurbocht brengbaar in de binnenzijde van het balhoofd-

buisdeel van het rijwielstuur (Figs. 4, 5). De verdere ge- leiding van deze kabels door het balhoofdbuisdeel is in het navolgende in groter detail beschreven. De bedieneenheden 4, 7 van het rijwielstuur omvatten voorts een handremhendel 52 voor een respectieve schijfrem. Hiertoe omvattende bedieneenheden elk een remvloeistofre- servoir 51. Een remvloeistofreservoir aan een rijwielstuur is een relatief lijvige, grote eenheid die afbreuk doet aan het ontwerp van een rijwiel. Hiertoe is een combinatihet beloofteoplossing verschaft ten behoeve van een meer be- voorkeurde uitstraling. De respectieve stuurbocht is voor- zien van een indeuking voor het deels opnemen in de indeu- king van het remvloeistofreservoir voorts is het remvloei- stofreservoir langgerekt dan wel relatief plat ten opzichte van de stuurbocht gevormd. De hieruit voortkomende rem- vloeistof slang is zodanig gerangschikt aan de bedieneen- heid dat de uitloop 53 daarvan voor de berijder tijdens het rijden achter het stuur is gerangschikt en daardoor vanuit dit gezichtspunt vrijwel onzichtbaar is.

Het resultaat van de wijze van rangschikken van on- derdelen van de bedieneenheid en de kabels en slangen leidt tot een vanaf de berijder minimaal invasieve aanblik, dege- lijke wegwerking van de bedienkabels waardoor tevens de ro- buustheid is verhoogd en een schaderisico is verlaagd.

De vlakke binnenoppervlakken 38 van de handvateenhe- den 8 en de in de gemonteerde toestand daarvan daarmee sa- menwerkende vlakke buitenoppervlakken 32 van de respectieve einddelen van de respectieve stuurbochten definiëren een degelijke oriëntatie daartussen en voorkomende rotatie daartussen. Hierdoor wordt op voordelige wijze gerealiseerd dat een steunoppervlak van de respectieve handvatten veel steunkrachten kan absorberen van de respectieve handen van de berijder. Hierdoor is op voordelige wijze gerealiseerd dat een vooraf bepaalde optimale oriëntatie van een derge- lijk steunvlak, tezamen met een relatief groot formaat van een dergelijk steunvlak op betrouwbare wijze verschafbaar zijn middels dergelijke maatregelen van respectieve voor- keuruitvoeringvormen volgens de onderhavige uitvinding. Hierdoor wordt een hiermee bereikt rijcomfort gedurende de levensduur van de respectieve onderdelen aanhoudend op be- trouwbare wijze ter beschikking gesteld aan de berijder, daar waar roteerbare handvaten volgens de stand van de techniek ofwel losraken ofwel foutief werden ingesteld.

Het balhoofdsamenstel 9 als getoond in de figuren verschaft op zichzelf inventieve voordelen en is toepasbaar in combinatie met voorkeuruitvoeringvormen als beschreven in het bovenstaande. Het balhoofdsamenstel functioneert in hoofdzaak met een voorvorklagering volgens de stand van de techniek waarbij de inventieve maatregelen volgens de on- derhavige uitvinding zich uitstrekken boven het bovenlager van de balhoofdbuis.

Het balhoofdsamenstel kent een stuurpen 51 die zich uitstrekt vanuit de balhoofdbuis 11 van het frame. De stuurpen 51 verloopt in in hoofdzaak verticale richting. Boven de stuurpen 51 bevindt zich een spandop 55, voor het verschaffen van een trekspanning aan de stuurpen 51 waarmee het onderste stuurpen lager onder voorspanning wordt gehou- den ten opzichte van de balhoofdbuis.

De trekspanning aan de stuurpen 51 door de spandop 55 wordt gerealiseerd door een spanbout 56, ofwel het fixatie- orgaan, die met een kop daarvan aangrijpt op de bovenzijde van een bodem 61 van de spandop 55. De spandop 55 kent een bodem, en zich daar vanaf opwaarts uitstrekkende in hoofd- zaak cilindervormige wand 62 die aan de bovenzijde overgaat in een in hoofdzaak ringvormige flens 64. Wanneer de span-

dop is gerangschikt in het balhoofdsamenstel rust de flens 64 op de bovenrand 27 van spanmof 21 die op zijn beurt af steunt ten opzichte van een bovenzijde van een bovenste balhoofdbuislager of zitting daarvan. Hierdoor is de wer- king van de spandop als volgt.

In de stuurpen 51 bevindt zich een gefixeerd of fixeerbaar schroefdraadelement 52, het spanorgaan, met schroefdraad 53 dat bijvoorbeeld is uitgevoerd als een in hoofdzaak maanvormig blok met een inwendige schroefdraad, of een brug of een ster. De spanbout 56, ofwel het fixatie- orgaan, is met de kop daarvan gerangschikt aan de bovenzij- de van de bodem 61 van de spandop en trekt middels de schroefdraad 53 de stuurpen opwaarts ten opzichte van de spandop. Daarmee duwt de flens van de spandop de spanmof 21 neerwaartse waarmee de balhoofdbuislagers onder de correcte gebruikspanning worden ingesteld en gehouden. Bij voorkeur is de schroefdraad hiertoe voorzien van frictiemiddelen ter voorkoming van losser geraken van deze instelling.

Hiermee is op voordelige wijze een balhoofdsamenstel verschaft dat zonder stuur instelbaar is en dat functio- neert zonder stuur.

Daarnaast verschaft het balhoofdsamenstel volgens de onderhavige voorkeuruitvoeringvorm een kabeldoorvoer van buiten het balhoofdsamenstel naar binnen het balhoofdsamen- stel door een opening 63 in de spandop. In de onderhavige spandop is de opening 63 in hoofdzaak gerangschikt in de cilindervormige wand 62 van de spandop. Door een dergelijke rangschikking is het mogelijk de kabels 41, 42 te geleiden door de wand langs de kop van de bout (welke is verscholen achter de kabels 41, 42 in de weergave volgens Fig. 5). Tussen de spandop 55 en schroefdraadelement 52 bevindt zich een wikkelingruimte ten behoeve van een wikkelen van de ka- bels 41, 42 daarin. Een dergelijke wikkeling verschaft speelruimte ter voorkoming van schade aan de kabels bij draaien van het rijwielstuur, en daarmee de spanmof en de stuurpen.

Langs het schroefdraadelement 52 bevindt zich een doorvoerruimte voor het daardoor geleiden van de kabels 41, 42, neerwaarts in de stuurpen 51. Zoals is te zien in Fig. 2 omvat de stuurpen 51 een richting de bovenbuis gerichte opening 57 voor het daardoor een voeren van de kabels 41, 42 richting de bovenbuis.

Met het geheel zijn de kabels van de bedienknoppen van het stuur verbindbaar met een centrale aanstuureenheid van het rijwiel die is gerangschikt in de bovenbuis, zoals in een cassette daarin.

Ten behoeve van het monteren van het stuur is de spanmof voorzien van een viertal spanboutsleuven 22 waarmee het rijwielstuur op drie verschillende hoogten rangschik- baar is aan het balhoofdsamenstel.

De eerste hoogte betreft de onderste waarbij de beide spanbouten in de beide onder- ste spanboutsleuven worden gerangschikt.

De tweede hoogte betreft de middelste waarbij de beide spanbouten in de bei- de middelste spanboutsleuven worden gerangschikt.

De derde hoogte betreft de bovenste waarbij de beide spanbouten in de beide bovenste spanboutsleuven worden gerangschikt.

Ten behoeve van het opvullen van de ruimte tussen de bovenzijde van de balhoofdbuis en de onderzijde van het rijwielstuur is voorzien in tenminste een, deze ruimte vul- lende, in hoofdzaak ringvormige, afstandhouder 71 (Fig. ©). Deze afstandhouder, of een stapeling daarvan vult de ruimte tussen de bovenzijde van de balhoofdbuis en de onderzijde van het rijwielstuur op.

Hiertoe heeft een individuele af- standhouder bij voorkeur een zelfde hoogte als een steek tussen twee opvolgende spanboutsleuven in de spanmof.

De afstandhouder is bij voorkeur deelbaar gevormd.

Hierbij is bij voorkeur een doorsnijding gevormd waardoor de segmenten van de afstandhouder middels een klikverbin- ding met elkaar te verbinden. Daarnaast wordende afstand- houders ter plaatse gehouden door het buitenoppervlak van de spanmof en het binnenoppervlak van elkaar.

Bij voorkeur omvat het balhoofdbuisdeel volgens de onderhavige uitvinding een deel dat zich in hoofdzaak uit- strekt in het verlengde van de balhoofdbuis alsmede een zich onder een hoek daarvan uitstrekkend deel dat bij voor- keur dient voor verbinden met een linker stuurbocht en/of een rechter stuurbocht.

In dit document wordt de aanduiding 'verticaal' ten behoeve van beschrijfgemak gebruikt voor onder meer de het balhoofdbuisdeel van het rijwiel, de zadelpen en de bal- hoofdbuis. Hierbij is de bewoording ‘verticaal’ volgens dit document ten behoeve van beschrijfgemak equivalent aan de hoek waaronder een balhoofdbuis en stuurpen zich uitstrekt, teneinde een ingewikkelde bewoording met betrekking tot de hoek waaronder de balhoofdbuis een stuurpen zich uitstrekt op praktische wijze te kunnen vermijden.

Een verdere voorkeuruitvoeringvorm betreft een bal- hoofdsamenstel voor een rijwiel omvattende: — een voorvorkbuis ingericht voor het zich uitstrek- ken door een balhoofdbuis van een frame van het rijwiel, — een spansamenstel voor aanspannen van het balhoofd- samenstel ten opzichte van de voorvorkbuis, zoals voor ro- tatie ten opzichte van de voorvorkbuis middels een geschik- te lagering, het spansamenstel omvattende — een in de voorvorkbuis gerangschikt spanorgaan, zoals een brug of ster, bij voorkeur met een inwendige schroefdraad, geschikt voor opnemen van een fixatiespanner, zoals een spanbout met bij voorkeur een uitwendige schroef- draad, en voor opnemen van een spankracht van het balhoofd-

samenstel, — een spanmof voor rangschikking om een lengte van een einde van de voorvorkbuis en voor zich uitstrekken enigszins voorbij het einde van de voorvorkbuis, - een spandop voor middels de fixatiespanner aan- leggen van het spanning tussen de voorvorkbuis en de span- mof, waarbij het balhoofdsamenstel geschikt is voor functi- onele montage en aanspanning middels de fixatiespanner voorafgaande aan montage van een rijwielstuur of stuurbocht aan het balhoofdsamenstel.

Het is een voordeel van een balhoofdsamenstel volgens de onderhavige uitvinding dat deze monteerbaar en daarbij functioneel is zonder dat hierop een stuur met een stuur- penkap volgens de stand van de techniek behoeft te zijn be- vestigd. Voorts laat een dergelijk balhoofdsamenstel op voordelige wijze eenvoudige montage van een stuur over een deel van het balhoofdsamenstel dat zich uitstrekt voorbij de bovenzijde van de balhoofdbuis van het frame toe. Hier- bij is voorts op voordelige wijze realiseerbaar dat een buitenoppervlak van een dergelijk stuur een vloeiend ver- loop kan hebben met een buitenoppervlak van de balhoofd- buis.

Het balhoofdsamenstel volgens de onderhavige uitvin- ding is op alternatieve wijze voorzien in combinatie met stuurpen-zijdige lagerzittingen ten behoeve van het bal- hoofd en/of ten behoeve van een volledig stel balhoofdla- gers. In het licht van een belangrijk doel van de onderha- vige uitvinding zijn dergelijke lagers uit de beschrijving en de figuren weggelaten.

Volgens een eerste voorkeuruitvoeringvorm is de span- mof een in hoofdzaak cilindervormig element. Hiermee is op voordelige wijze een hoogte te verschaffen aan het bal- hoofdsamenstel voor daarop monteren van een dergelijk ge-

noemd stuur.

Bij verdere voorkeur is de spanmof vervormbaar is ten opzichte van een longitudinale sleuf daarvan, zoals een longitudinale uitneming of een zaagsnede. Met andere woor- den omvat de spanmof volgens deze voorkeuruitvoeringvorm een longitudinale sleuf voor aanspannen daarvan.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat de spanmof tenminste een spanboutsleuf, zoals een -uitneming, voor daarin opnemen van een spanbout van een rijwielstuur.

Hiermee zijn op voordelige wijze discrete hoogteinstelling- posities van een dergelijk stuur gedefinieerd. Een stuur dat monteerbaar is met tenminste een, zoals 2 of 3, over- dwarse spanbout is monteerbaar over de spanmof met de ten- minste ene spanboutsleuf waarbij de verticale positie van de tenminste ene spanbout dient samen te vallen met een respectieve spanboutsleuf. Hiermee wordt op voordelige wij- ze gerealiseerd dat het stuur bevestigbaar is op de respec- tieve hoogtepositie. En wordt voorts op voordelige wijze gerealiseerd dat verwijderen van het stuur zonder volledig verwijderen van de respectieve spanbout wordt voorkomen. In geval van enigszins losraken van de spanbout blijft hier- door de positie van de stuur desondanks veilig.

Ten behoeve van het op voordelige wijze verschaffen van een doorvoer naar de binnenzijde van de stuurpen en/of de balhoofdbuis omvat in een verdere voorkeuruitvoeringvorm de spandop een doorvoeropening voor doorvoeren van tenmin- ste een draad of kabel van buiten de voorvorkbuis naar bin- nen de voorvorkbuis. Hiermee is een doorvoer vanaf de bui- tenzijde van de stuurpen en/of balhoofdbuis middels de doorvoeropening gerealiseerd.

Bij verdere voorkeur dient de doorvoeropening voor verschaffen van de verbinding van binnen de voorvorkbuis naar een binnenzijde van een op het balhoofdsamenstel rang-

schikbaar rijwielstuur, bij voorkeur een rijwielstuur met een balhoofdbuisdeel ingericht voor rangschikking over het balhoofdsamenstel. Hierbij ontstaat tussen de binnenzijde van het balhoofdbuisdeel van het rijwielstuur en de buiten- zijde van het balhoofdbuis aan een ruimte in welke de draad of kabel rangschikbaar is, en bij voorkeur verder doorvoer- baar is door een linker en/of rechter stuurbocht van het stuur. Daarmee is op voordelige wijze de draad of kabel te leiden tot bijvoorbeeld nabij de positie van een hand op het stuur tijdens gebruik van het rijwiel. Daarmee is de draad of kabel verbindbaar met een bedieningelement, zoals een knop, toetsenbord of aanraakscherm dat beschikbaar is in, aan of op het stuur.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm is de de spandop voorzien van een verdiepte bodem voor daaraan aan- grijpen door de fixatiespanner, zoals uitgevoerd als een bout. Door de verdiepte bodem is aan de bovenzijde van de spandop ruimte beschikbaar voor het rangschikken van de doorvoeropening.

Bij verdere voorkeur wordt deze ruimte gerealiseerd in een tussen van de spandop en de verdiepte bodem gerang- schikte in hoofdzaak cilindervormige wand, waarbij bij voorkeur de doorvoeropening tenminste ten dele is gerang- schikt in de cilindervormige wand.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm is de spandop voorzien van een spanmofaangrijporgaan, zoals een in hoofdzaak ringvormig uitstrekkend orgaan voor aangrijpen aan de spanmof, zoals voor het neerwaarts aanspannen daar- van, zoals voor het daarmee ten opzichte van de mof op- waarts aanspannen van de voorvorkbuis middels het spanor- gaan. Andere vormen voor het spanmofaangrijporgaan zijn evenzeer voorzien, zoals een onderbroken ringvormig uit- strekkend orgaan, zoals een stervormig uitstrekkendorgaan,

zoals een uitstrekkend orgaan omvattende een brug aan 2 zijden van de spandop. Op alternatieve wijze is een ver- diepte bodem voorzien die enigszins geringer is dan de bin- nendiameter van de stuurpen met een naar binnen gerichte indeuking in de cilindervormige wand voor daarin opnemen van de doorvoeropening of met een doorvoeropening in de bo- dem. Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat het balhoofdsamenstel een wikkelingruimte tussen het spanorgaan en de spandop voor het daarin ontvangen van een hoeveelheid kabel of draad, bij voorkeur tenminste een wikkeling daar- van ter voorkoming van schade aan de kabel of de draad. Hiermee wordt op voordelige wijze schade aan de draad voor- komen in geval van rotatie van het stuur ten opzichte van de stuurpen en/of in geval van rotatie van de stuurpen ten opzichte van het frame of de balhoofdbuis daarvan.

Op voordelige wijze is voorts voorzien in een rota- tiebeperkende aanslag, zoals beperkende de rotatie naar links en/of een rotatiebeperkende aanslag zoals beperkende de rotatie naar rechts. Op alternatieve wijze is voorzien in een rijwiel omvattende een dergelijke rotatiebeperkende aanslag voor beperken van de rotatie van de voorvork en/of de stuurpen ten opzichte van de balhoofdbuis en/of het fra- me, in combinatie met een balhoofdsamenstel volgens de on- derhavige uitvinding.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm volgens de onderhavige uitvinding is de voorvorkbuis of stuurpen, voorzien van een doorvoeropening, bij voorkeur in hoofdzaak ter plaatse van een bovenbuis van het rijwiel, zoals ten behoeve van het doorvoeren van een draad of kabel naar de bovenbuis van het rijwiel. Hierdoor is een inwendige door- geleiding voor een draad of kabel gerealiseerd richting de bovenbuis en/of het frame van het rijwiel.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm steunt de zich vanaf de spandop afgewende zijde van de spanmof tij- dens gebruik ten opzichte van een bovenbalhoofdbuislager van het rijwiel en/of is tijdens gebruik de onderzijde van de voorvorkbuis gelagerd middels een onderbalhoofdbuislager van het rijwiel. Hiermee is op voordelige wijze gereali- seerd dat een stuur dat wordt bevestigd aan het balhoofdsa- menstel roteerbaar is ten opzichte van de balhoofdbuis ter- wijl het balhoofdsamenstel onder de gebruikgeschiktespan- ning plaatsbaar is ten opzichte van de stuurpen.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat het balhoofdsamenstel tenminste een afstandhouder voor rang- schikking tijdens gebruik boven een bovenuiteinde van een zadelbuis van het frame en/of om de spanmof, voor daarop rangschikken van een rijwielstuur voor bevestiging daarvan aan het balhoofdsamenstel. Middels een dergelijke tenminste ene afstandhouder is een ruimte tussen de onderzijde van het rijwielstuur aan de bovenzijde van de balhoofdbuis te vullen. Bij voorkeur hiermee is realiseerbaar dat het bui- tenoppervlak van de balhoofdbuis, de tenminste ene afstand- houder en het rijwielstuur in hoofdzaak vlak en/of glooiend verloopt.

Bij voorkeur is hierbij de afstandhouder uitgevoerd in een hoofdzaak ringvorm, waarbij deze bij voorkeur deel- baar is in tenminste twee segmenten voor plaatsing daarvan zonder verwijdering van het rijwielstuur van het balhoofd- samenstel. Hiermee kan op voordelige wijze zonder het rij- wielstuur te verwijderen van het rijwiel of het balhoofdsa- menstel daarvan de hoogte van het rijwielstuur worden inge- steld en/of aangepast waarbij dergelijke in segmenten ver- deelde afstandhouders derhalve op voordelige wijze plaats- baar zijn.

Bij verdere voorkeur kent hierbij de tenminste ene afstandhouder afstandhouder segmentgrenzen geschikt voor onderling samenklikken van de segmenten tot een in hoofd- zaak ringvorm middels een klikverbinding. Bij voorkeur wordt de onderlinge inklikwerking hierbij tenminste ten de- le gerealiseerd door de onderlinge samenwerking tussen de buitenvorm van de spanmof en de binnenvorm van de segmenten van de afstandhouder.

Op alternatieve wijze kent de afstandhouder segment- grenzen geschikt voor longitudinaal in elkaar schuiven van de segmentgrenzen ten behoeve van vormen van de in hoofd- zaak ringvorm.

Een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat een samen- stel van een balhoofdsamenstel volgens één of meer van de voorgaande conclusies en een rijwielstuur, waarbij het rij- wielstuur tenminste een inwendig doorvoerkanaal omvat vanaf tenminste een van een linkerstuurbocht en een rechterstuur- bocht, zich uitstrekkende tot in het balhoofdbuisdeel.

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding be- schreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen wor- den beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij alle combinaties die bij lezing door een vakman van het vakge- bied op basis van dit document door een vakman binnen het begrip van de uitvinding vallen beschouwd worden te zijn meegelezen. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet be- perkend voor de beschermingsomvang van dit document. De ge- vraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclu- sies.

Kk

Claims (21)

CONCLUSIES

1. Rijwielstuur, voor een rijwiel, aangepast voor tenminste een functie ten behoeve van tenminste een deel- systeem van het rijwiel, het rijwielstuur omvattende: — een balhoofdbuisdeel dat zich tijdens gebruik, ten- minste ten dele, in hoofdzaak uitstrekt in het verlengde van de balhoofdbuis, - een linkerstuurbocht met een handgreepeinde die zich aan de linkerzijde vanaf het balhoofdbuisdeel uit- strekt, - een rechterstuurbocht met een handgreepeinde die zich aan de rechterzijde vanaf het balhoofdbuisdeel uit- strekt, — waarbij het rijwielstuur tenminste een inwendig doorvoerkanaal omvat vanaf tenminste een van de linker- stuurbocht en rechterstuurbocht en waarbij het tenminste ene inwendig doorvoerkanaal zich uitstrekt tot in het bal- hoofdbuisdeel.

2. Rijwielstuur volgens conclusie 1 waarbij het in- wendige doorvoerkanaal zich uitstrekt vanaf het balhoofd- buisdeel tot een bedieningelement, zoals een bedienknop of een bedienhandle, voor het tenminste ene deelsysteem.

3. Rijwielstuur volgens conclusie 1 of 2 waarbij het inwendige doorvoerkanaal zich uitstrekt vanaf vanaf het balhoofdbuisdeel tot een doorvoeropening in een respectieve stuurbocht, in hoofdzaak gerangschikt nabij of aanliggend aan het begin van een handgreep.

4. Rijwielstuur volgens conclusie 1, 2 of 3 waarbij het inwendige doorvoerkanaal zich uitstrekt vanaf het bal-

hoofdbuisdeel tot het einde van een respectieve stuurbocht, waarbij bij voorkeur een door een handgreep afgedekt deel van de stuurbocht is voorzien van tenminste een uitwendige sleuf voor een slang of kabel.

5. Rijwielstuur volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een inzinking in de linkerstuurbocht en/of de rechterstuurbocht voor daarin rangschikken van een remvloeistofreservoir van een respectieve bedienhandle van een rem, bij voorkeur een schijfrem.

6. Rijwielstuur volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij een handgreepeinde een vormelement omvat voor samenwerking met een vormelement van de handgreep toe- latende plaatsing van de respectieve handgreep om het hand- greepeinde en belemmerende rotatie van de handgreep om het handgreepeinde.

7. Rijwielstuur conclusie 6 waarbij het vormelement tenminste een vlakke zijde omvat voor samenwerking met een daaraan aanliggend rangschikbare vlakke zijde van de hand- greep.

8. Rijwielstuur volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende waarbij de handgreep tenminste een inwendige sleuf omvat voor daarin opnemen van een respec- tieve slang of kabel.

9. Rijwielstuur volgens één of meer van de voorgaande conclusies 4-8 waarbij de uitwendige doorvoersleuf van de respectieve stuurbocht en de inwendige sleuf aanliggend aan elkaar gerangschikt zijn voor daarin rangschikken van een respectieve slang of kabel.

10. Rijwielstuur volgens één of meer van de voorgaan- de conclusies omvattende een remhendelsamenstel met een remoliereservoir, bij voorkeur vlak gerangschikt aanliggend aan de respectieve linker- of rechterstuurbocht, bij verde- re voorkeur nabij de respectieve daartoe gerangschikte in- zinking.

11. Rijwielstuur volgens een of meer van de voorgaan- de conclusies omvattende tenminste een bedienknop voor be- dienen van een functie van een subsystemen van het rijwiel, welke in hoofdzaak is gerangschikt bij of naast een respec- tieve handgreep.

12. Rijwielstuur volgens conclusie 10 of conclusie 11, waarbij de bedienknop is geïntegreerd in het remhen- delsamenstel, bij voorkeur gerangschikt aan de zijde van de respectieve stuurbocht gericht naar de achterzijde van het rijwiel.

13. Rijwielstuur volgens één of meer van de voorgaan- de conclusies waarbij het balhoofdbuisdeel, de linkerstuur- bocht en de rechterstuurbocht uit een geheel zijn gevormd.

14. Rijwielstuur volgens één of meer van de voorgaan- de conclusies waarbij de stuurbocht een in hoofdzaak afge- vlakte buisstructuur kent.

15. Rijwielstuur volgens een of meer van de voorgaan- de conclusies waarbij de bovenzijde van het balhoofdbuis- deel een gesloten doorlopend oppervlak heeft.

16. Rijwielstuur volgens één of meer van de voorgaan-

de conclusies de handgreep een steun verschaffende vorm heeft voor ondersteunen van de hand

17. Rijwielstuur volgens één of meer van de voorgaan- de conclusies omvattende een toegangopening voor manipule- ren van een kabel, bij voorkeur gerangschikt in het bal- hoofdbuisdeel of een verbindingdeel daarvan verbindende met de respectieve linkerstuurbocht of rechterstuurbocht.

18. Rijwielstuur volgens één of meer van de voorgaan- de conclusies waarbij de onderlinge oriëntatie tussen de inzinking en het oliereservoir zodanig is dat een olielei- ding ten opzichte van het gezichtspunt van een berijder van het rijwiel achter de respectieve stuurbocht is gerang- schikt.

19. Rijwielstuur volgens één of meer van de voorgaan- de conclusies omvattende klemmiddelen voor klemmen van het balhoofdbuisdeel om een balhoofdbuissamenstel, bij voorkeur uitgevoerd middels een longitudinale sleuf in een wand van het balhoofdbuisdeel, bij voorkeur vanaf de onderzijde ge- rangschikt en/of daarin aangebracht, tezamen met dwars daarop gerangschikte klemmiddelen, zoals bouten.

20. Rijwielstuur volgens één of meer van de voorgaan- de conclusies omvattende, of in een kit daarmee samenge- bracht, tenminste een afstandhouder, in hoofdzaak ringvor- mig uitgevoerd, voor rangschikken daarvan tussen een bal- hoofdbuis van het rijwiel en het balhoofdbuisdeel.

21. Rijwielstuur volgens conclusie 20 of de kit waar- bij de tenminste ene afstandhouder aanbrengbaar is wanneer het rijwielstuur opwaarts is verschoven, bij voorkeur zon-

der verwijdering daarvan, zoals door open scharnierbaarheid of samenstelbaarheid van de in hoofdzaak ringvorm van de afstandhouder. kkk