NL2024169B1 - Verbeterde bus voor het verbinden van een windturbineblad aan een naaf van een windturbineblad - Google Patents

Verbeterde bus voor het verbinden van een windturbineblad aan een naaf van een windturbineblad Download PDF

Info

Publication number
NL2024169B1
NL2024169B1 NL2024169A NL2024169A NL2024169B1 NL 2024169 B1 NL2024169 B1 NL 2024169B1 NL 2024169 A NL2024169 A NL 2024169A NL 2024169 A NL2024169 A NL 2024169A NL 2024169 B1 NL2024169 B1 NL 2024169B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
head part
head
wind turbine
sleeve
turbine blade
Prior art date
Application number
NL2024169A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Hendrikus Kuipers Edo
Original Assignee
Viventus Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Viventus Holding B V filed Critical Viventus Holding B V
Priority to NL2024169A priority Critical patent/NL2024169B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2024169B1 publication Critical patent/NL2024169B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03DWIND MOTORS
    • F03D1/00Wind motors with rotation axis substantially parallel to the air flow entering the rotor 
    • F03D1/06Rotors
    • F03D1/065Rotors characterised by their construction elements
    • F03D1/0658Arrangements for fixing wind-engaging parts to a hub
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F05INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
    • F05BINDEXING SCHEME RELATING TO WIND, SPRING, WEIGHT, INERTIA OR LIKE MOTORS, TO MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS COVERED BY SUBCLASSES F03B, F03D AND F03G
    • F05B2260/00Function
    • F05B2260/30Retaining components in desired mutual position
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/70Wind energy
    • Y02E10/72Wind turbines with rotation axis in wind direction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wind Motors (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een verbeterde bus voor het verbinden van een windturbineblad aan een naaf van een windturbine middels een verbindingsbout, waarin de bus een Iangwerpig lichaam omvat en het lichaam een holle ruimte omvat voor opname van de verbindingsbout, welk lichaam is bestemd voor duurzame bevestiging in een bladwortel van het windturbineblad, waarin de bus verder een kop omvat, die een doorvoer omvat voor het doorvoeren van de verbindingsbout. De uitvinding heeft a|s doel om te voorzien in een bus waarbij de buitenvlakken van elke bus afzonderlijk kan worden uitgelijnd met het vlak van de koppelzijde van de bladwortel.

Description

VERBETERDE BUS VOOR HET VERBINDEN VAN EEN WINDTURBINEBLAD AAN EEN
NAAF VAN EEN WINDTURBINEBLAD De uitvinding heeft betrekking op een bus voor het verbinden van een windturbineblad aan een naaf van een windturbine middels een verbindingsbout, waarin de bus een langwerpig lichaam omvat en het lichaam een holle ruimte omvat voor opname van de verbindingsbout, welk lichaam is bestemd voor duurzame bevestiging in een bladwortel van het windturbineblad, waarin de bus verder een kop omvat, die een doorvoer omvat voor het doorvoeren van de verbindingsbout.
De bladwortel is een integraal onderdeel van het windturbineblad en is ingericht voor het koppelen van het windturbineblad aan een hub van de windturbine. De koppelzijde van de bladwortel is een vlakke zijde die na koppeling van het windturbineblad aanligt tegen een bladlager van de hub.
Tijdens fabricage van het windturbineblad worden ten behoeve van het verbinden van het windturbineblad aan een naaf van een windturbine meerdere bekende bussen in de omtreksrand van de bladwortel van het windturbineblad aangebracht.
Een bus volgens de aanhef is bekend op het vakgebied en is beschreven in het Nederland octrooi NL2012326 van dezelfde aanvrager.
De buitenzijden van deze bussen dienen te zijn uitgelijnd, zodat deze in vlak vallen van de koppelzijde van de bladwortel. Deze uitlijning zorgt er voor dat elke bus en verbindingsbout combinatie de juiste voorspanning heeft en er geen speling kan ontstaan tussen de buitenzijde van elke bus en het bladlager van de windturbine.
Het is in de praktijk gebleken dat na productie van het windturbineblad niet elk buitenvlak van iedere bus in het vlak van de koppelzijde van de bladwortel ligt, omdat het productieproces een tolerantie heeft van 0,2 mm tot 0,8 mm.
Om dit te corrigeren wordt het gehele buitenvlak van de bladwortel met de bussen gefreesd, waardoor de buitenvlakken van de bussen in het vlak van de koppelzijde van de bladwortel komen te liggen. Een freesmachine moet in staat zijn om de gehele omtreksrand van de bladwortel te bereiken en is daarom duur in aanschaf. Daarnaast is er een tendens dat windturbinebladen steeds groter worden, waardoor de omtrek van de bladwortel tevens groter wordt. Een geschikte freesmachine zal daarom ook in grootte toenemen.
De uitvinding heeft als doel om te voorzien in een bus volgens de aanhef waarbij de buitenvlakken van elke bus afzonderlijk kan worden uitgelijnd met het vlak van de koppelzijde van de bladwortel. Hierdoor hoeft het vlak van de koppelzijde van de bladwortel niet meer te worden gefreesd.
Daartoe voorziet de uitvinding in een bus volgens de aanhef, met het kenmerk, dat de kop een eerste en tweede kopdeel omvat, waarin het eerste kopdeel een vlakke buitenzijde heeft en waarin het eerste en tweede kopdeel ten opzichte van elkaar instelbaar verplaatsbaar zijn in de langsrichting van de bus.
Deze inventieve maatregelen hebben het voordeel dat de buitenzijde van de bus exact in het vlak van de koppelzijde van de bladwortel kan worden geplaatst.
In een eerste uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding omvatten het eerste kopdeel en het tweede kopdeel instelmiddelen voor het verplaatsen van het eerste kopdeel ten opzichte van het tweede kopdeel.
Bij voorkeur zijn in de eerste uitvoeringsvorm de instelmiddelen ingericht voor losneembare bevestiging van het eerste kopdeel aan het tweede kopdeel.
De inventieve maatregelen maken het mogelijk om het eerste kopdeel separaat te bewerken. Het eerste kopdeel kan bijvoorbeeld met een eenvoudigere metaal afnemende machine (zoals een freesmachine) worden bewerkt zodanig dat na terugplaatsing van het eerste kopdeel op het tweede kopdeel de buitenzijde van de bus exact in het buitenvlak van de bladwortel ligt.
Daarnaast maken de inventieve maatregelen het tevens mogelijk om het eerste kopdeel te vervangen door een ander eerste kopdeel met een correcte dikte, zodat na plaatsing van het andere eerste kopdeel op het tweede kopdeel de buitenzijde van de bus exact in het buitenvlak van de bladwortel ligt. Het eerste kopdeel is hierbij bij voorkeur cilindrisch uitgevoerd.
Vervolgens maken de inventieve maatregelen het tevens mogelijk om elk eerste kopdeel van de bus na productie van het windturbineblad aan te brengen.
In de eerste uitvoeringsvorm omvatten de instelmiddelen bij voorkeur een schroefverbinding, waarin door middel van verdraaiing van de schroefverbinding de positie van het eerste kopdeel ten opzichte van het tweede kopdeel kan worden veranderd.
De schroefverbinding kan gevormd zijn door een van uitwendig schroefdraad voorzien deel van het eerste kopdeel en een van inwendig schroefdraad voorzien deel van de doorvoer in het tweede kopdeel.
Als alternatief kan de schroefverbinding gevormd zijn door een van inwendig schroefdraad voorzien deel van de doorvoer in het eerste kopdeel en een van uitwendig schroefdraad voorzien deel van het tweede kopdeel.
In de eerste uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding is de vlakke buitenzijde van het eerste kopdeel bij voorkeur voorzien van bedieningsmiddelen die zijn ingericht voor het in dwarsrichting van de bus verdraaien van het eerste kopdeel voor het instelbaar verplaatsen van het eerste kopdeel ten opzichte van het tweede kopdeel in lengterichting van de bus. Hierdoor kan men op eenvoudige wijze het eerste kopdeel ten opzichte van het tweede kopdeel in lengterichting verplaatsen door het eerste kopdeel te verdraaien in dwarsrichting van de bus.
Bij voorkeur zijn de bedieningsmiddelen gevormd door één of meerdere inkepingen, waarop een gereedschap kan aangrijpen. Een hulpmiddel voorzien van een hefboom, waarvan een eerste uiteinde samenwerkt met de één op meerdere inkepingen vergemakkelijkt het verdraaien van de kop door het uitoefenen van een kracht op het tweede uiteinde van de hefboom.
In een tweede uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding omvatten de instelmiddelen een perspassing. Bij voorkeur is in de tweede uitvoeringsvorm de perspassing gevormd door een conisch gevormde uitsparing in het tweede kopdeel en een in de uitsparing passend conisch gevormd gedeelte van het eerste kopdeel. Het eerste kopdeel kan hierdoor op de juiste positie worden geperst ten opzichte van het tweede kopdeel.
Bij voorkeur komt de kracht voor het positioneren van de kop ten opzichte van het lichaam overeen met de maximale verbindingskracht van de verbindingsbout. Hierdoor kan de kop middels de verbindingsbout in het lichaam worden geperst.
In alle uitvoeringsvormen kan het tweede kopdeel in een separate behuizing vast zijn bevestigd aan het lichaam (102,202,302,402).
Als alternatief kan in alle uitvoeringsvormen het tweede kopdeel losneembaar bevestigbaar zijn op het lichaam. In dit alternatief kan een bestaande bus gebruikt worden, waarin het tweede kopdeel is aangepast voor bevestiging op de bus.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin: Figuur 1 een bus toont volgens de stand der techniek; Figuur 2A en Figuur 2B een eerste uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding tonen; Figuur 3A en Figuur 3B een tweede uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding tonen; Figuur 4A en 4B een derde uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding tonen; Figuur 4C een dwarsdoorsnede van het lichaam van de bus toont; Figuur 5A een alternatief aanzicht van de kop van de eerste uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding toont; Figuur 5B een alternatief aanzicht van de kop van de tweede uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding toont; Figuur 6A, 6B, 6C en 6D een vierde uitvoeringsvorm tonen van de bus volgens de uitvinding.
Gelijke verwijzingscijfers in verschillende figuren duiden gelijke onderdelen aan;
Figuur 1 toont een bus 1 volgens de stand der techniek. De bus 1 is bestemd voor het verbinden van een windturbineblad aan een naaf van een windturbine middels een verbindingsbout {niet getoond). De bus 1 omvat een langwerpig lichaam 2 dat een holle ruimte 3 omvat voor opname van de verbindingsbout. Het lichaam 2 is bestemd voor duurzame bevestiging in een bladwortel van het windturbineblad waarin een kop 20 van de bus 1, gevormd aan een eerste uiteinde van de bus 1, een doorvoer 5 omvat voor het doorvoeren van de verbindingsbout. De kop 20 heeft een vlakke buitenzijde die in gebruik van de bus 1 in het vlak ligt van een koppelzijde van de bladwortel. Meerdere bekende bussen 1 worden tijdens fabricage van een windturbineblad in de omtreksrand van de bladwortel van het windturbineblad aangebracht. De bussen 1 worden gebruikt om het windturbineblad in een later stadium aan een naaf van een windturbine te verbinden. De buitenzijde van elke kop 20 van elke bus dient te zijn uitgelijnd, zodat deze in hetzelfde vlak valt als het buitenvlak van de bladwortel. Deze uitlijning zorgt er voor dat elke bus 1 en verbindingsbout combinatie de juiste voorspanning heeft en er geen speling ontstaat tussen de buitenzijde van elke bus 1 en het bladlager van de windturbine. Het huidige productieproces voor het aanbrengen van de bus 1 in het windturbineblad heeft echter een tolerantie van 0,2 tot 0,8 mm, waardoor in de praktijk na fabricage van het windturbineblad niet elk buitenvlak van de kop 20 van iedere bus 1 in het buitenvlak van de bladwortel ligt. Figuur 2A en Figuur 2B tonen een eerste uitvoeringsvorm van de bus 101 volgens de uitvinding. De bus 101 heeft gelijke onderdelen met gelijke functie als de bekende bus 1, waarin het verwijzingscijfer van elk gelijk onderdeel is verhoogd met 100. De gelijke onderdelen zijn dus het langwerpige lichaam 102, de holle ruimte 103, de kop 120 en de doorvoer 105. In tegenstelling tot de bus 1 omvat de kop 120 een eerste kopdeel 121 en een tweede kopdeel 122. Het tweede kopdeel 122 is een integraal onderdeel van het lichaam
102. Het eerste kopdeel 121 is losneembaar bevestigbaar aan het tweede kopdeel 121. Zowel het eerste kopdeel 121 als tweede kopdeel 122 omvatten instelmiddelen, die zijn ingericht voor het in de lengterichting van de bus 101 instelbaar verplaatsen van het eerste kopdeel 121 ten opzichte van het tweede kopdeel 122, zodanig dat in gebruik van de bus 101 de vlakke buitenzijde van het eerste kopdeel 121 uitlijnbaar is met de vlakke koppelzijde van de bladwortel. De instelmiddelen van het eerste kopdeel 121 zijn gevormd door een penvormig gedeelte 106 dat voorzien is van uitwendig schroefdraad 107. Het penvormig, cilindrisch gevormd, gedeelte 108 ligt in het verlengde van de doorvoer 103, dat zich uitstrekt in het penvormig gedeelte 108. De instelmiddelen van het tweede kopdeel 122 zijn gevormd door inwendig schroefdraad 108 aan de binnenzijde van de doorvoer 103. Het spreekt voor zich dat de uitwendige schroefdraad 107 van het eerste kopdeel 121 in bedrijf samenwerkt met de inwendige schroefdraad 108 van het tweede kopdeel 122. Het eerste kopdeel 121 is voorzien van bedieningsmiddelen die zijn ingericht voor het in dwarsrichting van de bus 101 verdraaien van het eerste kopdeel 121 voor het instelbaar verplaatsen van het eerste kopdeel 121 ten opzichte van het tweede kopdeel 122 in lengterichting van de bus 101. De bedieningsmiddelen zijn bij voorkeur uitgevoerd als één of meerdere inkepingen 109, waarop in de handel verkrijgbare gereedschappen kunnen aangrijpen.
5 Figuur 3A en Figuur 3B tonen een tweede uitvoeringsvorm van de bus 201 volgens de uitvinding. De bus 201 heeft gelijke onderdelen met gelijke functie als de bekende bus 1, waarin het verwijzingscijfer van elk gelijk onderdeel is verhoogd met 200. De gelijke onderdelen zijn dus het langwerpige lichaam 202, de holle ruimte 203, de kop 220 en de doorvoer 205. Net als in de eerste uitvoeringsvorm 101 van de bus volgens de uitvinding omvat de kop 220 een eerste kopdeel 221 en een tweede kopdeel 222, waarin het eerste kopdeel 221 losneembaar bevestigd aan het tweede kopdeel 222. Het tweede kopdeel 222 is integraal onderdeel van het lichaam 202. Zowel het kopdeel 221 als het tweede kopdeel 222 omvatten instelmiddelen, die zijn ingericht voor het in de lengterichting van de bus 201 bewegen van het eerste kopdeel 221 ten opzichte van het lichaam 202, zodanig dat in gebruik van de bus 201 de vlakke buitenzijde van het eerste kopdeel 221 uitlijnbaar is met de vlakke koppelzijde van de bladwortel. De instelmiddelen van het eerste kopdeel 221 zijn gevormd door inwendig schroefdraad 207 in de doorvoer 205. De instelmiddelen van het tweede kopdeel 222 zijn gevormd door uitwendig schroefdraad 208 aan de buitenzijde van het tweede kopdeel 222. Het spreekt voor zich dat de uitwendige schroefdraad 208 in bedrijf samenwerkt met de inwendige schroefdraad 207. Het eerste kopdeel 221 is voorzien van bedieningsmiddelen die zijn ingericht voor het in dwarsrichting van de bus 201 verdraaien van het eerste kopdeel 221 voor het instelbaar verplaatsen van het eerste kopdeel 221 ten opzichte van het tweede kopdeel 222 in lengterichting van de bus 201. De bedieningsmiddelen zijn bij voorkeur uitgevoerd als inkepingen 209, waarop in de handel verkrijgbare gereedschappen kunnen aangrijpen.
Figuur 4A en 4B tonen een derde uitvoeringsvorm van de bus 301 volgens de uitvinding. De bus 301 heeft gelijke onderdelen met gelijke functie als de bekende bus 1, waarin het verwijzingscijfer van elk gelijk onderdeel is verhoogd met 300. De gelijke onderdelen zijn dus het langwerpige lichaam 302, de holle ruimte 303, de kop 320 en de doorvoer 305. Net als in de eerste uitvoeringsvorm 101 van de bus volgens de uitvinding omvat de kop 320 een eerste kopdeel 321 en een tweede kopdeel 322 en is het eerste kopdeel 321 losneembaar bevestigbaar aan het tweede kopdeel 322 van de bus 301. Het tweede kopdeel is integraal onderdeel van het lichaam 302. Zowel het eerste kopdeel 321 als het tweede kopdeel 322 omvatten instelmiddelen, die een passing, zoals een pers- of klempassing, omvatten en die zijn ingericht voor het in de lengterichting van de bus 301 bewegen van het eerste kopdeel 321 ten opzichte van het tweede kopdeel 322, zodanig dat in gebruik van de bus 301 de vlakke buitenzijde van het eerste kopdeel 321 uitlijnbaar is met de vlakke koppelzijde van de bladwortel.
De passing is bij voorkeur uitgevoerd als een conisch gevormde uitsparing 306 in het lichaam 302 en een in de uitsparing 306 passende conisch gevormd penvormig gedeelte van de kop 304.
De passing is zodanig dat er zowel een krachtoverdracht gerealiseerd wordt tussen het eerste kopdeel 321 en het tweede kopdeel 322 in zowel de axiale als radiale richting.
Bij voorkeur is de benodigde kracht voor de passing nodig voor de juiste uitlijning van het eerste kopdeel 321 gelijk aan de voorspankracht die op de verbindingsbout wordt uitgeoefend. Hierdoor kan de passing plaatsvinden bij het verbinden van de bladwortel van het windturbineblad aan de windturbine.
Figuur 4C toont een dwarsdoorsnede van het tweede kopdeel 322 en het lichaam 302 van de bus 301, waarin de conisch gevormde uitsparing 306 duidelijker is getoond.
Figuur 5A toont een alternatief aanzicht van het eerste kopdeel 121 van de eerste uitvoeringsvorm van de bus 101 volgens de uitvinding. Het eerste kopdeel 121 omvat een penvormig gedeelte 106 dat voorzien is van uitwendig schroefdraad 107, waarbij de holle ruimte voor doorvoer van de verbindingsbout zich door het penvormige gedeelte 106 heen strekt.
Figuur 5B toont een alternatief aanzicht van het eerste kopdeel 221 van de tweede uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding. Het eerste kopdeel 221 is voorzien van inwendig schroefdraad 207 in de doorvoer 205, dat is bestemd voor bevestiging aan de uitwendige schroefdraad op het tweede kopdeel van de bus volgens de tweede uitvoeringsvorm.
Figuur 5C toont een dwarsdoorsnede van het eerste kopdeel 321 van de derde uitvoeringsvorm van de bus volgens de uitvinding. Het eerste kopdeel 321 is voorzien van een penvormig deel 307 waarvan de buitenomtrek een met de conisch gevormde uitsparing 306 samenwerkende conisch vorm heeft. De holle ruimte voor doorvoer van de verbindingsbout strekt zich uit door het gehele eerste kopdeel 321.
Figuur 6A, 6B, 6C en 6D tonen een vierde uitvoeringsvorm van de bus 401 volgens de uitvinding. De bus 401 heeft gelijke onderdelen met gelijke functie als de bekende bus 1, waarin het verwijzingscijfer van elk gelijk onderdeel is verhoogd met 400. De gelijke onderdelen zijn dus het langwerpige lichaam 402, de holle ruimte 403, de kop 420 en de doorvoer 405. Net als in de eerste uitvoeringsvorm 101 van de bus volgens de uitvinding omvat de kop 420 een eerste kopdeel 421 en een tweede kopdeel 422 en is het eerste kopdeel 421 losneembaar bevestigbaar aan het tweede kopdeel 422 van de bus 401. In tegenstelling tot de eerdergenoemde uitvoeringsvormen is het tweede kopdeel 422 losneembaar bevestigd tegen het lichaam 402. Zowel het eerste kopdeel 421 als het tweede kopdeel 322 omvatten instelmiddelen, die een schroefverbinding of een perspassing volgens de eerdergenoemde uitvoeringsvormen kunnen omvatten. In de getoonde figuren is een perspassing getoond. Het lichaam 402 kan een in de handel verkrijgbare bus zijn, waarbij een zijde van het tweede kopdeel 422 is aangepast om aan te liggen tegen het lichaam 402. In alle uitvoeringsvormen van de bus volgens de uitvinding is het mogelijk om na fabricage van het windturbineblad, waarin meerdere lichamen van de bus zijn in gelamineerd met kunsthars in het blad, de kop in het vlak van de bladwortel van het windturbineblad te positioneren. Er zijn verschillende manieren om dit te bewerkstelligen:
1. In de eerste en tweede uitvoeringsvorm 101;201 kan het eerste kopdeel 121;221 worden verdraaid, zodat het eerste kopdeel 121;221 zich van of naar het lichaam verplaatst.
2. In de derde en vierde uitvoeringsvorm van de bus 301;401 kan het eerste kopdeel 321;421 door het uitoefenen van een drukkracht in de conische uitsparing van het tweede kopdeel 322;422 worden gedrukt.
3. In alle uitvoeringen kan eerst de kop worden afgevlakt op een vooraf bepaalde dikte op een freesmachine voordat de kop wordt bevestigd op het lichaam.
De bus volgens de uitvinding is nadrukkelijk niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvorm, maar strekt zich uit tot alle denkbare uitvoeringsvormen die vallen onder de hierna genoemde conclusies. In alle uitvoeringsvormen kan het eerste kopdeel in het tweede kopdeel permanent gefixeerd worden, bij voorkeur middels een staalverlijming. Hierbij dient eventueel rekening gehouden te worden met de additionele diepte voor de lijmlaag van 0.2 tot 0.8 mm.

Claims (13)

CONCLUSIES
1. Bus {101,201,301,401) voor het verbinden van een windturbineblad aan een naaf van een windturbine middels een verbindingsbout, waarin de bus (101,201,301,401) een langwerpig lichaam (102,202,302,402) omvat en het lichaam (102,202,302,402) een holle ruimte (103,203,303,403) omvat voor opname van de verbindingsbout, welk lichaam (102,202,302,402) is bestemd voor duurzame bevestiging in een bladwortel van het windturbineblad, waarin de bus (101,201,301,401) verder een kop (120,220,320,420) omvat, die een doorvoer omvat voor het doorvoeren van de verbindingsbout, met het kenmerk, dat de kop een eerste en tweede kopdeel (121,221,321,421;122,222,322,422) omvat, waarin het eerste kopdeel (121,221,321,421) een vlakke buitenzijde heeft en waarin het eerste en tweede kopdeel (122,222,322,422) ten opzichte van elkaar instelbaar verplaatsbaar zijn in de langsrichting van de bus.
2. Bus (101, 201, 301, 401) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste kopdeel (121,221,321,421) en het tweede kopdeel (122,222,322,422} instelmiddelen omvatten voor het verplaatsen van het eerste kopdeel (121,221,321,421) ten opzichte van het tweede kopdeel (122,222,322,422).
3. Bus {101,201,301,401) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de instelmiddelen zijn ingericht voor losneembare bevestiging van het eerste kopdeel (121,221,321,421) aan het tweede kopdeel (122,222,322,422).
4, Bus (101,201) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een schroefverbinding (107;108, 207,208) omvatten.
5. Bus (101) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de schroefverbinding (107;108) is gevormd door een van uitwendig schroefdraad (107) voorzien deel (106) van het eerste kopdeel (121) en een van inwendig schroefdraad (108) voorzien deel van de doorvoer in het tweede kopdeel (122).
6. Bus (201) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de schroefverbinding (207;208) is gevormd door een van inwendig schroefdraad (207) voorzien deel van de doorvoer in het eerste kopdeel (221) en een van uitwendig schroefdraad (208) voorzien deel van het tweede kopdeel (222).
7. Bus (101,201) volgens één der conclusies 4 tot en met 6, met het kenmerk, dat de vlakke buitenzijde van het eerste kopdeel (121,221) is voorzien van bedieningsmiddelen die zijn ingericht voor het in dwarsrichting van de bus (101,201) verdraaien van het eerste kopdeel (121,221) voor het instelbaar verplaatsen van het eerste kopdeel (121,221) ten opzichte van het tweede kopdeel (122,222) in lengterichting van de bus (101,201).
8. Bus (101,201) volgens conclusie 7, waarin de bedieningsmiddelen zijn gevormd door één of meerdere inkepingen (109,209).
9. Bus (301, 401) volgens één der conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een passing, zoals bijvoorbeeld een perspassing of klempassing, omvatten.
10. Bus (301, 401) volgens conclusie 9, waarin perspassing is gevormd door een conisch gevormde uitsparing (306, 406) in het tweede kopdeel (322,422) en een in de uitsparing (306, 406) passend conisch gevormd gedeelte (307, 407) van het eerste kopdeel (321,421).
11. Bus (301, 401) volgens conclusie 9 of 10, waarin de kracht voor het positioneren van het eerste kopdeel (321,421) ten opzichte van het tweede kopdeel (322,422) overeenkomt met de maximale verbindingskracht van de verbindingsbout.
12. Bus (101, 201, 301, 401) volgens één der voorgaande conclusies, waarin het tweede kopdeel (122,222,322,422) vast is bevestigd aan het lichaam (102,202,302,402).
13. Bus (101, 201, 301, 401) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot en met 11, waarin het tweede kopdeel (122,222,322,422) losneembaar bevestigbaar is op het lichaam (102,202,302,402).
NL2024169A 2019-11-06 2019-11-06 Verbeterde bus voor het verbinden van een windturbineblad aan een naaf van een windturbineblad NL2024169B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024169A NL2024169B1 (nl) 2019-11-06 2019-11-06 Verbeterde bus voor het verbinden van een windturbineblad aan een naaf van een windturbineblad

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024169A NL2024169B1 (nl) 2019-11-06 2019-11-06 Verbeterde bus voor het verbinden van een windturbineblad aan een naaf van een windturbineblad

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2024169B1 true NL2024169B1 (nl) 2021-07-20

Family

ID=69375954

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2024169A NL2024169B1 (nl) 2019-11-06 2019-11-06 Verbeterde bus voor het verbinden van een windturbineblad aan een naaf van een windturbineblad

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2024169B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2023075592A1 (en) * 2021-10-29 2023-05-04 Viventus Holding B.V. Method for securing a bushing in a blade root of a wind turbine blade and cap for use in said method

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2554834A1 (en) * 2011-08-02 2013-02-06 Alstom Wind, S.L.U. Rotor for a wind turbine
US20150071701A1 (en) * 2013-09-06 2015-03-12 Amool Raina Insert and Method of Attaching Insert to Structure
EP2952739A1 (en) * 2014-06-05 2015-12-09 Siemens Aktiengesellschaft A root bushing for a blade root of a wind turbine rotor blade, a blade root, a wind turbine rotor blade and a wind turbine
US20170045032A1 (en) * 2014-02-18 2017-02-16 Lm Wp Patent Holding A/S Wind Turbine Blade Bushing System

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2554834A1 (en) * 2011-08-02 2013-02-06 Alstom Wind, S.L.U. Rotor for a wind turbine
US20150071701A1 (en) * 2013-09-06 2015-03-12 Amool Raina Insert and Method of Attaching Insert to Structure
US20170045032A1 (en) * 2014-02-18 2017-02-16 Lm Wp Patent Holding A/S Wind Turbine Blade Bushing System
EP2952739A1 (en) * 2014-06-05 2015-12-09 Siemens Aktiengesellschaft A root bushing for a blade root of a wind turbine rotor blade, a blade root, a wind turbine rotor blade and a wind turbine

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2023075592A1 (en) * 2021-10-29 2023-05-04 Viventus Holding B.V. Method for securing a bushing in a blade root of a wind turbine blade and cap for use in said method

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP4958903B2 (ja) 工具アセンブリ
NL2024169B1 (nl) Verbeterde bus voor het verbinden van een windturbineblad aan een naaf van een windturbineblad
US8091205B2 (en) Cartridge adjustment tool for a slotting cutter
EP2526893A1 (en) Abutment for implant
US20220193786A1 (en) Method for correcting an axial position of a workpiece support
EP2286960A2 (de) Verfahren und Spannvorrichtung zum Einspannen eines Rohlings in einer Bearbeitungsmaschine, insbesondere in einer Fräsmaschine
EP4150226A1 (de) Bauteil zur anbindung einer spannaufnahme an eine welle
US20190217375A1 (en) End Effector
US9498856B2 (en) Rolling tool device
NL8105409A (nl) Boorwerktuig.
EP2347854A1 (de) Zweiachsige Drehtischanordnung
DE102008063575B4 (de) Automatisches Drehherz
GB2533971A (en) Method and apparatus for machining a blade
US11267055B2 (en) Cutting tool having a depth stop
JP7209689B2 (ja) 切削工具
EP2325506A2 (en) Flat head wood screw
CN101811200A (zh) 一种套镗刀
GB2603429A (en) Cutting tool head
CN204339419U (zh) 进给丝杠间隙补偿结构
US20180029199A1 (en) Riveting device for precision assembly
US20190047063A1 (en) Lock bolt collar removal tool
GB2490923A (en) Carcass repair jig for hinges
WO2017202865A1 (fr) Ensemble de soudage notamment de goujons comprenant un pistolet de soudage de goujons et des moyens en forme de gabarit par type de goujon
CN210756781U (zh) 一种铣刀片前角用多角度调节工装
US7056071B2 (en) Bushing repair apparatus for use in repairing a machine gun feeder housing