NL2023659A - Pellet press with cooling system and method of manufacturing pellets - Google Patents

Claims (7)

Conclusies

1. Pelletpers (100) omvattend een rolsteunas (10) met een lengteas (L), waarbij de as (10) aan een rolsteunzijde (12) een einddeel heeft met een diameter DEP dat een lager (20) ondersteunt, en een rotatie-element (48) dat draaibaar is rondom de as (10), waarbij de as (10) voorzien is van een koelkanaal (32) dat een binnendiameter DI heeft en zich uitstrekt langs de lengteas (L), en een koelleiding (34) die zich coaxiaal binnen het koelkanaal (32) uitstrekt en een buitenoppervlak (33) heeft dat zich op een afstand (dw) van een koelkanaalwand (31) bevindt, waarbij het koelkanaal (32) en de koelleiding (34) gesloten zijn aan de rolsteunzijde (12), met het kenmerk dat de rolsteunas (10) verder ten minste een lagerkoelkanaal (30) omvat dat eerste en tweede radiale segmenten (30a, 30b) heeft die zich respectievelijk uitstrekken vanaf een rolsteunzijde positie en vanaf een stroomopwaartse positie van de koelkanaalwand (31), in een radiale richting door het einddeel van de as (10), naar een buitenwaartse eindpositie nabij het lager (20), en dat een derde axiaal segment (30c) heeft dat zich uitstrekt door het einddeel in de axiale richting en de eerste en tweede radiale segmenten (30a, 30b) met elkaar verbindt, en een vloeistofdichting (36), gelegen tussen het buitenoppervlak van de koelleiding (33) en de wand van het koelkanaal (31) op een axiale positie tussen de axiale posities van de eerste en tweede radiale segmenten (30a, 30b) van het lagerkoelkanaal.

2. Pelletpers (100) volgens conclusie 1, waarbij de rolsteunas (10) een hoofdsegment (18) heeft met een kleinere diameter DO dan de diameter DEP van het einddeel, waarbij het einddeel een cilindervormig lagersteunoppervlak (22) en een ringvormig, radiaal georiënteerd eindoppervlak (24) omvat, waarbij de radiale segmenten (30a, 30b) van het lagerkoelkanaal verschaft worden door vanaf het lagersteunoppervlak (22) naar het koelkanaal (32) te boren en het axiale segment (30c) van het lagerkoelkanaal verschaft wordt door te boren vanaf het ringvormige eindoppervlak (24) in een axiale richting.

3. Pelletpers (100) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de segmenten (30a, 30b, 30c) van het lagerkoelkanaal bij het lagersteunoppervlak (22) en bij het radiaal georiënteerde eindoppervlak (24) gesloten zijn door een plugelement (38).

4. Pelletpers (100) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de vloeistofdichting (36) ten minste een O-ring omvat.

5. Pelletpers (100) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de as (10) zich aan een asmontagezijde (11) bevindt die voorzien is van een roteerbare koppeling (15) die connectorelementen (17) omvat voor het verbinden van een vloeistoftoevoerleiding (7) en een vloeistofretourleiding (8) met respectievelijk het koelkanaal (32) en de koelleiding (34).

40 6. Pelletpers (100) volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattend een koelelement (42) en een pomp (40) verbonden met het koelkanaal (32) en de koelleiding (34) voor het toevoeren van gekoelde koelvloeistof aan het kanaal of aan de leiding, een temperatuursensor (44) voor het meten van een koelvloeistoftemperatuur van verhitte retourvloeistof die uit het koelkanaal (32) of uit de koelleiding (34) komt, en een regelaar (46) voor het regelen van de rotatiesnelheid van een aandrijfelement dat gemonteerd is op de rolsteunas via het lager (20) en ingericht is om een geperforeerde trommel (90) die is ondersteund op het einddeel van de as (10) te roteren rondom de lengteas (L) afhankelijk van de gemeten temperatuur.

7. Werkwijze voor het pelletiseren van een kneedbaar materiaal in een pelletpers (100) omvattende een trommel (20) met een geperforeerde wand, ten minste een rol (80) in de trommel (90) die roteerbaar is om een as (R) en samenwerkt met een binnenoppervlak van de trommel (91) om materiaal door de perforaties in de trommelwand te persen en aandrijfmiddelen om de trommel (90) en de as van de ten minste ene rol (80) ten opzichte van elkaar om een as (10) met een trommelrotatie-as (L) te roteren, waarbij de as (10) geconfigureerd is om een afstand (dr) bij te stellen tussen de ten minste ene rol (80) en het inwendige oppervlak van de trommel (91), om een openingsbreedte daartussen te regelen en waarbij de as (10) voorzien is van een koelkanaal (32) met een binnendiameter DI en zich uitstrekt langs de trommelrotatie-as (L}, en een koelleiding (34) die zich coaxiaal binnen het koelkanaal (32) uitstrekt en een buitenoppervlak (33) heeft dat zich op een afstand (dw) van een koelkanaalwand (31) is gelegen, waarbij het koelkanaal (32) en de koelleiding (34) gesloten zijn aan een rolsteunzijde (12), de werkwijze voor het pelletiseren de stappen omvattend van: - het toevoeren van het materiaal in de trommel (90) en het kneden van het materiaal door de trommel te roteren met een trommelrotatiesnelheid, - het door de openingen in de trommelwand dwingen van het materiaal met de rol (80), die een rolrotatiesnelheid heeft, en - het voeren van koelvloeistof door het koelkanaal (32) en de koelleiding (34) om de as (19) af te koelen, met het kenmerk dat de werkwijze verder omvat het meten van een koelvloeistoftemperatuur van verwarmde retourvloeistof afkomstig uit het koelkanaal (32) of de koelleiding (34), en het bijstellen van de trommelrotatiesnelheid, de rolrotatiesnelheid en/of de afstand (dr) tussen de rol (80) en de trommel (90) afhankelijk van de gemeten temperatuur.