NL2023610B1 - Transportsysteem - Google Patents

Transportsysteem Download PDF

Info

Publication number
NL2023610B1
NL2023610B1 NL2023610A NL2023610A NL2023610B1 NL 2023610 B1 NL2023610 B1 NL 2023610B1 NL 2023610 A NL2023610 A NL 2023610A NL 2023610 A NL2023610 A NL 2023610A NL 2023610 B1 NL2023610 B1 NL 2023610B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
opening
transport
gate
bulk products
side wall
Prior art date
Application number
NL2023610A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2023610A (nl
Inventor
Boghaert Maarten
Original Assignee
Bes Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bes Bvba filed Critical Bes Bvba
Publication of NL2023610A publication Critical patent/NL2023610A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2023610B1 publication Critical patent/NL2023610B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/74Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
    • B65G47/78Troughs having discharge openings and closures
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G27/00Jigging conveyors
    • B65G27/04Load carriers other than helical or spiral channels or conduits
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G27/00Jigging conveyors
    • B65G27/34Jigging conveyors comprising a series of co-operating units
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/52Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices
    • B65G47/72Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices transferring materials in bulk from one conveyor to several conveyors, or vice versa

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Branching, Merging, And Special Transfer Between Conveyors (AREA)
  • Discharge Of Articles From Conveyors (AREA)
  • Feeding Of Articles To Conveyors (AREA)

Abstract

Transportsysteem omvattende een transportelement met één of meerdere bodems, en opstaande zijwanden, waarbij de bodems en de opstaande zijwanden samen een goot vormen waarin bulkproducten verplaatsbaar zijn volgens een hoofdstroom, waarbij het transportelement één of meerdere openingen omvat waardoorheen bulkproducten stortbaar zijn, waarbij het transportsysteem een poort omvat voor het afsluiten van een genoemde opening, waarbij deze poort verplaatsbaar is tussen minstens een gesloten stand en een open stand, waarbij de één of meerdere openingen zich uitstrekken ter hoogte van zijwanden en waarbij de poort verschuifbaar verplaatsbaar is langsheen de genoemde opening.

Description

Transportsysteem
Deze uitvinding betreft een transportsysteem voor bulkproducten, zoals voedingsmiddelen, omvattende een transportelement met één of meerdere op elkaar aansluitende transporteenheden, waarbij elke transporteenheid omvat een bodem, een eerste opstaande zijwand en een tweede opstaande zijwand en waarbij deze één of meerdere bodems en deze opstaande zijwanden samen een goot vormen waarin bulkproducten verplaatsbaar zijn volgens een hoofdstroom die zich uitstrekt volgens de goot, waarbij het transportelement een opening omvat waardoorheen bulkproducten stortbaar zijn vanuit het transportelement ter vorming van een zij stroom van bulkproducten, waarbij het transportsysteem een poort omvat voor het afsluiten van de opening, waarbij deze poort verplaatsbaar is tussen minstens een gesloten stand, die de opening nagenoeg volledig afsluit, en een open stand, die de opening minstens gedeeltelijk vrij laat zodat bulkproducten stortbaar zijn vanuit het transportelement doorheen de opening.
Een dergelijk transportsysteem wordt bijvoorbeeld gebruikt voor de verpakking van bulkproducten, waarbij het debiet van de hoofdstroom van bulkproducten groter is dan het maximale debiet dat één verpakkingslijn met één of meerdere verpakkingsmachines aankan. De hoofdstroom wordt daarom afgetakt. Zo kan men de hoofdstroom gaan aftakken in één zij stroom, waarbij bijvoorbeeld dan een eerste verpakkingslijn aansluit op het uiteinde van de hoofdstroom en een tweede verpakkingslijn aansluit op de zij stroom. Men kan ook de hoofdstroom gaan aftakken in meerdere zij stromen, waarbij dan bijvoorbeeld één verpakkingslijn aansluit op elke zij stroom. Deze zij stromen hebben een kleiner debiet dan de hoofdstroom en transporteren de bulkproducten, al dan niet rechtstreeks, naar de verpakkingsmachines. Dergelijke transportsystemen worden bijvoorbeeld gebruikt bij de productie van voedingsmiddelen zoals (diepvries)frieten en chips. Er worden bijvoorbeeld 30 ton frieten/uur of meer geproduceerd door een productielijn. Een verpakkingslijn kan meestal geen 30 ton frieten per uur verwerken. Wanneer de frieten verpakt worden in zakken van 2,5 kg, kan de verpakkingslijn bijvoorbeeld 9 ton frieten/uur verwerken. Wanneer de frieten in zakjes van 450 g worden verpakt, kan de verpakkingslijn bijvoorbeeld 2,5 ton frieten/uur verwerken. Er wordt daarom gebruik gemaakt van meerdere verpakkingslijnen en de hoofdstroom van frieten afkomstig van de productielijn, wordt verdeeld over meerdere zij stromen die elk een verpakkingslijn bevoorraden. Typisch wordt er gebruik gemaakt van 6 a 8 verpakkingslijnen, waarbij het transportelement waarin de frieten worden verplaatst volgens de hoofdstroom, dan respectievelijk 6 of 8 openingen omvat.
Dergelijke transportsystemen kunnen uiteraard ook gebruikt worden voor andere voedingsmiddelen zoals diepvriesgroenten, koekjes, enz. en kunnen ook gebruikt worden voor niet-voedingsproducten die bijvoorbeeld in bulk verpakt worden zoals vaatwastabletten, plastieken voorwerpen, enz.
Bij deze transportsystemen is het belangrijk dat de bulkproducten goed verdeeld worden over de verpakkingsmachines die in werking zijn. Hiervoor maakt men gebraik van een transportelement met één of meerdere openingen, waarbij deze één of meerdere openingen afsluitbaar zijn met behulp van één of meerdere poorten. Door dan bepaalde poorten al dan niet te openen, kan men het debiet van bulkproducten per zij stroom gaan regelen. Deze bestaande transportsystemen hebben echter een aantal nadelen. Tijdens het open en dichtgaan van de poorten kunnen er bulkproducten klem komen te zitten en/of beschadigd worden tussen de poorten en het transportelement. Dit is een groot probleem bij bulkproducten die gevoelig zijn aan breuk, zoals frieten. Wanneer bulkproducten bovendien klem komen te zitten, raakt het transportsysteem ter hoogte van de poort vervuild, waardoor deze transportsystemen vaak gereinigd moeten worden. Ook is de verdeling van de bulkproducten over de één of meerdere openingen niet eenvoudig. Wanneer het transportsysteem over meerdere openingen beschikt, worden doorheen de openingen die meer stroomopwaarts gelegen zijn, vaak teveel bulkproducten afgestort, waardoor de hier ontstane zij stromen een te hoog debiet hebben, terwijl doorheen de openingen stroomafwaarts vaak te weinig bulkproducten vallen. Zo is het goed mogelijk dat nagenoeg alle bulkproducten doorheen één opening vallen, zodat er voor de openingen die erop volgen nagenoeg geen bulkproducten meer zijn. Om dit probleem op te lossen werkt men vaak met grote buffers die aansluiten op de openingen en sluit men dan een genoemde opening af met de respectievelijke poort als de buffer voldoende gevuld is. Echter dit brengt dan weer als probleem mee dat de maximale valhoogte van de bulkproducten, wanneer de buffer leeg is, groot is, waardoor bulkproducten beschadigd kunnen worden. In de buffers kunnen de bulkproducten bovendien samenklitten of in elkaar verstrengeld geraken, waardoor de kwaliteit van de bulkproducten afneemt en/of er verstoppingen kunnen ontstaan.
Het is dan ook een doel van de uitvinding om een dergelijk transportsysteem te vervaardigen, waarbij er minder risico is op schade aan het product en waarbij de verdeling van de bulkproducten over de één of meerdere zij stromen beter verloopt.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien een transportsysteem met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving aangeduide kenmerken, waarbij een genoemde transporteenheid de opening omvat en deze opening zich hoofdzakelijk uitstrekt ter hoogte van de eerste zijwand van deze transporteenheid en waarbij de poort zo verplaatsbaar verbonden is met de transporteenheid dat de poort verschuifbaar verplaatsbaar is langsheen de genoemde opening.
Door hier een genoemde transporteenheid te voorzien van de opening en dit zodanig dat de opening zich hoofdzakelijk en bij voorkeur volledig uitstrekt ter hoogte van een genoemde eerste zijwand, zullen de bulkproducten die tegenaan deze eerste zijwand aanliggen, zich eenvoudig kunnen begeven doorheen deze opening wanneer de poort zich bevindt in zijn open stand. Wanneer het debiet van de hoofdstroom ter hoogte van de opening relatief groot is, is de kans hier groter dan bij de bestaande transportsystemen, dat een deel van de bulkproducten dat zich dichter bij de respectievelijke tweede zijwand bevindt, zich niet doorheen de opening zal begeven en zich dus verder stroomafwaarts zal verplaatsen volgens de hoofdstroom. De verdeling van de bulkproducten kan hierdoor veel beter geregeld worden, waardoor de nood aan een relatief hoge buffer ter hoogte van de opening geringer is. Uiteraard kan men voor de zekerheid nog steeds werken met een buffer.
Door hier te werken met een poort die verschuift langsheen de opening, is de kans dat bulkproducten geklemd raken ter hoogte van de poort, tijdens het openen en dichtgaan van de poort, ook geringer. Dit omdat de poort zich mooi langsheen de opening beweegt. Bij voorkeur is de afstand tussen het gedeelte van de poort dat de opening minstens gedeeltelijk afsluit en het transportelement, gering, zodat er nagenoeg niets tussen de poort en het transportelement kan terechtkomen. Zo schuift bij voorkeur de poort mooi voor de opening voor het afsluiten van de opening, zodat de bulkproducten nagenoeg niet klem kunnen geraken tussen de poort en het transportelement. Met verschuifbaar verplaatsbaar wordt aangeduid dat de poort verschuift langsheen de opening. De vorm van de opening zal hier bepalen hoe deze verschuiving gebeurt. Wanneer de opening zich bijvoorbeeld hoofdzakelijk uitstrekt volgens een vlak, zal de verschuiving dan ook hoofdzakelijk volgens een vlak verlopen. Wanneer de opening zich echter hoofdzakelijk uitstrekt volgens een deel van een cilindermantel, zal de poort zich dan bijvoorbeeld hoofdzakelijk volgens deze cilindermantel gaan verschuiven en zich dus volgens een cirkelboog gaan verschuiven. De vorm van de opening wordt bepaald door de vorm van de eerste zijwand, gezien de opening zich hoofdzakelijk uitstrekt ter hoogte van de eerste zijwand. De eerste zijwand kan zich uitstrekken volgens een vlak. Wanneer de opening zich dan nagenoeg volledig uitstrekt ter hoogte van de eerste zijwand, dan verschuift de poort zich volgens een vlak. De eerste zijwand kan zich ook uitstrekken volgens een deel van een cirkelmantel. Dit doordat de eerste zijwand bijvoorbeeld gevormd wordt uit één gebogen plaatdeel of dit doordat de eerste zijwand meerdere plaatdelen omvat die zich allen volgens de hoofdstroom uitstrekken en zich boven elkaar uitstrekken, waarbij deze plaatdelen zo geplaatst zijn dat ze nagenoeg allen raken aan dezelfde cirkelmantel. Door te werken met meerdere plaatdelen wordt een stevigere zijwand verkregen. Wanneer de opening zich dan nagenoeg volledig uitstrekt ter hoogte van de eerste zijwand, dan verschuift de poort zich bij voorkeur volgens een cirkelboog.
Met een opening kan een opening worden aangeduid die volledig omhuld wordt door het transportelement, maar kan ook een opening worden aangeduid die slechts gedeeltelijk omhuld wordt door het transportelement. Zo kan de opening bijvoorbeeld een uitsparing/inkeping vormen van de genoemde eerste zijwand die aan de bovenkant van deze eerste zijwand is aangebracht. De opening kan zich ook over de volledige hoogte van deze eerste zijwand uitstrekken en zo deze eerste zijwand gaan opdelen in twee wanddelen. Een dergelijk opening is dan enkel onderaan en aan de zijkanten begrensd door het transportelement. Bovenaan is de opening niet begrensd. Echter er zijn ook uitvoeringsvormen mogelijk waarbij de eerste zijwand bovenaan een bovenrand omvat en waarbij deze bovenrand mee de opening begrensd.
De één of meerdere transporteenheden zijn bij voorkeur ‘horizontal motion conveyors’. De één of meerdere transporteenheden kunnen zich zo opeenvolgend achter elkaar uitstrekken dat ze zich uitstrekken volgens een eerste rechte richting. De hoofdstroom strekt zich dan ook uit volgens de eerste richting. Indien er meerdere transporteenheden zijn dan vormt de bodem, de eerste zijwand en de tweede zijwand van elke transporteenheid bij voorkeur een gootdeel, waarbij alle gootdelen dan samen de goot vormen. Elke ‘horizontal motion conveyor’ omvat hier dan bij voorkeur een bodem, een eerste opstaande zijwand en een tweede opstaande zijwand die samen een trilgoot vormen en waarbij alle trilgoten samen de genoemde goot vormen waarin de bulkproducten verplaatsbaar zijn.
Bij voorkeur omvat de eerste zijwand van de genoemde transporteenheid de opening.
Verder bij voorkeur omvat deze eerste zijwand bovenaan een bovenrand en vormt de opening een onderbreking van deze bovenrand. Tijdens het verplaatsen van de poort, kunnen er geen bulkproducten terechtkomen tussen de bovenrand en de poort, gezien er ter hoogte van de poort geen bovenrand is. Hier bij voorkeur is de poort voorzien om hoofdzakelijk naar beneden toe te verschuiven wanneer de poort zich van de gesloten stand naar de open stand begeeft en naar boven toe te bewegen wanneer de poort zich van de open stand naar de gesloten stand begeeft.
Ook verder, in een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm, strekt de opening zich uit over nagenoeg de volledige hoogte van de eerste zijwand, en deelt deze opening zo deze eerste zijwand op in nagenoeg twee wanddelen die zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de hoofdstroom. Hier kunnen indien gewenst, alle bulkproducten die zich tegenaan de eerste zijwand bevinden, zich eenvoudig doorheen de opening begeven en kunnen ook de bulkproducten die zich onderaan de hoofdstroom bevinden terechtkomen in de zij stroom. Hiermee wordt vermeden dat bepaalde bulkproducten de hoofdstroom niet kunnen verlaten. Bij voorkeur strekt de genoemde opening zich uit over de volledige hoogte van de eerste zijwand. Echter er zijn ook uitvoeringsvormen mogelijk waarbij de eerste zijwand bovenaan een bovenrand omvat en waarbij deze bovenrand de genoemde opening begrensd om zo de stevigheid van de transporteenheid te garanderen. Bij voorkeur heeft de eerste zijwand dan een relatief grote hoogte. Indien een genoemde poort meerdere standen kan innemen ten opzichte van de respectievelijke opening, die gelegen zijn tussen de open stand en de gesloten stand, kan men ook eenvoudig de hoeveelheid bulkproducten, die zich doorheen de opening begeven, regelen. Bijvoorbeeld, wanneer het transportelement twee of meerdere genoemde openingen omvat, waarbij deze twee of meerdere openingen zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de hoofdstroom en waarbij bulkproducten stortbaar zijn doorheen deze twee of meerdere openingen ter vorming van twee of meerdere zij stromen, en waarbij de één of meerdere transporteenheden de twee of meerdere openingen omvatten, kan men bij de eerste opening stroomopwaarts dan bijvoorbeeld de poort zo plaatsen dat de opening gedeeltelijk geopend is, dit gezien het debiet van de hoofdstroom hier nog maximaal is. Stroomafwaarts kan men er dan voor opteren om de poorten zo te plaatsen dat de openingen steeds meer vrij zijn. Het debiet van een genoemde zij stroom is hier zeer goed regelbaar.
Bij voorkeur strekt de poort zich hoofdzakelijk uit aan de buitenzijde van het transportelement, dus aan de buitenzijde van de respectievelijke transporteenheid. Met de buitenzijde van het transportelement wordt de zijde van het transportelement aangeduid omvattende de oppervlakken die hoofdzakelijk naar buiten gericht zijn. De naar binnen gericht oppervlakken van het transportelement vormen hoofdzakelijk de begrenzing van de goot waar langsheen de bulkproducten zich begeven in de hoofdstroom. Door de positie van de poort, wordt de stroom van bulkproducten in het transportelement niet gehinderd door de poort. Wanneer de poort zich in de gesloten toestand bevindt, kunnen de bulkproducten zich eenvoudig langsheen de poort voortbewegen en vormt de poort geen obstakel voor de hoofdstroom. Ook tijdens het verplaatsen van de poort, zal de poort hier de bulkproducten niet beschadigen, gezien de poort zich niet in de goot beweegt.
Deze poort kan bij voorkeur meerdere standen innemen ten opzichte van de respectievelijke opening, die gelegen zijn tussen de open stand en de gesloten stand. Hier kan men eenvoudig gaan bepalen hoeveel bulkproducten zich doorheen de opening zullen begeven. Indien in de open stand de poort de opening nagenoeg volledig vrij laat, kan men hier de poort zo plaatsen dat de opening slechts gedeeltelijk is afgesloten. De hoeveelheid bulkproducten die zich per tijdseenheid doorheen de opening begeven, kan men hierdoor goed afregelen en men kan hier ook continue gaan bijregelen.
Bij voorkeur komen de afmetingen van de poort nagenoeg overeen met corresponderende afmetingen van de opening en laat de poort bij de open stand de opening nagenoeg volledig vrij.
Bij voorkeur is de poort verschuifbaar verplaatsbaar volgens een rechte of een cirkelboog, waarbij deze rechte of deze cirkelboog zich nagenoeg uitstrekt in een vlak dat zich loodrecht op de hoofdstroom uitstrekt ter hoogte van de respectievelijke opening. Wanneer de hoofdstroom zich uitstrekt volgens een rechte eerste richting, dan strekt het genoemde vlak zich loodrecht uit op deze richting.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de poort een bovenrand die voorzien is om in de gesloten stand en in gebruik, zich bovenaan uit te strekken, waarbij deze bovenrand voorzien is om naar beneden toe bewogen te worden bij het verplaatsen van de poort vanuit de gesloten stand naar de open stand. Door de poort naar beneden toe te gaan verschuiven langsheen de opening gaat de opening geleidelijk aan open. Eerst kunnen dan de bulkproducten die bovenaan liggen zich doorheen de opening storten, waarna bij het verder naar beneden gaan van de poort ook de lager gelegen bulkproducten zich doorheen de opening kunnen begeven. Tijdens het terug dichtgaan van de poort, dus tijdens het teruggaan naar de gesloten stand, wordt de opening geleidelijk aan afgesloten en is het risico laag dat bulkproducten geklemd raken tussen de poort en het transportelement. Bovendien is er meestal plaats aan de onderzijde van het transportelement, gezien de hoofdstroom zich normaal gezien hoger bevindt dan de zij stromen. Dit omdat de zwaartekracht dan kan meehelpen bij het verplaatsen van de bulkproducten naar de zij stromen.
Bij voorkeur, wanneer de eerste zijwand van de genoemde transporteenheid de opening omvat, en gezien volgens een dwarsdoorsnede doorheen het transportelement ter hoogte van een genoemde opening, strekt, de eerste zijwand zich hoofdzakelijk uit volgens een cirkelboog en is de respectievelijke poort volgens een cirkelboog verplaatsbaar ten opzichte van deze opening, waarbij beide genoemde cirkelbogen zich nagenoeg uitstrekken rondom hetzelfde middelpunt. Hier is het eenvoudig om de poort te verplaatsen langsheen de opening. Tijdens de verplaatsing van de poort blijft de poort ook steeds in de nabijheid van het transportelement zodat het nodige volume van het transportsysteem weinig beïnvloed wordt door de poort. De poort kan bijvoorbeeld tijdens het verplaatsen van de gesloten stand naar de open stand onder de respectievelijke bodem en in de nabijheid van deze bodem bewogen worden.
De poort is bij voorkeur voorzien om bij de verplaatsing van de poort vanuit de gesloten stand naar de open stand, ter hoogte van de onderzijde van de bodem van de transporteenheid bewogen te worden. Tijdens de verplaatsing van de poort, blijft de poort dan steeds in de nabijheid van het transportelement zodat het nodige volume van het transportsysteem weinig beïnvloed wordt door de poort.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm helt, in gebruik, minstens een gedeelte van de bodem van de transporteenheid die de opening omvat, af in de richting van de respectievelijke eerste zijwand. Op deze manier helpt de zwaartekracht mee om de bulkproducten tegen deze eerste zijwand te drukken. Wanneer de poort de opening dan niet afsluit, gaan de bulkproducten eenvoudig afgestort worden doorheen de opening met behulp van de zwaartekracht. Op deze manier wordt verzekerd dat, indien er bulkproducten aanwezig zijn op het transportelement net stroomopwaarts de opening, deze bulkproducten zich ook minstens gedeeltelijk zullen begeven doorheen de opening wanneer deze niet afgesloten is door de poort.
Verder bij voorkeur, in gebruik, maakt het genoemde gedeelte van de bodem dat afhelt, een hoek met een horizontaal vlak gelegen tussen 5° en 25°.
Ook verder bij voorkeur is deze bodem uit minstens twee plaatdelen opgebouwd die zich zijdelings naast elkaar uitstrekken volgens de hoofdstroom, waarbij deze plaatdelen onder een hoek met elkaar verbonden zijn. Deze plaatdelen zijn hier onder een knik met elkaar verbonden, wat de stevigheid van de bodem ten goede komt. Zo kan de bodem drie dergelijke plaatdelen omvatten. Met een extra knik kan men er bovendien voor zorgen dat de bulkproducten zeer goed glijden naar de eerste zijwand en zich dus goed doorheen de opening kunnen begeven wanneer deze niet is afgesloten door de poort.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het transportelement twee of meerdere genoemde openingen, waarbij deze twee of meerdere openingen zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de hoofdstroom en waarbij bulkproducten stortbaar zijn doorheen deze twee of meerdere openingen ter vorming van twee of meerdere zij stromen, waarbij de één of meerdere transporteenheden dan de twee of meerdere openingen omvatten. Deze twee of meerdere openingen strekken zich hier hoofdzakelijk uit ter hoogte van de één of meerdere eerste zijwanden. Zo kan, indien er twee of meerdere transporteenheden zijn, de eerste zijwand van elke transporteenheid één opening omvatten. Een eerste zijwand van een genoemde transporteenheid kan bijvoorbeeld ook twee of meerdere openingen omvatten. Indien er twee of meerdere transporteenheden zijn, moeten niet alle transporteenheden een opening omvatten. De één of meerdere transporteenheden kunnen zich zo opeenvolgend achter elkaar uitstrekken dat ze zich uitstrekken volgens een eerste rechte richting. De hoofdstroom strekt zich dan ook uit volgens de eerste richting en de openingen strekken zich op een afstand van elkaar uit gezien volgens de eerste richting. Indien het transportelement twee of meerdere ‘horizontal motion conveyors’ omvat dan kan elke ‘horizontal motion conveyor’ één enkele genoemde opening omvatten, waarbij verder bij voorkeur dan elke eerste zijwand van elke ‘horizontal motion conveyor’ dan een genoemde opening omvat.
Verder bij voorkeur omvat het transportsysteem een genoemde poort voor elke opening. Op deze manier is elke opening goed afsluitbaar en kan men, indien nodig, eenvoudig het debiet van bulkproducten in één of meerdere zij stromen op nul brengen. Dit is nuttig wanneer een verpakkingslijn tijdelijk niet gebruikt wordt, of gebruikt wordt voor een ander product dan het product dat zich in de hoofdstroom bevindt. Bij voorkeur sluiten de poorten dan hier ook volledig de openingen in de gesloten stand, zodat er geen bulkproducten kunnen lekken doorheen de poorten.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het transportsysteem voor iedere opening een op vangel ement, voor het opvangen van de bulkproducten die zich doorheen de opening begeven, waarbij dit opvangelement een bufferdeel omvat voor het tijdelijk houden van de bulkproducten. Dit bufferdeel zorgt ervoor dat bijvoorbeeld de verpakkingsmachine, die aansluit op de zij stroom, steeds voldoende voorzien wordt van bulkproducten. Met behulp van een bufferdeel kan men ook tijdelijk meer bulkproducten gaan houden indien nodig. Hierdoor kan men de frequentie van het openen en sluiten van een genoemde poort gaan minimaliseren.
Bij voorkeur omvat het transportsysteem voor iedere opening een opvangelement, voor het opvangen van de bulkproducten die zich doorheen de opening begeven, waarbij een genoemd opvangelement een opvangvlak omvat, waarbij dit opvangvlak in gebruik is opgesteld in de nabijheid van de respectievelijke eerste zijwand, zodat bulkproducten, die zich doorheen de respectievelijke opening begeven, op dit opvangvlak terechtkomen en waarbij dit opvangvlak in gebruik een helling maakt met het horizontaal vlak gelegen tussen 10° en 60°. Dit opvangvlak is hier naast de opening opgesteld. Met behulp van de genoemde helling kan men de bulkproducten eenvoudig gaan afvoeren, bijvoorbeeld naar een bijkomend transportelement dat zich onder het eerst genoemde transportelement bevindt en dit zonder dat de valhoogte van de bulkproducten te hoog is. De bulkproducten worden namelijk geleidelijk aan via de helling van het opvangvlak verder geleid. Indien gewenst kan men dit opvangvlak zeer dicht bij de opening positioneren op een afstand die toelaat dat de bulkproducten zich vlot doorheen de opening bewegen, maar die toch voldoende dichtbij is zodat de valhoogte beperkt is. Dit is zeker zo indien de poort die de opening kan afsluiten, verschuifbaar verplaatsbaar is volgens een cirkelboog die zich nagenoeg uitstrekt in een vlak loodrecht op de hoofdstroom ter hoogte van de respectievelijke opening en die naar beneden toe beweegt bij het openen van de opening. Hier zal de poort zich onderaan de respectievelijke bodem bewegen in de nabijheid van deze bodem, waardoor het opvangvlak dicht bij de opening kan worden opgesteld. De minimale afstand tussen de opening het respectievelijke opvangvlak kan bijvoorbeeld kleiner zijn dan 30 cm.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, waarbij het transportelement twee of meerdere genoemde openingen omvat, omvat het transportsysteem een retour transportelement, waarbij dit retour transportelement enerzijds aansluit op de achterzijde van het transportelement gezien volgens de hoofdstroom, en anderzijds aansluit op het transportelement ter hoogte van een positie die zich uitstrekt tussen twee genoemde openingen, voor het brengen van de bulkproducten op het uiteinde van de hoofdstroom naar de genoemde positie. Wanneer er op het uiteinde van het transportelement, dus na de openingen gezien volgens de hoofdstroom, zich nog bulkproducten op het transportelement bevinden, kunnen deze bulkproducten terug worden gebracht op een andere positie in de hoofdstroom, zodat deze bulkproducten terug gaan passeren bij één of meerdere openingen en zo alsnog terechtkomen in een zij stroom. Door hier de bulkproducten niet terug te brengen naar de voorzijde van het transportelement, maar op een positie die zich tussen twee genoemde openingen bevindt, is de kans ook groter dat het debiet van de hoofdstroom reeds is afgenomen doordat de hoofdstroom reeds langsheen één of meerdere (half) geopende openingen is gepasseerd. De kans is hierdoor groter dat de bulkproducten, die teruggebracht worden op de genoemde positie, terechtkomen in een zij stroom en niet terug terechtkomen ter hoogte van de achterzijde van het transportelement. Hiermee wordt bekomen dat de meeste bulkproducten maximaal éénmaal teruggebracht worden met behulp van het retour transportelement, waardoor de kans op breuk van de bulkproducten en/of de kans op (bacteriologische) verontreiniging kleiner is.
Verder bij voorkeur strekt de genoemde positie zich uit in de nabijheid van de stroomopwaarts gelegen opening gezien volgens de hoofdstroom. Indien deze laatstgenoemde opening niet wordt afgesloten door zijn respectievelijk poort, zullen bulkproducten zich doorheen de opening begeven. Dit betekent dat net na de opening en ter hoogte van de respectievelijke eerste zijwand, er weinig bulkproducten zich op het transportelement zullen bevinden. Indien de genoemde positie zich dan ook nog uitstrekt ter hoogte van deze eerste zijwand, wordt zeer goed verzekerd dat bij de volgende niet afgesloten opening, de teruggebrachte bulkproducten als eerste in de zij stroom terechtkomen. Hiermee wordt nog beter verzekerd dat de meeste bulkproducten maximaal éénmaal teruggebracht worden met behulp van het retour transportelement, waardoor de kans op breuk van bulkproducten en/of de kans op (bacteriologische) verontreiniging kleiner is.
In de hierna volgende beschrijving worden transportsystemen volgens deze uitvinding in detail beschreven. De enige bedoeling van deze gedetailleerde beschrijving is aan te duiden hoe de uitvinding kan gerealiseerd worden en de bijzondere kenmerken van de uitvinding te illustreren en zo nodig nog meer te verduidelijken. Deze beschrijving kan dus niet aanzien worden als een beperking van de draagwijdte van deze octrooibescherming. Ook het toepassingsgebied van de uitvinding kan op basis van de hierna volgende beschrijving niet beperkt worden.
In deze beschrijving wordt verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarbij
-Figuur 1 een perspectiefvoorstelling is van een gedeelte van een transportsysteem volgens de uitvinding, ter hoogte van een door een poort afsluitbare opening, waarbij de poort zich in de gesloten toestand bevindt;
-Figuur 2 een perspectiefvoorstelling is van hetgeen weergegeven is in figuur 1, waarbij de poort zich in een halfopen toestand bevindt;
-Figuur 3 een perspectiefvoorstelling is van hetgeen weergegeven is in figuur 1, waarbij de poort zich in een open toestand bevindt;
-Figuur 4 een schets is van een dwarsdoorsnede van het transportsysteem ter hoogte van de opening.
-Figuur 5 een schematische weergave is van een stroom van bulkproducten die met behulp van het transportsysteem wordt verplaatst.
In de figuren wordt een transportsysteem voor bulkproducten (9) volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding deels weergegeven. Dit transportsysteem wordt specifiek gebruikt om frieten (9) te transporteren en te verdelen over acht verpakkingslijnen. Frieten (9) worden aan een relatief hoog debiet geproduceerd, waarna ze verpakt worden. Gezien de verpakkingslijnen slechts een beperkt debiet aan frieten (9) kunnen verwerken, worden de frieten (9) over meerdere verpakkingslijnen verdeeld. Hiervoor wordt er gebaiik gemaakt van het transportsysteem.
Dit transportsysteem omvat een transportelement met 8 transporteenheden, waarbij deze transporteenheden ‘horizontal motion conveyors’ zijn, die voorzien is om frieten (9), afkomstig van een productielijn, over een bepaalde afstand te gaan transporteren volgens een hoofdstroom (A) die zich uitstrekt volgens een eerste richting. Deze ‘horizontal motion conveyors’ strekken zich opeenvolgend op elkaar aan.
Elke ‘horizontal motion conveyor’ omvat een bodem (1), een eerste opstaande zijwand (2) en een tweede op staande zijwand (3). Elke ‘horizontal motion conveyor’ omvat één opening (4) waardoorheen frieten (9) stortbaar zijn, zodat 8 openingen (4) zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de eerste richting. De frieten (9) die zich doorheen de openingen (4) begeven, vormen hier zij stromen (B) van de hoofdstroom (A), zodat de frieten (9) verdeeld kunnen worden over maximaal 8 zij stromen (B). Het transportsysteem omvat voor elke opening (4) een poort (5) voor het afsluiten van de respectievelijke opening (4), waarbij deze poort (5) continue verplaatsbaar is tussen twee eindstanden, zijnde een gesloten stand, waarbij de poort (5) de respectievelijk opening (4) volledig afsluit en een open stand, waarbij de poort (5) de respectievelijk opening (4) nagenoeg volledig vrij laat zodat frieten (9) ongehinderd stortbaar zijn vanuit het transportelement doorheen de genoemde opening (4). Deze openingen (4) strekken zich uit over de volledige hoogte van de respectievelijke eerste zijwand (2) en vormen zo onderbrekingen van deze eerste zijwanden (2). Elke eerste zijwand (2) wordt zo opgedeeld in 2 wanddelen.
Elke eerste zijwand (2) omvat 4 plaatdelen die zich uitstrekken volgens de eerste richting en zo met elkaar verbonden zijn dat de 4 plaatdelen allen raken aan dezelfde cilindermantel en dwarsdoorsnedes van de eerste zijwand (2) zich dus hoofdzakelijk volgens een cirkelboog uitstrekken. Elke poort (5) is verschuifbaar verplaatsbaar langsheen zijn respectievelijke opening (4). Hier is dan de poort (5) verschuifbaar volgens een cirkelboog (C). De poorten (5) zijn verschuifbaar verplaatsbaar verbonden met de respectievelijke transporteenheden en dit met behulp van een verplaatsingsmechanisme (11). Dit verplaatsingsmechanisme (11) omvat onder andere een aandrijfmotor, tandwielen en tandlatten. De aandrijfmotor drijft de tandwielen aan, waardoor de tandlatten verplaatsbaar zijn. De poorten (5) zijn verbonden met de respectievelijke tandlatten.
Elke eerste zijwand (2) omvat een bovenrand (6) en wanneer de respectievelijke poort (5) zich in de gesloten stand bevindt, ligt de bovenrand (10) van de poort (5) in het verlengde van de bovenrand (6) van de eerste zijwand (2). Tijdens de overgang naar de open stand, beweegt de bovenrand (10) van de poort (5) zich naar beneden toe zodat de opening (4) geleidelijk aan wordt vrijgegeven. Men kan hier de beweging van de poort (5) volgens de cirkelboog (C) gaan regelen zodat men er ook voor kan kiezen om de opening (4) slechts gedeeltelijk vrij te laten (zie figuur 2). Mogelijke standen van de poort (5) worden weergegeven in figuren 1 tot 3.
Door deze opstelling en mogelijke beweging van de poort (5), is het risico zeer klein dat frieten (9) tussen de transporteenheid en de poort (5) klem komen te zitten. De kans op breuk van frieten (9) en vervuiling van de transporteenheid door frieten (9) is hierdoor laag. In de open stand bevindt een genoemde poort (5) zich hier nagenoeg volledig onder zijn respectievelijke transporteenheid en dit ter hoogte van de bodem (1) van deze transporteenheid, waardoor men niet veel volume moet gaan voorzien onder het transportelement om de werking van de poorten (5) te verzekeren. Elke bodem (1) maakt een helling van nagenoeg 15° met het horizontaal vlak in de richting van de eerste zijwand (2), zodat de frieten (9) met behulp van de zwaartekracht zeer goed doorheen de openingen (4) kunnen vallen.
Verder omvat het transportsysteem per opening (4) een opvangelement (7) met een opvangvlak (8), waarbij dit opvangvlak (8) dan is opgesteld in de nabijheid van de opening (4) (zie figuur 4). Dit opvangvlak (8) maakt een hoek van nagenoeg 45° met een horizontaal vlak en is zo opgesteld dat de frieten (9) die zich doorheen de opening (4) begeven, op het opvangvlak (8) terechtkomen. Dit opvangelement (7) sluit dan, al dan niet rechtstreeks, aan op een verpakkingslijn waar de frieten (9) in zakjes worden verpakt. Deze verpakkingslijn kan bijvoorbeeld een goot, een meerkopsweger, een verpakkingsmachine, enz. omvatten. De opvangelementen (7) doen ook dienst als buffer zodat de stroom van frieten (9) naar de verpakkingslijnen verzekerd wordt.
Verder omvat het transportsysteem een retour transportelement, waarbij dit retour transportelement enerzijds aansluit op de achterzijde van het transportelement gezien volgens de hoofdstroom (A), en anderzijds aansluit op het transportelement ter hoogte van een positie die zich uitstrekt tussen de derde en de vierde opening (4) (zie figuur 5 van links gezien) voor het brengen van de frieten (9) op het uiteinde van de hoofdstroom (A) naar de genoemde positie volgens een retourstroom (D). De genoemde positie bevindt zich net na de derde opening (4) en strekt zich uit ter hoogte van de eerste zijwand (2).
Bij dit transportsysteem komen de frieten (9) met een relatief hoog debiet terecht op het transportelement en dit vanuit een productielijn. Het transportelement verplaatst hier de frieten (9) volgens de hoofdstroom (A). Naargelang welke verpakkingslijnen in werking zijn en naargelang de gebruikte verpakkingen (500 g, 1 kg, 2,5 kg, enz.) moeten er meer of minder frieten (9) gebracht worden naar de verschillende verpakkingslijnen. Dit betekent dat niet alle zij stromen (B) hetzelfde debiet moeten hebben. Om een optimale werking van de verpakkingslijnen te garanderen, maakt men gebruik van de poorten (5) om zo het debiet van de zij stromen (B) te gaan regelen. Bepaalde poorten (5) kunnen zich in de volledig open stand bevinden, bepaalde poorten (5) kunnen zich in de gesloten stand bevinden en andere poorten (5) kunnen zich in halfopen standen bevinden. Ook tijdens het verplaatsen van de frieten (9) kunnen de poorten (5) gaan bewegen naar de gewenste stand. Doordat elke bodem (1) afhelt in de richting van de respectievelijke eerste zijwand (2) zal een bepaald percentage van de frieten (9) dat verplaatst wordt volgens de hoofdstroom (A), zich gaan begeven door een opening (4) die ze passeren, wanneer de opening (4) zich in de open stand bevindt. Indien deze opening (4) zich in een halfopen stand bevindt, kan dit percentage lager zijn. Hier kan men dus zeer goed het debiet van de zij stromen (B) gaan regelen.

Claims (14)

Conclusies
1. Transportsysteem voor bulkproducten (9), zoals voedingsmiddelen, omvattende een transportelement met één of meerdere op elkaar aansluitende transporteenheden, waarbij elke transporteenheid omvat een bodem (1), een eerste opstaande zijwand (2) en een tweede opstaande zijwand (3) en waarbij deze één of meerdere bodems (1) en deze opstaande zijwanden (2, 3) samen een goot vormen waarin bulkproducten (9) verplaatsbaar zijn volgens een hoofdstroom (A) die zich uitstrekt volgens de goot, waarbij het transportelement een opening (4) omvat waardoorheen bulkproducten (9) stortbaar zijn vanuit het transportelement ter vorming van een zij stroom (B) van bulkproducten (9), waarbij het transportsysteem een poort (5) omvat voor het afsluiten van de opening (4), waarbij deze poort (5) verplaatsbaar is tussen minstens een gesloten stand, die de opening (4) nagenoeg volledig afsluit, en een open stand, die de opening (4) minstens gedeeltelijk vrij laat zodat bulkproducten (9) stortbaar zijn vanuit het transportelement doorheen de opening (4), met het kenmerk dat een genoemde transporteenheid de opening (4) omvat en deze opening (4) zich hoofdzakelijk uitstrekt ter hoogte van de eerste zijwand (2) van deze transporteenheid en dat de poort (5) zo verplaatsbaar verbonden is met de transporteenheid dat de poort (5) verschuifbaar verplaatsbaar is langsheen de genoemde opening (4).
2. Transportsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de één of meerdere transporteenheden één of meerdere horizontal motion conveyors zijn.
3. Transportsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de eerste zijwand (2) van de genoemde transporteenheid de opening (4) omvat.
4. Transportsysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk dat deze eerste zijwand (2) bovenaan een bovenrand (6) omvat en dat de opening (4) een onderbreking vormt van deze bovenrand (6).
5 16. Transportsysteem volgens conclusie 13 of volgens conclusie 13 en conclusie
5. Transportsysteem volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de opening (4) zich uitstrekt over nagenoeg de volledige hoogte van de eerste zijwand (2), en de opening (4) zo deze eerste zijwand (2) opdeelt in nagenoeg twee wanddelen die zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de hoofdstroom (A).
6. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de poort (5) zich hoofdzakelijk uitstrekt aan de buitenzijde van het transportelement.
7. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de poort (5) meerdere standen kan innemen ten opzichte van de opening (4), die gelegen zijn tussen de open stand en de gesloten stand.
8. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de afmetingen van de poort (5) nagenoeg overeenkomen met de corresponderende afmetingen van de opening (4) en dat de poort (5) bij de open stand de opening (4) nagenoeg volledig vrij laat.
9. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de poort (5) een bovenrand (10) omvat die voorzien is om in de gesloten stand en in gebruik, zich bovenaan uit te strekken, waarbij deze bovenrand (10) voorzien is om naar beneden toe bewogen te worden bij het verplaatsen van de poort (5) vanuit de gesloten stand naar de open stand.
10. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de eerste zijwand (2) van de genoemde transporteenheid de opening (4) omvat, en dat gezien volgens een dwarsdoorsnede doorheen het transportelement ter hoogte van een genoemde opening (4), deze eerste zijwand (2) zich hoofdzakelijk uitstrekt volgens een cirkelboog en dat de respectievelijke poort (5) volgens een cirkelboog (C) verplaatsbaar is ten opzichte van deze opening (4), waarbij beide genoemde cirkelbogen (C) zich nagenoeg uitstrekken rondom hetzelfde middelpunt.
11. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de poort (5) voorzien is om bij de verplaatsing van de poort (5) vanuit de gesloten stand naar de open stand, ter hoogte van de onderzij de van de bodem (1) van de transporteenheid bewogen te worden.
12. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in gebruik, minstens een gedeelte van de bodem (1) van de transporteenheid die de opening (4) omvat, afhelt in de richting van de respectievelijke eerste zijwand (2).
13. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het transportelement twee of meerdere genoemde openingen (4) omvat, waarbij deze twee of meerdere openingen (4) zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de hoofdstroom (A) en waarbij bulkproducten (9) stortbaar zijn doorheen deze twee of meerdere openingen (4) ter vorming van twee of meerdere zij stromen (B) en dat de één of meerdere transporteenheden de twee of meerdere genoemde openingen (4) omvatten.
14. Transportsysteem volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het transportsysteem een genoemde poort (5) omvat voor elke opening (4).
15. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het transportsysteem voor iedere opening (4) een opvangelement (7) omvat, voor het opvangen van de bulkproducten (9) die zich doorheen de opening (4) begeven, waarbij dit opvangelement (7) een bufferdeel omvat voor het tijdelijk houden van de bulkproducten (9).
14 en/of 15, met het kenmerk dat het transportsysteem een retour transportelement omvat, waarbij dit retour transportelement enerzijds aansluit op de achterzijde van het transportelement gezien volgens de hoofdstroom (A), en anderzijds aansluit op het transport element ter hoogte van een positie 10 die zich uitstrekt tussen twee genoemde openingen (4), voor het brengen van de bulkproducten (9) op het uiteinde van de hoofdstroom (A) naar de genoemde positie.
NL2023610A 2018-08-13 2019-08-06 Transportsysteem NL2023610B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185565A BE1026535B1 (nl) 2018-08-13 2018-08-13 Transportsysteem

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2023610A NL2023610A (nl) 2020-02-20
NL2023610B1 true NL2023610B1 (nl) 2020-05-01

Family

ID=63350295

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2023610A NL2023610B1 (nl) 2018-08-13 2019-08-06 Transportsysteem

Country Status (5)

Country Link
US (1) US11518624B2 (nl)
BE (1) BE1026535B1 (nl)
CA (1) CA3107209A1 (nl)
NL (1) NL2023610B1 (nl)
WO (1) WO2020035771A1 (nl)

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6119849A (en) * 1999-02-17 2000-09-19 Paul A. Svejkovsky Linear motion conveyor with gate mechanism and method
US6378688B1 (en) * 1999-02-17 2002-04-30 Paul A Svejkovsky Proportional gate mechanism for a conveyor and method
JP5089934B2 (ja) * 2006-07-14 2012-12-05 株式会社イシダ 搬送装置
AU2012201646B2 (en) * 2011-04-14 2016-05-26 Tna Australia Pty Limited A slip conveyor
ITRM20130107A1 (it) * 2012-03-19 2013-09-20 Tna Australia Pty Ltd Gruppo convogliatore.
EP3245488B1 (en) * 2015-01-16 2019-06-05 Heat And Control, Inc. Method of controlling a rate at which an upstream process feeds a conditioned product to a downstream process
US9630786B1 (en) * 2016-03-25 2017-04-25 Karen Sue Svejkovsky Conveyor method and system for conveying and managing a food inventory

Also Published As

Publication number Publication date
WO2020035771A1 (en) 2020-02-20
NL2023610A (nl) 2020-02-20
BE1026535A1 (nl) 2020-03-06
CA3107209A1 (en) 2020-02-20
US20210261356A1 (en) 2021-08-26
US11518624B2 (en) 2022-12-06
BE1026535B1 (nl) 2020-03-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2690314B2 (ja) ホッパーの排出装置
US8985341B2 (en) System and method for grading articles and selectively mixing graded articles
NL1031861C2 (nl) Transporteursamenstel met uitwerpvoorziening, een documentverwerkingslijn voorzien van een dergelijk transporteursamenstel, alsmede een werkwijze om producten uit te werpen.
JP6781147B2 (ja) 清掃可能なダイバータ
NL2023610B1 (nl) Transportsysteem
CN104369889B (zh) 一种杯装产品自动装箱设备
NO178060B (no) Fordelings- og overföringsanordning for gjenstander
US6533126B1 (en) Produce sizing transport mechanism
US20230106762A1 (en) Slack separation apparatus and method
NL2000049C2 (nl) Transportinrichting.
EP2933615A1 (en) System and method for batching and/or weighing a plurality of products
EP3622824A1 (en) Sifter for sprinkling material
NL1036829C2 (nl) Inrichting voor het verzamelen van vruchten tijdens het oogsten ervan.
WO1990008721A1 (en) Automated storage system
JP4715007B2 (ja) 長物選別箱詰め装置
JP2008019075A (ja) 搬送装置
NL8100907A (nl) Afvoer- en doseerinrichting voor in het bijzonder klontenvormend voeder.
NL1020511C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een laag van bekledingsmateriaal en bekledingsinrichting.
NL2003741C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het rangschikken van reeksen producten.
NL1019265C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een laag van bekledingsmateriaal en bekledingsinrichting.
NL2024205B1 (nl) Overbrenginrichting, en werkwijze
JP2024506096A (ja) 仕分け装置
CN212863213U (zh) 加工机入料结构
US2746594A (en) Endless conveyer
JP7094645B2 (ja) 物品整列装置