NL2023475B1 - Draaitrommeloven voor het verdampen van thermoplastisch afval - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op een draaitrommeloven (1) voor het openbreken en verdampen van verkleind kunststof afval, bestaande uit een cilindrisch ovenhuis (2) waarvan de wand op de betreffende verdampingstemperatuur verwarmbaar is. Het ovenhuis (2) is om een lengteas (X-X) draaibaar is gelagerd. Binnen het ovenhuis (2) is een in de lengterichting van het ovenhuis lopende vast opgestelde invoerinrichting (5) voor het verkleinde kunststof afval geplaatst. De invoerinrichting (5) steekt ten minste eenzijdig met een beladingssectie (6) door een toevoeropening aan een kopse kant van het ovenhuis (2) uit, welke beladingssectie (6) verbonden kan worden met een materiaaltoevoerinrichting (7). In het ovenhuis (2) is aan het uiteinde dat tegenover de toevoeropening ligt een gasafzuigopening (20) gelegen. De invoerinrichting omvat een transportinrichting (5) en een transportbuis (8), die zich over de totale lengte van het ovenhuis (2) uitstrekt, waarin de transportinrichting (5) voor het verkleinde kunststof afval dusdanig is geplaatst, dat het kunststof afval vanuit de beladingssectie (6) in lengterichting door het ovenhuis (2) wordt bewogen. De transportbuis (8) heeft een buitenhuls (10) die zodanig is uitgevoerd dat in het inwendige van de transportbuis (8) een bedrijfstemperatuur onder de smelttemperatuur van het verkleinde kunststof materiaal heerst. In de transportbuis (6) met inbegrip van de huls (10) zijn uitvoeropeningen (16, 16a, 16b, 16c, 16d, 16e) voor het verkleinde kunststof materiaal dusdanig geplaatst dat het verkleinde kunststof materiaal uit de uitvoeropeningen (16, 16a, 16b, 16c, 16d, 16e) direct op de tegenoverliggende binnenzijde van het ovenhuis (2) valt.

Description

Korte aanduiding: Draaitrommeloven voor het verdampen van thermoplastisch afval Deze uitvinding heeft betrekking op een draaitrommeloven volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke draaitrommeloven is bijvoorbeeld bekend uit DE 10 2014 109 579.0A1. Daar wordt het te verdampen materiaal met behulp van een lans in het ovenhuis geblazen, waarbij een gerichte materiaalstroom richting de binnenwand van het ovenhuis wordt opgewekt. Deze inrichting is geschikt voor het verdampen van materiaaldeeltjes.

Deze uitvinding heeft ten doel te voorzien in een draaitrommeloven die geschikt is voor het smelten van vlakke materiaalplaatjes, waarbij in het bijzonder thermoplastisch kunststofmateriaal wordt toegepast.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door de kenmerken van conclusie

1. Door de uitvinding kan vlak plaatvormig materiaal met een toevoerhoeveelheid van ten minste 1500 kg per uur in de ovenruimte worden verdampt, waarbij een gelijkmatige bedekking van de verwarmde binnenwand van het ovenhuis wordt verkregen. Door het ontwerp van de uitvoeropeningen en de thermische isolatie van de transportbuis wordt gewaarborgd dat een verstopping van de uitvoeropeningen wordt vermeden, zodat grote onderhoudsintervallen mogelijk zijn. Bovendien kan door de besturing van de temperatuur van de wanden van het ovenhuis het betreffende verbrandings- of verdampingsproduct worden gestuurd, waarbij hoe hoger de verdampingstemperatuur is, des te meer gassen er gevormd worden, en hoe lager de verbrandings- of verdampingstemperatuur is, des te meer paraffine er gewonnen wordt.

Voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding staan in de afhankelijke conclusies. Aan de hand van het in de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeeld wordt de uitvinding toegelicht. Getoond worden: Figuur 1, een langsdoorsnede van een draaitrommeloven volgens de uitvinding,

Figuur 2, een dwarsdoorsnede ter plaatse van snijlijn II-I1 in figuur 1 door een transportbuis volgens de uitvinding zonder transportinrichting en Figuur 3, een langsdoorsnede door een alternatieve uitvoeringsvorm van een draaitrommeloven volgens de uitvinding.

In de verschillende figuren van de tekening zijn dezelfde onderdelen telkens voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

Met betrekking tot de navolgende beschrijving wordt opgemerkt dat de uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvoorbeelden en daarbij niet tot alle of meerdere kenmerken van de beschreven kenmerkcombinaties; daarentegen is elk afzonderlijk kenmerk van het of elk uitvoeringsvoorbeeld ook los van alle andere in samenhang daarmee beschreven deelkenmerken op zichzelf en ook in combinatie met willekeurige kenmerken van een ander uitvoeringsvoorbeeld van belang voor het onderwerp van de uitvinding.

Figuur 1 toont een draaitrommeloven 1 volgens de uitvinding, die ten minste een indirect te verwarmen ovenhuis 2 omvat, dat draaibaar om een oven-lengteas X-X is gelagerd. Het ovenhuis 2 is uitgevoerd als holle cilinder en is aan de beide kopse uiteinden ervan afgesloten door middel van een ovendeksel 3, 4. Het ovenhuis wordt door middel van bij voorkeur een zich buiten het ovenhuis bevindende verwarmingsinrichting verwarmd tot een temperatuur, om kunststof afvaldeeltjes die zich op de binnenzijde van het verwarmde ovenhuis bevinden door verdamping open te breken. Binnen het ovenhuis bevindt zich een transportinrichting 5 die zich in lengterichting van het ovenhuis 2 uitstrekt, waarbij de van kunststof afval vervaardigde verkleinde kunststof deeltjes door middel van deze transportinrichting 5 in het cilindervormige ovenhuis worden gebracht. Deze transportinrichting 5 loopt door het midden van het door deksel 3 afgesloten kopse uiteinde, door een toevoeropening van het kopse uiteinde in lengterichting het ovenhuis 2 in, waarbij een beladingssectie 6 uit het ovenhuis steekt, die kan worden verbonden met een materiaaltoevoerinrichting 7. Bij de kunststof afvaldeeltjes gaat het om thermoplastisch kunststofmateriaal in de vorm van kunststof plaatjes die door verkleining, bijvoorbeeld met een messenversnipperaar uit baalmateriaal worden verkregen.

De invoerinrichting ofwel transportinrichting 5 omvat een transportbuis 8, die in lengterichting door het midden van het ovenhuis 2 is gevoerd. De transportbuis 8 steekt ten minste aan een zijde uit het ovenhuis 2 en loopt tot onder een materiaaltoevoer 7 van de materiaaltoevoerinrichting 7. De transportrichting loopt bij voorkeur aan beide zijden uit het ovenhuis 2 ter plaatse van de kopse uiteinden ervan, en de uit het ovenhuis 2 uit de deksels 3, 4 naar buiten voerende secties zijn bijvoorbeeld met elkaar verbonden, zodat een eindloze transportinrichting wordt gevormd.

De in de transportrichting y liggende bij deksel 4 naar buiten gevoerde sectie kan alternatief echter ook als overloop dienstdoen alwaar overtollig materiaal wordt weggevoerd.

De transportbuis 8 is doelmatig van staal, in het bijzonder van roestvast staal en heeft in het bijzonder een inwendige diameter van 15 tot 20 cm. In het bijzonder wordt de transportbuis 8 ten minste in de binnenruimte van het ovenhuis 2 omhuld door een thermisch isolerende buitenhuls 10, die voorzien is van een staalmantel 11, waarbij de staalmantel 10 op een afstand van de transportbuis 8 is geplaatst, zodat tussen beide onderdelen een afstand en daarmee een tussenruimte aanwezig is. In deze tussenruimte 12 kan een koelmiddel, bijvoorbeeld water, worden ingebracht zodat dit koelmiddel van het ene uiteinde van de transportbuis 8 naar het andere uiteinde kan worden gepompt. Doelmatig wordt hierbij gedemineraliseerd water toegepast. In het bijzonder wordt de staalmantel 11 omhuld door een isolatielaag 13. Doelmatig bestaat de isolatielaag 13 uit een mineraal materiaal, bijvoorbeeld steenwol. Voorts is het van voordeel wanneer de isolatielaag 13 wordt omhuld door een hulslaag 14 van aluminiumfolie. Deze hulslaag 14 zorgt voor een verlaagde IR- straling vanwege het lage emissievermogen ervan. De hulslaag 14 wordt omsloten door een mantel 15 die in het bijzonder van staal is. Deze mantel 15 is aan de in de binnenruimte van het ovenhuis 2 heersende temperatuur blootgesteld.

Doelmatig heeft de wand van het ovenhuis een wandtemperatuur van 600°C tot 700°C. De inwendige diameter van het cilindrische ovenhuis 2 bedraagt bijvoorbeeld 70 cm tot 100 cm. Het toerental van het ovenhuis 2, waarmee het ovenhuis 2 om de vast opgestelde transportinrichting 5 draait bedraagt bijvoorbeeld 10 tot 20 toeren per minuut. De buitendiameter van de transportinrichting 5, inclusief de buitenhuls 10 bedraagt bij voorkeur 30 cm. In de transportbuis 8 en inde buitenhuls 8 zijn in lengterichting na elkaar liggende uitvoeropeningen 16, 16a, 16b, 16c, 16d en 16e gevormd. Deze uitvoeropeningen 16, 16a, 16b, 16c, 16d en 16e verschillen van grootte, waarbij de grootte van deze uitvoeropeningen 16, 16a, 16b, 16c, 16d en 18e in transportrichting y van de transportrichting toeneemt. De uitvoeropeningen 16, 16a, 16b, 16¢, 16d en 16e kunnen ten opzichte van elkaar dezelfde of een onderscheidenlijke vorm hebben, en hebben in het bijzonder een rechthoekige, cirkelvormige of ovale vorm. De uitvoeropeningen 16, 16a, 16b, 16c, 16d en 16e zijn met voordeel aan de inwendige omtrek van de transportbuis 8 wat betreft omvang verzet ten opzichte van elkaar geplaatst.

In de binnenruimte 8a van de transportbuis 8 bevindt zich de transportinrichting 5, die in het bijzonder als transportinrichting met een ketting ba is uitgevoerd. Deze transportinrichting 5 kan als alternatief ook als transportinrichting met een schroef zijn uitgevoerd, zie figuur 3. De snelheid van de transportinrichting met een ketting 5a ligt bij 1m/min tot 20m/min, in het bijzonder bij 18 m/min.

Het te transporteren materiaal wordt in de vorm van materiaalplaatjes uit de materiaalinlaat 9 met behulp van overdruk, bijvoorbeeld van een inert gas of aardgas in de transportbuis 8 op de transportinrichting 5 gebracht. De via de materiaaltoevoer 8 ingebrachte hoeveelheid bedraagt bijvoorbeeld 350 g per seconde. De transportinrichting met een ketting 5a betreft hier een eindloze ketting, die bijvoorbeeld op een ringbaan in transportbuis 8 verloopt, zodat de transportbuis 8 zelf eveneens op een ringbaan ligt. Hierbij loopt de transportinrichting met een ketting 5a naar het doorlopen van de draaitrommeloven 1 bijvoorbeeld nog door een reinigingsstation en een koelstation. De transportinrichting met een ketting 5a heeft op afstand van elkaar, in het bijzonder loodrecht ten opzichte van de transportrichting vy lopende schotels 5b, waarbij de afstand bijvoorbeeld 20 cm bedraagt. Deze schotels 5b zijn aan de dwarsdoorsnede van de binnenruimte van de 5 transportbuis 8 aangepast. De schotels 5b verhinderen dat gassen terug in de binnenruimte van de transportbuis 8 kunnen treden. De schotels 5b zijn elk verbonden met ketting 5c van transportinrichting met een ketting 5a. De schotels 5b hebben bijvoorbeeld een diameter van 15 cm, net zoals de inwendige diameter van de transportbuis 8.

De uitvoeropeningen 16, 16a, 16b, 16c, 16d en 16e zijn in dwarsdoornede trechtervormig uitgevoerd waarbij deze naar buiten toe wijder worden. Aan de binnenwand ervan zijn de uitvoeropeningen 16, 16a, 16b, 16c, 16d en 16e bekleed met een beschermlaag, in het bijzonder van staal. Deze beschermlaag 17 is aan één uiteinde verbonden met de transportbuis 8. Aan het andere uiteinde is bij de overgang tussen deze beschermlaag 17en de buitenmantel 15 een thermische isolatie 18 gevormd, die de buitenmantel 15 met de beschermlaag 17 verbindt. Deze thermische isolatie 18 verhindert verdere geleiding van de temperatuur van de buitenmantel 15 aan de transportbuis 8. Deze thermische isolatie kan bijvoorbeeld uit een keramisch materiaal bestaan.

In het bijzonder heeft de in de transportrichting y laatste uitvoeropening 16e een afstand tot het tegenoverliggende uiteinde van het ovenhuis 2, die in het bijzonder overeenkomt met 10 tot 20% van de totale inwendige lengte van het ovenhuis 2. De lengte van de draaitrommeloven 1 volgens de uitvinding bedraagt bijvoorbeeld 7m. Bij een dergelijke ovenlengte is de in lengterichting laatste uitvoeropening 16e bijvoorbeeld 1m voor het uiteinde van het ovenhuis 2 geplaatst. Tussen de laatste uitvoeropening 16e en het uiteinde van het ovenhuis 2 is een nabehandelingssectie 19 aanwezig, waarin bijvoorbeeld een meandervormig kanaal wordt gevormd doordat in het gebied voor een afzuigopening aan het uiteinde van het ovenhuis 2 dwarswanden 21 op afstand van elkaar zijn geplaatst.

Het ovenhuis 2 is rondom de vast opgestelde transportbuis 8 draaibaar gelagerd, en de bewegingsspleet tussen deze beide onderdelen is dusdanig afgedicht dat het medium dat zich in de binnenruimte van de oven bevindt niet naar buiten kan treden.

Door de uitvoeropeningen 16, 16a, 16b, 16¢, 16d en 16e die in grootte van elkaar verschillen waarbij de grootte van de uitvoeropeningen 16, 16a, 16b, 16c, 16d en 18e in de richting naar het uiteinde van het ovenhuis toeneemt wordt bewerkstelligd dat over de lengte van de transportbuis 8 een gelijkblijvende uitvoerhoeveelheid wordt verkregen. Hierdoor wordt de totale lengte van het ovenhuis 2 in het gebied van uitvoeropeningen 16, 16a, 16b, 16c, 16d en 16e door de op de binnenwand van de oven vallende plaatjes gelijkmatig bedekt zodat een gelijkmatige verdamping daarvan wordt bewerkstelligd. De grootte van de plaatjes volgens de uitvinding is dusdanig dat een oppervlakte-afmeting, berekend op basis van maximale diameter van 1 cm, plus of min 10% wordt verwezenlijkt. De dikte van de plaatjes bedraagt in het bijzonder 100 yu, plus of min 10%.

Volgens de uitvinding wordt door de uitvoerhoeveelheid van de plaatjes en het toerental van het ovenhuis 2 bewerkstelligd dat in het bijzonder een oppervlakte van 10 x 10 cm van de binnenwand van het ovenhuis 2 wordt bedekt, waarbij het totale gewicht van de plaatjes in het bijzonder 1 g bedraagt. De reactietijd van de plaatjes op de verwarmde binnenwand van het ovenhuis 2 bedraagt in het bijzonder 1 seconde.

In het bijzonder is de transportbuis 8 buiten het ovenhuis 2 dusdanig drukdicht uitgevoerd dat deze met een gasvormig medium met overdruk te vullen is. Dit drukmedium bevordert de uitvoer van de plaatjes uit de uitvoeropeningen 18, 16a, 16b, 16c, 16d en 16e.

De in de transportbuis heersende temperatuur is dusdanig bemeten, en wordt door de thermische isolatie gewaarborgd, dat de in de binnenruimte heersende temperatuur niet kan leiden tot plastificering van de uit kunststof bestaande plaatjes die door transportinrichting 5 worden getransporteerd. Volgens de uitvinding worden in het bijzonder plaatjes van een thermoplast verwerkt, waarbij de temperatuur in de transportbuis 8 onder 90°C ligt. In het bijzonder dient de temperatuur duidelijk onder de 90°C, bijvoorbeeld bij 50°C te liggen. De plaatjes bestaan bijvoorbeeld uit polyethyleen of polypropyleen. Zoals weergegeven in figuur 3 kan als transportinrichting 5 volgens de uitvinding eveneens een transportinrichting met een schroef 25 worden toegepast die via een niet getoonde aandrijfeenheid wordt aangedreven. De transportinrichting met een schroef 25 begint onder de materiaalinlaat 9 en eindigt bij de sectie van de transportbuis 8 die, gelegen in de transportrichting y, uit het deksel 4 voert. Wat betreft de uitvoering van de overige kenmerken en uitvoeringen van draaitrommeloven 1 komt deze overeen met de draaitrommeloven 1 die hierboven met betrekking tot figuren 1 en 2 is beschreven.

Voor het bedrijven van de draaitrommeloven 1 volgens de uitvinding wordt eerst materiaal uit een baal van thermoplastisch afval door middel van een versnipperaar, in het bijzonder een messenversnipperaar, verkleind tot plaatjes, waarbij de plaatjes, gebaseerd op een diameter van maximaal 1 cm plus of min 10% een overeenkomstige oppervlakte-afmeting en een dikte van 100 p plus of min 10 % hebben. De materiaalplaatjes zijn in verregaande mate ontgast, doordat de balen materiaal voorafgaand aan het versnipperen worden samengeperst. In de draaitrommeloven 1 volgens de uitvinding worden de plaatjes door de thermische behandeling dusdanig verhit en verdampt dat afhankelijk van de temperatuur verschillende brandstofsoorten, bijvoorbeeld gas, vloeibaar gas, paraffine of motorbrandstof kan worden gevormd. Gedurende het transport met een transportinrichting 5 in het ovenhuis 2 worden de plaatjes in de lengterichting van het ovenhuis 2 bij een eigen temperatuur die onder de plastificeringstemperatuur ervan ligt, in het bijzonder van 50°C getransporteerd en worden deze, vallend op het tegenoverliggende inwendige oppervlak van het gelijkmatig draaiende ovenhuis 2, gelijkmatig over het oppervlak verdeeld worden aangebracht, waarbij de oppervlaktemperatuur van de binnenwand van het ovenhuis 2 met voordeel 600°C tot 700°C bedraagt en de plaatjes daardoor worden verdampt. Het door het verdampen van de plaatjes gevormde gas wordt via afzuigopening 20 uit de binnenruimte van de draaitrommeloven 1 afgezogen en kan aan een volgende nabehandeling, in het bijzonder een thermische nabehandeling worden onderworpen. De gevormde as wordt als afvalproduct via een schroefinrichting uit de oven getransporteerd en afgekoeld.

Met de draaitrommeloven 1 volgens de uitvinding kunnen invoerhoeveelheden van ten minste 1500 kg per uur in oven 1 worden verdampt.

Doelmatig is de transportbuis 8 buiten het ovenhuis 2 drukdicht uitgevoerd.

De in figuren 1 tot en met 3 weergegeven draaitrommelovens volgens de uitvinding zijn horizontaal geplaatst, hetgeen voor een werking volgens de uitvinding wezenlijk is.

De uitvinding is niet beperkt tot de weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar omvat ook alle uitvoeringen die in de geest van de uitvinding hetzelfde werken. Hierbij wordt benadrukt dat de uitvoeringsvoorbeelden niet op alle kenmerken in combinatie met elkaar is beperkt, maar daarentegen kan elk afzonderlijk deelkenmerk ook los van alle andere deelkenmerken op zichzelf een inventieve betekenis hebben. Voorts is de uitvinding vooralsnog eveneens niet beperkt tot de in conclusie 1 gedefinieerde kenmerkcombinatie, maar kan tevens gedefinieerd zijn door elke willekeurige andere combinatie van bepaalde kenmerken van alle geopenbaarde kenmerken. Dit betekent dat principieel praktisch elk enkel kenmerk van conclusie 1 kan worden weggelaten of worden vervangen door ten minste een ander enkel kenmerk dat op een andere plaats in de aanvraag is beschreven.

Verwijzingscijferlijst 1 Draaitrommeloven 2 Ovenhuis 3,4 Ovendeksels

Transportinrichting ba Transportinrichting met een ketting 5b Schotel 5c Transportinrichting met een ketting 5 6 Beladingssectie 7 Materiaaltoevoer 8 Transportbuis 8a Binnenruimte van 8 9 Materiaalinlaat 10 Buitenhuls 11 Staalmantel 12 Tussenruimte 13 Thermische isolatielaag 14 Hulslaag 15 Mantel 16, 16a-e Uitvoeropeningen 17 Beschermlaag 18 Thermische isolatie 19 Nabehandelingssectie

Claims (11)

Conclusies

1. Draaitrommeloven (1) voor het openbreken en verdampen van verkleind kunststof afval, bestaande uit een cilindrisch ovenhuis (2) waarvan de wand op de betreffende verdampingstemperatuur verwarmbaar is, en waarbij het ovenhuis (2) om een lengteas (X-X) draaibaar is gelagerd, en waarbij binnen het ovenhuis (2) een in de lengterichting van het ovenhuis lopende vast opgestelde invoerinrichting (5) voor het verkleinde kunststof afval is geplaatst, waarbij de invoerinrichting (5) ten minste eenzijdig met een beladingssectie (6) uitsteekt door een toevoeropening aan een kopse kant van het ovenhuis (2),welke beladingssectie (6) verbonden kan worden met een materiaaltoevoerinrichting (7) waarbij in het ovenhuis (2) aan het uiteinde dat tegenover de toevoeropening ligt een gasafzuigopening (20) is gelegen, met het kenmerk dat de invoerinrichting een transportinrichting (5) en een transportbuis (8) omvat, die zich over de totale lengte van het ovenhuis (2) uitstrekt, waarin de transportinrichting (5) voor het verkleinde kunststof afval dusdanig is geplaatst, dat het kunststof afval vanuit de beladingssectie (6) in lengterichting door het ovenhuis (2) wordt bewogen, waarbij de transportbuis (8) een buitenhuls (10) heeft die zodanig is uitgevoerd dat in het inwendige van de transportbuis (8) een bedrijfstemperatuur onder de smelttemperatuur van het verkleinde kunststof materiaal heerst, en in de transportbuis (6) met inbegrip van de huls (10) uitvoeropeningen (18, 16a, 16b, 16c, 16d, 16e) voor het verkleinde kunststof materiaal dusdanig zijn geplaatst, dat het verkleinde kunststof materiaal uit de uitvoeropeningen (16, 16a, 16b, 16c, 16d, 16e) direct op de tegenoverliggende binnenzijde van het ovenhuis (2) valt.

2. Draaitrommeloven (1) volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de uitvoeropeningen (16, 18a, 16b, 16c, 16d, 16e) in lengterichting achter elkaar zijn gerangschikt, waarbij de grootte van de uitvoeropeningen (16, 16a, 16b, 18c, 16d, 16e) in transportrichting dusdanig toeneemt dat er een gelijkblijvende uitvoerhoeveelheid per uitvoeropening (16, 16a, 16b, 186c, 16d, 16e) is.

3. Draaitrommeloven (1) volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de uitvoeropeningen (16, 18a, 16b, 16c, 16d, 16e) een gelijke vorm of een van elkaar verschillende vorm hebben, en in het bijzonder een rechthoekige, cirkelvormige of ovale vorm hebben.

4. Draaitrommeloven (1) volgens een van de conclusies 1 tot en met 3 met het kenmerk dat de in transportrichting laatste uitvoeropening 16e) een afstand tot het ovenhuisuiteinde heeft, die overeenkomt met 10% tot 20% van de totale inwendige lengte van het ovenhuis (2).

5. Draaitrommeloven (1) volgens een van de conclusies 1 tot en met 4 met het kenmerk, met het kenmerk dat de transportinrichting (5) een transportinrichting met een ketting (5a) of een transportinrichting met een schroef (25) is.

6. Draaitrommeloven (1) volgens een van de conclusies 1 tot en met 5 met het kenmerk dat de uitvoeropeningen (16, 16a, 16b, 16c, 16d, 168) in dwarsdoorsnede gezien van binnen naar buiten toe trechtervormig wijder worden.

7. Draaitrommeloven (1) volgens een van de conclusies 1 tot en met 6 met het kenmerk dat de buitenhuls (10) bestaat uit een mantel (11) van staal die de transportbuis omhult, waarbij tussen de transportbuis (8) en de mantel (11) een tussenruimte (12) wordt gevormd die met koelmiddel kan worden gevuld en de staalmantel (11) wordt omsloten door een thermische isolatielaag (13), waarbij de isolatielaag (13) door een hulslaag (14) van aluminium wordt omringd, die wordt omgeven door een buitenmantel (15) van staal.

8. Draaitrommeloven (1) volgens een van de conclusies 1 tot en met 7 met het kenmerk dat de wanden van de uitvoeropeningen (16, 16a, 18b, 18c, 16d, 16e) zijn uitgevoerd met een beschermlaag (17) van staal, die verbonden is met de transportbuis (8) en via een thermische isolatie (18) verbonden is met de buitenmantel (15).

9. Draaitrommeloven (1) volgens een van de conclusies 1 tot en met 8 met het kenmerk dat in het gebied van de beladingssectie (6) boven de transportinrichting (5) een materiaalinlaat (9) is geplaatst.

10. Draaitrommeloven (1) volgens een van de conclusies 1 tot en met 9 met het kenmerk dat de transportbuis (8) buiten het ovenhuis (2) dusdanig drukdicht is uitgevoerd dat deze met een gasvormig medium met overdruk kan worden gevuld.

11. Draaitrommeloven (1) volgens een van de conclusies 1 tot en met 10 met het kenmerk dat de transportinrichting (5) als eindloze transportinrichting is uitgevoerd en buiten de draaitrommeloven (1) in het bijzonder kringvormig verloopt, en er achter de draaitrommeloven (1) een wasinrichting en een afkoelstation zijn geplaatst.