NL2022631B1

NL2022631B1 - Stankafsluiter met flexibele flap

Info

Publication number: NL2022631B1
Application number: NL2022631A
Authority: NL
Inventors: Hendrik Peter Joseph Keizers Jurgen
Original assignee: Easy Sanitary Solutions Bv
Priority date: 2019-02-25
Filing date: 2019-02-25
Publication date: 2020-09-01
Also published as: EP3931403C0; ES2975130T3; CN113474522A; CN113474522B; PL3931403T3; EP3931403A1; EP3931403B1; WO2020175982A1

Abstract

12 Uittreksel De uitvinding betreft een stankafsluiter omvattende: — een lichaam met een bovenvlak en een vanaf de 5 omtreksrand van het bovenvlak neerhangend omtreksvlak; — een in hoofdzaak parallel aan de omtreksrand aangebrachte en het omtreksvlak omsluitende afdichting voor afdichting van het omtreksvlak tegen een wand van een afvoerbuis of behuizing; 10 — een zich door het lichaam uitstrekkend kanaal, waarbij het kanaal aan een eerste eind uitmondt in een instroomopening aangebracht in het bovenvlak en aan een tweede eind uitmondt in een uitstroomopening, waarbij de uitstroomopening ten opzichte van het vlak door de afdichting 15 tegen over de instroomopening ligt; — een op het lichaam gevormd afsluitvlak, dat rondom de uitstroomopening is aangebracht; en — een flexibele flap, die met een rand aan het lichaam is bevestigd en tegen het afsluitvlak aanligt ten 20 einde de uitstroomopening af te sluiten.

Description

Stankafsluiter met flexibele flap De uitvinding betreft een stankafsluiter omvattende: - een lichaam met een bovenvlak en een vanaf de omtreksrand van het bovenvlak neerhangend omtreksvlak; - een in hoofdzaak parallel aan de omtreksrand aangebrachte en het omtreksvlak omsluitende afdichting voor afdichting van het omtreksvlak tegen een wand van een afvoerbuis of behuizing; — een zich door het lichaam uitstrekkend kanaal, waarbij het kanaal aan een eerste eind uitmondt in een instroomopening aangebracht in het bovenvlak en aan een tweede eind uitmondt in een uitstroomopening, waarbij de uitstroomopening ten opzichte van het vlak door de afdichting tegen over de instroomopening ligt.

Een dergelijke stankafsluiter is bijvoorbeeld bekend uit EP 1627968. In deze publicatie wordt een stankafsluiter beschreven, die in een afvoerbuis geplaatst kan worden en met de afdichting afdicht tegen de binnenwand van de afvoerbuis.

De stankafsluiter heeft echter een gebruikelijke sifon-structuur, waarbij het kanaal vanaf de instroomopening naar de uitstroomopening een U-vorm heeft. Hierdoor kan gemakkelijk vuil in het U-vormige kanaal achterblijven en blijven haren gemakkelijk steken op de rand van de uitstroomopening.

Daarnaast is een U-vormig kanaal lastig te reinigen, waardoor het schoonhouden van een dergelijke stankafsluiter moeizaam en een vervelende bezigheid is.

Verder hebben bekende stankafsluiters, die gebruik van een sifonwerking maken, het nadeel dat het water in het U- vormige kanaal kan opdrogen, waardoor de stank afsluitende werking verloren gaat. Om een voldoende betrouwbaarheid van de stank afsluitende werking te waarborgen, dient het U-vormige kanaal dan ook een zekere hoogte te hebben, bijvoorbeeld minimaal 5 centimeter, hetgeen de inbouwhoogte van de stankafsluiter nadelig beïnvloedt.

Het is een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een stankafsluiter volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt door: — een op het lichaam gevormd afsluitvlak, dat rondom de uitstroomopening is aangebracht; en — een flexibele flap, die met een rand aan het lichaam is bevestigd en tegen het afsluitvlak aanligt ten einde de uitstroomopening af te sluiten.

Door het aanbrengen van een afsluitvlak rond de uitstroomopening en door het afsluiten van de uitstroomopening met een flexibele flap, is het niet langer nodig onm een U- vormig kanaal in de stankafsluiter te hebben. Hierdoor wordt de doorstroming door de stankafsluiter vergroot en zullen vuil en haren minder achterblijven in de stankafsluiter, waardoor de stankafsluiter gemakkelijker te reinigen is.

Verder blijft er geen restwater in de stankafsluiter staan en zal het verdampen van water geen invloed hebben op de stank afsluiting. Hierdoor is de hoogte van het kanaal ook niet langer bepalend voor een goede stank afsluiting, zoals bij conventionele stankafsluiters gebaseerd op sifonwerking.

Wanneer er in het riool onderdruk ontstaat, zorgt de stankafsluiter volgens de uitvinding ook voor een goede beluchting, doordat de flexibele flap eenvoudig open gezogen wordt. Bij een stankafsluiter met een waterslot is dit gewoonlijk niet mogelijk door de aanwezige hoeveelheid water in het U-vormige kanaal.

Zodra de onderdruk vereffend is, zal de flexibele flap de uitstroomopening vanzelf weer afsluiten. Door het afsluitvlak voldoende groot te kiezen kan er verder voor gezorgd worden dat de stankafsluiter volgens de uitvinding een voldoende grote overdruk in het riool kan weerstaan. Zo is het met een stankafsluiter volgens de uitvinding zeer eenvoudig om overdrukken van meer dan 400 Pascal te weerstaan.

Doordat verder de stankafsluiter van een het omtreksvlak omsluitende afdichting is voorzien, kan de stankafsluiter gemakkelijk uit een afvoerpijp of behuizing genomen worden voor het reinigen, maar het is hierdoor ook mogelijk om een conventionele stankafsluiter te vervangen door een stankafsluiter volgens de uitvinding.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de stankafsluiter volgens de uitvinding is het afsluitvlak een enkelvoudig gekromd vlak, welk enkelvoudig gekromd vlak parallel is aan de rand waarmee de flexibele flap aan het lichaam is bevestigd.

Bij voorkeur is het afsluitvlak concaaf.

Doordat het afsluitvlak gekromd is, zal de flexibele flap onder spanning tegen het afsluitvlak aanliggen en daardoor een verbeterde afsluiting voorzien. Ook wanneer na vele jaren de flap enige flexibiliteit verloren heeft door veroudering van het materiaal, zal door het gekromde afsluitvlak de flexibele flap gedwongen worden om goed aan te liggen en een goede afdichting te voorzien.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de stankafsluiter volgens de uitvinding verloopt het afsluitvlak nabij de rand van de flexibele flap, die aan het lichaam is bevestigd, in hoofdzaak verticaal en heeft het afsluitvlak meer op afstand van de rand van de flexibele flap, die aan het lichaam is bevestigd, ten minste een horizontale richtingscomponent heeft.

De flexibele flap zal dus vanuit een verticale richting omlaag lopen en daarbij krommen naar een meer horizontale richting. Hierdoor zal elk deel van de flexibele flap een kleine horizontale richtingscomponent hebben en daardoor zal de aanligging van de flexibele flap tegen het afsluitvlak door de zwaartekracht ondersteund worden.

In een andere uitvoeringsvorm van de stankafsluiter volgens de uitvinding is het afsluitvlak vlak met een richtingscomponent gelijk aan de zwaartekrachtrichting en een richtingscomponent loodrecht op de zwaartekrachtrichting.

Hoewel het afsluitvlak vlak is en daardoor de flexibele flap zonder spanning tegen het afsluitvlak aanligt, ligt het afsluitvlak wel schuin ten opzichte van de verticaal, c.q. de zwaartekrachtrichting, zodat elk deel van de flexibele flap door de zwaartekracht tegen het afsluitvlak aangedrukt wordt.

In een verdere uitvoeringsvorm van de stankafsluiter volgens de uitvinding is de uitstroomopening langwerpig en in het bijzonder heeft de langwerpige uitstroomopening een lengte / breedte verhouding van meer dan 4.

Door het toepassen van een langwerpige uitstroomopening kan bij een kleine hoogte een groot doorstroomoppervlak verkregen worden. Een bijkomend voordeel is dat daarmee de totale inbouwhoogte van de stankafsluiter beperkt gehouden kan worden.

In een andere uitvoeringsvorm van een stankafsluiter volgens de uitvinding omvat het omtreksvlak een omtreksgroef en is de afdichting een flexibele ring, zoals een O-ring, die in de omtreksgroef is geplaatst.

In nog een andere uitvoeringsvorm van de stankafsluiter volgens de uitvinding is de flexibele flap een siliconen flap.

De uitvinding betreft verder een afvoerput omvattende: - een behuizing met een instroomopening en een uitstroomopening voor verbinding met een afvoerbuis, waarbij rond de instroomopening een neerhangende wand is aangebracht; — een stankafsluiter volgens de uitvinding, waarbij de stankafsluiter is aangebracht in de instroomopening van de 5 afvoerput en waarbij de afdichting van de stankafsluiter afdicht tegen de neerhangende wand.

Bij voorkeur omvat de afvoerput volgens de uitvinding verder een opvangbak met een bodem en langs de bodem opstaande wanden, waarbij in de bodem een opening is voorzien, welke opening aansluit op de instroomopening van de behuizing.

Water dat over een oppervlak stroomt kan allereerst in de opvangbak opgevangen en verzameld worden. Vervolgens kan het opgevangen water via de opening in de bodem in de instroomopening van de behuizing stromen en daarmee via de stankafsluiter naar de uitstroomopening van de behuizing.

Een dergelijke afvoerput met opvangbak kan in bovenaanzicht vierkant zijn of langwerpig, zoals bij douchegoten.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de afvoerput volgens de uitvinding steekt het bovenvlak van de stankafsluiter uit boven de bodem van de opvangbak en omvat de afvoerput verder ten minste één vulstuk, welk vulstuk op de bodem van de opvangbak is aangebracht grenzend aan de stankafsluiter en waarbij het bovenvlak van het ten minste één vulstuk vlak doorloopt in het bovenvlak van de stankafsluiter.

Bij gebruikelijke afvoerputten met opvangbak is in de opvangbak een rooster geplaatst. Het is echter een trend om niet langer een rooster te gebruiken, maar een gevormd bovenoppervlak waarover het water stroomt en waarbij het water centraal en direct in de instroomopening van de behuizing stroomt.

Door het toepassen van vulstukken kan bijvoorbeeld een conventionele douchegoot met rooster aangepast worden aan de nieuwe trend van roosterloze goot. Daarnaast maakt het vulstuk het ook mogelijk om de stankafsluiter hoger ten opzichte van de instroomopening van de behuizing te plaatsen, waardoor de doorstroming verbeterd wordt en waardoor de inbouwhoogte van de gehele afvoerput verkleind kan worden. Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen. Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een stankafsluiter volgens de uitvinding. Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een afvoerput volgens de uitvinding met een stankafsluiter volgens figuur 1. Figuur 3 toont een zijaanzicht van de stankafsluiter volgens figuur 1.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de afvoerput volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een stankafsluiter volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een stankafsluiter 1 volgens de uitvinding. De stankafsluiter 1 heeft een lichaam met een bovenvlak 2 en een van de omtreksrand 3 neerhangend omtreksvlak 4. In het omtreksvlak 4 is een omtreksgroef met een O-ring 5 voorzien.

Door het lichaam strekt zich een kanaal 6 (zie figuur 3) uit, dat aan een eerste eind uitmondt in een instroomopening 7 aangebracht in het bovenvlak 2 en aan een tweede eind uitmondt in een uitstroomopening 8. Rond de uitstroomopening 8 is een afsluitvlak 9 voorzien, waartegen een flexibele flap 10 afsluitend aanligt.

Figuur 2 toont een uitvoeringsvorm van een afvoerput 20 volgens de uitvinding. De afvoerput 20 heeft een behuizing 21 met een instroomopening 22 en een uitstroomopening 23 voor verbinding met een afvoerbuis. In de instroomopening 22 wordt een stankafsluiter 1 geplaatst, die op de binnenwand van de instroomopening 22 afdicht met de afdichting 5.

De afvoerput 20 heeft verder een opvangbak met een bodem 24 en een langs de omtrek aangebrachte omtrekswand 25.

In de bodem is een opening 26 aangebracht, die aansluit op de instroomopening 22.

In figuur 3 is de stankafsluiter 1 in zijaanzicht getoond. De flexibele flap 10 is aan de bovenzijde ingeklemd tussen een deel 11, dat met een schroef 12 tegen het lichaam aangeklemd is.

De flexibele flap 10 loopt ter plaatse Pl van de inklemming verticaal. Door het gekromde afsluitvlak 9 verloopt de flexibele flap 10 naar het vrije eind P2 naar een meer horizontale stand, waarbij het afsluitvlak 9 ten minste een horizontale richtingscomponent Rh heeft.

Figuur 4 toont een tweede uitvoeringsvorm 30 van een afvoerput volgens de uitvinding. Deze tweede uitvoeringsvorm 30 komt deels overeen met de uitvoeringsvorm volgens figuur 2.

Gelijke delen zijn dan ook met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.

In de opvangbak 24, 25 zijn opvulelementen 31 geplaatst, die een gekromd bovenoppervlak 32 hebben. Dit bovenoppervlak 32 loopt door in het bovenoppervlak 2 van de stankafsluiter 2. Water W, dat de opvangbak 24, 25 binnenstroomt, zal over het gekromde oppervlak 32 van de opvulelementen 31 naar het bovenoppervlak 2 van de stankafsluiter 1 en naar de instroomopening 7 van het kanaal 6 stromen.

Vervolgens gaat het water W door het kanaal 6 en drukt bij de uitstroomopening 8 de flexibele flap 10 los van het afsluitvlak 9, waardoor het water W in de behuizing 21 komt en vervolgens via de uitstroomopening 23 naar een afvoerpijp kan stromen.

Figuur 5 toont een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm 40 van een stankafsluiter volgens de uitvinding. De stankafsluiter 40 heeft een lichaam met een bovenvlak 41 en een van de omtreksrand 42 neerhangend omtreksvlak 43. In het omtreksvlak 43 is een omtreksgroef met een O-ring 44 voorzien.

Door het lichaam strekt zich een kanaal 45 uit, dat aan een eerste eind uitmondt in een instroomopening 46 aangebracht in het bovenvlak 41 en aan een tweede eind uitmondt in een uitstroomopening 47. Rond de uitstroomopening 47 is een afsluitvlak 48 voorzien, waartegen een flexibele flap 49 afsluitend aanligt.

Het afsluitvlak 48 is in deze uitvoeringsvorm 40 vlak en heeft een een richtingscomponent Rv gelijk aan de zwaartekrachtrichting en een richtingscomponent Rh loodrecht op de zwaartekrachtrichting. Door de schuine stand van het afsluitvlak 48 zal de gehele flexibele flap 49 door de zwaartekracht tegen het afsluitvlak 48 aangedrukt worden, hetgeen de afdichting verbetert.

Claims

Conclusies

1. Stankafsluiter omvattende: - een lichaam met een bovenvlak en een vanaf de omtreksrand van het bovenvlak neerhangend omtreksvlak; - een in hoofdzaak parallel aan de omtreksrand aangebrachte en het omtreksvlak omsluitende afdichting voor afdichting van het omtreksvlak tegen een wand van een afvoerbuis of behuizing; — een zich door het lichaam uitstrekkend kanaal, waarbij het kanaal aan een eerste eind uitmondt in een instroomopening aangebracht in het bovenvlak en aan een tweede eind uitmondt in een uitstroomopening, waarbij de uitstroomopening ten opzichte van het vlak door de afdichting tegen over de instroomopening ligt gekenmerkt door - een op het lichaam gevormd afsluitvlak, dat rondom de uitstroomopening is aangebracht; en — een flexibele flap, die met een rand aan het lichaam is bevestigd en tegen het afsluitvlak aanligt ten einde de uitstroomopening af te sluiten.

2. Stankafsluiter volgens conclusie 1, waarbij het afsluitvlak een enkelvoudig gekromd vlak is, welk enkelvoudig gekromd vlak parallel is aan de rand waarmee de flexibele flap aan het lichaam is bevestigd.

3. Stankafsluiter volgens conclusie 1 of 2, waarbij het afsluitvlak concaaf is.

4. Stankafsluiter volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het afsluitvlak nabij de rand van de flexibele flap, die aan het lichaam is bevestigd, in hoofdzaak verticaal verloopt en waarbij het afsluitvlak meer op afstand van de rand van de flexibele flap, die aan het lichaam is bevestigd, ten minste een horizontale richtingscomponent heeft.

5. Stankafsluiter volgens conclusie 1, waarbij het afsluitvlak vlak is met een richtingscomponent gelijk aan de zwaartekrachtrichting en een richtingscomponent loodrecht op de zwaartekrachtrichting.

6. Stankafsluiter volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitstroomopening langwerpig is, in het bijzonder een lengte / breedte verhouding heeft van meer dan

4.

7. Stankafsluiter volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het omtreksvlak een omtreksgroef omvat en waarbij de afdichting een flexibele ring, zoals een O-ring, is, die in de omtreksgroef is geplaatst.

8. Stankafsluiter volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de flexibele flap een siliconen flap is.

8. Afvoerput omvattende: - een behuizing met een instroomopening en een uitstroomopening voor verbinding met een afvoerbuis, waarbij rond de instroomopening een neerhangende wand is aangebracht; - een stankafsluiter volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de stankafsluiter is aangebracht in de instroomopening van de afvoerput en waarbij de afdichting van de stankafsluiter afdicht tegen de neerhangende wand.

10. Afvoerput volgens conclusie 9, verder omvattende een opvangbak met een bodem en langs de bodem opstaande wanden, waarbij in de bodem een opening is voorzien, welke opening aansluit op de instroomopening van de behuizing.

11. Afvoerput volgens conclusie 10, waarbij het bovenvlak van de stankafsluiter uitsteekt boven de bodem van de opvangbak en waarbij de afvoerput verder ten minste één vulstuk omvat, welk vulstuk op de bodem van de opvangbak is aangebracht grenzend aan de stankafsluiter en waarbij het bovenvlak van het ten minste één vulstuk vlak doorloopt in het bovenvlak van de stankafsluiter.