NL2022309B1 - Fietsenrek met instelbare afstand tussen wielgoten - Google Patents

Abstract

Fietsenrek met instelbare afstand tussen Wielgoten 5 Een fietsenrek heeft een frame 3 met twee staanders 5 en een zich daartussen uitstrekkende traverse 7 die aan de staanders is bevestigd. Op de traverse zijn een aantal Wielgoten 9 aanwezig, die zich in lengterichting haaks op de traverse uitstrekken en met de traverse zijn verbonden. Deze Wielgoten zijn in lengterichting van de traverse ten opzichte van de traverse gefixeerd. De posities van de Wielgoten 9 op de traverse 7 zijn 10 in een richting parallel aan de lengterichting van de traverse instelbaar zodat de onderlinge afstand 10 tussen de Wielgoten variabel is. De Wielgoten 9 zijn hierbij op een aantal discrete plaatsen in lengterichting van de traverse 7 vormgesloten ten opzichte van de traverse fixeerbaar. 15 (Figuur 2)

Description

Fietsenrek met instelbare afstand tussen wielgoten

BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een fietsenrek omvattende:

een frame met ten minste twee staanders en een zich daartussen uitstrekkende traverse (langwerpige draagbalk) die aan de staanders is bevestigd, en een aantal wielgoten die zich in lengterichting haaks op de traverse uitstrekken en met de traverse zijn verbonden en in lengterichting van de traverse ten opzichte van de traverse zijn gefixeerd.

Stand van de techniek

Een dergelijk fietsenrek is algemeen bekend. Het is gewenst om in een fietsenstalling zoveel mogelijk fietsen te kunnen stallen. Afhankelijk van het in de regio -waarin de fietsenstalling zich bevindt- gangbare type fiets kan de inrichting van de fietsenstalling (met name de daarin toegepaste fietsenrekken) daarop geoptimaliseerd zijn om zoveel mogelijk fietsen met voor die regio gangbare afmetingen te kunnen stallen. Voor elke regio dient voor een optimale benutting van de beschikbare ruimte een aangepast fietsenrek toegepast te worden. Meestal echter wordt uit kostenoverweging volstaan met een standaard fietsenrek en wordt de niet ideale situatie voor lief genomen.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een fietsenrek van de in de aanhef omschreven soort dat universeel toegepast kan worden en in alle situaties voor een optimale benutting van de ruimte in de fietsenstalling kan zorgen. Hiertoe is het fietsenrek volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de posities van de wielgoten op de traverse in een richting parallel aan de lengterichting van de traverse instelbaar zijn zodat de onderlinge afstand (steek) tussen de wielgoten instelbaar is. Door de afstand tussen de wielgoten instelbaar te maken, kan het fietsenrek aangepast worden om een optimale benutting van de beschikbare ruimte te kunnen komen.

Een uitvoeringsvorm van het fietsenrek volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de wielgoten op een aantal discrete (vooraf vastgelegde) plaatsen in lengterichting van de traverse vormgesloten ten opzichte van de traverse fixeerbaar zijn. Hierdoor kan men zonder de onderlinge afstand op te hoeven meten, snel en gemakkelijk de wielgoten op onderling gelijke afstand ten opzichte van elkaar aanbrengen.

Een eenvoudige uitvoering van het fietsenrek om waarmee het bovenstaande gerealiseerd kan worden, is gekenmerkt, doordat aan de traverse ten minste een langwerpige strip is bevestigd die zich in lengterichting van de traverse uitstrekt en die is voorzien een aantal uitsparingen en dat aan elke wielgoot een verdere strip is bevestigd die voorzien is van ten minste één verdere uitsparing, waarbij een grendelpen door beide uitsparingen steekt en de wielgoot ten opzichte van de traverse fixeert. De grendelpen kan gevormd zijn door een bout, waarbij een moer voor borging van de bout en fixatie van de wielgoot en verticale richting kan zorgen.

Een verdere uitvoeringsvorm van het fietsenrek volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de uitsparingen en de ten minste ene verdere uitsparing zich vanaf een rand van de strip respectievelijk verdere strip uitstrekt en de strip en verdere strip naast elkaar aanwezig zijn en met deze randen tegen elkaar aan liggen, waarbij een van de uitsparingen en verdere uitsparing een gat vormen waarin de grendelpen gestoken is, waarbij de dwarsdoorsnede van de grendelpen groter is dan de opening van een uitsparing en kleiner is dan de opening van het gat. In de strip en verdere strip zijn zodoende halve gaten aanwezig, die sneller en met minder verspaning aangebracht kunnen worden zodat het fietsenrek goedkoper en sneller te produceren is.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het fietsenrek volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 het fietsenrek in zijaanzicht toegepast in een fietsenstalling;

Figuur 2 detail A van figuur 1;

Figuur 3 het fietsenrek in bovenaanzicht;

Figuur 4 doorsnede lang lijn IV-IV in figuur 2;

Figuur 5 de verbinding tussen de traverse en een wielgoot;

Figuur 6 doorsnede lang lijn VI-VI in figuur 5;

Figuur 7 detail B van figuur 6;

Figuur 8 een wielgoot in perspectief;

Figuur 9 detail C van figuur 8;

Figuur 10 de traverse in perspectief; en

Figuur 11 detail D van figuur 10.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In de figuren is een uitvoeringsvorm van het fietsenrek volgens de uitvinding weergegeven in zijn geheel en een wielgoot en de traverse en de verbinding tussen beide in detail. In de figuren 1 en 2 is het fietsenrek 1 tijdens gebruik weergegeven met een aantal fietsen 2 in het fietsenrek geplaatst. Het fietsenrek heeft een frame 3 met twee staanders 5 en een zich daartussen uitstrekkende traverse 7 die aan de staanders is bevestigd. Op de traverse zijn een aantal wielgoten 9 aanwezig, die zich in lengterichting haaks op de traverse uitstrekken en met de traverse zijn verbonden. Deze wielgoten zijn in lengterichting van de traverse ten opzichte van de traverse gefixeerd. De posities van de wielgoten 9 op de traverse 7 zijn in een richting parallel aan de lengterichting van de traverse instelbaar zodat de onderlinge afstand (steek) 10 tussen de wielgoten variabel is. De wielgoten 9 zijn hierbij op een aantal discrete plaatsen in lengterichting van de traverse 7 vormgesloten ten opzichte van de traverse fixeerbaar.

Aan de traverse 7 zijn twee langwerpige strippen 11 bevestigd (zie figuur 10) die zich in lengterichting van de traverse uitstrekken en zijn voorzien een aantal half cirkelvormige uitsparingen 13 (zie figuur 11). Aan elke wielgoot 9 is een plaat 8 bevestigd waaraan twee verdere strippen 15 zijn bevestigd (zie figuren 8-11) die elk voorzien zijn van twee verdere half cirkelvormige uitsparingen 17 (zie figuur 9). Deze plaat 8 kan rechtstreeks aan de wielgoot zijn bevestigd (zie figuren 1 en 3) of kan via een tussenstuk 6 aan de wielgoot zijn bevestigd (zie figuren 6 en 7). Van twee naburige wielgoten is bij een de plaat rechtstreeks aan de wielgoot bevestigd en de andere via het tussenstuk aan de wielgoor bevestigd zodat de wielgoten zich op verschillende niveaus bevinden en de sturen van de fietsen niet in elkaar haken bij het uitnemen van de fietsen.

De uitsparingen 13 en verdere uitsparingen 17 strekken zich vanaf een rand 12 van de strippen 11 en een rand 14 van de verdere strippen 15 uit, zie figuur 4. De strippen en verdere strippen zijn naast elkaar aanwezig en liggen met deze randen tegen elkaar aan, zodat telkens een van de uitsparingen 13 met een van de verdere uitsparingen 17 een cirkelvormig gat vormen waarin een grendelpen 19, gevormd door een bout, gestoken is. De bouten zijn hierbij in van schroefdraad voorziene gaten in de plaat vast gedraaid (zie figuur 3) zodat deze de wielgoten tevens in verticale richting ten opzichte van de traverse fixeren. De dwarsdoorsnede van de grendelpen 19 is groter is dan de opening van een uitsparing 13 en kleiner dan of gelijk aan de opening van het gat (uitsparingen 13 en 15 samen), zodat de grendelpennen de wielgoten 9 in lengterichting van de traverse 7 ten opzichte van de traverse fixeren.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (4)

1. Fietsenrek (1) omvattende:

een frame (3) met ten minste twee staanders (5) en een zich daartussen uitstrekkende traverse (7) die aan de staanders is bevestigd, en een aantal wielgoten (9) die zich in lengterichting haaks op de traverse uitstrekken en met de traverse zijn verbonden en in lengterichting van de traverse ten opzichte van de traverse zijn gefixeerd, met het kenmerk, dat de posities van de wielgoten (9) op de traverse (7) in een richting parallel aan de lengterichting van de traverse instelbaar zijn zodat de onderlinge afstand (10) tussen de wielgoten instelbaar is.

2. Fietsenrek volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wielgoten (9) op een aantal discrete plaatsen in lengterichting van de traverse (7) vormgesloten ten opzichte van de traverse fixeerbaar zijn.

3. Fietsenrek volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan de traverse (7) ten minste een langwerpige strip (11) is bevestigd die zich in lengterichting van de traverse uitstrekt en is voorzien een aantal uitsparingen (13) en dat aan elke wielgoot (9) een verdere strip (15) is bevestigd voorzien van ten minste één verdere uitsparing (17), waarbij een grendelpen (19) door beide uitsparingen steekt en de wielgoot ten opzichte van de traverse fixeert.

4. Fietsenrek volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de uitsparingen (13) en de ten minste ene verdere uitsparing (17) zich vanaf een rand (12, 14) van de strip (11) respectievelijk verdere strip (15) uitstrekt en de strip en verdere strip naast elkaar aanwezig zijn en met deze randen tegen elkaar aan liggen, waarbij een van de uitsparingen en verdere uitsparing een gat vormen waarin de grendelpen (19) gestoken is, waarbij de dwarsdoorsnede van de grendelpen groter is dan de opening van een uitsparing en kleiner is dan de opening van het gat.