NL2022061B1 - Fixeerinrichting - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een fixeerin— richting, voor fixeren of vastzetten van een gereedschap, zoals een boormachine, tussen een werkoppervlak, zoals een onderoppervlak, zoals een vloer, en een contraoppervlak, zoals een bovenoppervlak, zoals een plafond, omvattende: — een gereedschapsteun voor steunen tegen het gereed— schap en een contrasteun voor steunen tegen het contraop— pervlak, waarbij: — tenminste een van de gereedschapsteun en de contrasteun een langgerekte vorm heeft, — de gereedschapsteun en de contrasteun onderling beweegbaar ten opzichte van elkaar zijn gerangschikt voor bewegen tussen een plaatsingtoestand in welke het gereed— schap en de fixeerstempel rangschikbaar zijn tussen het werkoppervlak en het contraoppervlak en een fixatietoestand in welke het gereedschap en de fictiestempel ingeklemd zijn tussen het werkoppervlak en het contraoppervlak, — een aandrijfsamenstel voor het onderling bewegen van de gereedschapsteun en de contrasteun tussen de plaatsingtoestand en de fixatietoestand, het aan— drijfsamenstel omvattende aandrijfmiddelen, — borgmiddelen voor in de fixatietoestand houden van de fixeerinrichting.

Description

FIXEERINRICHTING

De onderhavige uitvinding betreft een fixeerinrichting, zoals een vastzetinrichting zoals een (snel-) fixeerstempel, voor fixeren of vastzetten van een gereedschap, zoals een boormachine, tussen een werkoppervlak, zoals een onderoppervlak, zoals een vloer of een te bewerken oppervlak, en een contraoppervlak, zoals een bovenoppervlak, zoals een plafond.

Ten behoeve van het boren van gaten in bij voorkeur horizontale scheidingen, zoals verdiepingen wordt veelal gebruik gemaakt van een boorinrichting omvattende een boor en of een cirkelvormige zaag. Tijdens het uitvoeren van de boorhandeling wordt een dergelijke boorinrichting bij voorkeur gefixeerd middels een fixatiehulpmiddel. De boorinrichting kent bijvoorbeeld bevestigingsogen waarmee de boorinrichting middels kleine boorgaten wordt bevestigd aan de vloer waarin het gat wordt geboord. Een alternatief hiervoor is het vastklemmen van de boorinrichting tussen de vloer waarop deze functioneert en een bovenliggend plafond of balk. Voor deze manieren van fixatie gelden een aantal nadelen. Het boren van extra gaten kent als nadeel dat dit tijdrovend is, een ongewenst gat in de vloer veroorzaakt en additionele bevestigingsmiddelen zoals keilbouten benodigd. Het klemmen van de boorinrichting tegen een bovenliggend plafond kent als nadelen dat het instellen van de verticale afstand met een bouw stempel onpraktisch is door de beperkte instelbaarheid daarvan alsmede door slijtagegevoeligheid. Stempels die gebruikt worden voor het ophouden van gipsplaten bij het aanleggen van een plafond zijn ongeschikt vanwege de geringe draagkracht daarvan.

Teneinde een volgens de inzichten van de onderhavige uitvinder geschikte oplossing te verschaffen voor het vast zetten van de boorinrichting, in hoofdzaak geschikt voor boren van gaten tussen enkele centimeters en geringer dan 2 m, verschaft de onderhavige uitvinding een fixeerinrichting, zoals een vastzetinrichting zoals een (snel-) fixeerstempel, voor fixeren of vastzetten van een gereedschap, zoals een boormachine, tussen een werkoppervlak, zoals een onderoppervlak, zoals een vloer of een te bewerken oppervlak, en een contraoppervlak, zoals een bovenoppervlak, zoals een plafond, omvattende:

- een gereedschapsteun voor steunen tegen het gereedschap en een contrasteun voor steunen tegen het contraoppervlak, waarbij:

- tenminste een van de gereedschapsteun en de contrasteun een langgerekte vorm heeft,

- de gereedschapsteun en de contrasteun onderling beweegbaar ten opzichte van elkaar zijn gerangschikt voor bewegen tussen een plaatsingtoestand in welke het gereedschap en de fixeerstempel rangschikbaar zijn tussen het werkoppervlak en het contraoppervlak en een fixatietoestand in welke het gereedschap en de fictiestempel ingeklemd zijn tussen het werkoppervlak en het contraoppervlak,

- een aandrijfsamenstel voor het onderling bewegen van de gereedschapsteun en de contrasteun tussen de plaatsingtoestand en de fixatietoestand, het aandrij f samenstel omvattende aandrijfmiddelen,

- borgmiddelen voor in de fixatietoestand houden van de fixeerinrichting.

Een voordeel van een dergelijke inrichting volgens de onderhavige uitvinding is dat hiermee het gereedschap op eenvoudige en vlugge wijze fixeerbare is op de precieze locatie van functioneren van het gereedschap. Hierdoor wordt bijvoorbeeld het boren van een gat in een verdieping vloer naar een lager gelegen verdieping in belangrijke mate effi ciënter uitvoerbaar. De operateur plaatst de inrichting op de juiste positie, hetgeen belangrijk is voor de specificaties van het gat.

Vervolgens fixeert de operateur het gereedschap ten opzichte van het bovenliggende plafond of een bovenliggende balk. Hierbij realiseren de borgmiddelen op voordelige wijze dat de fixatie in stand blijft gedurende het uitvoeren van het werk nadat het aandrijfsamenstel op voordelige wijze het fixeren van het gereedschap heeft gefaciliteerd.

Hierdoor behoeft na fixeren de operateur slechts het gereedschap te activeren waarna vervolgens het gereedschap op veilige wijze onder de fixatie kan functioneren voor het vervaardigen van het gat. Het is hierbij in het bijzonder van voordeel dat de operateur gedurende het functioneren van het gereedschap de handen vrij heeft voor verdere werkzaamheden, zoals voorbereiden van een volgend gat, verplaatsen van gereedschappen. Het is bijvoorbeeld voorzien dat meetwerkzaamheden voor een volgend gat worden verricht. Op alternatieve wijze is door de onderhavige uitvinder voorzien gelijktijdig meerdere gereedschappen met meerdere fixatie-inrichtingen volgens de onderhavige uitvinding te gebruiken voor het laten functioneren van deze gereedschappen. De toepassing van de onderhavige uitvinding verschaft derhalve een hoge betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de fixeerinrichting en daarmee een belangrijke besparing van de benodigde tijd voor het locatie vervaardigen van een aantal gaten.

Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvat het aandrijfsamenstel een aandrijfzijde en een aangedreven zijde, waarbij tenminste een van de aandrijfzij de en de aangedreven zijde is gerangschikt aan de gereedschapsteun en de andere van de aandrijfzij de en de aangedreven zijde is gerangschikt aan de contrasteun. Hierdoor is op voordelige wijze de aandrijving middels het aandrijfsamenstel gerealiseerd op een omkeerbare wijze. In een in het navolgende gedetailleerd te beschrijven voorkeursuitvoeringsvorm betreft de gereedschapsteun een korte steun en betreft de contrasteun een lange steun. De omgekeerde rangschikking is echter evenzeer voorzien.

Een voordeel van een dergelijke korte gereedschapsteun is dat de bediening van de aandrijfmiddelen in daarbij voorziene voorkeursuitvoeringsvormen steeds op in hoofdzaak een zelfde hoogte in de nabijheid van het gereedschap wordt uitgevoerd hetgeen een belangrijke bijdrage levert aan het gebruikersgemak, zoals in tegenstelling tot een situatie waarbij van een stempel in hoofdzaak halverwege de maximale stempellengte dient te worden uitgevoerd.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het aandrijfsamenstel ingericht voor continue verplaatsing van de gereedschapsteun en de contrasteun ten opzichte van elkaar, bij voorkeur uitgevoerd omvattende een draadelement, bij voorkeur een van draad voorziene staaf, met een aandri j f schroef draad en een met het draadelement samenwerkend contradraadelement, bij voorkeur een van draad voorzien blok of aandrijfblok, met het aandrijfschroefdraad omvat, waarbij tenminste één van het draadelement of het contradraadelement is gerangschikt aan de gereedschapsteun en de andere van het draadelement of het contradraadelement is gerangschikt aan de contrasteun. Een dergelijke continue verplaatsbaarheid van de gereedschapsteun en de contrasteun ten opzichte van elkaar verschaft als voordeel dat binnen een vooraf bepaald bereik elk hoogteverschil tussen het gereedschap en het contraoppervlak overbrugbaar is, en voorts dat ook bij elk hoogteverschil binnen het vooraf bepaalde bereik de fixatie of inklemming met een betrouwbare inklemkracht realiseerbaar is.

Volgens een verdere voorkeursuitvoering omvat de inrichting een transmissie, bij verdere voorkeur omvattende een haakse overbrenging voor het overbrengen van een aandrijving dwars op de langgerekte vorm naar een aandrijving in de in de lengterichting van de langgerekte vorm. Hierdoor is gerealiseerd dat een bediening of aandrijving, op basis van menskracht of motorkracht, dwars op de richting van de langgerekte vorm rangschikbaar is. Hierdoor is op alternatieve wijze van, evenzeer voorziene, longitudinale aandrijving gemakkelijke aandrijving middels bijvoorbeeld de aandrijfwiel of slinger mogelijk.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringvorm omvat de inrichting wrijvingsmiddelen, bij voorkeur omvattende wrijvingsmiddelen in het aandrijfsamenstel, bij verdere voorkeur omvattende wrijvingsmiddelen in de aandrijfschroefdraad. Met behulp van dergelijke wrijvingmiddelen wordt op voordelige wijze gerealiseerd dat de inrichting onder toepassing van de wrijving in de fixatietoestand gerangschikt blijft. De wrijving verschaft een weerstand tegen het uit de fixatie stand geraken door bijvoorbeeld trillingen van het gereedschap.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de wrijvingsmiddelen uitgevoerd middels een schroefdraad met een vooraf bepaalde wrijvingscoëfficient van de aandrijfschroefdraad, zoals middels een trapeziumvormige schroefdraad. Hierdoor is op voordelige wijze realiseerbaar dat een schroefdraad van het aandrijfsamenstel, zoals de aandri j f schroef draad, aandrijvende de onderlinge beweging tussen de gereedschapsteun en de contrasteun de wrijvingskracht verschaft.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de borgmiddelen aandrijfschroefdraadblokkademiddelen omvatten, bij voorkeur omvattende een borgmoer op de aandrijf schroefdraad. Hiermee wordt op een alternatieve wijze gerealiseerd dat de aandrijfschroefdraad blokkeerbaar is ten behoeve van het verschaffen van de borging.

Op alternatieve wijze omvatten de borgmiddelen blokkeermiddelen voor blokkeren van onderlinge rotatie tussen het draadelement en het contradraadelement. Hierbij zijn onder meer een klemveer voor inklemming van de respectieve beweegbare onderdelen met betrekking tot het draadelement en het contradraadelement van het aandrijfsamenstel voorzien.

Op verdere alternatieve wijze omvattende borgmiddelen een blokkeersamenstel voor blokkeren van het aandrijfsamenstel, de aandrijfmiddelen daarvan en/of bedienmiddelen van het aandrijfsamenstel. Hiermee wordt op verdere wijze de werking van het aandrijfsamenstel geblokkeerd ten behoeve van het verschaffen van de borging. Hierbij worden borgmiddelen voor het blokkeren van de aandrijfmiddelen beschouwd primaire borgmiddelen te zijn en worden borgmiddelen voor het blokkeren van bedienmiddelen daarvan beschouwd secundaire borgmiddelen te zijn. Primaire borgmiddelen en secundaire borgmiddelen zijn onafhankelijk van elkaar toepasbaar in de enige voorkeuruitvoeringvorm. Secundaire borgmiddelen zijn toepasbaar zonder primaire borgmiddelen en primaire borgmiddelen zijn toepasbaar zonder secundaire borgmiddelen .

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvatten de gereedschapsteun en/of de contrasteun een langgerekt profiel of buis, of een samenstel daarvan. Hierdoor wordt gerealiseerd dat de afstand tussen het werk oppervlakkig en het contraoppervlak kan liggen in een bereik vanaf bijvoorbeeld 2 m, zoals in het bereiken van 2 m tot 10 m, zoals in het bereik van 2 m tot 5 m, zoals in het bereiken van 2 m tot hierbij terug, zoals in een bereik van 2 m 3,30 m, zo als in een bereik van 2,30 m tot 3,30 m, zoals in een bereik van enige praktische afstand tussen een vloer en een plafond. Hierbij is voorzien dat de positionering van de fixeerinrichting kan worden gerealiseerd op enige hoogte van het gereedschap, zoals op een hiertoe geschikte steun aan de bovenzijde van het gereedschap, of op een hiertoe geschikte steun aan de onderzijde van het gereedschap, of op enige hoogte hiertussen die verkiesbaar is in een specifieke gebruiksituatie.

Bij voorkeur is de aandrijfzijde van het aandrijf samenstel gerangschikt aan de contrasteun. Bij verdere voorkeur is de aandrijfzij de van het aandrijfsamenstel is gerangschikt in een langgerekt aandrijfsamenstelhuis, zoals een buis of een profiel dat is vervat in de gereedschapsteun of de contrasteun. Bij verdere voorkeur heeft het aandrijfsamenstelhuis een grotere diameter heeft dan het overige van de gereedschapsteun en/of de contrasteun. Dergelijke voorkeuren verschaffen constructionele voorbeelden van de onderlinge rangschikking van genoemde onderdelen. Deze zijn in het navolgende aan de hand waarvan specifieke voorkeuruitvoeringvormen aan de hand van de figuren beschreven.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat de fixeerinrichting een oriëntatiesleuf voor verschaffen van een onderlinge oriëntatie tussen de gereedschapsteun en de contrasteun, en een met de oriëntatiesleuf samenwerkende geleiding of geleidepen. Hiermee wordt op voordelige wijze uitvoering gegeven aan het longitudinaal beweegbaar maken van de gereedschapsteun en de contrasteun terwijl deze onderling rotationeel om een bijvoorbeeld coaxiale hartlijn, aandrijfbaar zijn.

Volgens een verdere voorkeuruitvoeringvormen is tenminste één extensie-element voorzien voor het verschaffen van een instelbare lengte aan de gereedschapsteun en of de contrasteun, bij voorkeur omvattende discrete instelpunten met een geringere onderlinge afstand dan een functionele werking afstand van het aandrijfsamenstel, bij voorkeur een aandrijfschroefdraad daarvan. Van voordeel hierbij is dat de inrichting een relatief grote lengte kan krijgen door het toepassen van dergelijke extensie-elementen. Een voordeel van discrete instelpunten is dat de werkinglengte van de aandrijfmiddelen relatief gering kan worden uitgevoerd, zoals minimaal 1 of 2 maal de afstand tussen de instelpunten. Hierdoor wordt op voordelige wijze gerealiseerd dat de fixeerinrichting kan functioneren over een groot bereik van meerdere malen de instelafstand van het aandrijfsamenstel, ofwel een functionele lengte van een aandrijfschroefdraad daarvan in een voorkeuruitvoeringvorm.

Ten behoeve van een verbeterd gebruikercomfort of het voorkomen van schade door met hoge energie schuiven van het extensie-element ten opzichte van de gereedschapsteun of de contrasteun richting het aandrijfsamenstel omvat de inrichting bij verdere voorkeur een stootelement voor opnemen van opnemen van stoot energie tussen het tenminste ene extensie-element en een respectieve gereedschapsteun of contrasteun. Hierdoor wordt gebruik en/of de levensduur van de inrichting verder verbeterd.

Ten behoeve van het voorkomen van binnentreden van vuil of vervuiling, omvat de inrichting bij verdere voorkeur een ringvormige orgaan, of een orgaan passend bij de vorm van het profiel, tussen het tenminste ene extensieelement en een respectieve gereedschapsteun of contrasteun. Een dergelijk orgaan functioneert voorts voor het voorkomen van rammelen van het extensieorgaan binnen of buiten de respectieve gereedschapsteun of contrasteun.

Ten behoeve van een betrouwbare en stevige overbren ging en weerstaan van de inklemkracht omvat bij verdere voorkeur het het aandrijfsamenstel een axiaal lager, zoals een taatslager, voor verschaffen van een lagering in een longitudinale duwrichting. Hiermee wordt zowel de rotatie als een longitudinale weerstand tegen de inklemkracht gefaciliteerd.

Ten behoeve van een aandrijving omvat het aandrij f samenstel een aandrijfas met handmatige en/of gemotoriseerde aandrijving welke middels de haakse overbrenging wordt overgebracht op een draadstaaf die samenwerkt met het contradraadelement bevestigd aan de gereedschapsteun.

Althans een verdere voorkeuruitvoeringvorm omvat de fixeerinrichting een stempelveer, bij voorkeur onder gedeeltelijke voorspanning, voor over een werkingslengte van de stempelveer onder voorspanning houden van het aandrij f samenstel , bij voorkeur een aandrijfschroefdraad daarvan. Met toepassing van een dergelijke stempelveer wordt op voordelige wijze gerealiseerd dat het aandrijfsamenstel, alsmede volgens een voorkeuruitvoeringvorm de aandrijfschroefdraad, in de fixatietoestand onder voorspanning gehouden zodat de aandrijfschroefdraad over de werkinglengte van de stempelveer een maximale wrijving oplevert voor de borging.

Bij verdere voorkeur omvat de fixeerinrichting een krachtsensor voor waarnemen van de inklemkracht van de fixeerinrichting tussen het werkoppervlak en het contraoppervlak. Hiermee is de inrichting in staat tot het waarnemen van de inklemkracht alsmede tot het opwekken van een signaal met betrekking tot de inklemkracht, zoals voor weergeven van een waarde van de inklemkracht of een waarschuwing met betrekking tot een drempelwaarde van de inklemkracht .

Bij verdere voorkeur omvat hierbij de inrichting transmissiemiddelen voor het uitvoeren van gegevens met betrekking tot de waargenomen inklemkracht. Dergelijke gegevens kunnen bijvoorbeeld via transmissiemiddelen als Bluetooth worden overgebracht naar een hiertoe geschikte inrichting, zoals een inrichting waarop een applicatie functioneert voor het weergeven van deze krachten.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen in het navolgende in groter detail worden beschreven aan de hand van een of meerdere voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aangehechte figuren. Soortgelijke doch niet noodzakelijkerwijs identieke onderdelen van verschillende voorkeursuitvoeringsvormen zijn aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers.

Fig. IA betreft een verborgen lijnen zichtbaar weergave en figuur 1B betreft een weergave in doorsnede van een eerste voorkeuruitvoeringvorm volgens onderhavige uitvinding .

Fig. 2A betreft een verborgen lijnen zichtbaar weergave en figuur 2B betreft een weergave in doorsnede van een detail van de eerste voorkeuruitvoeringvorm volgens figuur 1.

Fig. 3 betreft een verdere schematische weergave van de voorkeuruitvoeringvormen volgens figuur 1 in een verder aanzicht.

Fig. 4 betreft een doorsnede van een verder detail van de l^e voorkeuruitvoeringvorm.

Fig. 5 betreft 2 soortgelijke weergaven als figuur 1 van een verdere voorkeuruitvoeringvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 6 betreft 2 soortgelijke weergaven als figuur 2 van de verdere voorkeuruitvoeringvorm volgens figuur 5.

Fig. 7 betreft een soortgelijke weergave als figuur 3 van de verdere voorkeuruitvoeringvorm volgens figuur 5.

Een eerste voorkeuruitvoeringvorm (Fig. 1) volgens de onderhavige uitvinding betreft een gereedschapstempel 1, in dit document ook meer algemeen aangeduid als een fixeerinrichting. Deze omvat in hoofdzaak een gereedschapsteun 3, die aandrijfbaar is middels het aandrijfsamenstel 2 dat is verbonden met de contrasteun 4. De contrasteun 4 omvat een onderste buiselement 7 en de daarin inschuifbaar bovenste buiselement 8. Voorts is de contrasteun vast verbonden met het aandrijfsamenstel 2 zodat slechts de gereedschapsteun ten opzichte van het overige van de inrichting beweegbaar is.

Binnen het begrip van de onderhavige uitvinding is in deze voorkeuruitvoeringvorm de gereedschapsteun beweegbaar ten opzichte van een combinatie van het aandrijfsamenstel 2 en de contrasteun. Het is echter evenzeer voorzien dat bijvoorbeeld contrasteun beweegbaar is ten opzichte van een combinatie van de gereedschapsteun en het aandrijfsamenstel, of bij verdere voorkeur dat zowel de contrasteun als de gereedschapsteun beweegbaar is ten opzichte van het aandrij fsamenstel.

Het aandrijfsamenstel 2 is gerangschikt in een buiselement 5 dat functioneert als huis voor het aandrijfsamenstel, althans een transmissie deel daarvan. Het buiselement 5 is verbonden met een buiselement 7 dat een deel vormt van de contrasteun. Voorts omvat het aandrijfsamenstel 2 een buisdeel 6 waarin zich een draadstaaf 27 uitstrekt omvattende de aandrijfschroefdraad 27' .

De buiselementen 5,6 en 7 zijn in deze voorkeuruitvoeringvorm uitgevoerd als aparte buiselementen. Een dergelijke uitvoering verschaft voordelen met betrekking tot vervaardigen van de gereedschapstempel. Omdat het buiselementen 5 de grootste diameter heeft is er relatief meer ruimte voor het aandrijfsamenstel of de overbrenging daar van ten opzichte van de dunnere buiselementen 6,7. Het is echter evenzeer voorzien dat contrasteun 4 vervaardigbaar is uit een buiselement of twee buiselementen omvattende het aandrij fsamenstel.

Aanvullend is bijvoorbeeld voorzien dat buiselementen saven ongewijzigd toepasbaar is met daaronder een enkel buiselement 5 houdende het aandrijfsamenstel en vormende het functionele deel dat in de getoonde voorkeuruitvoeringvorm de functie vervuld van buiselement 6. In een dergelijke uitvoering is bijvoorbeeld voorzien dat de gereedschapsteun uitvoerbaar is met een diameter in hoofdzaak in overeenstemming met de diameter van het getoonde buiselement 6. Binnen het begrip van de onderhavige uitvinding zijn hierop binnen het begrip van de vakman vele variaties mogelij k.

Ter verlenging van de contrasteun is, zoals getoond in figuur 1,2, een extensie-element 8 getoond dat rangschikbaar is in, of op alternatieve wijze om, buiselement 7. Het extensie-element is fixeerbaar ten opzichte van buiselement 7 van de contrasteun middels een reeks dooropeningen of gaten in zowel buiselement 7 als extensie-element 8 waardoor een fixeerpen 37 rangschikbaar is behoeve van de onderlinge fixatie. Een dergelijk extensie-element verschaft een aantal voordelen.

Het eerste voordeel daarvan is dat door de discrete instelling middels de dooropeningen en de fixeerpen de lengte van de fixeerinrichting instelbaar is op een lengte die binnen de onderlinge afstand van de dooropeningen passend is aan het door de fixeerinrichting te overbruggen afstand tussen het gereedschap en het contraoppervlak. Hierdoor behoeft het aandrijfsamenstel slechts een afstand te overbruggen die kleiner is of gelijk aan de afstand tussen twee opvolgende dooropeningen. Het is echter evenzeer voor zien dat de afstand die het aandrijfsamenstel kan overbruggen groter zal zijn dan deze minimale afstand, zoals een afstand gelijk aan 2, 3 of 4 maal deze afstand. Een dergelijke afstand ter overbrugging door het aandrijfsamenstel heeft als voordeel dat we voldoende flexibiliteit wordt verschaft aan de gebruiker zodat enige vrijheid overblijft met betrekking tot de te kiezen dooropening.

Het aandrijfsamenstel 2 is ingericht voor het heen en weer bewegen van de gereedschapsteun 3 uitgevoerd als buiselement 9. Hiertoe kent het buiselement 9 een draadblok 30 dat is voorzien van een binnendraad voor samenwerking met de buitendraad 27'. Deze draad is gevormd als een draad verschaffen de een hoge weerstand tegen teruglopen. Hierdoor functioneert de aandrijfschroefdraad als een borging tegen losraken van de fixeerinrichting na plaatsing daarvan. Het draadblok is bevestigd aan de binnenzijde van buiselement 9 middels een schroefverbinding 34. Op soortgelijke wijze is buiselement 7 bevestigd aan buiselement 5 middels een schroefverbinding 32 en een daartoe geschikt verstevigingsblok. Op soortgelijke wijze is buiselement 6 bevestigd aan buiselement 5 middels een verstevigingblok met een schroefverbinding 33.

Het aandrijfsamenstel 2 is voorzien van een overdwarse aandrijving middels een as 21 die is voorzien van een haakse vertanding voor samenwerking met tandwiel 24 met eveneens een haakse vertanding samen vormen de een haakse transmissie. De haakse transmissie is gevormd tussen aandrijfas 21 en longitudinale as 26. De longitudinale as 26 is verbonden met staaf 27 of maakt daar deel van uit. Voorts is voorzien in een lager 28 dat een axiaal lager is, bij voorkeur een taatslager. Hiermee wordt de staaf 27 zowel gelagerd als worden duwkrachten van de staaf 27 op de gereedschapsteun of het draadblok 30 daarvan op geschikte wijze opgevangen.

De aandrijfas 21 is aan de buitenzijde van buiselement 5 voorzien van een slipkoppeling 40 gevormd door 2 buitenringen 52, 55 en daartussen gerangschikte veren 53, 54. Deze slipkoppeling veroorzaakt dat de as 21 meedraait met aandrijfwiel 22, of een eventuele motor, zolang de aandrijf kracht onder een vooraf bepaalde drempelwaarde wordt aangelegd. Wanneer deze drempelwaarde wordt overschreden zal het aandrijfwiel slippend ten opzichte van de aandrijfas 21 waardoor de kracht tussen de contrasteun en de gereedschapsteun is gelimiteerd.

Ten behoeve van het voorkomen van intreden van vervuiling in de inrichting is voorzien in ringvormig element 37 tussen buiselement 6 en buiselement 9. Voorts is voorzien in een dergelijke ringvormig element 38 tussen buisvormig element 7 en buisvormig element 8. Hiermee zijn deze bewegende verbindingen afgedicht tegen binnentredend vuil.

Een verdere voorkeuruitvoeringvorm (Fig. 5, 6, 7) kent een verdere borging middels een blokkering van de aandrijfas 21 en kent een verdere borging middels een veerelement, bij voorkeur uitgevoerd als een stempelveer. Deze beide vormen van borgen zijn onafhankelijk van elkaar en apart van elkaar toepasbaar

De aandrijfas 21 treedt in deze voorkeuruitvoeringvorm buiten buiselement 5 en is daar voorzien van een draad 71 asdeel 72. Op dit asdeel 72 met de draad 71 is een schroefelement 73 schroefbaar. Dit schroefelement 73 is voorzien van een opening 74 voor daar doorheen steken van hun gereedschap, zoals een schroevendraaier. Wanneer de aandrijfas voldoende is aangedraaid voor het fixeren van de fixeerinrichting tussen het gereedschap en het contraoppervlak wordt het schroefelement aangedraaid waardoor de aandrijfas 21 gefixeerd is waardoor de fixeerinrichting is ge borgd.

Aan de onderzijde van buiselement 9 bevindt zich een stempelveer 60. Deze stempelveer is aandrukbaar door de inklemkracht van de stempelinrichting. Hierdoor wordt de stempelinrichting na plaatsing daarvan in de fixatieposities aanhoudend onder voor spanning gehouden door de stempelveer. Door deze voorspanning wordt voorkomen dat de schroefdraad verloopt en de inrichting los raakt.

Bij voorkeur is de stempelveer vooraf onder voorspanning gebracht zodat deze slechts zodanig ver behoeft te worden ingedrukt tijdens het plaatsen van de fixeerinrichting dat maximaal enkele rotaties van het aandrijfwiel 22 nodig zijn. Hierbij is de stempelveer voorts vooraf instelbaar bijvoorbeeld een kracht tussen vijfhonderd en tweeduizend kg duwkrachten. Dit levert bij voorkeurs!tuatie op waarbij de stempelveer aan de onderzijde een zichtbare ringvormige afstand vertoont in een opvallende kleur die tijdens het fixeren van de fixeerinrichting wordt 'dichtgedraaid' zodat deze niet zichtbaar is. Hiermee is een optische indicatie verschaft aan de bediener van de fixeerinrichting. Tijdens operatie van het gereedschap zou weer zichtbaar worden van de opvallende kleur een duidelijke indicatie zijn dat de fixatie verminderd en dat bijvoorbeeld de inrichting weer dient te worden aangedraaid.

Voorts is voorzien in een druksensor voor verschaffen van een terugkoppeling van de aandrukkracht als deze in het bovenstaande is aangeduid bijvoorbeeld tussen vijfhonderd en vierduizend kg.

De onderhavige uitvinding is erop gericht om in voorkeuruitvoeringvormen een fixeerinrichting te verschaffen voor functioneren met een inklemkracht tussen vierhonderd en vierduizend kg, bij voorkeur tussen vijfhonderd en drieduizend kg, bij verdere voorkeur tussen zeshonderd en twee duizend kg, bij verdere voorkeur tussen achthonderd en vijftienhonderd kg, bij verdere voorkeur tussen zeshonderd en veertienhonderd kg, bij verdere voorkeur tussen zeshonderd en twaalf honderd kg. Tevens is elk bereik tussen de extremen van deze bereiken voorzien. Hiermee is een fixeerbetrouwbaarheid gerealiseerd die zeer geschikt is voor het fixeren van een gereedschap. Hiermee is ruim afstand genomen van bouwstempels die geschikt zijn voor het steunen van bouwwerken, verdiepingen en muren daarvan gedurende een tijdperiode van dagen tot weken; en van steunstempels voor het dragen van bijvoorbeeld gipsplaten die slechts een last van enkele kilo's tot enkele dozijnen kilo's behoeven te dragen gedurende de minuten die nodig zijn voor het plaatsen van een dergelijke gipsplaat. Daarbij is een fixeerinrichting verschaft die eenvoudig op de gewenste afstand en klemkracht kan worden ingesteld middels het hiertoe geschikte aandrijfsamenstel.

Voor wat betreft de materialen voor de gereedschapsteun en de contrasteun is een metaal voorzien, zoals staal. Een versterkte variant van aluminium heeft verder te voorkeur, zoals aluminium, of een precitatie regering, zoals aluminium 6082 ten behoeve van een lager gewicht ten opzichte van staal.

Voorts is voorzien in een draagkracht ten opzichte van een klemkracht. De draagkracht is de kracht die de stempel kan dragen, welke is voorzien tussen vierhonderd en vierduizend kg in enige voorkeuruitvoeringvorm als beschreven in dit document. De klemkracht die kan worden gerealiseerd is afhankelijk van het aandrijfsamenstel en de parameters daarvan. De klemkracht is evenzeer voorzien tussen vierhonderd en vierduizend kg, echter bij verdere voorkeur tussen vierhonderd en tweeduizend kg of tussen vierhonderd en duizend kg.

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding beschreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen worden beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij alle 5 combinaties die bij lezing door een vakman van het vakgebied op basis van dit document door een vakman binnen het begrip van de uitvinding vallen beschouwd worden te zijn meegelezen. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor de beschermingsomvang van dit document. De ge10 vraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies .

Claims (22)

1. Fixeerinrichting, zoals een vastzetinrichting zoals een (snel-) fixeerstempel, voor fixeren of vastzetten van een gereedschap, zoals een boormachine, tussen een werkoppervlak, zoals een onderoppervlak, zoals een vloer of een te bewerken oppervlak, en een contraoppervlak, zoals een bovenoppervlak, zoals een plafond, omvattende:

- een gereedschapsteun voor steunen tegen het gereedschap en een contrasteun voor steunen tegen het contraoppervlak, waarbij:

- tenminste een van de gereedschapsteun en de contrasteun een langgerekte vorm heeft,

- de gereedschapsteun en de contrasteun onderling beweegbaar ten opzichte van elkaar zijn gerangschikt voor bewegen tussen een plaatsingtoestand in welke het gereedschap en de fixeerstempel rangschikbaar zijn tussen het werkoppervlak en het contraoppervlak en een fixatietoestand in welke het gereedschap en de fictiestempel ingeklemd zijn tussen het werkoppervlak en het contraoppervlak,

- een aandrijfsamenstel voor het onderling bewegen van de gereedschapsteun en de contrasteun tussen de plaatsingtoestand en de fixatietoestand, het aandri j f samenstel omvattende aandrijfmiddelen,

- borgmiddelen voor in de fixatietoestand houden van de fixeerinrichting.

2. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij het aandri j f samenstel een aandrijfzij de en een aangedreven zijde omvat, waarbij tenminste een van de aandrijfzij de en de aangedreven zijde is gerangschikt aan de gereedschapsteun en de andere van de aandrijfzij de en de aangedreven zijde is gerangschikt aan de contrasteun.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 waarbij het aandrijfsamenstel is ingericht voor continue verplaatsing van de gereedschapsteun en de contrasteun ten opzichte van elkaar, bij voorkeur uitgevoerd omvattende een draadelement, bij voorkeur een van draad voorziene staaf, met een aandrijfschroefdraad en een met het draadelement samenwerkend contradraadelement, bij voorkeur een van draad voorzien blok of aandrijfblok, met het aandrijfschroefdraad omvat, waarbij tenminste één van het draadelement of het contradraadelement is gerangschikt aan de gereedschapsteun en de andere van het draadelement of het contradraadelement is gerangschikt aan de contrasteun.

4. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een transmissie, bij voorkeur omvattende een haakse overbrenging voor het overbrengen van een aandrijving dwars op de langgerekte vorm naar een aandrijving in de in de lengterichting van de langgerekte vorm.

5. Inrichting volgens een of van de voorgaande conclusies waarbij de borgmiddelen wrijvingsmiddelen omvatten, bij voorkeur omvattende wrijvingsmiddelen in het aandrijfsamenstel, bij verdere voorkeur omvattende wrijvingsmiddelen in de aandrijfschroefdraad.

6. Inrichting volgens conclusie 5 waarbij de wrijvingsmiddelen zijn uitgevoerd door een schroefdraad met een vooraf bepaalde wrijvingscoëfficiënt van de aandrijfschroefdraad, zoals middels een trapeziumvormige schroefdraad .

7. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de borgmiddelen aandrijfschroefdraadblokkademiddelen omvatten, bij voorkeur omvattende een borgmoer op de aandrijfschroefdraad.

8. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de borgmiddelen blokkeermiddelen omvatten voor blokkeren van onderlinge rotatie tussen het draadelement en het contradraadelement.

9. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de borgmiddelen een blokkeersamenstel omvatten voor blokkeren van het aandrijfsamenstel, de aandrijfmiddelen daarvan en/of bedienmiddelen van het aandrij f samenstel (primaire of secundaire borgmiddelen).

10. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de gereedschapsteun en/of de contrasteun een langgerekt profiel of buis omvatten, of een samenstel daarvan.

11. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de aandrijfzijde van het aandrijfsamenstel is gerangschikt aan de contrasteun.

12. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij de aandrijfzij de van het aandrijfsamenstel is gerangschikt in een langgerekt aandrijfsamenstelhuis, zoals een buis of een profiel dat is vervat in de gereedschapsteun of de contrasteun.

13. Inrichting volgens conclusie 12 waarbij het aandri j fsamenstelhuis een grotere diameter heeft dan het overige van de gereedschapsteun en/of de contrasteun.

14. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een oriëntatiesleuf voor verschaffen van een onderlinge oriëntatie tussen de gereedschapsteun en de contrasteun, en een met de oriëntatiesleuf samenwerkende geleiding of geleidepen.

15. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende tenminste één extensie-element voor het verschaffen van een instelbare lengte aan de gereedschapsteun en of de contrasteun, bij voorkeur omvattende discrete instelpunten met een geringere onderlinge afstand dan een functionele werking afstand van het aandrijfsamenstel, bij voorkeur een aandrijfschroefdraad daarvan.

16. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een stootelement voor opnemen van opnemen van stoot energie tussen het tenminste ene extensieelement en een respectieve gereedschapsteun of contrasteun.

17. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een ringvormige orgaan tussen het tenminste ene extensie-element en een respectieve gereedschapsteun of contrasteun.

18. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het aandrijfsamenstel een axiaal lager, zoals een taatslager, omvat voor verschaffen van een lagering in een longitudinale duwrichting.

20. Inrichting volgens een of een van de voorgaande conclusies waarbij het aandrijfsamenstel een aandrijfas met handmatige en/of gemotoriseerde aandrijving omvat welke middels de haakse overbrenging wordt overgebracht op een draadstaaf die samenwerkt met het contradraadelement bevestigd aan de gereedschapsteun.

21. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een stempelveer, bij voorkeur onder gedeeltelijke voorspanning, voor over een werkingslengte van de stempelveer onder voorspanning houden van het aandrij f samenstel , bij voorkeur een aandrijfschroefdraad daarvan .

22. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een krachtsensor voor waarnemen van een duwkracht van de fixeerinrichting tussen het werkoppervlak en het contraoppervlak.

23. Inrichting volgens conclusie 22 omvattende uitvoermiddelen, bij voorkeur omvattende transmissiemiddelen voor het uitvoeren van gegevens met betrekking tot de waargenomen duwkracht.