NL2021300B1 - Wegplaat voor een fietspad, alsmede combinatie van twee dergelijke wegplaten en een koppelelement - Google Patents

Abstract

Twee wegplaten 1 zijn nabij de hoekpunten met elkaar verbonden via koppelelementen 21. Deze koppelelementen hebben elke twee koppeldelen 23 die zich, in een richting 15 haaks op de koppelvlakken, vormgesloten in uitsparingen ll bevinden. De beide koppeldelen zijn met elkaar verbonden via een verbindingsdeel 25 dat verstevigd is door een metalen inzetstrip 27. Elke uitsparing is aanwezig in zowel een zijvlak 9 als in een koppelvlak 7 van de wegplaat. Het koppelelement 21 kan zo vanaf het zijvlak in de uitsparing gebracht worden.

Description

BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een wegplaat voor een fietspad voorzien van een bovenzijde waarover tijdens gebruik gereden wordt, een daar tegenover aanwezige onderzijde waarmee de wegplaat tijdens gebruik op een ondergrond ligt en vier, een rechthoek vormende, zijvlakken waarvan twee tegenover elkaar aanwezige zijvlakken koppelvlakken vormen voor koppeling met een verdere wegplaat, welke wegplaat in of nabij elk koppelvlak is voorzien van ten minste één uitsparing waarin een koppelelement aangebracht kan worden.

Stand van de techniek

Een dergelijke wegplaat is bekend uit NL2008405. Bij deze bekende wegplaat is de uitsparing in het koppelvlak aanwezig en strekt de uitsparing zich over de hele breedte van de wegplaat uit. De uitsparing is vanaf het koppelvlak taps toelopend. Het koppelelement is gevormd door een lat met twee eveneens taps toelopende helften, waarbij elke helft van de lat in een uitsparing aanwezig is.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een wegplaat van de in de aanhef omschreven soort die beter en eenvoudiger te koppelen is met een verdere wegplaat. Hiertoe is de wegplaat volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de uitsparing, in een richting van de wegplaat af en haaks op de koppelvlakken, tenminste deels is begrensd door een wanddeel, zodat een in de uitsparing passend koppeldeel van een koppelelement in een richting haaks op de koppelvlakken vormgesloten in de uitsparing opgesloten kan worden. Door de uitsparing een vorm te geven waarin een koppelelement vormgesloten aanwezig kan zijn, wordt voorkomen dat twee met elkaar gekoppelde wegplaten in een richting haaks op de koppelvlakken van elkaar verwijderd kunnen raken tijdens gebruik.

De uitsparing strekt zich bij voorkeur over slechts een deel van de lengte van het koppelvlak uit zodat bij koppeling het koppelelement over een korte afstand in de uitsparing aangebracht hoeft te worden.

Een uitvoeringsvorm van de wegplaat volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de uitsparing ten minste aanwezig is in een van de zijvlakken dat geen koppelvlak vormt, zodat een koppelelement vanaf dit zijvlak in de uitsparing aangebracht kan worden. Hierdoor kan het koppelelement gemakkelijk vanaf een zijvlak in de uitsparing gebracht worden.

Een verdere uitvoeringsvorm van de wegplaat volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de uitsparing ook in het koppelvlak aanwezig is, zodat via de in het koppelvlak aanwezige deel van de uitsparing de koppeling met een verdere wegplaat tot stand kan worden gebracht.

Bij voorkeur is nabij elke hoek van de rechthoekige wegplaat een uitsparing in de wegplaat aanwezig, zodat twee wegplaten steviger met elkaar gekoppeld kunnen worden.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de wegplaat volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat in of nabij het midden van elk koppelvlak een verdere langgerekte uitsparing aanwezig is die zich parallel aan de bovenzijde van de wegplaat in het koppelvlak uitstrekt en waarin een verder koppelelement aangebracht kan worden. Hiermee kan voorkomen worden dat tijdens het leggen van wegplaten deze ten opzichte van elkaar verzakken (door ongelijkmatige ondergrond) waardoor de koppelelementen niet meer aangebracht zouden kunnen worden.

Nog weer een verdere uitvoeringsvorm van de wegplaat volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat op een van de koppelvlakken op afstand van een zijvlak dat geen koppelvlak vormt een uitsteeksel aanwezig is dat zich uitstrekt vanaf de onderzijde tot aan de bovenzijde van de wegplaat en dat een trapeziumvormige dwarsdoorsnede heeft waarbij de brede zijde tegen het koppelvlak aanwezig is, en dat het andere koppelvlak is voorzien van een gelijkvormige uitsparing waarin tijdens gebruik een uitsteeksel van een verdere wegplaat aanwezig is. Hierdoor kunnen twee met elkaar gekoppelde wegplaten in dwarsrichting niet ten opzichte van elkaar verschuiven en zoekt tijdens het leggen een te leggen wegplaat door middel van dit uitsteeksel de juiste positie ten opzichte van de reeds gelegde wegplaat. Bij voorkeur zijn er op elk koppelvlak twee uitsteeksels of twee uitsparingen op afstand van elkaar aanwezig. Ook is het mogelijk om elk koppelvlak te voorzien van een uitsteeksel en een uitsparing.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een combinatie van twee wegplaten volgens de uitvinding en een koppelelement. Voor wat betreft deze combinatie is de uitvinding gekenmerkt, doordat het koppelelement twee koppeldelen omvat die in een richting haaks op de koppelvlakken vormgesloten in de uitsparingen aanwezig zijn, alsmede een tussen beide koppeldelen aanwezig verbindingsdeel.

Een uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het verbindingsdeel over een afstand parallel aan de bovenzijde van de wegplaat aan elk van de koppeldelen is bevestigd. Hierdoor wordt het verbindingsdeel tijdens gebruik enkel op trek en eventueel ook af afschuiving, maar niet op buiging belast, zodat een grote belasting weerstaan kan worden.

Bij voorkeur is het koppelelement van flexibel materiaal, bijvoorbeeld rubber, zodat eventuele verzakkingen van de ondergrond opgevangen kunnen worden.

Een verdere uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het verbindingsdeel is voorzien van een metalen inzetstuk dat zich tot in de beide uitsparingen uitstrekt. Hierdoor wordt voorkomen dat bij verzakkingen in de ondergrond het flexibel materiaal te zwaar belast wordt en wordt de afstand waarover de wegplaten ten opzichte van elkaar kunnen verzakken beperkt.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van twee door middel van koppelelementen met elkaar verbonden wegplaten volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een combinatie van twee wegplaten en koppelelementen volgens de uitvinding;

Figuur 2 een detail ter plaatse van een koppelelement van de in figuur 1 weergegeven combinatie;

Figuur 3 het in figuur 2 weergegeven detail met los koppelelement; en

Figuur 4 een detail van een tweede uitvoeringsvorm van een combinatie van twee wegplaten en koppelelementen volgens de uitvinding.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In de figuren 1-3 is een eerste uitvoeringsvorm van een combinatie van twee wegplaten en koppelelementen volgens de uitvinding weergegeven. Elke wegplaat 1 heeft een bovenzijde 3, een daar tegenover aanwezige onderzijde 5 en vier zijvlakken waarvan twee tegenover elkaar aanwezige zijvlakken koppelvlakken 7 en de koppelelementen vanaf de beide andere zijvlakken 9 aangebracht kunnen worden. Elk koppelvlak is aan de uiteinden voorzien van twee uitsparingen 11 met midden daartussen een verdere uitsparing 13. Elk van de beide uitsparing is, in een richting 15 van de wegplaat af en haaks op de koppelvlakken, deels begrensd door een wanddeel 17, zie figuur 2, zodat in de uitsparingen aanwezige koppeldelen 23 van de koppelelementen 21 in een richting 15 haaks op de koppelvlakken vormgesloten in de uitsparingen 11 opgesloten zijn.

Elk van de uitsparingen 11 is aanwezig in zowel in een van de zijvlakken 9 dat geen koppelvlak vormt als in het koppelvlak 7. Het koppelelement 21 kan zo vanaf een zijvlak 9 in de uitsparingen gebracht worden, waarbij de koppeling tussen de wegplaten 1 aan de zijde van de koppelvlakken 7 plaatsvindt. De uitsparingen 11 stekken zich over slechts een deel van de lengte van het koppelvlak uit.

Elk koppelelement 21, zie figuur 3, heeft twee koppeldelen 23 die in een richting 15 haaks op de koppelvlakken 7 vormgesloten in de uitsparingen 11 aanwezig zijn en een tussen beide koppeldelen aanwezig verbindingsdeel 25. Het verbindingsdeel is over een afstand parallel aan de bovenzijde van de wegplaat aan elk van de koppeldelen 23 bevestigd. Het koppelelement 21 is van flexibel materiaal en in het verbindingsdeel 25 bevindt zich een metalen inzetstuk 27 (strip) dat zich tot in de beide uitsparingen 11 (zie figuur 2) uitstrekt.

De in het midden van elk koppelvlak 7 aanwezige verdere uitsparing 13, zie figuur 1, is langgerecht en strekt zich parallel aan de bovenzijde 3 van de wegplaat 1 in het koppelvlak 7 uit. In deze uitvoeringsvorm heeft de doorsnede van deze verdere uitsparing 13 de vorm van een halve cirkel. In de beide tegenover elkaar aanwezige verdere uitsparingen is een verder koppelelement 29 aanwezig, dat is uitgevoerd als een cirkelcilindrische staaf. Dit verdere koppelelement 29 voorkomt dat de beide wegplaten 1 tijdens het aanbrengen ten opzichte van elkaar kunnen verzakken.

Voorts zijn op een van de koppelvlakken 7 op afstand van de zijvlakken 9 twee uitsteeksels 28 op afstand van elkaar aanwezig. Deze uitsteeksels strekken zich vanaf de onderzijde 5 tot aan de bovenzijde 3 van de wegplaat 1 uit en hebben een trapeziumvormige dwarsdoorsnede waarbij de brede zijde tegen het koppelvlak aanwezig is. In het andere koppelvlak 7 zijn aan de uitsteeksels congruente uitsparing 30 aanwezig waarin de uitsteeksels 28 van een naburige wegplaat zich bevinden om te voorkomen dat twee met elkaar gekoppelde wegplaten in dwarsrichting ten opzichte van elkaar verschuiven.

In figuur 4 is een tweede uitvoeringsvorm van een combinatie van twee wegplaten 31 en een koppelelement 33 volgens de uitvinding in detail weergegeven. Hierbij bevinden de uitsparingen 35 zich enkel in de zijvlakken 37 en niet in de koppelvlakken 39. Het koppelelement 33 is gevormd door een plaat 41 met twee uitstekende cilindrische koppeldelen 43 die in de uitsparingen 35 gestoken kunnen worden.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader. Zo kunnen de verdere uitsparingen 13 en de verdere koppelelementen 29 of de uitsteeksels 28 en de uitsparingen 30 weggelaten worden. Een van beide maatregelen om verschuiven van de wegplaten ten opzichte van elkaar te voorkomen kan voldoende zijn.

Claims (12)

1. CONCLUSIES:

   1. Wegplaat (1) voor een fietspad voorzien van een bovenzijde (3) waarover tijdens gebruik gereden wordt, een daar tegenover aanwezige onderzijde (5) waarmee de wegplaat tijdens gebruik op een ondergrond ligt en vier, een rechthoek vormende, zijvlakken (7, 9) waarvan twee tegenover elkaar aanwezige zijvlakken koppelvlakken (7) vormen voor koppeling met een verdere wegplaat, welke wegplaat in of nabij elk koppelvlak is voorzien van ten minste één uitsparing (11) waarin een koppelelement (21) aangebracht kan worden, met het kenmerk, dat de uitsparing (11), in een richting (15) van de wegplaat af en haaks op de koppelvlakken (7), tenminste deels is begrensd door een wanddeel (17), zodat een in de uitsparing passend koppeldeel (23) van een koppelelement (21) in een richting (15) haaks op de koppelvlakken vonngesloten in de uitsparing (11) opgesloten kan worden.
2. 2. Wegplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsparing (11) zich over slechts een deel van de lengte van het koppelvlak (7) uitstrekt.
3. 3. Wegplaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de uitsparing (11) ten minste aanwezig is in een van de zijvlakken (9) dat geen koppelvlak (7) vormt, zodat een koppelelement (21) vanaf dit zijvlak in de uitsparing aangebracht kan worden.
4. 4. Wegplaat volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de uitsparing (11) ook in het koppelvlak (7) aanwezig is, zodat via de in het koppelvlak aanwezige deel van de uitsparing de koppeling met een verdere wegplaat tot stand kan worden gebracht.
5. 5. Wegplaat volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij elke hoek van de rechthoekig wegplaat een uitsparing (11) aanwezig is.
6. 6. Wegplaat volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in of nabij het midden van elk koppelvlak (7) een verdere langgerekte uitsparing (13) aanwezig is die zich parallel aan de bovenzijde (3) van de wegplaat in het koppelvlak uitstrekt en waarin een verder koppelelement (29) aangebracht kan worden.
7. 7. Wegplaat volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op een van de koppelvlakken (7) op afstand van een zijvlak (9) dat geen koppelvlak vormt een uitsteeksel (28) aanwezig is dat zich uitstrekt vanaf de onderzijde (5) tot aan de bovenzijde (3) van de wegplaat (1) en dat een trapeziumvormige dwarsdoorsnede heeft waarbij de brede zijde tegen het koppelvlak aanwezig is, en dat het andere koppelvlak is voorzien van een gelijkvormige uitsparing (30) waarin tijdens gebruik een uitsteeksel van een verdere wegplaat aanwezig is.
8. 8. Combinatie van twee wegplaten (1) volgens een der voorgaande conclusies en een koppelelement (21), met het kenmerk, dat het koppelelement (21)

   5 twee koppeldelen (23) omvat die in een richting (15) haaks op de koppelvlakken (7) vormgesloten in de uitsparingen (11) aanwezig zijn, alsmede een tussen beide koppeldelen aanwezig verbindingsdeel (25).
9. 9. Combinatie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het verbindingsdeel (25) over een afstand parallel aan de bovenzijde (3) van de wegplaat (1)
10. 10 aan elk van de koppeldelen (23) is bevestigd.

    10. Combinatie volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het koppelelement (21) van flexibel materiaal is.
11. 11. Combinatie volgens conclusie 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat het verbindingsdeel (25) is voorzien van een metalen inzetstuk (27) dat zich tot in de beide
12. 15 uitsparingen (11) uitstrekt.

    1/2