NL2021280B1

NL2021280B1 - Deurfixatieinrichting en werkwijze

Info

Publication number: NL2021280B1
Application number: NL2021280A
Authority: NL
Inventors: Hussein-Rijsdam Valerie
Original assignee: Fefago Holding B V
Priority date: 2018-07-10
Filing date: 2018-07-10
Publication date: 2020-01-20
Also published as: NL2023474A; NL2023474B1

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een deurfixatiein— richting voor het fixeren van een deur in een gewenste po— sitie, de deurfixatieinrichting omvattende: — een ondergrondsteunelement voor rangschikken van de deurfixatieinrichting op een ondergrond ter plaatse van de gewenste positie, — een deursteunelement voor rangschikken tegen een onderzijde van de deur, — een fixatiesamenstel voor verschaffen van een fixe— rende werking tussen de ondergrond en de deur middels in— stellen van een fixatieafstand met een onderlinge afstand tussen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement, het fixatiesamenstel omvattende: — een draadstaaf voor verschaffen van een hoogtewer— king, — een draadelement voor samenwerking met de draad— staaf voor het middels een onderlinge aangrijping van de respectieve draad instellen van de onderlinge afstand tus— sen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement ten behoeve van de fixatie, — waarbij het fixatiesamenstel een instelbare verbin— ding vormt tussen het ondergrondsteunelement of de onder— grond en het deursteunelement.

Description

Θ 2021280 ©B1 OCTROOI (2?) Aanvraagnummer: 2021280 (51) Int. Cl.:

E05C 17/54 (2018.01) (22) Aanvraag ingediend: 10 juli 2018 (30) Voorrang:

Q Aanvraag ingeschreven:

januari 2020 (43) Aanvraag gepubliceerd:

(73) Octrooihouder(s):

Fefago Holding B.V. te Amsterdam (72) Uitvinder(s):

Valerie Hussein-Rijsdam te Amsterdam (74) Gemachtigde:

ir. F.E. Hoeben te Hilversum

47) Octrooi verleend:

januari 2020 (45) Octrooischrift uitgegeven:

januari 2020

54) Deurfixatieinrichting en werkwijze

57) De onderhavige uitvinding betreft een deurfixatieinrichting voor het fixeren van een deur in een gewenste positie, de deurfixatieinrichting omvattende:

- een ondergrondsteunelement voor rangschikken van de deurfixatieinrichting op een ondergrond ter plaatse van de gewenste positie,

- een deursteunelement voor rangschikken tegen een onderzijde van de deur,

- een fixatiesamenstel voor verschaffen van een fixerende werking tussen de ondergrond en de deur middels instellen van een fixatieafstand met een onderlinge afstand tussen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement, het fixatiesamenstel omvattende:

- een draadstaaf voor verschaffen van een hoogtewerking,

- een draadelement voor samenwerking met de draadstaaf voor het middels een onderlinge aangrijping van de respectieve draad instellen van de onderlinge afstand tussen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement ten behoeve van de fixatie,

- waarbij het fixatiesamenstel een instelbare verbinding vormt tussen het ondergrondsteunelement of de ondergrond en het deursteunelement.

NLB1 2021280

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Deurfixatieinrichting en werkwijze

De onderhavige uitvinding betreft een deurfixatieinrichting voor het fixeren van een deur in een gewenste positie. Voorts betreft de onderhavige uitvinding en werkwijze voor fixeren van een deur onder toepassing van een deurfixatieinrichting.

Een los openstaande deur is om een aantal redenen onpraktisch. Een reden hiervoor is dat een los openstaande deur onder slechts lichte kracht kan verplaatsen hetgeen onpraktisch is in het geval van het aanbrengen van een schilderwerk. Ook in de dagelijkse praktijk is een los openstaande deur wenselijk omdat deze ongewenst kan dichtslaan of ongewenst verder kan openen. Hierbij kunnen beschadigingen optreden die onwenselijk zijn.

Teneinde een los openstaande deur te voorkomen is volgens de stand van de techniek voorzien in bijvoorbeeld een haak met oogconstructie die als nadeel heeft dat een deur slechts in een bepaalde positie kan openstaan. Voorts is in de stand van de techniek voorzien in het plaatsen van een gewicht ter plaatse van zwenkbare deur voor het tegenhouden van de deur aan een zijde. Een dergelijk gewicht kan de deur beschadigen, functioneert slechts vanaf een zijde en beschadigt zeker een recent aangebracht schilderwerk. Een verdere oplossing die bekend is uit de stand van de techniek betreft een onder de deur aan te brengen wig. Ook een dergelijke wig beschadigt een recent schilderwerk is belemmerend bij het aanbrengen daarvan.

Teneinde dergelijke nadelen te ondervangen verschaft onderhavige uitvinding een deurfixatieinrichting voor het fixeren van een deur in een gewenste positie, de deurfixatieinrichting omvattende:

- een deursteunelement voor rangschikken tegen een onderzijde van de deur,

- een draadstaaf voor verschaffen van een hoogtewerking,

Een voordeel van een dergelijke de fixatie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding is dat deze in staat is een deur te fixeren door aangrijping vanaf de onderzijde van de deur. Daarbij wordt de fixatie-inrichting geklemd tussen de onderzijde van de deur en de ondergrond. Hierdoor is op voordelige wijze de deur in elke positie daarvan te fixeren. Op verdere voordelige wijze is de deur vanaf alle zijden benaderbaar aangezien de fixatie-inrichting functioneert vanaf de onderzijde. Voorts behoeven geen gaten in de deur, muur of het kozijn te worden aangebracht voor het daaraan aanbrengen van bijvoorbeeld een haak en oogconstructie. Bij verdere voorkeur is de deurstopper of tenminste een onderdeel daarvan vervaardigd uit een kunststof, zoals middels gietproces of spuitgietproces.

Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding strekt het ondergrondsteunelement zich vanaf het de draadstaaf zijwaarts uit waarbij het deursteunelement boven het ondergrondsteunelement is gerangschikt. Hierdoor wordt op voordelige wijze een ondersteuning ten opzichte van de bodem gerealiseerd. Voorts wordt een hoge stijfheid gerealiseerd voor het aanleggen van krachten tussen de ondergrond aan de deur.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn in bovenaanzicht tijdens gebruik het fixatiesamenstel of het draadelement daarvan naast elkaar gerangschikt. Hierdoor wordt op voordelige wijze gerealiseerd dat de onderlinge afstand tussen het ondergrond steunelement en het deur steunelement kan worden ingesteld middels het initiatiesamenstel over draadelement daarvan bezijden de deur, zoals op enige afstand daarvan waardoor het oppervlak van de deur gevrijwaard blijft van contact met de deurfixatieinrichting.

Bij verdere voorkeur is de draad zodanig gedimensioneerd dat fixatie in de fixatieafstand realiseerbaar is middels wrijvingskracht. Het is van voordeel dat middels de draad zowel de opwaartse beweging ten behoeve van het instellen van de afstand tussen ondergrondsteunelement en het deursteunelement wordt gerealiseerd als fixatie in deze positie.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de draad zodanig gedimensioneerd dat een vooraf bepaalde afstand verplaatsing realiseerbaar is middels een rotatieslag, zoals met een vooraf bepaalde rotatie. Hierbij wordt met een relatief grote spoed gerealiseerd dat met een zekere rotatie een relatief grote opwaartse onderlinge afstandsverandering tussen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement wordt gerealiseerd

Bij verdere voorkeur heeft de draad een vorm die zodanig is dat een fixatiewrijving voor houden van het fixatiesamenstel in de fixatieafstand realiseerbaar is. Het is hierbij voordelig dat een in de fixatiepositie gerangschikt fixatiesamenstel hierin gerangschikt blijft gedurende een tijdsperiode zoals een gebruikt!jdsperiode voor het fixeren van de deur.

Bij verdere voorkeur is de draadstaaf afsteunbaar tegen het ondergrondsteunelement of tegen de ondergrond. Hierdoor wordt gerealiseerd dat de kracht opwaarts gericht is ten behoeve van het opwaarts houden van het deursteunelement .

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het draadelement gerangschikt in het deursteunelement. Op alternatieve wijze is het draadelement gerangschikt in het ondergrondsteunelement, met een aangrijpelement voor aangrijpen aan het draadelement door het deursteunelement. Hierdoor wordt op voordelige wijze de instelbaarheid van de fixatieafstand gerealiseerd.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is in de fixatie-inrichting een ondergrond gerangschikt aan de onderzijde van het ondergrondsteunelement voor verschaffen van grip tussen het ondergrondsteunelement en de ondergrond, zoals een geprofileerd oppervlak en/of een materiaallaag, zoals een stroeve laag, zoals rubber of kunststof. Hierdoor wordt op voordelige wijze de positionering ten opzichte van de ondergrond nader geborgd.

Bij verdere voorkeur is ten behoeve van een fixatie van de inrichting ten opzichte van de deur een deurgripelement vervat in de inrichting voor aangrijpen aan een onderzijde van de deur gedurende de fixatie van de deur.

Hierdoor wordt op voordelige wijze de positionering ten opzichte van de deur nader geborgd.

Ten behoeve van een verbetering van de opname van de fixatiekracht omvat het ondergrondsteunelement tenminste een verstevigingselement, zoals een rib voor verschaffen van stijfheid tegen buigen door de fixatiekracht. Bij voorkeur is hiertoe het deursteunelement is gerangschikt boven het ondergrondsteunelement. Een gedeelte van deze hoogte is bij voorkeur toegepast voor het daarin rangschikken van het verstevigingelement.

Op alternatieve wijze is bij verdere voorkeur het deursteunelement tenminste in een de positie daarvan gerangschikt naast of tussen het ondergrondsteunelement. Hierdoor wordt op voordelige wijze gerealiseerd dat de hoogte van het deursteunelement beperkt kan worden tot een of enkele millimeters voor het toepassen van de deurfixatieinrichting onder een deur die laag is afgehangen ten opzichte van de ondergrond. Een dergelijke lage afhangframe komt bijvoorbeeld voor wanneer is afgezien van de stofdorpel.

Bij verdere voorkeur omvat de deurfixatieinrichting een geleidingselement voor het verschaffen van een geleiding tussen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement. Middels dergelijke geleidingselement wordt een wenselijke mate van stabiliteit van de inrichting verschaft .

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen in het navolgende in groter detail worden beschreven aan de hand van een of meerdere voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aangehechte figuren. Soortgelijke doch niet noodzakelijkerwijs identieke onderdelen van verschillende voorkeursuitvoeringsvormen zijn aangeduid met dezelfde verwij zingscij fers.

Fig. 1 betreft een isometrisch aanzicht van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding, omvattende een optioneel verhogingblok.

Fig. 2 betreft een isometrisch aanzicht van een detail van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm.

Fig. 3 betreft een isometrisch aanzicht van een verdere detail van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm.

Fig. 4 betreft een zijaanzicht van het detail volgens Fig. 3.

Fig. 5 betreft een isometrisch aanzicht van een verdere detail van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm.

Fig. 6 betreft een isometrisch aanzicht van het optionele verhogingblok.

Fig. 7 betreft een isometrisch aanzicht van een stapeling van het optionele verhogingblok.

Fig. 8 betreft een aanzicht in perspectief van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 9 betreft een aanzicht in perspectief van details van de voorkeursuitvoeringsvorm volgens Fig. 8.

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm (Fig. 1) volgens de onderhavige uitvinding betreft een deurfixatieinrichting 1. Deze omvat optioneel verhogingblok 2, een ondergrondsteunelement 3, een deursteunelement 4 alsmede een draadstaafelement 5. Een fixatiesamenstel voor verschaffen van een fixerende werking tussen de ondergrond en de deur middels instellen van een fixatieafstand met een onderlinge afstand tussen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement wordt gevormd door onderling samenwerkende onderdelen daarvan. Voor de werking wordt bijvoorbeeld middels de draad van de draadstaaf het deursteunelement ten opzichte van de onderzijde van het ondergrondsteunelement opwaarts gedrongen wanneer de draadstaaf op geschikte wijze wordt geroteerd.

Het ondergrondsteunelement 3 omvat een bodemplaat 33. Vanaf de bodemplaat 33 trekken zich opwaarts gerichte geleideelementen 34, 35 en 36 opwaarts uit. Deze opwaarts gerichte geleideelementen laten een opwaartse en neerwaartse beweging van het deursteunelement 4 toe en beperken een horizontale beweging voor het verschaffen van stabiliteit aan de deurfixatieinrichting. Voorts beperken de opwaarts gerichte geleideelementen wijken door de draadstaaf. Optioneel is een inzinking in de bodemplaat ter plaatse van het midden van de draadstaaf voorzien. De ribben 34 van het geleideelementen versterkt zowel de bodemplaat als geleideelementen 35. De bodemplaat is voorts voorzien van een rib 32 voor het versterken daarvan. De sleuven 31, 31' zijn voorzien voor het opnemen van een verstevigingelement ten behoeve van het deursteunelement

4. Voorts omvat het ondergrondsteunelement 3 ondergrond het 21 voor verhogen van grip met de ondergrond.

Het deursteunelement 4 (Fig. 3, 4) is derhalve voorzien van verstevigingsribben 41, 41' voor het versterken daarvan voor het opnemen van de fixatiekrachten tussen de ondergrond aan de deur. Tevens omvat deursteunelement 4 een opnamesleuf 42 voor het opnemen van de verstevigingsribben 32 van de bodemplaat. Ten behoeve van aangrijpen aan de deur is voorzien in een deurgripelement 48 met een profileertoppervlak 48'. Middels dit deurgripelement 48 wordt gerealiseerd dat het omliggende oppervlak vrij blijft van de deur waardoor de volledige zijkant van de deur vrij blijft van de deurfixatieinrichting. Hierdoor worden genoemde beschadigingen aan het oppervlak van de deur en of recent schilderwerk voorkomen.

Het draadelement 49 van het deursteunelement 4 omvat een boring of ringvormig kanaal aan de binnenzijde daarvan met een inwendige schroefdraad 47 in de binnenwand daarvan voor opnemen van de uitwendige schroefdraad van de draadstaaf. Een versteviginglichaam lichaam 40 bevindt zich aan de voorzijde van het draadelement 49 in dit versteviginglichaam bevinden zich 2 kanalen 44, 45 voor opnemen van het respectieve geleideelementen 34, 35 van het ondergrondsteunelement 3. Aan de achterzijde van het draadelement 49 bevindt zich op soortgelijke wijze een opnamekanaal 46 voor het opnemen van geleide element 36. Hierdoor wordt op voordelige wijze een stabiliteitverhogende geleiding tussen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement verschaft. Daarenboven is de verticale verplaatsbaarheid ten opzichte van elkaar op effectieve wijze gerealiseerd.

Ten behoeve van het realiseren van de verticale verplaatsbaarheid dient de draad 57 van het draadstaafelement

5. De draad is opneembaar in de inwendige draad 47 van het draadelement 49 van het deursteunelement 4. Door roteren van het draadstaafelement 5 wordt de onderlinge verplaatsing ten behoeve van de onderlinge afstand ten behoeve van de fixatie bereikt.

Ten behoeve van het actueren daarvan omvat het draadstaafelement een aangrijpelement 5 voor bediening daarvan met de hand of eventueel een geschikt gereedschap.

Het optionele verhogingblok 2 is zowel individueel als enkel verhogingblok als gestapeld toepasbaar. Hiertoe omvat het verhogenblok steunlichaam met 4 noppen voor onderlinge fixatie van gestapelde steunblokken in combinatie met de respectieve openingen (niet getoond) aan de onderzijde daarvan. Zoals te zien is in Fig. 1 functioneren de noppen tevens voor fixatie van het ondergrondsteunelement daartussen.

De draad verschaft zowel een voldoende spoed voor een opwaartse beweging met een beperkte hoeveelheid rotaties, zoals bijvoorbeeld tussen 0, 3 - 2 cm per rotatie, bij voorkeur 0, 5-1, 5 cm per rotatie, bij verdere voorkeur tussen 0, 8 - 1, 2 cm per rotatie of enige variatie daartussen .

De uitvoeringsvorm volgens figuur 8, 9 betreft een variant voor gebruik met een geringe afstand tussen de ondergrond en de deur. Hierbij is de hoogte van de bovenzijde van het deursteunelement lager dan bij de eerste uitvoering. Dit deursteunelement is gerangschikt tussen twee armen van het ondergrondsteunelement voor een nevengeschikte rangschikking waardoor de hoogte in de laagste stand lager is dan bij een rangschikking in superpositie. Voor het overige is het functioneren van de beide voorkeursuitvoeringen in hoofdzaak gelijk met overeenkomstige onderdelen.

Voorts verschaft de draad een zodanige grip dat een in de fixatiepositie gebracht door inrichting in de fixatieposities blijft onder de werking ervan wrijving van de draad. Hiertoe is optioneel voorzien dat de speling tussen de uitwendige draad en de inwendige draad zodanig gering is dat enige wrijving aanwezig is. Voorts is er een optionele oppervlaktebehandeling voorzien aan het oppervlak van de inwendige en/of uitwendige draad. In doorsnede gezien heeft de draad een voldoende directe voor het opvangen van fixatiekrachten een heeft deze bijvoorbeeld een doorsnedevorm met een in hoofdzaak een V-vorm.

In een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding die niet is getoond in de figuren omvat de deurfixatieinrichting een tweetal fixatiesa2021280 menstellen, zoals aan weerszijden van het deursteunelement. De deur volgens de onderhavige uitvinding betreft een beweegbaar element, zoals voor afsluiten van een opening in een kozijn, zoals een deur of een vensterdeur.

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding be- schreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen worden beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij alle combinaties die bij lezing door een vakman van het vakgebied op basis van dit document door een vakman binnen het begrip van de uitvinding vallen beschouwd worden te zijn meegelezen. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor de beschermingsomvang van dit document. De gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclu15 sies.

* k k k k

Claims

CONCLUSIES

1. Deurfixatieinrichting voor het fixeren van een deur in een gewenste positie, de deurfixatieinrichting omvattende :

- een ondergrondsteunelement voor rangschikken van de deurfixatieinrichting op een ondergrond ter plaatse van de gewenste positie,

- een deursteunelement voor rangschikken tegen een onderzijde van de deur,

- een fixatiesamenstel voor verschaffen van een fixerende werking tussen de ondergrond en de deur middels instellen van een fixatieafstand met een onderlinge afstand tussen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement, het fixatiesamenstel omvattende:

- een draadstaaf voor verschaffen van een hoogtewerking,

- een draadelement voor samenwerking met de draadstaaf voor het middels een onderlinge aangrijping van de respectieve draad instellen van de onderlinge afstand tussen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement ten behoeve van de fixatie,

- waarbij het fixatiesamenstel een instelbare verbinding vormt tussen het ondergrondsteunelement of de ondergrond en het deursteunelement.
2. Deurfixatieinrichting volgens conclusie 1 waarbij het ondergrondsteunelement zich vanaf het de draadstaaf zijwaarts uitstrekt en waarbij het deursteunelement boven het ondergrondsteunelement is gerangschikt.
3. Deurfixatieinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij in bovenaanzicht tijdens gebruik het fixatiesamen stel of het draadelement daarvan naast elkaar zijn gerangschikt .
4. Deurfixatieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de draad zodanig is gedimensioneerd dat fixatie in de fixatieafstand realiseerbaar is middels wrijvingskracht.
5. Deurfixatieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de draad zodanig is gedimensioneerd dat een vooraf bepaalde afstand verplaatsing realiseerbaar is middels een rotatieslag, zoals met een vooraf bepaalde rotatie.
6. Deurfixatieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de draad een vorm heeft die zodanig is dat een fixatiewrijving voor houden van het fixatiesamenstel in de fixatieafstand realiseerbaar is.
7. Deurfixatieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de draadstaaf afsteunbaar is tegen het ondergrondsteunelement of tegen de ondergrond.
8. Deurfixatieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het draadelement is gerangschikt in het deursteunelement.
9. Deurfixatieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het draadelement is gerangschikt in het ondergrondsteunelement, met een aangrijpelement voor aangrijpen aan het draadelement door het deursteunelement .
10. Deurfixatieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een ondergrondgripelement gerangschikt aan de onderzijde van het ondergrondsteunelement voor verschaffen van grip tussen het ondergrondsteunelement en de ondergrond, zoals een geprofileerd oppervlak en/of een materiaallaag, zoals een stroeve laag, zoals rubber of kunststof.
11. Deurfixatieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een deurgripelement voor aangrijpen aan een onderzijde van de deur gedurende de fixatie van de deur.
12. Deurfixatieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het ondergrondsteunelement tenminste een verstevigingselement, zoals een rib omvatten voor verschaffen van stijfheid tegen buigen door de fixatiekracht.
13. Deurfixatieinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij het deursteunelement is gerangschikt boven het ondergrondsteunelement.
14. Deurfixatieinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij het deursteunelement tenminste in een de positie daarvan is gerangschikt naast of tussen het ondergrondsteunelement.
15. Deurfixatieinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een geleidingselement voor het verschaffen van een geleiding tussen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement.
16. Deurfixatieinrichting volgens conclusie 14 waarbij het geleidingselement langgerekt is, bij verdere voorkeur zich in hoofdzaak parallel uitstrekt ten opzichte van het draadelement.
17. Deurfixatieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een verhogingblok of een samenstel van meerdere verhogingblokken.
18. Deurfixatieinrichting volgens conclusie 16 waarbij het verhogingblok een geringere hoogte heeft dan een onderlinge werkinghoogte van de draadstaaf met het draadelement .
19. Werkwijze voor fixeren van een deur onder toepassing van een deurfixatieinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende stappen voor:

- het verschaffen van de deurfixatieinrichting,

- het rangschikken van de deurfixatieinrichting met het ondergrondsteunelement op een ondergrond,

- het rangschikken van het deursteunelement onder een deur,

- het instellen van de onderlinge afstand tussen het ondergrondsteunelement en het deursteunelement.
20. Werkwijze volgens conclusie 18 omvattende stappen voor het onder het ondergrondsteunelement rangschikken van een verhogingblok.

•Ar k ★ k

2/6

31’

3/6

41’

4/6

516

100

500