NL2019734B1 - Vloerverwarmingsmat, vloer voorzien daarvan, en inrichting en werkwijze voor vervaardiging - Google Patents
Vloerverwarmingsmat, vloer voorzien daarvan, en inrichting en werkwijze voor vervaardiging Download PDFInfo
- Publication number
- NL2019734B1 NL2019734B1 NL2019734A NL2019734A NL2019734B1 NL 2019734 B1 NL2019734 B1 NL 2019734B1 NL 2019734 A NL2019734 A NL 2019734A NL 2019734 A NL2019734 A NL 2019734A NL 2019734 B1 NL2019734 B1 NL 2019734B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- mat
- underfloor heating
- heating mat
- pipe
- pipes
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24D—DOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
- F24D3/00—Hot-water central heating systems
- F24D3/12—Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating
- F24D3/14—Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating incorporated in a ceiling, wall or floor
- F24D3/141—Tube mountings specially adapted therefor
- F24D3/142—Tube mountings specially adapted therefor integrated in prefab construction elements
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02B—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
- Y02B30/00—Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Steam Or Hot-Water Central Heating Systems (AREA)
Abstract
De uitvinding betreft een vloerverwarmingsmat voor Vloerverwarming en/of —koeling en vloer voorzien daarvan, en inrichting en werkwijze daarvoor. De mat volgens de vinding omvat: — een oprolbare en inknipbare draagmat voorzien van meerdere subsecties die na plaatsing in of op de ondergrond ten minste voor een deel naast elkaar liggen; — een voorafgaand aan plaatsing van de draagmat in of op de ondergrond op de draagmat aangebrachte leiding, waarbij de leiding ter plaatse van een overgang naar een volgende subsectie van de vloerverwarmingsmat is voorzien van een verruimde lus, en waarbij de vloerverwarmingsmat ter plaatse van de overgang inknipbaar en omklapbaar is, zodanig dat twee naastgelegen subsecties van een vloerverwarming en/of -koeling met een aaneengesloten leiding zijn verbonden.
Description
Octrooicentrum
Θ 2019734
NL B1 2019734
(2?) Aanvraagnummer: 2019734 (22) Aanvraag ingediend: 16 oktober 2017
Int. Cl.:
F24D 3/14 (2017.01)
0 Voorrang: | 0 Octrooihouder(s): |
8 augustus 2017 NL 2019402 | Vidalco Systems B.V. te Kampen. |
0 Aanvraag ingeschreven: | 0 Uitvinder(s): |
21 februari 2019 | Vidar Johan Last te Kampen. |
0 Aanvraag gepubliceerd: | |
- | 0 Gemachtigde: |
ir. P.J. Hylarides c.s. te Den Haag. | |
0 Octrooi verleend: | |
21 februari 2019 | |
0 Octrooischrift uitgegeven: | |
17 mei 2019 |
@ VLOERVERWARMINGSMAT, VLOER VOORZIEN DAARVAN, EN INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR VERVAARDIGING © De uitvinding betreft een vloerverwarmingsmat voor vloerverwarming en/of -koeling en vloer voorzien daarvan, en inrichting en werkwijze daarvoor. De mat volgens de vinding omvat:
- een oprolbare en inknipbare draagmat voorzien van meerdere subsecties die na plaatsing in of op de ondergrond ten minste voor een deel naast elkaar liggen;
- een voorafgaand aan plaatsing van de draagmat in of op de ondergrond op de draagmat aangebrachte leiding, waarbij de leiding ter plaatse van een overgang naar een volgende subsectie van de vloerverwarmingsmat is voorzien van een verruimde lus, en waarbij de vloerverwarmingsmat ter plaatse van de overgang inknipbaar en omklapbaar is, zodanig dat twee naastgelegen subsecties van een vloerverwarming en/of-koeling met een aaneengesloten leiding zijn verbonden.
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
VLOERVERWARM1NGSMAT, VLOER VOORZIEN DAARVAN, EN INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR VERVAARDIGING
De uitvinding betreft een vloerverwarmingsmat voor het realiseren van vloerverwarming en/of vloerkoeling. In het bijzonder heeft de vloerverwarmingsmat betrekking op een systeem geschikt voor doorvoer van een warmtetransportmedium, zoals water en/of glycol.
Uit de praktijk is het bekend vloerverwarming aan te leggen door een leidingstelsel in te storten in een ondergrond, in het bijzonder in een ondervloer. Het systeem omvat een aantal leidingen of leidingen die veelal op een draagconstructie, zoals een draagmat van een gaasmateriaal, is aangebracht. De leidingen zijn aangesloten op een verdeler van het verwarmingssysteem.
Dit plaatsen van conventionele vloerverwarming is relatief arbeidsintensief en vindt veelal plaats op de bouw, zowel in geval van nieuwbouw als verbouw. Dit betekent dat deze werkzaamheden uitgevoerd worden onder niet optimale werkomstandigheden en evenmin onder gecontroleerde (omgevings)condities. Dit vergroot de kans op fouten. Bijkomend is minder controle op het correct plaatsen van leidingen zodat het bij een foutieve plaatsing mogelijk is dat koude hoeken ontstaan in een vloer.
Een doel van de vinding is het opheffen dan wel verminderen van één of meer van de voornoemde problemen.
Dit doel wordt bereikt met de vloerverwarmingsmat voor vloerverwarming en/of vloerkoeling volgens de vinding, waarbij de vloerverwarmingsmat omvat:
- een oprolbare en inknipbare draagmat voorzien van meerdere subsecties die na plaatsing in of op de ondergrond ten minste voor een deel naast elkaar liggen;
- een voorafgaand aan plaatsing van de draagmat in of op de ondergrond op de draagmat aangebrachte leiding, waarbij de leiding ter plaatse van een overgang naar een volgende subsectie van de vloerverwarmingsmat is voorzien van een verruimde lus, en waarbij de vloerverwarmingsmat ter plaatse van de overgang inknipbaar en omklapbaar is, zodanig dat twee naastgelegen subsecties van een vloerverwarming en/of -koeling met een aaneengesloten leiding zijn verbonden.
Door het voorzien van een oprolbare draagmat, in het bijzonder een gaasconstructie die in een ondergrond is aan te brengen, is een dergelijke draagmat voor een vloerverwarmingsmat relatief eenvoudig op te slaan, te transporteren en in praktijk eenvoudig toe te passen door het afrollen van de draagmat. Volgens de vinding zijn leidingen aangebracht op de draagmat voorafgaand aan plaatsing van de draagmat. Dit maakt het mogelijk de leidingen aan te brengen in een fabriek voorafgaand aan het transport naar de betreffende bouwlocatie waar de vloerverwarming aangebracht dient te worden. Hierdoor is productie onder gecontroleerde condities mogelijk. Dit maakt tevens het risico op fouten tijdens installatie kleiner. Dergeiijke fouten kunnen immers grote consequenties hebben indien dit pas ontdekt zou worden na het storten van de vloer of zelfs het aanbrengen van een bovenvloer. Hiermee wordt vermeden dat door een niet optimale positionering van de leidingen ter plaatse koude plekken kunnen ontstaan. Dit maakt een betere conditionering van het gebouw waarin de vloerverwarmingsmat volgens de vinding wordt toegepast mogelijk.
Door het aanbrengen van leidingen op de draagmat is het mogeiijk meerdere secties of delen op een enkele draagmat te voorzien. Deze secties betreffen bijvoorbeeld afzonderlijke ruimtes in een gebouw. Secties kunnen zijn onderverdeeld in subsecties van in een zelfde ruimte naast elkaar te leggen delen van de vloerverwarmingsmat.
Door het voorzien van een inknipbare en omklapbare draagmat is het mogeiijk secties, in het bijzonder subsecties, van de mat in te knippen zodanig dat een deel van de mat omgeklapt kan worden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de afzonderlijke draden van de draagmat die zich uitstrekken in de lengterichting op een bepaalde positie door te knippen, waarbij eventueel één draad intact blijft. Voorts kan deze ene draad worden verbogen waardoor het restant van de draagmat als het ware omgeklapt kan worden, in het bijzonder gerelateerd aan een in hoofdzaak plat vlak van de mat, waardoor de mat op eenvoudige wijze doorgelegd kan worden.
Door de vloerverwarmingsmat volgens de vinding op of nabij een overgang naar een volgende subsectie te voorzien van een verlengde of verruimde lus kan dit omklappen van de draagmat worden uitgevoerd zonder dat de leiding doorgeknipt of anderszins onderbroken hoeft te worden. Hiermee blijft de leiding een doorlopende, aaneengesloten leiding, waarbij geen additionele koppelingen aangebracht hoeven te worden. Doordat geen koppelingen aangebracht hoeven te worden kan de vloerverwarmingsmat in relatief korte tijd worden geplaatst. Bijkomend levert deze enorme reductie aan benodigde koppelingen een additionele kostenbesparing aan materiaalkosten op. Verder bijkomend wordt door het terugdringen van het aantal koppelingen het risico op lekkages door een foutieve koppeling enorm gereduceerd.
Door het voorzien van een verruimde lus ter plaatse van een overgang is het voor een monteur of andere gebruiker van de vloerverwarmingsmat als bijkomend voordeel extra duidelijk hoe de mat in een ruimte geplaatst dient te worden en waar de draagmat ingeknipt en eventueel omgeklapt dient te worden. Dit geeft een bijkomende controle op een juiste plaatsing van de vloerverwarmingsmat volgens de vinding. Dit wordt in het bijzonder mogelijk gemaakt door het bij voorkeur op specificatie maken van de vloerverwarmingsmat specifiek voor een beoogd gebouw. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om in geval van een woning of appartement de afzonderlijke ruimtes die voorzien dienen te worden van vloerverwarming in te meten, of zelfs direct de bouwtekeningen door te sturen naar de productielocatie van de vloerverwarmingsmat, waardoor de vloerverwarmingsmat op specificatie vervaardigbaar is. Hierdoor kan de vloerverwarmingsmat reeds direct met de gewenste afmetingen worden vervaardigd zodat de benodigde arbeid verder gereduceerd kan worden. Dit vergroot de hiervoor genoemde voordelen nog verder.
De leiding betreft bijvoorbeeld een leiding van vernet polyethyleen of PE-RT die desgewenst koppelbaar zijn met andere leidingen en/of een verdeler van een vloerverwarmingssysleem. Hierbij kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van zogeheten “compression sleeve” of “cramp ring” fittingen.
Door het voorzien van oprolbare draagmat wordt bewerkstelligd dat deze op effectieve wijze als geheel naar een afnemer en eindgebruiker kan worden getransporteerd. Dit maakt efficiënte opslag en transport mogelijk. Desgewenst is het mogelijk meerdere ruimtes of gebouwen van vloerverwarmingsmatten te voorzien die op een enkele rol worden aangeleverd.
De draagmat is bij voorkeur met een handgereedschap inknipbaar zodanig dat dit op effectieve wijze door een monteur of andere gebruiker uitgevoerd kan worden. Hierdoor is het mogelijk de draagmat en de daarop be vestigde leiding indien nodig aan te passen op de ruimte tijdens de installatiewerkzaamheden. Zo kan deze bijvoorbeeld worden aangepast aan een hoek van de ruimte of rond een pilaar van een gebouw worden geïnstalleerd.
De draagmat is bijvoorbeeld een gaasconstructie die enerzijds stabiel genoeg is voor het dragen van de daarop aangebrachte leidingen en anderzijds flexibel genoeg is voor het oprollen en inknippen daarvan. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is de benodigde kracht die op de draagmat uitgeoefend dient te worden voor het doorknippen kleiner dan 500 N, bij voorkeur kleiner dan 300 N en met meer voorkeur kleiner van 100 N. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een zogeheten zijsnijtang of middensnijtang. Het materiaal van de draagmat betreft bijvoorbeeld een metaal met een draaddikle van 1 tol 3 mm. De maaswijdte van de draagmat ligt bij voorkeur in het bereik van 5 tot 20 cm, met meer voorkeur bedraagt de maaswijdte zo’n 15 cm. Het metaal betreft bijvoorbeeld een verzinkt metaal, zoals verzinkt staal of verzinkt ijzer, of een gegalvaniseerd metaal, zoals gegalvaniseerd staal of gegalvaniseerd ijzer. Als alternatief kan ook gebruik worden gemaakt van een kunststof draagmat van bijvoorbeeld polyethyleen, polypropyleen, polyvinylchloride, gechloreerd polyvinylchloride en/of kunststof folie zoals polyethyleen folie. De draagmat kan zijn uitgevoerd als een onderbroken drager of in een huidige geprefereerde uitvoeringsvorm als een gaasvormige drager. Verdere alternatieve materialen zijn ook mogelijk volgens de vinding, waaronder rubber, textiel, bamboe en/of riet.
In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm omvat de vloerverwarmingsmat een tweede voorafgaand aan plaatsing van de draagmat in of op de ondergrond daarop aangebrachte leiding.
Door het voorzien van een tweede leiding kan effectievere verwarming en/of koeling worden gerealiseerd. De beide leidingen zijn bij voorkeur meanderend op de draagmat bevestigd.
In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm betekent dit dat de beide leidingen in elkaar gelust op de draagmat zijn bevestigd. De beide leidingen blijven hierbij op een onderlinge afstand van elkaar. De hart-op-hart afstand van twee naastgelegen dwars op de draagmat bevestigde leidingen ligt bij voorkeur in het bereik van 10 tot 20 cm. De specifieke afstand is per geval uiteraard mede afhankelijk van de gewenste warmtehuishouding.
Doordat het vloerdeel is voorzien als een geprefabriceerd element, kunnen de leidingen in één keer in het meanderende patroon worden geïnstalleerd. Hiermee wordt tijdens de installatie tijd bespaard. In gebruik worden de twee uiteinden van elke leiding aangesloten op een verdeler van de vloerverwarming of -koeling. De twee uiteinden van de eerste leiding worden aangesloten als een eerste groep van de verdeler en de twee uiteinden van de tweede leiding worden aangesloten als een tweede groep van de verdeler. De leidingen worden hierbij zodanig aangesloten dat de stroming van het warmtetransportmedium door de leidingen in gebruik bij voorkeur tegengesteld is. Daardoor liggen de leidingdelen van de eerste leiding die warm transportmedium aanvoeren naast de leidingdelen van de tweede leiding die afgekoeld transportmedium terugvoeren. Hierdoor is de vloertemperatuur overal in hoofdzaak gelijk. Dit in tegenstelling tot conventionele systemen met een enkele meanderende leiding, waarin de vloertemperatuur varieert over het vloeroppervlak.
Daarmee is de efficiëntie van de vloerverwarming / -koeling bovendien vergroot. Doordat de vloerverwarming / -koeling efficiënter is, wordt het bovendien mogelijk om meer strekkende meters leidingenstelsel te leggen dan in conventionele systemen. In conventionele systemen waarin een enkelvoudige meanderende leiding is voorzien, is de maximale leidinglengte zo’n 100 meter. De leidinglengte van elke leiding kan met de uitvinding daarentegen zo’n 140 meter zijn. Aangezien twee leidingen worden toegepast op de draagmat, kan er in totaal een winst van 80 strekkende meter per vloerdeel worden gerealiseerd. Derhalve kan met het vloerdeel volgens de uitvinding in een kort tijdsbestek een groot aantal vierkante meters vloerverwarming/vloerkoeling worden gelegd.
In een voorkeursuitvoering omvat elk van de eerste leiding en de tweede leiding een meanderend patroon van afwisselend een linker lus en een rechter lus, waarin de linker lus van de ene leiding is ingericht in de linker lus van de andere leiding, terwijl de rechter lus van de andere leiding is ingericht in de rechter lus van de ene leiding.
Onder een linker lus wordt verstaan een eerste zich in dwarsrichting uitstrekkend leidingdeel dat via een bocht is verbonden met een tweede zich in dwarsrichting uitstrekkend leidingdeel, waarbij de bocht zich aan de linkerzijde bevindt. Opgemerkt wordt dat de bocht in de linker lus een bocht naar rechts is. Op vergelijkbare wijze wordt onder een rechter lus verstaan een eerste zich in dwarsrichting uitstrekkend leidingdeel dat via een bocht is verbonden met een tweede zich in dwarsrichting uitstrekkend leidingdeel, waarbij de bocht zich aan de rechterzijde bevindt.
De linker lus van de ene leiding is telkens ingericht in de rechter lus van de andere leiding, zodat het gezamenlijk meanderende patroon wordt gevormd.
In een verdere voorkeursuitvoering is telkens één van de linker lus en rechter lus breder dan de andere lus, waarin de smallere lussen van de eerste leiding telkens zijn ingericht in de bredere lussen van de tw'eede leiding en de smallere lussen van de tweede leiding telkens zijn ingericht in de bredere lussen van de eerste leiding.
In deze uitvoering wordt in elke leiding een brede linker respectievelijk rechter lus afgewisseld met een smalle rechter respectievelijk linker lus. Bij de bredere lussen is de afstand tussen de zich in dwarsrichting uitstrekkende leidingdelen van de betreffende leiding groter dan de afstand tussen de zich in dwarsrichting uitstrekkende leidingdelen van de smallere lussen van dezelfde leiding.
In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding zijn de eerste en tweede leiding aan weerszijde van de draagmat voorzien.
Door de afzonderlijke leidingen aan weerszijden van de draagmat te voorzien kunnen deze in een keer in een gewenst patroon worden geïnstalleerd. Hiermee worden bijvoorbeeld kruisende leidingen vermeden.
Opgemerkt wordt dat de leidingen volgens diverse uitvoeringen elkaar gedeeltelijk kunnen overlappen of zelfs geheel uitgelijnd kunnen zijn. Dit is bijzonder voordelig in combinatie met een gaasvormige drager, zoals een metalen gaas of een kunststof gaas, aangezien de leidingen dan eenvoudig gezamenlijk te bevestigen zijn aan de draagmat, door de leidingen op posities waar ze elkaar kruisen / overlappen gezamenlijk aan de mat te bevestigen, bijvoorbeeld door middel van een vlechtmachine, een “tackeri’apparaat of een “tie-wrap”-apparaat (Engels: “cable tie gun” of “cable tie tool”).
In een voordelige uitvoering volgens de vinding is ten minste een deel van de leidingen afgeperst.
Elk van de leidingen kan worden afgeperst door de uiteinden daarvan te voorzien van een geschikte afsluiter, zodat het afpersmedium, zoals lucht of water, in de leiding wordt gehouden. Bij voorkeur is de leiding afgeperst met lucht, bijvoorbeeld perslucht. Door de leiding af te persen met lucht, neemt het gewicht van de leiding niet toe door het afpersen. Doordat de leiding is gevuld met lucht, en is afgesloten, zal in de opgerolde toestand van het vloerdeel de leiding minder snel indeuken. Hierdoor lean een relatief lang vloerdeel worden opgerold, zonder dat de leiding in de opgerolde toestand beschadigd door het gewicht van het opgerolde pakket. Het afpersmedium kan op diverse wijzen worden uitgevoerd, zoals afpersdoppen of afdichtdoppen. Door volgens de vinding gebruik te maken van een verruimde lus wordt het aantal benodigde koppelingen sterk gereduceerd. Dit maakt het afpersen aanzienlijk eenvoudiger en efficiënter.
De uitvinding heeft verder tevens betrekking op een vloerverwarming en/of vloer voorzien daarvan, waarbij de vloerverwarming omvattende een vloerverwarmingsmat in de uitvoeringsvorm volgens de vinding, een verdeler van energiesysteem, en een koppeling ingericht voor het koppelen van leidingen van de vloerverwarmingsmat aan het energiesysteem.
Een dergeiijke vloerverwarming en/of vloer biedt gelijke voordelen en effecten als beschreven voor de vloerverwarmingsmat.
De vinding heeft voorts tevens betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van een vloerverwarmingsmat in een uitvoeringsvorm volgens de vinding.
Een dergeiijke inrichting biedt dezelfde voordelen en effecten als beschreven voor de vloerverwarmingsmat, vloerverwarming en/of vloer. In hel bijzonder is de inrichting volgens de vinding geschikt voor het vervaardigen van een “prefab” vloerverwarmingsmat, in het bijzonder op specificatie van de beoogde toepassing. Bij voorkeur worden specificaties van een woning, appartement of gebouw doorgestuurd naar de inrichting en vervolgens omgezet in een productieschema. Bij voorkeur kunnen Autocad tekeningen door de inrichting worden ingelezen om een dergelijk productieschema te maken, waarbij de vloerverwarmingsmat die wordt geproduceerd de gewenste secties en subsecties voor de vloerverwarming omvat. Hiermee worden eerder genoemde voordelen bewerkstelligd.
De uitvinding heeft voorts tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een vloerverwarmingsmat omvattende de stappen:
- het voorzien van een inrichting voor het vervaardigen van een vloerverwarmingsmat in een uitvoeringsvorm volgens de vinding;
- het bepalen van afmetingen en configuratie van de vloerverwarmingsmat;
- het inlezen van de bepaalde afmetingen en configuratie;
- het naar de inrichting aan voeren van leiding en mat;
- het volgens de afmetingen en configuratie aanbrengen van leidingen op een mat; en
- het uit de inrichting halen van de vloerverwarmingsmat, waarbij hel bepalen van afmetingen en configuratie van de vloerverwarmingsmat omvattende het bepalen van een overgang naar de volgende subsectie, en het ter plaatse van de overgang voorzien van de verruimde lus.
Een dergeiijke werkwijze biedt gelijke effecten en voordelen zoals beschreven voor de vloerverwarmingsmat, vloerverwarming, vloer en/of inrichting.
Bij het vervaardigen van een vloerverwarmingsmat wordt in het bijzonder een overgang bepaald tussen verschillende subsecties, waarbij ter plaatse van deze overgang een verruimde lus in de leiding wordt voorzien. Hiermee wordt het inknippen en vervolgens omklappen van de draagmat en de daarop bevestigde leidingen mogelijk gemaakt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het inlezen van de bepaalde afmetingen en configuratie:
- het aan de inrichting aanleveren van gewenste specificaties van de beoogde locatie waar de vloerverwarmingsmat aangebracht dient te worden; en
- het bepalen van het gewenste productieschema met een aantal secties en/of subsecties voorzien van de gewenste afmetingen en configuraties.
Door het aanleveren van de gewenste specificaties, bijvoorbeeld in de vorm van een Autocad tekening, kan op effectieve wijze een prefab vloerverwarmingsmat worden gerealiseerd onder gecontroleerde condities. Bij voorkeur wordt hierbij een productieschema bepaald, waarmee de verschillende secties en subsecties op effectieve wijze op de draagmat aangebracht kunnen worden door de inrichting.
Een geprefabriceerde vloerverwarmingsmat wordt volgens de vinding vervolgens getransporteerd en aangebracht op een gewenste locatie in een gebouw, bijvoorbeeld een woning, appartement of bedrijfspand. Dit aanbrengen omvat bij voorkeur het in of op de ondergrond positioneren van de vloerverwarmingsmat, het nabij de overgang inknippen en omklappen van de vloerverwarmingsmat, en het in een andere richting doorleggen hiervan. Hiermee kan op effectieve wijze de vloerverwarmingsmat volgens de vinding worden geplaatst in het gebouw. Hiermee worden de hiervoor reeds genoemde voordelen op effectieve wijze gerealiseerd.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van voorbeelduitvoeringen daarvan, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen:
- figuur 1A toont een aanzicht van een vloerverwarmingsmat volgens de vinding voorzien van twee subsecties;
- figuur 1B toont een aanzicht van een vloerverwarmingsmat uit figuur IA na inknippen en omklappen;
- figuur 2A-C toont diverse varianten van de vloerverwarmingsmat volgens de vinding;
- figuur 3A-B toont een aanzicht van een vloerverwarmingsmat met leidingen aan één respectievelijk twee zijden van de drager;
- figuur 4 toont het schematisch aanzicht van een vloerverwarmingssysteem volgens de vinding;
- figuur 5 toont het schematisch overzicht van de werkwijze van de uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de vinding;
- figuur 6 toont een schematisch overzicht van een inrichting voor het vervaardigen van de vloerverwarmingsmat volgens de vinding; en
- figuur 7 toont een aanzicht van een inrichting uit figuur 6.
Vloerverwarmingsmat 2 (Figuren 1A, IB) omvat een draagmat 4 als gaasmateriaal waarop eerste leiding 6 en tweede leiding 8 met behulp van tie-wraps 10 zijn vastgezet. In de lengterichting van draagmat 4 zijn leidingen 6, 8 op onderlinge afstand L aangebracht en in dwarsrichting van mat 4 op onderlinge afstand D in bochten 12. Bij overgang 14 tussen eerste subsectie 16 en tweede subsectie 18 is additionele of verlengde of verruimde lus 20 voorzien, waarbij eerste leiding 6 en tweede leiding 8 dichter bij elkaar worden gebracht dan op afstand D. Aan de zijranden van draagmat 4 is optioneel vrije strook B voorzien.
In de getoonde uitvoeringsvorm is mat 2 voorzien van eerste subsectie 16 en tweede subsectie 18 die bij overgang 14 worden gedeeld door het doorknippen van gaasdelen waardoor subsecties 16, 18 worden gescheiden. Doorgeknipte gaasverbindingen 22 omvatten in een uitvoeringsvorm een buitenste doorgeknipt gaasverbinding 24. In de getoonde uitvoeringsvorm (Figuur 1B) is binnenste gaasverbinding 26 intact gelaten en wordt omgebogen tot omgebogen gaasdeel 26. Vervolgens w'orden eerste en tweede subsecties 16, 18 relatief ten opzichte van elkaar omgeklapt in de richting A in het vlak van mat 2 zodat deze zich in de getoonde uitvoeringsvorm parallel aan elkaar uitstrekken. Hierdoor hoeven de afzonderlijke banen van subsecties 16, 18 niet gekoppeld te worden aangezien eerste leiding 6 en tweede leiding 8 door kunnen lopen. Dit wordt mogelijk gemaakt door het buigen van extra lus 20, waarbij de afstand C tussen twee naastgelegen geplaatste subsecties 16, 18 in de getoonde uitvoeringsvorm mede w'ordt bepaald door de lengte van omgebogen gaasverbinding 26. Hiermee zijn separate koppelingen voor eerste leiding 6 en tweede leiding 8 bij overgang 14 niet vereist.
Geprefabriceerde mat 102 omvat een rechthoekige draagmat 104 (figuur 2A). Op draagmat 104 zijn een eerste leiding 106 en een tweede leiding 108 bevestigd. In het getoonde voorbeeld zijn de leidingen 106, 108 vervaardigd uit peroxidisch vernet polyethyleen (PEX-A). Alternatief kan de leiding bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit PE-RT of een andere kunststof.
In het getoonde voorbeeld hebben leidingen 106, 108 elk een lengte van zo’n 140 meter. Andere leidinglengtes zijn eveneens mogelijk, hoewel bij voorkeur de lengte van elke leiding maximaal zo’n 140 meter is. De leidingdiameter is in het getoonde voorbeeld 10 mm, met een wanddikte van 1,1 mm. Andere leidingafmetingen zijn echter ook mogelijk.
De einddelen 106a, 106b van leiding 106 en de einddelen 108a, 108b van leiding 108 zijn in het getoonde voorbeeld niet bevestigd aan draagmat 104, zodat ze enige bewegingsvrijheid vrijheid hebben, bij voorbeeld voor koppeling met andere leidingen of met een verdeler van de vloerverwarming of-koeling. In het getoonde voorbeeld strekken de uiteinden 106a, 106b, 108a, 108b zich uit buiten de draagmat 104, echter dit is optioneel.
Zoals weergegeven in figuur 2A, omvat leiding 106 afwisselend rechter lussen 110, d.w.z. lussen die zich naar rechts uitstrekken, en linker lussen 112, d.w'.z. lussen die zich naar links uitstrekken. De rechter lus 110 omvat een bocht naar links, terwijl de linker lus 112 een bocht naar rechts omvat. Op vergelijkbare wijze omvat leiding 108 rechter lussen 114, en linker lussen 116.
In het getoonde voorbeeld zijn de linker lussen 112 van de eerste leiding 106 breder dan rechter lussen 110 van dezelfde leiding 106. In het bijzonder is de afstand tussen de zich in dwarsrichting uitstrekkende delen A’ en B’ van de linker lussen 112 breder dan de afstand tussen de zich in dwarsrichting uitstrekkende delen B’ en C’ van de rechter lussen 110. Voor de tweede leiding 108 geldt dat de rechter lussen 114 breder zijn dan de linker lussen 116. In het bijzonder is de afstand tussen de zich in dwarsrichting uitstrekkende leidingdelen D’ en E’ van de rechter lussen 114 breder dan de afstand tussen de zich in dwarsrichting uitstrekkende leidingdelen E’ en F’ van de linker lussen 116.
In het getoonde voorbeeld bevinden de zich in dwarsrichting uitstrekkende delen B’ en C’ van de smallere, rechter lussen 110 van de eerste leiding 106 zich op een afstand “1” van elkaar. De kleinste lussen 116 van de tweede leiding 108, d.w.z. de linker lussen 116, hebben in het getoonde voorbeeld eveneens een hart-op-hari-afstand tussen de zich in dwarsrichting uitstrekkende delen E’, F’ met lengte “1”. Zodoende wordt bewerkstelligd dat de afstand tussen de zich in dwarsrichting uitstrekkende delen A’, B’, C’, D’, E’, F’ van de leidingen 106, 108, telkens gelijk is aan “I”. Met andere woorden, de zich in dwarsrichting uitstrekkende leidingdelen A’, B’, C’, D’, E’, F’ zijn evenwijdig aan elkaar, althans in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar.
Opgemerkt wordt dat het afwisselende patroon van rechter lussen 110, 114 en linker lussen 112, 116 desgewenst aan de uiteinden van de draagmat 104 kan afwijken van het hierboven beschreven regelmatige patroon.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van mat 202 is op of aan drager 204 een enkele leiding 206 in een meandervorm voorzien (Figuur 2B). Een verdere alternatieve uitvoeringsvorm 302 (Figuur 2C) toont een draagmat 304 waarop enkele leiding 306 in een slakkenhuisvorm is aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke meandervorm of slakkenhuisvorm ook mogelijk zijn in een uitvoeringsvorm met twee of zelfs meer leidingen.
Opgerolde vloerverwarmingsmat 402 (Figuur 3A) toont een opgerolde drager 404 met daarop aan één zijde aangebrachte leiding of leidingen 406. In een alternatieve uitvoeringsvorm is mat 502 (Figuur 3B) voorzien van opgerolde mat 504 waarbij aan weerszijden leidingen 506, 508 zijn aangebracht. Leidingen 406, 506, 508 kunnen zijn aangebracht in een meanderconfiguratie, slakkenhuisconfiguratie of een andere niet getoonde configuratie.
Verwarmings- en/of koelsysteem 602 (Figuur 4) omvat bron 604 die via leidingen 606, 608 werkzaam is verbonden met respectievelijk eerste verdeler 610 en tweede verdeler 612. Het zal duidelijk zijn dat ook een ander aantal verdelers 610, 612 mogelijk is afhankelijk van het gebouw waar verwarmingssysteem 602 wordt geïnstalleerd. Via leidingen 614, die schematisch als enkele lijn zijn weergegeven, wordt verwarmings- of koelvloeistof verdeeld naar secties 616, 618 en 620 van eerste verdeler 610. Eventuele overige verdelers werken op soortgelijke wijze. De hier getoonde uitvoeringsvorm omvat eerste sectie 616 die is verdeeld in een tweetal subsecties 622, 624, waarbij subsecties 622, 624 via het omklappen van vloerverwarmingsmat werkzaam zijn verbonden (zie ook Figuur IA, 1B).
Indien een gebouw voorzien dient te worden van een vloerverwarmingssysteem, bij voorkeur ook geschikt voor koeling, omvat de werkwijze 702 (Figuur 5) allereerst het ontwerpen 704 van een vloerverwarmingsmat met een aantal secties en subsecties. Hiertoe worden de specificaties en andere benodigde gegevens ingelezen in stap 706. Dit inlezen kan gebeuren op een geautomatiseerd systeem dat werkzaam is verbonden met de inrichting of op een decentraal systeem dat zelf in slaat is meerdere inrichtingen aan te sturen en eventueel daar een logistieke planning bij te maken. Het inlezen gebeurt bijvoorbeeld door het inlezen van Autocad tekeningen van het betreffende gebouw, waarna de productieschema’s worden gemaakt, en in productiestap 708 de mat gemaakt kan worden met de additionele lus 20. Na productie wordt de vloerverwarmingsmat opgeslagen en getransporteerd, bij voorkeur op een rol en optioneel in afgeperste toestand in stap 710. Vervolgens wordt op de betreffende bouwlocatie in stap 712 de mat geplaatst waarbij ter plaatse in positioneringsstap 714 de mat wordt ingeknipt en omgeklapt waar nodig. Hierbij kan een installateur/gebruiker gebruik maken van de visuele herkenningspunten die met behulp van additionele lussen zijn aangebracht op de vloerverwarmingsmat. Na het positioneren van de vloerverwarmingsmat wordt deze in stap 716 aangesloten op overige delen van systeem 602. Dit aansluiten is met een mat volgens de vinding aanzienlijk vereenvoudigd doordat het aantal benodigde koppelingen aanzienlijk is gereduceerd. Na aansluiting volgt de ingebruikname in stap 718.
Machine 800 (Figuren 6, 7) omvat een rol 802 voor de aanvoer van een gaasvormige draagmat 804. Omwille van de duidelijkheid is in figuur 6 het raster van de draagmat 804 niet weergegeven, echter draagmat 804 is in werkelijkheid gaasvormig.
De draagmat 804 wordt vanaf de aanvoerrol 806 naar twee transportbanden 808a, 808b geleid. Optioneel is een geleiderrol 810 voorzien om de draagmat richting de transportbanden 806a, 806b te geleiden. De transportbanden 806a, 806b zijn voorzien van noppen, zodat de noppen in de mazen van de gaasvormige draagmat 804 kunnen haken, om zo de gaasvormige draagmat 804 te transporteren. De draagmat 804 w'ordt door de transportbanden 804a, 804b in de richting van de pijl P getransporteerd, waarna de draagmat 804 wordt opgerold op een rol 812. Optioneel is aan deze uitvoerzijde een geleiderrol 814 voorzien. De geleiderrollen 810, 814 dragen bij aan het op de transportband houden van de draagmat 804.
De eerste leiding 816 wordt aangevoerd vanaf een rol 818. Boven de draagmat is een rail 820 ingericht, waarlangs een loopwagen 822 heen en w'eer kan bewegen. De loopwagen is voorzien van één of meer omleidrollen 824, 826 die de leiding 816 op de draagmat 804 positioneren.
De machine 800 omvat bovendien een tie-wrap-apparaat of vlechtmachine (niet weergegeven) om de leiding 816 die door de omleidrollen 814, 816 in dwarsrichting over de draagmat 804 is gelegd, aan de gaasvormige draagmat 804 te bevestigen. Bijvoorbeeld is het tiewrap-apparaat of de vlechtmachine eveneens voorzien aan loopwagen 822. Alternatief kan het tiewrap-apparaat of de vlechtmachine zich ook aan de andere zijde van de draagmat 804 bevinden ten opzichte van de loopwagen, om vanaf deze zijde de leiding 816 aan de gaasvormige draagmat 804 te bevestigen.
Daarna beweegt de loopwagen 822 in tegengestelde richting om een nieuw deel van de leiding 816 over de gewenste breedte op de draagmat 804 te plaatsen, waarbij de bevestigingsmiddelen van apparaat ook dit deel van leiding 816 op de draagmat 804 bevestigen.
De eventuele tweede leiding 824 voor het vloerdeel/mat wordt op vergelijkbare wijze aangebracht op de draagmat 804.
In machine 800 wordt de draagmat 804 horizontaal getransporteerd langs de bevestigingsmiddelen. Het is echter eveneens mogelijk om de machine 800 (figuur 7) zodanig in te richten dat de draagmat 804 verticaal getransporteerd wordt langs de bevestigingsmiddelen. Bij voorkeur zijn in dat geval de bevestigingsmiddelen, zoals een tie-wrap-apparaat of een vlechtmachine, voorzien aan de loopwagens 822, zodat de leidingen 816, 824 meteen aan de draagmat 804 bevestigd kunnen worden terwijl de loopwagens 822 de leidingen 816, 824 op de draagmat 804 positioneren. In de getoonde uitvoeringsvorm is ter plaatse van lus 826 de binnenlus op automatische wijze dichter geplaatst, of zelfs gelegd tegen, de buitenlus om op deze positie in een later stadium hel omklappen mogelijk te maken, op een wijze getoond in figuren 1 A,B. Het zal duidelijk zijn dat in machine 800 ook verdere processtappen meegenomen kunnen worden en/of op andere alternatieve wijze kunnen worden voorzien.
De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven uitvoeringen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan modificaties denkbaar zijn.
Claims (12)
- CONCLUSIES1. Vloerverwarmingsmat voor vloerverwarming en/of -koeling van een ondergrond, omvattende:- een oprolbare en inknipbare draagmat voorzien van meerdere subsecties die na plaatsing in of op de ondergrond ten minste voor een deel naast elkaar liggen;- een voorafgaand aan plaatsing van de draagmat in of op een ondergrond op de draagmat aangebrachte leiding, waarbij de leiding ter plaatse van een overgang naar een volgende subsectie van de vloerverwarmingsmat is voorzien van een verruimde lus, en waarbij de vloerverwarmingsmat ter plaatse van de overgang inknipbaar en omklapbaar is, zodanig dat na plaatsing twee naastgelegen subsecties van een vloerverwarming en/of koeling door de verruimde lus met een doorlopende en aaneengesloten leiding zijn verbonden.
- 2. Vloerverwarmingsmat volgens conclusie 1, verder omvattende een tweede voorafgaand aan plaatsing van de draagmat in of op de ondergrond op de draagmat aangebrachte leiding.
- 3. Vloerverwarmingsmat volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste en tweede leidingen meanderend op de draagmat zijn voorzien, en waarbij de leidingen lusvormig in elkaar zijn aangebracht.
- 4. Vloerverwarmingsmat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede leiding aan weerszijden van de draagmat zijn voorzien.
- 5. Vloerverwarmingsmat volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de op de draagmat aangebrachte leiding is afgeperst.
- 6. Vloerverwarming omvattende:- een vloerverwarmingsmat volgens één van de voorgaande conclusies;- een verdeler van een energiesysteem; en- een koppeling ingericht voor het koppelen van leidingen van de vloerverwarmingsmat aan het energiesysteem.
- 7. Vloer voorzien van een vloerverwarming volgens conclusie 6.
- 8. Inrichting voor het vervaardigen van een vloerverwarmingsmat volgens één van de conclusies 1-5.
- 9. Werkwijze voor het voorzien van een vloerverwarmingsmat, de werkwijze omvattende de stappen:- het voorzien van een inrichting voor hel vervaardigen van een vloerverwarmingsmat volgens één van de conclusies 1-5;- het bepalen van afmetingen en configuratie van de vloerverwarmingsmat;- het inlezen van de bepaalde afmetingen en configuratie;- het naar de inrichting aanvoeren van leiding en mat;- het volgens de afmetingen en configuratie aanbrengen van leidingen op een mat; en- het uit de inrichting halen van de vloerverwarmingsmat, waarbij het bepalen van afmetingen en configuratie van de vloerverwarmingsmat het bepalen van een overgang naar de volgende subsectie, en het ter plaatse van de overgang voorzien van de verruimde lus omvat.
- 10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het inlezen van de bepaalde afmetingen en configuratie omvattende:- het aan de inrichting aanleveren van gewenste specificaties van de beoogde locatie waar de vloerverwarmingsmat aan gebracht dient te worden; en- het bepalen van het gewenste productieschema met een aantal secties en/of subsecties voorzien van de gewenste afmetingen en configuraties.
- 11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, verder omvattende de stap van het transporteren en aanbrengen van de vloerverwarmingsmat op een gewenste locatie.
- 12. Werkwijze volgens conclusie 9, 10 of 11, waarbij het aanbrengen van de vloerverwarmingsmat op de gewenste locatie omvattende:- het in of op de ondergrond positioneren van de vloerverwarmingsmat;- het nabij de overgang inknippen en omklappen van de vloerverwarmingsmat; en- het in een andere richting doorleggen van de vloerverwarmingsmat.1/9
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
EP18716377.9A EP3665420B1 (en) | 2017-08-08 | 2018-02-28 | Floor heating mat, floor provided therewith, and device and method for manufacture |
PCT/NL2018/050125 WO2019031962A1 (en) | 2017-08-08 | 2018-02-28 | FLOOR HEATING MAT, FLOOR EQUIPPED WITH SAME, AND DEVICE AND METHOD FOR MANUFACTURING |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2019402 | 2017-08-08 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2019734B1 true NL2019734B1 (nl) | 2019-02-21 |
Family
ID=60294373
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2019734A NL2019734B1 (nl) | 2017-08-08 | 2017-10-16 | Vloerverwarmingsmat, vloer voorzien daarvan, en inrichting en werkwijze voor vervaardiging |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3665420B1 (nl) |
NL (1) | NL2019734B1 (nl) |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0816764A2 (de) * | 1996-05-17 | 1998-01-07 | Jürgen Jolly | Warmwasser-Flächenheizung komplett vorverlegt für den nachträglichen Einbau |
DE10002250A1 (de) * | 2000-01-20 | 2000-08-10 | Juergen Jolly | Warmwasser-Flächendirektheizung, anschließbar in eine bestehende Warmwasserheizung, komplett zum Ausrollen vorverlegt und im Bodenbelagsklebemörtel zum nachträglichen Einbau auf Estrich verlegbar |
DE10020843A1 (de) * | 2000-04-28 | 2001-10-31 | Peter Osterrieder | Rohrleitungssystem |
EP1457742A1 (de) * | 2003-03-14 | 2004-09-15 | Jürgen Jolly | Raumkühlungssystem |
EP1610064A1 (de) * | 2004-06-23 | 2005-12-28 | REHAU AG + Co | Betonkerntemperierungsmodul sowie Herstellugsverfahren für ein Betonkerntemperierungsmodul |
EP2256419A2 (de) * | 2009-05-23 | 2010-12-01 | Jürgen Jolly | Flächenheiz- oder/und Kühlelement |
CN106193522A (zh) * | 2016-08-31 | 2016-12-07 | 倍适(北京)科技有限公司 | 一种网格布地暖管和网格布快装地暖及其安装方法 |
-
2017
- 2017-10-16 NL NL2019734A patent/NL2019734B1/nl active
-
2018
- 2018-02-28 EP EP18716377.9A patent/EP3665420B1/en active Active
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0816764A2 (de) * | 1996-05-17 | 1998-01-07 | Jürgen Jolly | Warmwasser-Flächenheizung komplett vorverlegt für den nachträglichen Einbau |
DE10002250A1 (de) * | 2000-01-20 | 2000-08-10 | Juergen Jolly | Warmwasser-Flächendirektheizung, anschließbar in eine bestehende Warmwasserheizung, komplett zum Ausrollen vorverlegt und im Bodenbelagsklebemörtel zum nachträglichen Einbau auf Estrich verlegbar |
DE10020843A1 (de) * | 2000-04-28 | 2001-10-31 | Peter Osterrieder | Rohrleitungssystem |
EP1457742A1 (de) * | 2003-03-14 | 2004-09-15 | Jürgen Jolly | Raumkühlungssystem |
EP1610064A1 (de) * | 2004-06-23 | 2005-12-28 | REHAU AG + Co | Betonkerntemperierungsmodul sowie Herstellugsverfahren für ein Betonkerntemperierungsmodul |
EP2256419A2 (de) * | 2009-05-23 | 2010-12-01 | Jürgen Jolly | Flächenheiz- oder/und Kühlelement |
CN106193522A (zh) * | 2016-08-31 | 2016-12-07 | 倍适(北京)科技有限公司 | 一种网格布地暖管和网格布快装地暖及其安装方法 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3665420B1 (en) | 2024-04-10 |
EP3665420A1 (en) | 2020-06-17 |
EP3665420C0 (en) | 2024-04-10 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US20050056753A1 (en) | Method for transporting a piping structure | |
NL2019734B1 (nl) | Vloerverwarmingsmat, vloer voorzien daarvan, en inrichting en werkwijze voor vervaardiging | |
EP3205945B1 (en) | Prefabricated floor part, system, floor and method for floor heating and/or cooling, and machine for producing the floor part | |
WO2019031962A1 (en) | FLOOR HEATING MAT, FLOOR EQUIPPED WITH SAME, AND DEVICE AND METHOD FOR MANUFACTURING | |
US6993881B1 (en) | Joist assembly and chord for use in such joist assembly | |
US20070017095A1 (en) | Low cost radiant floor comfort systems | |
BE1026162B1 (nl) | Oprolbare installatiemat voorzien van oprolbare buis, zoals een rioolbuis, en vloer voorzien van een dergelijke mat, en inrichting en werkwijze voor vervaardiging van een dergelijke mat | |
JP5192855B2 (ja) | 冷暖房装置 | |
US6912787B1 (en) | Method of forming a joist assembly and a chord used in such joist assembly | |
CA2539327C (en) | Universal bracket and method for transporting an assembled conduit | |
JP2022549812A (ja) | 鉄筋コンクリート部材の補強方法 | |
US8777120B2 (en) | Hydronic radiant flooring heating system | |
EP3483520A1 (de) | Modul für ein heizungs- und/oder warmwasserversorgungssystem und verfahren zum herstellen eines solchen systems | |
NL2016581B1 (nl) | Geprefabriceerd vloerdeel voor vloerverwarming en/of -koeling, en overeenkomstig systeem, vloer, werkwijze, en machine voor de productie van het vloerdeel. | |
EP4048957A1 (en) | Floor heating mat, device and method for providing such a mat | |
JP2018025327A (ja) | 放熱装置及び該放熱装置を用いた空調システム | |
JP6033079B2 (ja) | 床暖房用温水マットの現場施工法 | |
EP3332932A2 (en) | A beam and a method for producing a beam | |
EP4239250A1 (en) | Heating or cooling element | |
CZ285054B6 (cs) | Trojrozměrný betonářský výztužný rošt a způsob jeho výroby | |
NL2016247B1 (nl) | Geprefabriceerd vloerdeel, systeem en werkwijze voor vloerverwarming en/of -koeling, en machine voor de productie van het vloerdeel. | |
CZ290527B6 (cs) | Pás betonářské oceli pro ploché ľelezobetonové konstrukce | |
JP4743381B2 (ja) | 天井輻射パネル | |
EP4177527A1 (en) | Heating or cooling element | |
US20200355297A1 (en) | Valve control station |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD | Change of ownership |
Owner name: VAN LOSSER INVESTMENTS B.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: VIDALCO SYSTEMS B.V. Effective date: 20190503 |