NL2016247B1 - Geprefabriceerd vloerdeel, systeem en werkwijze voor vloerverwarming en/of -koeling, en machine voor de productie van het vloerdeel. - Google Patents

Abstract

Geprefabriceerd vloerdeel, systeem en werkwijze voor vloerverwarming en/of –koeling, en machine voor de productie van het vloerdeel. Het geprefabriceerd vloerdeel voor vloerverwarming en/of –koeling omvat: - een oprolbare draagmat; - een buis van vernet polyethyleen, zoals PEX-A, of polyethyleen met verhoogde temperatuurweerstand, PE-RT, welke buis meandervormig of slakkenhuisvormig op de draagmat is bevestigd en samen met de drager oprolbaar is, waarin de draagmat zodanig is uitgevoerd dat de draagmat met een handgereedschap te knippen is.

Description

GEPREFABRICEERD VLOERDEEL, SYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR VLOERVERWARMING ΕΝ/OF -KOELING, EN MACHINE VOOR DE PRODUCTIE VAN

HET VLOERDEEL

De uitvinding betreft een geprefabriceerd vloerdeel voor vloerverwarming en/of -koeling. In het bijzonder betreft de uitvinding een vloerdeel dat een buis omvat voor de doorvoer van een warmtetransportmedium, zoals water en/of glycol.

Vloerverwarming en/of -koeling kan worden gerealiseerd door een warm of koud medium door een buizenstelsel in een vloer van een gebouw te pompen, waarmee het gebouw vervolgens wordt verwarmd of gekoeld. Dit buizenstelsel moet worden aangelegd in het betreffende gebouw. Het buizenstelsel wordt bijvoorbeeld ingestort in de vloer. De buizen van de vloerverwarming zijn aangesloten op een verdeler van het vloerverwarming en/of -koelsysteem.

Het leggen van de buizen voor de vloerverwarming is arbeidsintensief. Bovendien kost het zelfs ervaren vaklui de nodige tijd om de buizen te leggen.

Een doel van de uitvinding is het mogelijk te maken om de buizen voor vloerverwarming en/of -koeling in een korter tijdsbestek te leggen.

Dit doel wordt bereikt met het geprefabriceerde vloerdeel volgens de uitvinding, omvattende: - een oprolbare draagmat; - een buis van vernet polyethyleen, zoals PEX-A, of polyethyleen met verhoogde temperatuurweerstand, PE-RT, welke buis meandervormig of slakkenhuisvormig op de draagmat is bevestigd en samen met de drager oprolbaar is, waarin de draagmat zodanig is uitgevoerd dat de draagmat met een handgereedschap te knippen is.

Het geprefabriceerde vloerdeel kan worden uitgerold op de vloer van een gebouw om zo een buizenstelsel te vormen voor vloerverwarming en/of koeling. Omdat de buis vervaardigd is uit vernet polyethyleen of PE-RT (“PolyEthylene of Raised Temperature resistance”), is een mechanische koppeling van de buis met andere buizen of een verdeler mogelijk. In het bijzonder kan de buis van vernet polyethyleen of PE-RT worden gekoppeld aan andere buizen of een verdeler van de betreffende vloerverwarming of -koeling, zonder de buis te verhitten of te verlijmen. Bijvoorbeeld wordt voor het koppelen van de buis gebruik gemaakt van een schuifhulskoppeling, bijvoorbeeld een compressie schuifhulskoppeling (compression sleeve fitting), of een krimpringkoppeling (crimp ring fitting).

Zodoende kan ter plaatse een voorgefabriceerde buis worden uitgerold. De buis is dan al voorzien in een gewenste vorm, d.w.z. meandervormig of slakkenhuisvormig. Hiermee wordt tijdens de installatie tijd bespaard.

Doordat de draagmat met een handgereedschap kan worden geknipt, kan de draagmat worden ingekort tot de gewenste afmeting. Bovendien kan de draagmat gedeeltelijk worden ingeknipt, zodat de draagmat kan worden verbogen. Daardoor kan de draagmat en de daarop bevestigde buis bijvoorbeeld in een hoek worden gelegd, of rond een pilaar van het gebouw worden geïnstalleerd. Doordat de draagmat met de hand te knippen is, kan het vloerdeel eenvoudig tijdens de installatie werkzaamheden worden aangepast.

De buis van vernet polyethyleen of PE-RT is eveneens in te korten, bijvoorbeeld met behulp van bekende buissnijders of buisscharen. Zodoende is de gehele geprefabriceerde draagmat ter plaatse met behulp van handgereedschap in te korten, om het vloerdeel te laten passen op de betreffende vloer.

De draagmat is bij voorkeur voorzien van een flexibel materiaal, zodanig dat de draagmat buigbaar is in zowel zijn lengterichting als in zijn breedterichting.

De buis is bij voorkeur meandervormig voorzien op de draagmat. De meandervorm heeft als voordeel dat de draagmat verder ingeknipt kan worden zonder de buis door te knippen, zodat het vloerdeel in een bocht tot zelfs 180 graden kan worden gelegd. De buis is bij voorkeur meandervormig voorzien op de draagmat. Alternatief is het echter ook mogelijk om de buis slakkenhuisvormig op de draagmat te voorzien.

De hart-op-hart afstand van de parallelle buisdelen van het meandervormige of slakkenhuis vormige patroon kan worden geselecteerd afhankelijk van de gewenste warmteafgifte. Bijvoorbeeld is deze afstand 10-20 cm.

Er bestaan verschillende varianten van vernet polyethyleen (“PEX”, of ook wel “XLPE”). Bij voorkeur wordt peroxidisch vernet polyethyleen (“PEX-A”) toegepast. Echter, alternatief kan PEX-B of PEX-C worden toegepast.

De diameter van de buis is bij voorkeur 10-32 mm, bijvoorbeeld 10, 14, 16, 17, 20, 25 of 32 mm. De wanddikte van de buis is bij voorkeur 1-3 mm, bijvoorbeeld ongeveer 2 mm.

De draagmat is met een handgereedschap te knippen. Bij voorkeur is het materiaal van de draagmat zodanig gekozen en heeft de draagmat een zodanig dikte, dat de kracht die op de draagmat uitgeoefend moet worden om deze te knippen kleiner is dan 500 N, bij voorkeur kleiner dan 300 N en met meer voorkeur kleiner dan 100 N. Bijvoorbeeld wordt voor het knippen gebruik gemaakt van een zijsnijtang of middensnijtang. Bij voorkeur kan de draagmat met behulp van een niet-elektrisch handgereedschap worden geknipt.

In een voorkeursuitvoering is de draagmat uitgevoerd als een metalen gaas met een draaddikte van 1-3 mm.

Door de geringe draaddikte van 1 -3 mm is de draagmat met een handgereedschap te knippen. Bovendien blijft bij een dergelijke geringe draaddikte het gewicht van de draagmat beperkt. Hierdoor kan een relatief groot vloerdeel worden vervaardigd en opgerold, zonder dat de buis beschadigt door het gewicht van het opgerolde pakket.

De maaswijdte van de draagmat is bijvoorbeeld 5-20 cm, bij voorkeur 15 cm.

Met een dergelijke maaswijdte wordt het gewicht van de draagmat verder beperkt, zodat de buis niet beschadigt door het gewicht van het opgerolde pakket.

Bijvoorbeeld is het metaal een verzinkt metaal, zoals verzinkt staal of verzinkt ijzer, of een gegalvaniseerd metaal, zoals gegalvaniseerd staal of gegalvaniseerd ijzer.

In een andere uitvoering is de draagmat uitgevoerd als een kunststof draagmat.

Bijvoorbeeld omvat de draagmat polyethyleen (PE), polypropyleen (PP), polyvinylchloride (PVC), of gechloreerd polyvinylchloride (CPVC) en/of een kunststof folie, zoals een PE-folie. De draagmat kan zijn uitgevoerd als een ononderbroken kunststof drager, of als een gaasvormige drager uit kunststof.

In nog een andere uitvoering is de draagmat van rubber, textiel, bamboe en/of riet.

Bijvoorbeeld is de draagmat uitgevoerd als een gaasvormige drager uit rubber, textiel, bamboe of riet.

In een voorkeursuitvoering is de draagmat voorbewerkt voor het knippen van de draagmat. Bijvoorbeeld is de draagmat op één of meer plaatsen geperforeerd over de gehele breedterichting, zodat de draagmaat eenvoudig langs de perforatielijn kan worden in- of afgeknipt, danwel met de hand in- of afgescheurd kan worden. Bijvoorbeeld is een kunststof draagmat, zoals een draagmat van PE of PP, voorzien van een dergelijke perforatie.

In een voorkeursuitvoering is de buis afgeperst.

De buis kan worden afgeperst door de uiteinden van de buis te voorzien van een geschikte afsluiter, zodat het afpersmedium, zoals lucht of water, in de buis wordt gehouden. Bij voorkeur is de buis afgeperst met lucht, bijvoorbeeld perslucht. Door de buis af te persen met lucht, neemt het gewicht van de buis niet toe door het afpersen. Doordat de buis is gevuld met lucht, en is afgesloten, zal in de opgerolde toestand van het vloerdeel de buis minder snel indeuken. Hierdoor kan een relatief lang vloerdeel worden opgerold, zonder dat de buis in de opgerolde toestand beschadigd door het gewicht van het opgerolde pakket.

In een voorkeursuitvoering is de buis in een baan in de lengterichting van de draagmat bevestigd, waarin de breedte van de mat groter is dan de baan die de buis beslaat, zodat naast de baan die de buis beslaat een onbedekte baan gevormd is.

Met andere woorden, het meandervormige of slakkenhuisvormige patroon van de buis beslaat slechts een deel van de draagmat, terwijl naast de baan die de buis beslaat ten minste één onbedekt deel van de draagmat voorzien is. Dit onbedekte deel biedt ruimte voor de doorvoer van buisdelen, bijvoorbeeld van andere vloerdelen. De buisdelen die tijdens het installeren van het geprefabriceerde vloerdeel over het onbedekte deel van de draagmat worden gevoerd, kunnen desgewenst tijdens de installatie daaraan worden bevestigd.

Bijvoorbeeld heeft een eerste vloerdeel een meandervormige buis, waarbij één uiteinde van de buis zich aan een eerste uiteinde van het vloerdeel bevindt en het andere uiteinde van de buis zich aan een tegenoverliggend uiteinde van het vloerdeel bevindt. Dit laatste uiteinde van de buis is niet vast bevestigd aan de draagmat en kan via het onbedekte deel van de draagmat naar het eerste uiteinde van het vloerdeel worden geleid, en desgewenst tijdens de installatie aan dit onbedekte deel worden bevestigd. Zodoende bevinden beide uiteinden van de buis zich nabij elkaar, wat bijvoorbeeld handig is bij het aansluiten op een verdeler. In een ander voorbeeld worden één of meer buizen van andere vloerdelen via het onbedekte deel van de eerste draagmat naar de verdeler geleid.

Bijvoorbeeld wordt zo’n 10-20 cm van de draagmat van het geprefabriceerde vloerdeel onbedekt gelaten.

In een voorkeursuitvoering strekt ten minste één uiteinde van de buis zich uit van de draagmat.

De buis is op meerdere punten bevestigd op de draagmat, zodat de buis een meandervormig of slakkenhuisvormig patroon beschrijft op de draagmat. Een uiteinde van de buis, dat wil zeggen een einddeel van de buis, kan echter niet bevestigd zijn aan de draagmat, zodat dit deel vrij gepositioneerd kan worden ten opzichte van de draagmat. Dit geeft de benodigde flexibiliteit tijdens de installatie. Het vrije uiteinde kan worden gebruikt om buizen van naastgelegen vloerdelen te koppelen, of om de buizen te koppelen met een verdeler.

In een voorkeursuitvoering heeft de buis een lengte van 100 - 120 meter.

De uitvinding heeft verder betrekking op een systeem voor het leggen van vloerverwarming of -koeling, omvattende het geprefabriceerd vloerdeel zoals bovenstaand beschreven en mechanische buiskoppelingen voor het koppelen van de buis aan een verdeler of aan een andere buis van de vloerverwarming of -koeling.

Met de mechanische buiskoppelingen kan de buis van het vloerdeel worden verbonden met een verdeler of met andere buizen, zonder dat de buis verhit hoeft te worden en zonder dat lijm gebruikt hoeft te worden. Bijvoorbeeld wordt voor het koppelen van de buis gebruikt gemaakt van een schuifhulskoppeling, bijvoorbeeld een compressie schuifhulskoppeling (compression sleeve fitting), of een krimpringkoppeling (crimp ring fitting).

De uitvinding heeft verder betrekking op een machine voor het produceren van het geprefabriceerde vloerdeel zoals bovenstaand omschreven, omvattende: - een aanvoerlijn voor het aanvoeren van de oprolbare draagmat; - een aanvoerlijn voor het aanvoeren van een buis van vernet polyethyleen, zoals PEX-A, of van PE-RT; en - middelen voor het mechanisch bevestigen van de buis in een meandervormig of slakkenhuisvormig patroon op de draagmat.

Doordat gebruik wordt gemaakt van mechanische bevestiging, in plaats van bevestiging door middel van lijm of verhitting, wordt de vloeistofdichtheid van de PEX buis niet aangetast. Bijvoorbeeld omvatten de middelen voor het mechanisch bevestigen van de buis een vlechtmachine of een tackerapparaat.

Bijvoorbeeld wordt de oprolbare draagmat door de machine richting de vlechtmachine of het tackerapparaat getransporteerd. De machine voert eveneens een buis aan die in het gewenste patroon op de uitgerolde draagmat wordt gelegd en door de vlechtmachine of het tackerapparaat wordt bevestigd.

Bijvoorbeeld omvatten de middelen voor het mechanisch bevestigen van de buis een apparaat, zoals een tackerapparaat, voor het aanbrengen van bevestigingsmiddelen, zoals krammen (bijvoorbeeld tackerkrammen) of nagels (bijvoorbeeld tackernagels). De krammen of nagels zijn bijvoorbeeld van metaal, maar bij voorkeur van kunststof. De krammen of nagels klemmen de buis op de draagmat, zonder dat ze de buiswand doorboren. Bijvoorbeeld zijn de krammen of nagels U-vormig.

Voor het meandervormig bevestigen van de buis op de draagmat, wordt de buis bijvoorbeeld aangevoerd naar een loopwagen die heen en weer kan bewegen in de breedterichting van de draagmat, terwijl de draagmat in lengterichting langs de loopwagen kan bewegen. Telkens wordt de buis door de loopwagen in de breedterichting gelegd en door de vlechtmachine of het tackerapparaat bevestigd, waarna de draagmat over de gewenste hart-op-hart afstand wordt verplaatst in de lengterichting. Vervolgens beweegt de loopwagen in de tegengestelde richting, om zo het volgende parallelle deel van het meandervormige patroon te leggen. Opnieuw zorgt de vlechtmachine of het tackerapparaat voor de bevestiging. Dit proces herhaalt zich, zodat het meandervormige patroon wordt gevormd.

Bijvoorbeeld omvat de machine een snijwerktuig om de draagmat en/of de buis op de gewenste lengte af te knippen.

Tot slot heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het leggen van een vloerverwarming en/of -koeling, omvattende: - het opgerold vervoeren van één of meer vloerdelen zoals bovenstaand beschreven naar het gebouw waarin de vloerverwarming en/of -koeling moet worden aangelegd; - het afrollen van de één of meer vloerdelen op de vloer van het gebouw, zodat een buizenstelsel voor de vloerverwarming en/of -koeling wordt gevormd; en - het koppelen van de buis van de één of meer vloerdelen met een verdeler of een andere buis van de vloerverwarming en/of -koeling.

In een voorkeursuitvoering omvat de werkwijze verder het afpersen van de buis van de één of meer vloerdelen, bij voorkeur met lucht, zodat de buis afgeperst is tijdens het vervoer van het opgerolde vloerdeel.

In een voorkeursuitvoering omvat de werkwijze verder het gedeeltelijk inknippen van de draagmat van één of meer vloerdelen om de betreffende draagmat gedraaid op de vloer van het gebouw te leggen.

In een voorkeursuitvoering omvat de werkwijze verder het afknippen van een deel van de draagmat en/of buis voor het inkorten van het vloerdeel.

In een alternatieve uitvoering omvat een geprefabriceerd vloerdeel voor vloerverwarming en/of -koeling een oprolbare draagmat, een kunststof buis, zoals een PEX buis, die meandervormig of slakkenhuisvormig op de draagmat is bevestigd, en die samen met de drager oprolbaar is, waarin de buis is afgeperst. In een dergelijke alternatieve uitvoering hoeft de draagmat niet noodzakelijkerwijs met een handgereedschap te knippen te zijn.

Voor het systeem, de machine en de werkwijze volgens de uitvinding gelden dezelfde voordelen en effecten zoals bovenstaand beschreven voor het geprefabriceerde vloerdeel.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van voorbeelduitvoeringen daarvan, waarbij wordt verwezen naar de bij gevoegde figuren. - Figuur 1 toont schematisch een geprefabriceerd vloerdeel volgens een eerste uitvoering, waarin de buis is bevestigd op de draagmat in een meandervormig patroon; - Figuur 2 toont schematisch een geprefabriceerd vloerdeel volgens een tweede uitvoering, waarin een baan aan een zijde van de draagmat onbedekt is gelaten; - Figuur 3 toont schematisch een geprefabriceerd vloerdeel volgens een derde uitvoering, waarin de buis is bevestigd op de draagmat in een slakkenhuisvormig patroon; - Figuur 4 illustreert het inknippen van het vloerdeel uit figuur 2; - Figuur 5 toont schematisch een vloerdeel volgens figuur 1 of 2 in opgerold toestand; - Figuur 6 toont schematisch een uitvoering van een knipbare draagmat; - Figuur 7 toont schematisch twee vloerdelen volgens figuur 2, die zijn aangesloten op een verdeler; - Figuur 8 toont schematisch een uitvoering van een machine voor het produceren van de geprefabriceerde vloerdelen; en - Figuur 9 toont schematisch de machine uit figuur 8 in bovenaanzicht.

Geprefabriceerd vloerdeel 2 omvat een rechthoekige draagmat 4 (figuur 1). Op draagmat 4 is een peroxidisch vernet polyethyleen (PEX-A) buis 6 bevestigd. In het getoond voorbeeld heeft buis 6 een lengte van zo’n 100 meter. Andere buislengtes zijn eveneens mogelijk, hoewel bij voorkeur de lengte maximaal zo’n 120 meter is. De buisdiameter is in het getoonde voorbeeld 10 mm, met een wanddikte van 1,1 mm. Andere buisafmetingen zijn echter ook mogelijk. Alternatief kan de buis zijn vervaardigd uit PE-RT.

De einddelen 8 en 10 van buis 6 zijn niet bevestigd aan draagmat 4, zodat deze vrij te positioneren zijn, bijvoorbeeld voor koppeling met andere buizen of met een verdeler van de vloerverwarming of -koeling. Dit zal verderop met verwijzing naar figuur 7 nader worden toegelicht.

Geprefabriceerd vloerdeel 102 (figuur 2) omvat eveneens een draagmat 104 waarop een PEX-A buis 106 in een meandervormig patroon is bevestigd. Op draagmat 104 is echter een baan 112 in de lengterichting vrij gelaten, dat wil zeggen het meandervormige patroon van buis 106 strekt zich niet uit over baan 112. Op deze wijze is op draagmat 104 ruimte gecreëerd voor het leggen van buisdelen, van vloerdeel 102 of andere vloerdelen. Dit zal verderop nader worden toegelicht aan de hand van figuur 7.

Figuur 1 en figuur 2 tonen een meandervormig patroon van de buis. Vloerdeel 202 (figuur 3) illustreert een alternatief, waarin buis 206 in een slakkenhuisvorm op draagmat 204 is bevestigd. De uiteinden 208, 210 bevinden zich in een de getoonde configuratie nabij elkaar, wat het aansluiten op een verdeler vereenvoudigd.

Een voordeel van het meandervormige patroon boven het slakkenhuisvormige patroon is geïllustreerd in figuur 4. Door het meandervormige patroon is de draagmat 104 van vloerdeel 102 relatief ver in te knippen, zonder de buis 106 door te hoeven knippen. Door de inkeping 116 kan een deel van het vloerdeel 102 over een hoek α worden verdraaid, bijvoorbeeld over 90°. Hoeken tot zelfs 180° zijn echter mogelijk. Dit heeft het voordeel dat vloerdeel 102 snel en eenvoudig kan worden aangepast op de vormgeving van het gebouw waarin het vloerdeel 102 wordt geplaatst.

De flexibele draagmat 4, 104, 204, en de flexibiliteit van de PEX buizen 6,106, 206 maakt het mogelijk het vloerdeel 2, 102, 202 op te rollen, zoals geïllustreerd in figuur 5. Bij voorkeur worden de buizen 6, 106, 206 afgeperst met lucht, vóórdat ze worden opgerold. Hiertoe kunnen de buizen 6, 106, 206 eerst worden voorzien van geschikte afsluiters, ook wel “afperskranen” genoemd (niet weergegeven). Lucht wordt in de buis 6, 106, 206 gebracht, en vervolgens worden de afsluiters afgesloten. Doordat de buis 6, 106, 206 is gevuld met lucht en is afgesloten, zal de buis 6, 106, 206 minder snel indeuken in de opgerolde toestand. Bijvoorbeeld wordt perslucht gebruikt, zodat in de buis een lichte overdruk ontstaat. Bijvoorbeeld is de druk in de afgeperste buis 1,01-1,1 bar.

De draagmat 4, 104, 204 is bijvoorbeeld uitgevoerd zoals weergegeven in figuur 6. Draagmat 104 is een gaas van verzinkte staaldraden 118, 120. In het getoonde voorbeeld zijn vierkante mazen gevormd. Andere vormen zijn echter mogelijk, zoals rechthoekige mazen, driehoekig mazen of zeshoekige mazen. In het getoonde voorbeeld is de maaswijdte 10 cm bij 10 cm. De dikte van de verzinkte staaldraden is 1 mm. Andere draaddiktes zijn echter mogelijk volgens de uitvinding. Bij voorkeur is de draaddikte maximaal zo’n 3 mm, zodat de draagmat 104 eenvoudig te knippen is.

Voor het installeren van een vloerverwarming en/of-koeling, worden meerdere geprefabriceerde vloerdelen 2, 102, 202 afgerold in het betreffende gebouw. In figuur 7 zijn ter illustratie twee uitgerolde geprefabriceerde vloerdelen 302a, 302b getoond. De buizen 306 van vloerdelen 302a, 302b zijn aangesloten op een centrale verdeler 314. Een vrij einddeel 308 van buis 306 van vloerdeel 302a wordt hiertoe over een aanvankelijk onbedekt deel 312 van de draagmat richting de verdeler geleid. Desgewenst kan het vrije einddeel 308 vervolgens worden bevestigd, bijvoorbeeld met behulp van een vlechtmachine of een tackerapparaat. Het andere uiteinde van de buis 306 is eveneens aangesloten op verdeler 314.

Figuur 7 illustreert bovendien dat de onbedekte baan 312 van de vloerdelen ook ruimte biedt voor de doorvoer van delen van de buizen van andere vloerdelen. De buisdelen A en B zijn afkomstig van een (niet weergegeven) verder geprefabriceerd vloerdeel en worden via het deel 312 van het in de figuur bovenste vloerdeel naar de verdeler 314 geleid.

Machine 500 (figuren 8 en 9) omvat een rol 502 voor de aanvoer van een draagmat 104.

De draagmat 104 wordt via een geleidingsrol 504 naar een transportband 506a, 506b geleid. In het getoond voorbeeld zijn twee transportbanden getoond, echter deze kan ook als één enkele transportband worden uitgevoerd. Vervolgens wordt de draagmat 104 via een tweede geleidingsrol 508 naar een tweede rol 510 geleid. Boven transportband 506a, 506b is een apparaat 512 voorzien voor het op de draagmat 104 leggen en bevestigen van een PEX buis 106 in een meandervormig patroon. Het apparaat 512 omvat een loopwagen 514 die in de breedterichting van de draagmat 104 heen en weer kan bewegen.

De loopwagen 514 krijgt via een rol 516 een PEX buis 106 aangevoerd en legt telkens een baan over de breedte van de draagmat 104. Voor het produceren van een vloerdeel 202 kan een baan van de draagmat 204 onbedekt gelaten worden, door de loopwagen 514 niet over de gehele breedte van de draagmat 204 te laten lopen. Het apparaat 512 bevat bovendien middelen voor het bevestigen van de door de loopwagen gelegde buis 106. Bijvoorbeeld omvatten deze middelen een vlechtmachine of een tackerapparaat.

De loopwagen 514 legt telkens een deel van de buis 106 over de gewenste breedte op draagmat 104, waarbij de bevestigingsmiddelen van apparaat 512 dit deel van de buis 106 bevestigen. Vervolgens wordt door het roteren van rollen 502, 504, 508, 510 en transportband 506a, 506b de draagmat 104 verplaatst in de richting van de pijlen in figuur 9. De afstand waarover de draagmat 104 wordt verplaatst komt overeen met de gewenste hart-op-hart afstand van het meandervormige patroon van de buis 106. Bijvoorbeeld is deze afstand 10-20 cm. Vervolgens beweegt de loopwagen 514 in tegengestelde richting om een nieuw deel van de buis 106 over de gewenste breedte op de draagmat 104 te plaatsen, waarbij de bevestigingsmiddelen van apparaat 512 ook dit deel van buis 106 op de draagmat 104 bevestigen.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven uitvoeringen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan modificaties denkbaar zijn.

Claims (15)

1. Geprefabriceerd vloerdeel voor vloerverwarming en/of -koeling, omvattende: - een oprolbare draagmat; - een buis van vernet polyethyleen, zoals PEX-A, of polyethyleen met verhoogde temperatuurweerstand, PE-RT, welke buis meandervormig of slakkenhuisvormig op de draagmat is bevestigd en samen met de drager oprolbaar is, waarin de draagmat zodanig is uitgevoerd dat de draagmat met een handgereedschap te knippen is.

2. Geprefabriceerd vloerdeel volgens conclusie 1, waarin de draagmat is uitgevoerd als een metalen gaas met een draaddikte van 1-3 mm.

3. Geprefabriceerd vloerdeel volgens conclusie 1, waarin de draagmat is uitgevoerd als een kunststof draagmat.

4. Geprefabriceerd vloerdeel volgens conclusie 1, waarin de draagmat is uitgevoerd als een draagmat van rubber, textiel, bamboe en/of riet.

5. Geprefabriceerd vloerdeel volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de draagmat is voorbewerkt voor het knippen van de draagmat.

6. Geprefabriceerd vloerdeel volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de buis is afgeperst, bij voorkeur met lucht.

7. Geprefabriceerd vloerdeel volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de buis in een baan in de lengterichting van de draagmat is bevestigd, waarin de breedte van de mat groter is dan de baan die de buis beslaat, zodat naast de baan die de buis beslaat een onbedekte baan gevormd is.

8. Geprefabriceerd vloerdeel volgens één van de voorgaande conclusies, waarin ten minste één uiteinde van de buis zich uitstrekt van de draagmat.

9. Geprefabriceerd vloerdeel volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de buis een lengte heeft van 100-120 meter.

10. Systeem voor het leggen van vloerverwarming of -koeling, omvattende het geprefabriceerd vloerdeel volgens één van de conclusies 1-8 en mechanische buiskoppelingen voor het koppelen van de buis aan een verdeler of aan een andere buis van de vloerverwarming of -koeling.

11. Machine voor het produceren van het geprefabriceerde vloerdeel volgens één van de conclusies 1-9, omvattende: - een aanvoerlijn voor het aanvoeren van de oprolbare draagmat; - een aanvoerlijn voor het aanvoeren van een buis van vernet polyethyleen, zoals PEX-A, of van polyethyleen met verhoogde temperatuurweerstand, PE-RT; en - middelen voor het mechanisch bevestigen van de buis in een meandervormig of slakkenhuisvormig patroon op de draagmat.

12. Werkwijze voor het leggen van een vloerverwarming en/of -koeling, omvattende: - het opgerold vervoeren van één of meer vloerdelen volgens conclusies 1-9 naar het gebouw waarin de vloerverwarming en/of -koeling moet worden aangelegd; - het afrollen van de één of meer vloerdelen op de vloer van het gebouw, zodat een buizenstelsel voor de vloerverwarming en/of -koeling wordt gevormd; en - het koppelen van de buis van de één of meer vloerdelen met een verdeler of een andere buis van de vloerverwarming en/of -koeling.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, verder omvattende het afpersen van de buis van de één of meer vloerdelen, bij voorkeur met lucht, zodat de buis afgeperst tijdens het vervoer van het opgerolde vloerdeel.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, verder omvattende het gedeeltelijk inknippen van de draagmat van één of meer vloerdelen om de betreffende draagmat gedraaid op de vloer van het gebouw te leggen.

15. Werkwijze volgens conclusie 12, 13 of 14, verder omvattende het afknippen van een deel van de draagmat en/of buis voor het inkorten van het vloerdeel.