NL2018824B1

NL2018824B1 - Fiets, omvattend een antenne-inrichting voor het ontvangen of verzenden van radiosignalen voor het bepalen van de positie van de fiets

Info

Publication number: NL2018824B1
Application number: NL2018824A
Authority: NL
Inventors: Van Kester Johannes; Sebastiaan Penning Niels
Original assignee: Tracefy B V
Priority date: 2017-05-02
Filing date: 2017-05-02
Publication date: 2018-11-09
Also published as: EP3398843A1; EP3398843B1

Abstract

De uitvinding betreft een fiets (1), omvattende een frame (2), gekenmerkt door een antenne-inrichting (3), die in of aan een bijvoorkeur nietgeleidend framedeel (4) of in een niet-geleidende omhulling (5), aan een buitenzijde (6) van het frame, is aangebracht, waarbij de antenne-inrichting is ingericht voor het ontvangen of verzenden van radiosignalen voor het bepalen van de positie van de fiets en/of het ontvangen of verzenden van data van of naar de fiets, zoals data ten aanzien van het gebruik van de fiets.

Description

B62H 5/20 (2017.01) B62M 6/40 (2017.01)

(4^ Aanvraag ingeschreven:	© Octrooihouder(s):
9 november 2018	Tracefy B.V. te RIJSWIJK.
© Aanvraag gepubliceerd:
-	© Uitvinder(s):
	Johannes van Kester te RIJSWIJK .
© Octrooi verleend:	Niels Sebastiaan Penning te RIJSWIJK.
9 november 2018
© Octrooischrift uitgegeven:	© Gemachtigde:
13 februari 2019	ir. J.M.G. Dohmen c.s. te Eindhoven.

© Fiets, omvattend een antenne-inrichting voor het ontvangen of verzenden van radiosignalen voor het bepalen van de positie van de fiets © De uitvinding betreft een fiets (1), omvattende een frame (2), gekenmerkt door een antenne-inrichting (3), die in of aan een bijvoorkeur niet-geleidend framedeel (4) of in een niet-geleidende omhulling (5), aan een buitenzijde (6) van het frame, is aangebracht, waarbij de antenne-inrichting is ingericht voor het ontvangen of verzenden van radiosignalen voor het bepalen van de positie van de fiets en/of het ontvangen of verzenden van data van of naar de fiets, zoals data ten aanzien van het gebruik van de fiets.

NL Bl 2018824

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Korte aanduiding: Fiets, omvattend een antenne-inrichting voor het ontvangen of verzenden van radiosignalen voor het bepalen van de positie van de fiets

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een fiets.

Stand van de techniek

Fietsen zijn uiteraard alom bekend. Uiteraard geldt dit ook voor soortgelijke tweewielers, zoals motorfietsen, bromfietsen, et cetera.

Een probleem van dergelijke fietsen is dat deze gevoelig zijn voor diefstal. Fietsen worden daarom uitgerust met diverse soorten vergrendelmiddelen, zoals kettingen, ringsloten, et cetera, om diefstal tegen te gaan. Deze maatregelen bieden echter maar beperkt soelaas. Door hun relatief geringe gewicht worden fietsen gemakkelijk meegenomen - de vergrendelmiddelen worden vervolgens op een andere locatie verwijderd. De kans dat de betreffende fietsendief “gepakt” wordt is daarnaast relatief laag.

Doel van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is om een fiets te verschaffen, die, wanneer diefstal van deze fiets heeft plaatsgevonden, eenvoudig te traceren is.

Een verder doel van de uitvinding is om een fiets te verschaffen, die, wanneer diefstal van deze fiets heeft plaatsgevonden, de kans doet toenemen dat de betreffende fietsendief wordt aangehouden.

Een nog verder doel van de uitvinding is tracering van fietsen die deel uitmaken van een vloot van fietsen, zoals fietsen die worden gebruikt door pizzabezorgers, pakketbezorgers, et cetera, en dataverzameling ten aanzien van het gebruik van dergelijke fietsen.

Beschrijving van de uitvinding

De fiets volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door een antenneinrichting, die in of aan een bijvoorkeur niet-geleidend framedeel of in een niet geleidende omhulling, aan een buitenzijde van het frame, is aangebracht, waarbij de antenne-inrichting is ingericht voor het ontvangen of verzenden van radiosignalen voor het bepalen van de positie van de fiets en/of het ontvangen of verzenden van data van of naar de fiets, zoals data ten aanzien van het gebruik van de fiets.

Doordat de fiets volgens de uitvinding is voorzien van een antenneinrichting ingericht voor het ontvangen of verzenden van radiosignalen voor het bepalen van de positie van de fiets, is de fiets eenvoudig te traceren wanneer diefstal van de fiets heeft plaatsgevonden. Doordat de antenne-inrichting eveneens ingericht kan zijn voor het ontvangen of verzenden van data van of naar de fiets, zoals data ten aanzien van het gebruik van de fiets, wordt dataverzameling met betrekking tot een vloot van fietsen mogelijk gemaakt.

Omdat het eveneens mogelijk is de fiets na diefstal middels de antenneinrichting te lokaliseren, is het bijvoorbeeld mogelijk de fiets te volgen tot de locatie waar de dief de fiets wil stallen, opslaan, verkopen, et cetera. Op deze locatie kan de dief vervolgens staande worden gehouden.

Van belang daarbij is dat het framedeel of de omhulling waarin de antenne-inrichting is aangebracht relatief ontoegankelijk is voor een kwaadwillend persoon, zoals een dief, zodat wordt voorkomen dat de antenne-inrichting onklaar wordt gemaakt.

Uiteraard kan de uitvinding ook worden toegepast op soortgelijke tweewielers, zoals motorfietsen, bromfietsen, et cetera, waarbij een verhoogd risico op diefstal bestaat.

Het frame van een fiets is doorgaans gevormd uit metaal. Dit metaal vormt in veel gevallen een zogeheten kooi van Faraday, waardoor het niet mogelijk is om radiosignalen door het frame te zenden. De uitvinder heeft ingezien dat de antenne-inrichting aangebracht kan worden in een niet-geleidend framedeel of een niet-geleidende omhulling, waarbij enerzijds de stevigheid van het frame of de omhulling op voordelige wijze wordt gebruikt ter bescherming van de antenneinrichting en anderzijds het signaal van de antenne-inrichting relatief weinig wordt gehinderd. Door de antenne-inrichting aan een buitenzijde van het frame aan te brengen, wordt het signaal verder geoptimaliseerd. Met “buitenzijde” wordt overigens in brede zin een gebied nabij de buitenomtrek van het frame bedoeld.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, waarbij de antenne-inrichting in of op het frame is aangebracht, zoals achter of voor een (te creëren) frameopening, bijvoorbeeld bij een balhoofd van het frame, zoals aan een voorzijde van een balhoofdbuis, waarbij de antenne-inrichting (en de frameopening, indien aanwezig) tijdens gebruik is afgedekt door een niet-geleidend bedeksel, zoals een badge. Door deze positionering van de antenne-inrichting wordt de ontvangst verder geoptimaliseerd. Daarnaast is deze positionering van de antenne-inrichting zeer onopvallend te noemen. De antenne-inrichting kan daarbij zoals gezegd zowel achter een frameopening worden geplaatst, i.e. binnen de contouren van bijvoorbeeld de balhoofdbuis of vóór de frameopening, i.e. buiten de contouren van bijvoorbeeld de balhoofdbuis.

Bij positionering van de antenne-inrichting vóór de frameopening fungeert de frameopening dan slechts als kabeldoorvoeropening en kan dan met een relatief geringe diameter worden uitgevoerd, zoals met een diameter van maximaal 1 cm. De ontvangst van de antenne-inrichting is dan veruit optimaal. Indien gewenst, kan de frameopening zelfs volledig achterwege worden gelaten, waarbij de benodigde bekabeling dan bijvoorbeeld aan de buitenzijde van het frame wordt geleid. Optioneel kan deze bekabeling zelfs volledig worden weggelaten, bijvoorbeeld wanneer de antenne-inrichting intern dan wel extern draadloos communiceert.

Bij positionering van de antenne-inrichting achter de frameopening heeft de frameopening bij voorkeur een diameter die gelijk is aan, of iets groter is dan, de diameter/omvang van de “zendkegel” van de antenne-inrichting ter plaatse van de doorsnijding van de contouren van de balhoofdbuis, zoals 0-20 %, bijvoorbeeld 0 10% groter. Ook kan de frameopening vanzelfsprekend gebruikt worden om die zendkegel te definiëren/begrenzen.

Een andere uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, waarbij de fiets een elektrische fiets betreft en de antenne-inrichting is aangebracht in een accudock op een achterdrager van de elektrische fiets, bij voorkeur aan een tijdens gebruik voorzijde van het accudock, waarbij het accudock ter plaatse van de antenne-inrichting een niet-geleidende omhulling heeft. In de praktijk blijkt dat plaatsing in het accudock eveneens een goede ontvangst van de radiosignalen geeft. Daarnaast is het van voordeel dat de stroombron voor de antenne-inrichting - de accu - zich in de buurt van de antenne-inrichting bevindt.

Een uitvoeringsvorm heeft daarnaast betrekking op een voornoemde fiets, waarbij de antenne-inrichting een GPS-, GSM-, Wifi-, of Bluetooth-module omvat. Deze communicatiestandaarden blijken in de praktijk prima geschikt voor het lokaliseren van de fiets. Uiteraard is het ook mogelijk meerdere van deze communicatiestandaarden te combineren om tot een optimale lokalisering van de fiets te komen.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, waarbij de antenne-inrichting is ingericht voor dataoverdracht via 4G LTE, 2G GSM/GPRS, 3G, Bluetooth, RFID, NFC of Wifi. Deze standaarden zijn in de praktijk van voordeel gebleken bij het op afstand uitlezen van data over de toestand van de fiets.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, omvattend een dataverzamelinrichting voor het verzamelen van positiedata, snelheidsdata of versnellingsdata. Een dergelijke dataverzamelinrichting kan goed van pas komen bij het lokaliseren van de fiets, bijvoorbeeld wanneer tijdelijk geen signaal beschikbaar is. Daarnaast kan deze data goed van pas komen bij het nagaan van de door de dief genomen route naar de plek van stalling, opslag of verkoop. Uiteraard kan deze data ook voor andere doeleinden worden gebruikt.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, waarbij de dataverzamelinrichting communicatief is verbonden met de antenne-inrichting. Zo kan op voordelige wijze data-uitwisseling tussen de antenne-inrichting en de dataverzamelinrichting plaatsvinden.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, waarbij de dataverzamelinrichting en/of antenne-inrichting communicatief zijn verbonden met een bedieningspaneel, een fietsslot of een display. Door communicatieve verbinding met een bedieningspaneel of display kunnen relevante gegevens aan de gebruiker van de fiets worden getoond. Dit geldt uiteraard ook voor gegevens die niet of nauwelijks met diefstal te maken hebben.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, omvattend een verwerkingseenheid die communicatief is verbonden met de antenneinrichting en/of dataverzamelinrichting en is aangebracht in een zitbuis, een horizontale buis of een schuine buis van het frame, bij voorkeur in een onderste helft van de zitbuis van het frame. De verwerkingseenheid is zo goed beschermd tegen omgevingsinvloeden. Daarnaast is deze relatief centraal gelegen in het frame, wat communicatie met de dataverzamelinrichting en de antenne-inrichting vergemakkelijkt.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, waarbij de verwerkingseenheid een back-up-batterij omvat. Deze back-up-batterij kan eventuele onderbrekingen van de stroomtoevoer, bijvoorbeeld onderbrekingen in de stroomtoevoer afkomstig van een (naaf)dynamo, opvangen, zodat de verwerkingseenheid en de daarmee verbonden antenne-inrichting en/of dataverzamelinrichting blijven functioneren.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, waarbij het accudock is vervaardigd uit kunststof. Bij voorkeur betreft deze kunststof een harde, voor braak ongevoelige kunststof. Kunststof is van nature niet-geleidend, waardoor de radiosignalen niet worden gehinderd.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, omvattend een verwerkingseenheid die communicatief is verbonden met de antenneinrichting en is aangebracht in het accudock, bij voorkeur aan de, tijdens gebruik, voorzijde van het accudock. Het accudock kan zo op voordelige wijze fungeren als omhulling voor de verwerkingseenheid, waarbij de accu tevens als stroombron kan dienen.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, waarbij het accudock een back-up-batterij omvat - eveneens om eventuele onderbrekingen in de stroomtoevoer op te vangen.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde fiets, omvattend een anti-diefstalsysteem, dat is ingericht om een door de elektrische fiets omvatte elektrische aandrijving onklaar te maken, wanneer de antenne-inrichting, de dataverzamelinrichting, de verwerkingseenheid en/of de back-up-batterij uit de fiets worden weggenomen. Zo wordt voorkomen dat, wanneer een dief de bovengenoemde componenten verwijdert en derhalve het traceringssysteem (deels) onklaar maakt, de elektrische aandrijving gebruikt kan worden om de fiets te verplaatsen.

Een ander aspect van de uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een voornoemde fiets, omvattend de stappen van:

het inbrengen van de verwerkingseenheid in de zitbuis van het frame, via een opening aan een bovenzijde van de zitbuis, bijvoorbeeld via een zadelpenopening, of via een opening aan een onderzijde van de zitbuis, bijvoorbeeld via een trapasgat, dan wel in de horizontale buis of de schuine buis, het fixeren van de verwerkingseenheid in de zitbuis, bij voorkeur in de onderste helft van de zitbuis, dan wel in de horizontale buis of de schuine buis, het aanbrengen van de antenne-inrichting in of op het frame, zoals achter of voor een frameopening, bijvoorbeeld bij een balhoofd van het frame, het tot stand brengen van een communicatieve verbinding tussen de verwerkingseenheid en de antenne-inrichting, het tot stand brengen van een elektrische verbinding tussen de verwerkingseenheid en de antenne-inrichting en een stroombron, zoals een accu, een naafdynamo of een elektromotor, en het bedekken van de antenne-inrichting door een niet-geleidend bedeksel, zoals een badge.

Middels deze werkwijze kunnen de antenne-inrichting en de verwerkingseenheid op eenvoudige wijze tijdens de fabricage van de fiets gemonteerd worden, dan wel achteraf in/op de fiets worden aangebracht. Overigens is het ook mogelijk dat de antenne-inrichting in de voornoemde, niet-geleidende omhulling wordt opgenomen, bijvoorbeeld van het accudock, waarbij de bedekkingsstap dan effectief achterwege kan blijven.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde werkwijze, waarbij de communicatieve en/of elektrische verbindingen tot stand worden gebracht door het aanbrengen van kabels in een of meer framebuizen, zoals de horizontale of schuine framebuis, waardoor eveneens wordt voorkomen dat de communicatieve en/of elektrische verbindingen eenvoudig onklaar kunnen worden gemaakt.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde werkwijze, omvattend de stap van:

het aanbrengen van de verwerkingseenheid in een nietgeleidende omhulling van het accudock, bij voorkeur aan de voorzijde van het accudock.

Een uitvoeringsvorm heeft betrekking op een voornoemde werkwijze, omvattend de stap van het verlengen, verbreden of verhogen van het accudock, of het aanbrengen van een afzonderlijke accudockmodule op het accudock, voor het onderbrengen van de antenne-inrichting en de verwerkingseenheid. Zo kan de bestaande accudock met een relatief eenvoudige ingreep geschikt worden gemaakt voor opname van de antenne-inrichting, verwerkingseenheid en/of andere componenten van het traceringssysteem.

Korte beschrijving van de figuren

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van in de tekeningen afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Figuur 1 een zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een fiets volgens de uitvinding, waarbij de antenne-inrichting in het frame is aangebracht, bij een balhoofd van het frame en is afgedekt door een badge;

Figuur 2 een zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een fiets volgens de uitvinding, waarbij de fiets een elektrische fiets betreft en de antenneinrichting is aangebracht in een accudock op een achterdrager van de elektrische fiets; en

Figuur 3 een detailaanzicht van de balhoofdbadge en de antenneinrichting volgens het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1.

Uitgebreide beschrijving van de figuren

De figuren 1-3 zullen gezamenlijk worden besproken. Figuur 1 toont een fiets 1 - zonder elektrische hulpmotor - met een frame 2, zoals gangbaar voor een herenfiets. In dit uitvoeringsvoorbeeld is volgens een uitvinding een antenneinrichting 3 in een niet-geleidend framedeel 4 aan een buitenzijde 6 van het frame 2 aangebracht en wel achter een frameopening 7 bij het balhoofd 8 van het frame 2. De frameopening 7 en de antenne-inrichting 3 zijn tijdens gebruik afgedekt door een nietgeleidend bedeksel 9, zoals een badge, waarop de naam van de fabrikant of iets soortgelijks staat vermeld. Zoals besproken, kan de antenne-inrichting 3 ook vóór de frameopening 7 worden geplaatst, waarbij de frameopening 7 dan slechts als kabeldoorvoer fungeert, danwel wordt de frameopening 7 in zijn geheel weggelaten. De badge 9 volgt bij voorkeur de contouren van het frame en heeft daarbij bij voorkeur een gekromde vorm. De maximumdikte van de badge 9 bedraagt ca. 1 mm en verzwakt het te verzenden/ontvangen signaal met ten hoogste 10-20%. De antenneinrichting 3 is ingericht voor het ontvangen of verzenden van radiosignalen voor het bepalen van de positie van de fiets 1 en/of dataoverdracht van en naar de fiets 1. De antenne-inrichting 3 kan, zoals eerder besproken, ter bepaling van de positie van de fiets 1, een GPS-, GSM-, Wifi-, of Bluetooth-module omvatten, i.e. voor communicatie op zowel korte afstand - zeg: op 0 - 50 m afstand - als communicatie op lange afstand

- zeg: meer dan 50 m afstand. Uiteraard is het ook mogelijk dat de antenne-inrichting 3 door middel van een van bovengenoemde communicatiemiddelen (voor korte afstand) met andere componenten van het traceringssysteem (zoals hierna nader toe te lichten) communiceert. De antenne-inrichting 3 is daarnaast bij voorkeur ingericht voor dataoverdracht via 4G LTE, 2G GSM/GPRS, 3G, Bluetooth, RFID, NFC of Wifi.

Bij voorkeur omvat de fiets 1 een (zeer schematisch weergegeven) dataverzamelinrichting 14 voor het verzamelen van positiedata, snelheidsdata of versnellingsdata. Deze data kan bijvoorbeeld op een door de fiets 1 omvatte opslag opgeslagen worden, dan wel worden verzonden naar een opslag op afstand, via een van de bovengenoemde communicatievormen. De dataverzamelinrichting 14 kan daarbij communicatief zijn verbonden 15 met de antenne-inrichting 3. Een CAN-bussysteem kan zijn voorzien om het regelsysteem van een elektrische fiets met de verwerkingseenheid 30 te laten communiceren. Bij wijze van voorbeeld zijn de dataverzamelinrichting 14 en/of antenne-inrichting 3 eveneens communicatief verbonden 16 met een bedieningspaneel 17, een fietsslot 18 of een display 19. Dit geldt ook voor de verwerkingseenheid 30 die eveneens communicatief is verbonden 20 met de antenne-inrichting 3 en/of dataverzamelinrichting 14. Deze verwerkingseenheid 30 is bij voorkeur aangebracht in een zitbuis 21 van het frame 2, bij voorkeur in een onderste helft 22 van de zitbuis 21 van het frame 2. Deze verwerkingseenheid 30 omvat naast bijvoorbeeld een PCB met chipset, bij voorkeur een back-up-batterij 23. De verwerkingseenheid 30 kan op voordelige wijze bijvoorbeeld de toestand van het fietsslot 18 monitoren, al dan niet in samenwerking met de dataverzamelinrichting 14, zodat onregelmatigheden (diefstal) snel kunnen worden gedetecteerd - en deze doorgegeven kunnen worden aan bijvoorbeeld de rechtmatige eigenaar van de fiets 1. Bij voorkeur worden de verwerkingseenheid 30 al dan niet voorzien van een back-up-batterij 23 - en de dataverzamelinrichting 14 ondergebracht in een enkele module/behuizing 36 om installatie en productie te vergemakkelijken. Uiteraard kan de antenne-inrichting 3 zélf ook in deze module 36 worden ondergebracht, op voorwaarde dat verzending en ontvangst van radiosignalen en/of datasignalen relatief ongehinderd kan plaatsvinden. De verwerkingseenheid 30 of de voornoemde module 36 kan bijvoorbeeld in de zitbuis 21, of een van de framebuizen 31, 32 worden aangebracht, zoals tussen een tweetal fixatiedoppen 37. Wanneer de verwerkingseenheid 30 of de voornoemde module 36 in een horizontale framebuis 31 of een schuine framebuis 32 wordt aangebracht, vindt dit bij voorkeur zodanig plaats dat de verwerkingseenheid 30 of de voornoemde module 36 zich in de nabijheid van de antenne-inrichting 3 in het balhoofd bevindt, zoals maximaal op een afstand van 1/3 maal de lengte van de betreffende framebuis 31, 32, dan wel op een afstand van maximaal 20 - 30 cm van de antenne-inrichting 3.

Bij voorkeur wordt de fiets 1 volgens het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 vervaardigd middels een werkwijze omvattend de stappen van:

het inbrengen van de verwerkingseenheid 30 in de zitbuis 21 van het frame 2, via een opening 25 aan een bovenzijde van de zitbuis 21, bijvoorbeeld via een zadelpenopening, of via een opening 26 aan een onderzijde van de zitbuis 21, bijvoorbeeld via een trapasgat, het fixeren van de verwerkingseenheid 30 in de zitbuis 21, bij voorkeur in de onderste helft 22 van de zitbuis 21, bijvoorbeeld met behulp van de fixatiedoppen 37, het aanbrengen van de antenne-inrichting 3 in het frame 2, achter de frameopening 7, bijvoorbeeld bij het balhoofd 8 van het frame 2, het tot stand brengen van een communicatieve verbinding 15,

16, 20 tussen de verwerkingseenheid 30 en de antenne-inrichting 3, het tot stand brengen van een elektrische verbinding 28 tussen de verwerkingseenheid 30 en de antenne-inrichting 3 en een stroombron 27, zoals een accu, een naafdynamo of een elektromotor, het bedekken van de frameopening 7 door het niet-geleidende bedeksel 9, zoals de badge. Zoals besproken kan de antenne-inrichting 3 ook vóór de frameopening 7 worden aangebracht, waarbij de frameopening 7 dan slechts als kabeldoorvoer fungeert.

De communicatieve en/of elektrische verbindingen worden, zoals genoemd, bij voorkeur tot stand gebracht door het aanbrengen van kabels 28 in een of meer framebuizen, zoals in een horizontale 31 en/of schuine framebuis 32. Bij voorkeur wordt overigens bij de voornoemde werkwijze gebruik gemaakt van een zogeheten ‘kaal frame’. Na het uitvoeren van de werkwijzestappen worden bij voorkeur de crank, de voorvork en de zadelpen in het frame 2 geïnstalleerd en wordt de fiets 1 afgeassembleerd.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een fiets 1 volgens de uitvinding, waarbij de fiets 1 een elektrische fiets 10 betreft en de antenne-inrichting 3 is aangebracht in een accudock 11 op een achterdrager 12 van de elektrische fiets 10. Om ontvangst van signalen te optimaliseren is de antenneinrichting 3 bij voorkeur aan een tijdens gebruik voorzijde 13 van het accudock 11 aangebracht. Het accudock 11 heeft ter plaatse van de antenne-inrichting 3 een nietgeleidende omhulling 5, bij voorkeur vervaardigd uit kunststof. Het accudock 11 omvat tevens (wederom) een verwerkingseenheid 30 die (intern) communicatief is verbonden met de antenne-inrichting 3 en is aangebracht in het accudock 11, bij voorkeur aan de, tijdens gebruik, voorzijde van het accudock 11. Het accudock 11 omvat voorts (wederom) een back-up-batterij 23. Indien noodzakelijk, kan het accudock 11 verlengd, bijvoorbeeld met 2-5 cm, verbreed of verhoogd worden, dan wel kan er een afzonderlijke accudockmodule 29 op het accudock 11 aangebracht worden, bij voorkeur aan de voorzijde van het accudock 11, voor het onderbrengen van de antenne-inrichting 3 en de verwerkingseenheid 30.

Bij voorkeur omvat de fiets 1 tevens een anti-diefstalsysteem 24. Dit anti-diefstalsysteem 24 is bij voorkeur ingericht om een door de elektrische fiets 10 omvatte elektrische aandrijving 33, zoals aangebracht aan de trapas, aan de as van het achterwiel, dan wel aan de as van het voorwiel, onklaar te maken, wanneer de antenne-inrichting 3, de dataverzamelinrichting 14, de verwerkingseenheid 30 en/of de back-up-batterij 23 uit de fiets 1 worden weggenomen, dan wel een ongewenste of anderszins onjuiste toestand van het fietsslot 18 wordt gedetecteerd.

Figuur 3 toont tenslotte een detailaanzicht van de balhoofdbadge 9 en de antenne-inrichting 3 volgens het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1. Figuur 3 toont een balhoofdbuis 35 met aan de voorzijde daarvan een frameopening 7, die wordt afgedekt door een bedeksel 9 in de vorm van een badge. Direct achter de badge is de antenne-inrichting 3 geplaatst om een zo optimaal mogelijke ontvangst van signalen mogelijk te maken. De antenne-inrichting 3 is zoals besproken met de verwerkingseenheid 30 communicatief verbonden door een of meer kabels 28, die door een doorvoergat 34 en (vervolgens) door de schuine framebuis 32 lopen.

Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is bedoeld om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die zich bevinden binnen de uitvindingsgedachte en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Lijst met verwijzingscijfers

1. Fiets

2. Frame

3. Antenne-inrichting

4. Framedeel

5. Niet-geleidende omhulling

6. Buitenzijde van frame

7. Frameopening

8. Balhoofd

9. Niet-geleidend bedeksel

10. Elektrische fiets

11. Accudock

12. Achterdrager van fiets

13. Voorzijde van accudock

14. Dataverzamelinrichting

15. Comm. verbinding tussen dataverzamelinrichting en antenneinrichting

16. Comm. verbinding tussen dataverzamelinrichting en/of antenneinrichting en bedieningspaneel/display of fietsslot

17. Bedieningspaneel

18. Fietsslot

19. Display

20. Communicatieve verbinding tussen verwerkingseenheid en antenne- inrichting en/of dataverzamelinrichting

21. Zitbuis van frame

22. Onderste helft zitbuis

23. Back-up-batterij van verwerkingseenheid

24. Anti-diefstalsysteem

25. Opening aan bovenzijde zitbuis

26. Opening aan onderzijde zitbuis

27. Stroombron

28. Kabel in framebuis

29.

30.

31.

32.

33.

34.

35.

36.

37.

Accudockmodule Verwerkingseenheid Horizontale framebuis Schuine framebuis Elektrische aandrijving Doorvoergat Balhoofdbuis

Module

Fixeerdop

Claims

CONCLUSIES

1. Fiets (1), omvattende:

- een frame (2), gekenmerkt door

- een antenne-inrichting (3), die in of aan een bijvoorkeur nietgeleidend framedeel (4) of in een niet-geleidende omhulling (5), aan een buitenzijde (6) van het frame, is aangebracht, waarbij de antenne-inrichting is ingericht voor het ontvangen of verzenden van radiosignalen voor het bepalen van de positie van de fiets en/of het ontvangen of verzenden van data van of naar de fiets, zoals data ten aanzien van het gebruik van de fiets.
2. Fiets volgens conclusie 1, waarbij de antenne-inrichting in of op het frame is aangebracht, zoals achter of voor een frameopening (7), bijvoorbeeld bij een balhoofd (8) van het frame, zoals aan een voorzijde van een balhoofdbuis, waarbij de antenne-inrichting tijdens gebruik is afgedekt door een niet-geleidend bedeksel (9), zoals een badge.
3. Fiets volgens conclusie 1, waarbij de fiets een elektrische fiets (10) betreft en de antenne-inrichting is aangebracht in een accudock (11) op een achterdrager (12) van de elektrische fiets, bij voorkeur aan een tijdens gebruik voorzijde (13) van het accudock, waarbij het accudock ter plaatse van de antenneinrichting een niet-geleidende omhulling heeft.
4. Fiets volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de antenneinrichting een GPS-, GSM-, Wifi-, of Bluetooth-module omvat.
5. Fiets volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de antenneinrichting is ingericht voor dataoverdracht via 4G LTE, 2G GSM/GPRS, 3G, Bluetooth, RFID, NFC of Wifi.
6. Fiets volgens een van de voorgaande conclusies, omvattend een dataverzamelinrichting (14) voor het verzamelen van positiedata, snelheidsdata of versnellingsdata.
7. Fiets volgens conclusie 6, waarbij de dataverzamelinrichting communicatief is verbonden (15) met de antenne-inrichting.
8. Fiets volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de dataverzamelinrichting en/of antenne-inrichting communicatief zijn verbonden (16) met een bedieningspaneel (17), een fietsslot (18) of een display (19).
9. Fiets volgens een van de voorgaande conclusies, omvattend een verwerkingseenheid (30) die communicatief is verbonden (20) met de antenneinrichting en/of dataverzamelinrichting en is aangebracht in een zitbuis (21), een horizontale buis (31) of een schuine buis (32) van het frame, bij voorkeur in een onderste helft (22) van de zitbuis van het frame.
10. Fiets volgens conclusie 9, waarbij de verwerkingseenheid een back-upbatterij (23) omvat.
11. Fiets volgens conclusie 3, waarbij het accudock is vervaardigd uit kunststof.
12. Fiets volgens conclusie 3, omvattend een verwerkingseenheid die communicatief is verbonden met de antenne-inrichting en is aangebracht in het accudock, bij voorkeur aan de, tijdens gebruik, voorzijde van het accudock.
13. Fiets volgens conclusie 3, waarbij het accudock een back-up-batterij omvat.
14. Fiets volgens een van de voorgaande conclusies, omvattend een antidiefstalsysteem (24), dat is ingericht om een door de elektrische fiets omvatte elektrische aandrijving onklaar te maken, wanneer de antenne-inrichting, de dataverzamelinrichting, de verwerkingseenheid en/of de back-up-batterij uit de fiets worden weggenomen.
15. Werkwijze voor het vervaardigen van een fiets (1) volgens conclusie 9, omvattend de stappen van:

- het inbrengen van de verwerkingseenheid in de zitbuis van het frame, via een opening (25) aan een bovenzijde van de zitbuis, bijvoorbeeld via een zadelpenopening, of via een opening (26) aan een onderzijde van de zitbuis, bijvoorbeeld via een trapasgat, dan wel in de horizontale buis (31) of de schuine buis (32),

- het fixeren van de verwerkingseenheid in de zitbuis, bij voorkeur in de onderste helft van de zitbuis, dan wel in de horizontale buis (31) of de schuine buis (32),

- het aanbrengen van de antenne-inrichting in of op het frame, zoals achter of voor een frameopening, bijvoorbeeld bij een balhoofd van het frame,

- het tot stand brengen van een communicatieve verbinding tussen de verwerkingseenheid en de antenne-inrichting,

- het tot stand brengen van een elektrische verbinding tussen de verwerkingseenheid en de antenne-inrichting en een stroombron (27), zoals een accu, een naafdynamo of een elektromotor,

- het bedekken van de antenne-inrichting door een niet-geleidend bedeksel, zoals een badge.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de communicatieve en/of elektrische verbindingen tot stand worden gebracht door het aanbrengen van kabels (28) in een of meer framebuizen, zoals de horizontale of schuine framebuis.
17. Werkwijze voor het vervaardigen van een elektrische fiets (10) volgens conclusie 12, omvattend de stap van:

- het aanbrengen van de verwerkingseenheid in een niet-geleidende omhulling van het accudock, bij voorkeur aan de voorzijde van het accudock.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, omvattend de stap van het verlengen, verbreden of verhogen van het accudock, of het aanbrengen van een afzonderlijke accudockmodule (29) op het accudock, voor het onderbrengen van de antenneinrichting en de verwerkingseenheid.

1/2

2/2