NL2018585A - Skischoentongsamenstel - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een skischoen- tongsamenstel met een buitenzijde voor rangschikking tegen een binnenzijde van een skischoen en een binnenzijde voor rangschikking tegen een been voor verschaffen van een gevulde ruimte tussen de skischoen van en het been, omvattende: - een bufferlichaam voor het verschaffen van een buffer tussen een binnenzijde van een skischoen en een onderbeen, tijdens gebruik gekromd buitenoppervlak kennende aan de voorzijde voor aanliggen tegen de binnenzijde van de skischoen, - waarbij het bufferlichaam tijdens gebruik is gerangschikt voor de voorzijde van het been en zich daarbij in bovenaanzicht uitstrekt over een deel van de voorzijde van het been, en - het bufferlichaam omvattende een in hoofdzaak vlak tibiacontactoppervlak aan de binnenzijde voor in hoofdzaak congruentie met een tibia voor het maken van contact met een oppervlak van het been gevormd door de tibia van het onderbeen.

Description

SKISCHOENTONGSAMENSTEL

De onderhavige uitvinding betreft een skischoen-tongsamenstel met een buitenzijde voor rangschikking tegen een binnenzijde van een skischoen en een binnenzijde voor rangschikking tegen een been voor verschaffen van een gevulde ruimte tussen de skischoen en het been.

Bij het skiën wordt gebruik gemaakt van een laarsachtige hoge schoen, ook skischoen genoemd, voor koppelen van het onderbeen met de ski. Hierbij wordt het onderbeen ingesloten in deze skischoen. Voor de bescherming van het been ten opzichte van de harde schaal van de skischoen wordt een binnenschoen toegepast. Hiertoe kent de binnen-schoen een in hoofdzaak gefixeerde bescherming voor de achterzijde en de beide zijkanten van het been, welke binnenschoen een beweegbare tong kent voor het beschermen van de voorzijde van het been.

Hoewel de binnenschoen, en met name de tong daarvan, de voorzijde van het been beschermd verschaft de onderhavige uitvinding een verbetering met als doel de krachtenuitwisseling tussen de tong en het been verder te verbeteren gericht op delen van het been die daartoe beter geschikt zijn.

Hiertoe verschaft onderhavige uitvinding een ski-schoentongsamenstel met een buitenzijde voor rangschikking tegen een binnenzijde van een skischoen en een binnenzijde voor rangschikking tegen een been voor verschaffen van een gevulde ruimte tussen de skischoen en het been, omvattende : - een bufferlichaam voor het verschaffen van een buffer tussen een binnenzijde van een skischoen en een onderbeen, tijdens gebruik een gekromd buitenoppervlak kennende aan de voorzijde voor aanliggen tegen de binnenzijde van de skischoen, - waarbij het bufferlichaam tijdens gebruik is gerangschikt voor de voorzijde van het been en zich daarbij in bovenaanzicht uitstrekt over een deel van de voorzijde van het been, en - het bufferlichaam omvattende een in hoofdzaak vlak tibiacontactoppervlak aan de binnenzijde voor in hoofdzaak congruentie met een tibia voor het maken van contact met een oppervlak van het been gevormd door de tibia van het onderbeen.

De onderhavige uitvinding verschaft als belangrijk voordeel een verhoogd contact tussen de tibia en het tibiacontactoppervlak, daar waar een skischoentong volgens de stand van de techniek zonder tibiacontactoppervlak vrijwel geen contact maakt met het relatief vlakke deel van de tibia, maar wel een contact met hoge intensiteit maakt met de voorzijderand van de tibia.

De tibia heeft aan de voorzijde van het been een relatief smalle rand. De tibia heeft echter een groot schuin naar voren gericht oppervlak, het tibiaoppervlak genoemd in dit document. De onderhavige uitvinding gebruikt het tibiaoppervlak om krachten te verspreiden over het gehele oppervlak en om dit tibiaoppervlak te gebruiken om krachten uit te oefenen.

Een verder voordeel van onderhavige uitvinding is dat door het opnemen van druk over het in hoofdzaak vlakke tibiaoppervlak en het tibiacontactoppervlak deze krachten over een groot oppervlak worden verspreid. Een belangrijk voordeel hiervan is dat bij het insturen in een bocht door met het tibiaoppervlak te drukken op het tibiacontactoppervlak van het bufferlichaam, grote krachten kunnen worden uitgeoefend op dit tibiacontactoppervlak, juist vanwege het grote contactoppervlak dat wordt gerealiseerd tussen het tibiaoppervlak en het tibiacontactoppervlak.

Hierdoor wordt een hoge mate van gevoel van controle verschaft. Voorts wordt een grote mate van gevoel van comfort verschaft, juist tijdens het uitoefenen van deze stuurkrachten. Voor de duidelijkheid, de stuurkrach-ten worden uitgeoefend door de rechter tibia bij een bocht naar links en door een linker tibia bij een bocht naar rechts.

Een verder belangrijk voordeel volgens de uitvinding is dat doordat de krachten worden opgenomen door het grote tibiaoppervlak, in plaats van door de smalle tibi-arand, de druk tussen het spiercontactoppervlak en het respectieve spieroppervlak van het been kan worden verminderd. Hierdoor kunnen deze spieren functioneren met een verminderde druk ten opzichte van een tong volgens de stand van de techniek hetgeen het gevoel van comfort en de effectiviteit van de spier in belangrijke mate vergroot. Ook worden hierdoor de spieren (anterieure spieren) bij het spiercontactoppervlak veel minder snel moe gedurende de uren dat wordt geskied.

Bij deze uitvinding zijn voorts drukverschillen tussen de verschillende contactoppervlakken tussen het skischoentongsamenstel en het been van groot belang. Er wordt uitgegaan van een beschrijving van contactoppervlakken tussen het bufferlichaam en het been, zelfs als er gebieden zijn waar in voorkomende situaties niet steeds direct drukcontact is, zoals wanneer het contact tijdens gebruik onderbreekbaar is of wanneer er gebieden zijn waar geen direct contact is vanwege vorm van bijvoorbeeld een individueel been. Zoals gemeld kan volgens respectieve uitvoeringsvoorbeelden bijvoorbeeld de druk op het spiercontactoppervlak worden verlaagd terwijl de druk op het tibiaoppervlak wordt verhoogd.

De term contactoppervlak is toegepast vanwege de helderheid van de beschrijving die daardoor wordt verschaft. Bij gebruik in de skischoen zal er steeds sprake zijn van contact tussen het been en het bufferlichaam van de uitvinding. Het doel van de uitvinding is juist dat krachten worden aangelegd op delen van het been die daartoe beter geschikt zijn op een daartoe optimale wijze in contrast met de stand van de techniek.

Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is het tibiacontactoppervlak zodanig gerangschikt ten opzichte van het tijdens gebruik gekromd buitenoppervlak dat deze tijdens gebruik vormovereenkomstig contact maakt met de tibia van het onderbeen. Dit vormovereenkomstig contact verschaft een optimale krachtenverdeling over dit oppervlak. Ook is hierdoor de druk optimaal verdeeld. Verder kan hierdoor de druk op het spieroppervlak van het been worden verminderd. Bij verdere voorkeur is het tibiacontactoppervlak in hoofdzaak vlak.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm verloopt het spiercontactoppervlak in hoofdzaak gelijkvormig met het buitenoppervlak, en waarbij het tibiacontactoppervlak als een hoofdzaak recht oppervlak zich onder een hoek alfa uitstrekt vanuit het spiercontactoppervlak, bij voorkeur tijdens gebruik daarmee het oppervlak van de tibia volgend. Hierdoor wordt de krachtenverdeling volgens de bovenstaande doelen praktisch verder verbeterd.

Bij verdere voorkeur is het bufferlichaam vervaardigd uit een vervormbaar materiaal, zoals een schuimmate-riaal. Voorts zijn binnen het begrip van de onderhavige uitvinding op zichzelf bekende schuimmaterialen voor schoeisel of kleding of het verschaffen van een bufferor-ganen voor een menselijk lichaam toepasbaar.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het bufferlichaam vervaardigd uit een eerste materiaal en daarbij ter plaatse van het tibiacontactoppervlak het buf-ferlichaam vervaardigd uit een tweede materiaal. Doordat het tibiaoppervlak relatief veel krachten kan opvangen onder toepassing van een tibiacontactoppervlak volgens de onderhavige uitvinding, is voorzien dat voor dit tibiacontactoppervlak een materiaal toepasbaar is dat meer krachten kan aanleggen op het tibiaoppervlak van het been ten opzichte van de krachten die worden aangelegd op het spieroppervlak van het been. Hierbij is dus een stijver of harder schuimmateriaal mogelijk dan voor de rest van het bufferlichaam. Bij bijvoorbeeld het insturen en het op het tibiacontactoppervlak van het bufferlichaam aanleggen van stuurkrachten door het tibiaoppervlak van het been, wordt hierbij een voelbare terugkoppeling verschaft realiserende een hogere mate van beheersing door de skiër. Met andere woorden, het voelt gewoon beter.

Ten behoeve van het aan individuele voorkeuren van de skiër aanpassen van het skischoentongsamenstel is een tibiacontactoppervlakelement voorzien vormende het tibiacontactoppervlak en zijnde verwijderbaar plaatsbaar in het bufferlichaam. Hierdoor kan de skiër een keuze maken met betrekking tot de hardheid van het materiaal. Hierbij is derhalve bij verdere voorkeur het tibiacontactoppervlakelement is vervaardigd uit een ander materiaal dan het overige bufferlichaam. Het is hierbij voorzien dat het bufferlichaam ter plaatse van het tibiacontactoppervlak is vervaardigd uit een harder of steviger materiaal dan ter plaatse van het spiercontactoppervlak.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft het bufferlichaam van boven naar beneden gezien een afnemende dikte. Hierdoor wordt een geleidelijke toename van de buffering gerealiseerd met een hoogste buffering ter plaatse van een bovenrand van de skischoenschacht. Hiermee wordt mede gerealiseerd dat er aan de onderzijde van de skischoenschacht, waar minder ruimte is, minder materiaal aanwezig is.

Het skischoentongsamenstel is bij voorkeur bevestigd aan een binnenschoen van een skischoenen. Hoewel hij het skischoentongsamenstel los vervaardigbaar is heeft het de voorkeur om deze samen te voegen met de binnenschoen om redenen van logistiek in het kanaal vanaf de productie. Bijvoorbeeld een los leverbaar tibiacontactoppervlakele-ment is in de logistiek veel makkelijker hanteerbaar en bijvoorbeeld nazendbaar aan een individuele skiër. Hierbij kan zelfs reguliere post worden toegepast.

Ten behoeve van het verschaffen van een uitwisselbaarheid van het skischoentongsamenstel is deze volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm voorzien van koppel-middelen voor losmaakbaar koppelen met een binnenschoen van een skischoenen, bij voorkeur met overeenstemmende koppelmiddelen voorzien aan de binnenschoen van de skischoen. Een voordeel hiervan is bijvoorbeeld dat het skischoentongsamenstel relatief gezien ten opzichte van de rest van de binnenschoen op nauwkeuriger wijze aanpasbaar is aan individuele maatvoering en behoeften als geïdentificeerd binnen het begrip van de onderhavige uitvinding.

Ten behoeve van een nadere versteviging van het skischoentongsamenstel is deze bij verdere voorkeur voorzien van een afdekelement, zoals, bij voorkeur een aan de vorm van de beenopening van de schoen aangepast, gevormd flexibel rigide plaatmateriaal.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het rigide plaatmateriaal een tibiavolgdeel voor volgen van een deel van de tibia in hoofdzaal parallel aan het oppervlak van het been gevormd door de tibia van het been, bij verdere voorkeur omvattende een vulelement voor tijdens gebruik opvullen van een ruimte tussen het tibiavolg-deel en de skischoen, bij verdere voorkeur waarbij het bufferlichaam een gelijkmatige dikte heeft. Hierdoor wordt het mogelijk dat de druk die de tibia uitoefent op het ti-biavolgdeel enigermate direct aanvoelt omdat de dikte van het bufferlichaam, met andere woorden dikte van het aanwezige schuimmateriaal, relatief gering is waardoor het indrukken daarvan in beperkte mate gebeurt. De directere mate van aansturen van de ski in bochten door drukken middels de tibia wordt hierdoor vergroot.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm strekt het bufferlichaam zich tijdens gebruik uit van een linkerzijde van het been tot een rechterzijde van het been. Hierdoor wordt zowel een bufferlichaam verschaft ter plaatse van de tibia als de spiermassa aan de buitenzijde van het been. Bij verdere voorkeur omvat het bufferlichaam een in hoofdzaak gekromd spiercontactoppervlak aan de binnenzijde voor in hoofdzaak congruentie met een spierhou-dend deel van het onderbeen. Door toepassing hiervan wordt de spiermassa minder belast, met name in relatie tot de belasting die wordt uitgeoefend op het schuin gerangschikte doch vlakke deel van de tibia.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de verbinding tussen het bufferlichaam en een afdekelement en/of een hard deel van de tong losmaakbaar, zoals middels een haak en lusverbinding, zoals klittenband. Hierdoor wordt het mogelijk verschillende maatvoeringen van het bufferlichaam toe te passen in een skischoentongsamenstel of skischoen. Ook wordt het hierdoor mogelijk het tibia contact op meer naar binnen of naar buiten te rangschikken voor het daarmee afstellen of instellen van de directheid van de sturing middels de tibia.

Een verder aspect volgens onderhavige uitvinding betreft een bufferlichaam voor gebruik in het skischoen-tongsamenstel, voor het verschaffen van een buffer tussen een binnenzijde van een skischoen en een onderbeen, tijdens gebruik gekromd buitenoppervlak kennende aan de voorzijde voor aanliggen tegen de binnenzijde van de skischoen, - waarbij het bufferlichaam tijdens gebruik is gerangschikt voor de voorzijde van het been en zich daarbij in bovenaanzicht uitstrekt over een deel van de voorzijde van het been, en - het bufferlichaam omvattende een in hoofdzaak vlak tibiacontactoppervlak aan de binnenzijde voor in hoofdzaak congruentie met een tibia voor het maken van contact met een oppervlak van het been gevormd door de tibia van het onderbeen. Voordelen van dit aspect zijn soortgelijk aan voordelen als beschreven aan de hand van het bovenstaande aspect.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het buf-ferlichaam gerangschikt in een langgerekt kousvormig element waarbij het kousvormig element geschikt is voor rangschikking om een tong van een skischoen en het kousvormig element dienend voor het functioneel rangschikken van het bufferlichaam aan de binnenzijde van de tong van de skischoen, het tibiacontactoppervlak aan de binnenzijde voor in hoofdzaak congruentie met een tibia voor het maken van contact met een oppervlak van het been gevormd door de tibia van het onderbeen. Hierdoor wordt het mogelijk om het bufferlichaam onder toepassing van de kous te plaatsen over elke tong van een skischoen die niet is voorzien van een bufferlichaam voor samenwerking met de tibia middels een tibiacontactoppervlak volgens onderhavige uitvinding.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen in het navolgende in groter detail worden beschreven aan de hand van een of meerdere voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aangehechte figuren. Soortgelijke doch niet noodzakelijkerwijs identieke onderdelen van verschillende voorkeursuitvoeringsvormen zijn aangeduid met dezelfde verwijzingscij-f ers.

Fig. 1 betreft twee aanzichten in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding ten behoeve van een linkerbeen en een rechterbeen.

Fig. 2 betreft twee respectieve aanzichten in doorsnede van een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 3 betreft vier respectieve aanzichten een doorsnede van verdere voorkeursuitvoeringsvorm en volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 4 betreft een doorsnede van het onderbeen met een schematische weergave van een plaatsing van een tibiacontactoppervlak ten opzichte van een tibiaoppervlak van het been.

Fig. 5 betreft een bovenaanzicht van een skischoen met een schematisch aanzicht in doorsnede van voorbeeld van een skischoentongsamenstel daarin gerangschikt.

Fig. 6 betreft een aanzicht in doorsnede van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 7 betreft een aanzicht in doorsnede van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens het onderhavige uitvinding.

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm (Fig. 1) volgens de onderhavige uitvinding betreft een skischoen-tongsamenstel 1. Deze omvat een bufferlichaam 2 vormende een spiercontactoppervlak 3 en een tibiacontactoppervlak 4 voor contact met een onderbeen van een menselijk lichaam.

Het tibiacontactoppervlak wordt gevormd door een tibiacontactoppervlakelement 5 dat in deze voorkeursuitvoeringsvorm als een geheel is gevormd met het bufferli-chaam 2.

Voorts is een plaatelement 9 gerangschikt aan de tijdens gebruik voorzijde van het skischoentongsamenstel vormende een afdekelement dat tijdens gebruik is gerangschikt tegen de binnenzijde van de skischoen. Dit plaatelement 9 verschaft, wanneer toegepast, ook een grotere structurele integriteit aan het geheel.

Aan de onderzijde zijn koppelmiddelen 8 gerangschikt voor koppelen van het skischoentongsamenstel aan de binnenschoen van een skischoen, waarbij in voorkomende gevallen bevestiging aan de buitenschoen is voorzien.

Zoals in het bovenstaande uitgebreid is beschreven verschaft het tibiacontactoppervlak een vorm overeenstemmend contact tussen het tibiaoppervlak van het been en het skischoentongsamenstel. Hierdoor worden de in het bovenstaande genoemde voordelen op praktische wijze in de praktijk behaald. De skiër kan met zijn respectieve tibiaoppervlak krachten overbrengen op het tibiacontactoppervlak van het skischoentongsamenstel. Hierbij wordt een hoge mate van gevoel van beheersing verschaft aan de skiër.

Voorts worden hierbij de spieren van het spieroppervlak van het been alsmede de voorrand van de tibia ontlast ten opzichte van een skischoentong volgens de stand van de techniek.

De hoek alfa tussen het spiercontactoppervlak het tibiacontactoppervlak draagt bij aan het optimaliseren van de druk op het been binnen het begrip van de onderhavige uitvinding. Vakman kan daarmee binnen het begrip van de onderhavige uitvinding deze hoek variëren voor het verschaffen van een skischoentongsamenstel dat optimaal is bij de combinatie van de skischoen en het been.

Onder toepassing van een los inzetstuk 5', 5''als tibiacontactoppervlakelement (Fig. 3) kan ook deze hoek alfa worden ingesteld. Voorts verschaft een dergelijk inzetstuk als voordeel dat het materiaal daarvan vrij kan worden gekozen onafhankelijk van het materiaal van het bufferlichaam. Hiermee kan het gevoel van beheersing worden aangepast aan de wensen van de individuele skiër. Ook kan de mate van bescherming die het tibiacontactoppervlak verschaft aan het tibiaoppervlak hiermee worden bepaald c.q. worden ingesteld.

Een harder inzetstuk verschaft een grotere mate van terugkoppeling en daarmee ander gevoel van beheersing dan een zachter inzetstuk. Een zachter inzetstuk kan daarentegen een grotere mate van bescherming van de huid bij het tibiaoppervlak verschaffen.

De plaatsing in de skischoen is schematisch vertoond in Fig. 5. Het betreft hier een skischoen voor de rechtervoet. De skischoen kent harde flappen 11, 12 voor het verschaffen van stevigheid welke harde flappen 11, 12 echter zeer oncomfortabel zijn voor het been. Daarvoor is een tong aan de voorzijde van het been benodigd. De bekende tong volgens de stand van de techniek kent een gelijkmatige dikte. Het skischoentongsamenstel volgens onderhavige uitvinding verschaft alle hierboven genoemde voordelen bij een plaatsing zoals getoond in Fig. 5.

In Fig. 6 is een tong 19 volgens de stand van de techniek voor een skischoen 19 weergegeven. Deze kent een harde schaal 19 en een schuimlaag 27 volgens de stand van de techniek. Een bufferlichaam 21 is gerangschikt tegen de binnenzijde van deze tong van de skischoen met een tibia-contactoppervlak 4. Een kous 22 is gerangschikt om de tong. De kous 22 is bevestigd langs de oppervlakken 24, 25 van het bufferlichaam 21. Hierdoor volgt de kous over vrijwel de gehele omtrek de tong en het bufferlichaam, behalve over het traject van af rand 14 tot rand 15 waar de kous vrij gespannen is. Door deze toepassing van een buf-ferlichaam met een kous is dus een voorkeursuitvoeringsvorm verschaft die plaatsbaar is in elke skischoen volgens de stand van de techniek.

In Fig. 7 is een verdere voorkeursuitvoeringsvorm beschreven waarbij het flexibele rigide plaatlichaam 39 een knik maakt voor het volgen van het vlakke oppervlak van de tibia. Voor het verschaffen van een versteviging is een bufferlichaam 38 aan de zijde van het been van het flexibele rigide plaatlichaam 39 gerangschikt. Ten behoeve van steun ten opzichte van de skischoen is een vulelement of vullichaam 36 gerangschikt aan de buitenzijde van het flexibele rigide plaatlichaam 39.

In de verschillende voorkeursuitvoeringsvormen is voorzien dat tussen het bufferlichaam en het flexibele rigide plaatlichaam een losmaakbare verbinding is gerangschikt. Deze is bij voorkeur uitgevoerd middels een haak en lusverbinding, zoals een klittenbandverbinding. Hierdoor is het bufferlichaam ten opzichte van het flexibele rigide plaatlichaam uitwisselbaar zoals ten behoeve van verschillende maten bufferlichaam een met verschillende maten tibiacontactoppervlak.

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding beschreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen worden beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij alle combinaties die bij lezing door een vakman van het vakgebied op basis van dit document door een vakman binnen het begrip van de uitvinding vallen beschouwd worden te zijn meegelezen. Beenbeschermend element voor plaatsing in een hard schoeisel dat is gevormd volgens een of meer elementen en verschaffende doelen volgens dit document. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor de be-schermingsomvang van dit document. De gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies. ~k ~k

Claims (19)

1. Skischoentongsamenstel met een buitenzijde voor rangschikking tegen een binnenzijde van een skischoen en een binnenzijde voor rangschikking tegen een been voor verschaffen van een gevulde ruimte tussen de skischoen en het been, omvattende: - een bufferlichaam voor het verschaffen van een buffer tussen een binnenzijde van een skischoen en een onderbeen, tijdens gebruik een gekromd buitenoppervlak kennende aan de voorzijde voor aanliggen tegen de binnenzijde van de skischoen, - waarbij het bufferlichaam tijdens gebruik is gerangschikt voor de voorzijde van het been en zich daarbij in bovenaanzicht uitstrekt over een deel van de voorzijde van het been, en - het bufferlichaam omvattende een in hoofdzaak vlak tibiacontactoppervlak aan de binnenzijde voor in hoofdzaak congruentie met een tibia voor het maken van contact met een oppervlak van het been gevormd door de tibia van het onderbeen.

2. Skischoentongsamenstel volgens conclusie 1 waarbij het tibiacontactoppervlak zodanig is gerangschikt ten opzichte van het tijdens gebruik gekromd buitenoppervlak dat deze tijdens gebruik vormovereenkomstig contact maakt met de tibia van het onderbeen.

3. Skischoentongsamenstel volgens conclusie 1 of 2 waarbij het tibiacontactoppervlak in hoofdzaak vlak is.

4. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het spiercontactoppervlak in hoofdzaak gelijkvormig verloopt met het buitenoppervlak, en waarbij het tibiacontactoppervlak als een hoofdzaak recht oppervlak zich onder een hoek alfa uitstrekt vanuit het spiercontactoppervlak, bij voorkeur tijdens gebruik daarmee het oppervlak van de tibia volgend

5. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het bufferlichaam is vervaardigd uit een vervormbaar materiaal, zoals een schuim-materiaal.

6. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het bufferlichaam is vervaardigd uit een eerste materiaal en waarbij ter plaatse van het tibiacontactoppervlak het bufferlichaam is vervaardigd uit een tweede materiaal.

7. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een tibiacontactopper-vlakelement vormende het tibiacontactoppervlak en zijnde verwijderbaar plaatsbaar in het bufferlichaam.

8. Skischoentongsamenstel volgens conclusie 7 waarbij het tibiacontactoppervlak element is vervaardigd uit een ander materiaal dan het overige bufferlichaam.

9. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het bufferlichaam ter plaatse van het tibiacontactoppervlak is vervaardigd uit een harder of steviger materiaal dan ter plaatse van het spiercontactoppervlak.

10. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het bufferlichaam van boven naar beneden gezien een afnemende dikte heeft.

11. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies bevestigd aan een binnenschoen van een skischoenen.

12. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende koppelmiddelen voor losmaakbaar koppelen met een binnenschoen van een skischoenen, bij voorkeur met overeenstemmende koppelmiddelen voorzien aan de binnenschoen van de skischoen.

13. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een afdekelement, zoals bij voorkeur een aan de vorm van de beenopening van de schoen aangepast gevormd flexibel rigide plaatmateriaal.

14. Skischoentongsamenstel volgens conclusie 13, waarbij het rigide plaatmateriaal een tibiavolgdeel omvat voor volgen van een deel van de tibia in hoofdzaal parallel aan het oppervlak van het been gevormd door de tibia van het been, bij verdere voorkeur omvattende een vulele-ment voor tijdens gebruik opvullen van een ruimte tussen het tibiavolgdeel en de skischoen, bij verdere voorkeur waarbij het bufferlichaam een gelijkmatige dikte heeft.

15. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het bufferlichaam zich tijdens gebruik uitstrekt van een linkerzijde van het been tot een rechterzijde van het been.

16. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, het bufferlichaam omvattende een in hoofdzaak gekromd spiercontactoppervlak aan de binnenzijde voor in hoofdzaak congruentie met een spierhoudend deel van het onderbeen.

17. Skischoentongsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de verbinding tussen het bufferlichaam en een afdekelement en/of een hard deel van de tong losmaakbaar is, zoals middels een haak en lusver-binding, zoals klittenband.

18. Bufferlichaam voor gebruik in het skischoentongsamenstel, voor het verschaffen van een buffer tussen een binnenzijde van een skischoen en een onderbeen, tijdens gebruik gekromd buitenoppervlak kennende aan de voorzijde voor aanliggen tegen de binnenzijde van de skischoen, - waarbij het bufferlichaam tijdens gebruik is gerangschikt voor de voorzijde van het been en zich daarbij in bovenaanzicht uitstrekt over een deel van de voorzijde van het been, en - het bufferlichaam omvattende een in hoofdzaak vlak tibiacontactoppervlak aan de binnenzijde voor in hoofdzaak congruentie met een tibia voor het maken van contact met een oppervlak van het been gevormd door de tibia van het onderbeen.

19. Bufferlichaam volgens de voorgaande conclusie gerangschikt in een langgerekt kousvormig element waarbij het kousvormig element geschikt is voor rangschikking om een tong van een skischoen en het kousvormig element dient voor het functioneel rangschikken van het bufferlichaam aan de binnenzijde van de tong van de skischoen, het ti-biacontactoppervlak rangschikbaar aan de binnenzijde voor in hoofdzaak congruentie met een tibia voor het maken van contact met een oppervlak van het been gevormd door de tibia van het onderbeen.