NL2018396A - Reinigingsinrichting voor het reinigen van een cilindrisch filter - Google Patents

Abstract

Een reinigingsinrichting 1 heeft een spindel 7 voor het verplaatsen van een daarop aanwezige spuitkophouder 9 langs een filter 3. De spuitkophouder is voorzien van een opening 11 met inwendige schroefdraad die samenwerkt met de spindel. Aan de spuitkophouder 9 zijn twee spuitkoppen 19, 21 bevestigd die gericht zijn op aan verschillende zijden van de hartlijn 3b van het filter 3 aanwezige delen, zodat het filter door de waterstraal uit de spuitkoppen om zijn hartlijn 3b gaat draaien. De reinigingsinrichting 1 heeft voorts een filterdrager die gevormd is door twee parallelle en op afstand van elkaar aanwezige draaibare rollen 15, 17, waarvan er een via een overbrenging 23 is verbonden met de spindel 7. Omschakelmiddelen zorgen ervoor dat afwisselen de ene en de andere spuitkop op het filter 3 wordt gericht, zodat het filter en via de overbrenging 23 ook de spindel 7 in verschillende richtingen roteren.

Description

BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een reinigingsinrichting voor het reinigen van een cilindrisch filter, omvattende: een frame, een om zijn hartlijn draaibaar met het frame verbonden spindel voorzien van uitwendige schroefdraad, een op de spindel aanwezige spuitkophouder, welke spuitkophouder is voorzien van een opening met inwendige schroefdraad die samenwerkt met de uitwendige schroefdraad van de spindel, borgmiddelen die de spuitkophouder tegen verdraaiing ten opzichte van het frame borgen, een om zijn hartlijn draaibare filterdrager, en een met de spuitkophouder verbonden spuitkop die bij aanwezigheid van het filter op de filterdrager naast de hartlijn van het filter op het filter is gericht, zodat het filter door de waterstraal uit de spuitkop om zijn hartlijn gaat draaien.

Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een apparaat voor het reinigen van een cartridgefilter dat veelvuldig toegepast wordt in een bubble-en/of massagebad, in een zwembad of in een vijver.

Stand van de techniek.

Een dergelijke inrichting is algemeen bekend. Bij de bekende inrichting wordt de spindel aangedreven door een elektromotor die via een elektriciteitssnoer op een stopcontact dient te worden aangesloten.

Samenvatting van de uitvinding.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het reinigen van een filter die geen elektriciteit nodig heeft om goed te kunnen werken. Hiertoe is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat deze voorts een overbrenging tussen de filterdrager en de spindel omvat, die zodanig is uitgevoerd dat bij verdraaiing van de filterdrager om zijn hartlijn via de overbrenging de spindel om diens hartlijn wordt verdraaid. Tijdens bedrijf zal de waterstraal uit de spuitkop het filter roteren doordat deze uit het hart op het filter is gericht. De filterdrager draait met het filter mee en drijft de spindel aan waardoor de spuitkophouder zich over de spindel langs het filter verplaatst. Dus de spuitkop verplaatst zich in axiale richting langs het roterende filter, zodat het hele manteloppervlak van het filter met de waterstraal in aanraking komt.

Een uitvoeringsvorm van de reinigingsinrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de reinigingsinrichting omschakelmiddelen omvat die de waterstraal aan de andere zijde van de hartlijn van het filter op het filter richten, zodat het filter en via de overbrenging ook de spindel in tegengestelde richting gaan roteren. Voordeel van het aanwezig zijn van omschakelmiddelen is dat de spuitkophouder weer tijdens het reinigen automatisch terugkeert naar de uitgangspositie waarbij tevens het filter een tweede keer schoongespoten wordt en de waterstraal het filter onder een andere hoek raakt waardoor het filter beter gereinigd wordt.

Een verdere uitvoeringsvorm van de reinigingsinrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat een verdere spuitkop met de spuitkophouder is verbonden welke verdere spuitkop is gericht op het deel van het filter aan de andere zijde van de hartlijn van het filter dan het deel van het filter waarop de spuitkop is gericht, zodat bij omschakeling van spuiten met de spuitkop naar spuiten met de verdere spuitkop het filter en via de overbrenging ook de spindel in tegengestelde richting gaan roteren. Door de aanwezigheid van twee spuitkoppen hoeft de spuitkop niet verdraaid te worden maar enkel de watertoevoer tussen de spuitkoppen gestuurd te worden.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de reinigingsinrichting volgens de uitv inding is gekenmerkt, doordat de beide spuitkoppen zijn aangesloten op een aan beide uiteinden open cilinder, waarbij de beide spuitkoppen in axiale richting van de cilinder op afstand van elkaar aanwezig zijn en tussen de beide spuitkoppen de cilinder is voorzien van een aansluitstuk voor het aansluiten van een externe waterslang, en dat de omschakelmiddelen een in de cilinder verschuifbare zuiger omvatten die is voorzien van een middendeel met aan weerszijde daarvan een einddeel, waarbij het middendeel een kleinere diameter heeft dan de einddelen die een althans nagenoeg even grote diameter hebben dan de binnendiameter van de cilinder, welke zuiger verplaatsbaar is tussen twee uiterste standen, waarbij in een van de uiterste standen de zuiger met een van de einddelen uit een van de uiteinden van de cilinder steekt en in de andere uiterste stand de zuiger met het andere einddeel uit het andere uiteinde van de cilinder steekt, waarbij het middendeel een zodanige lengte heeft dat altijd het middendeel zich ter plaatse van het aansluitstuk bevindt en bij aanwezigheid van de zuiger in een uiterste stand het middendeel zich tevens ter plaatse van de spuitkop bevindt en niet ter plaatse van de verdere spuitkop en bij aanwezigheid van de zuiger in de andere uiterste stand het middendeel zich tevens ter plaatse van de verdere spuitkop bevindt en niet ter plaatse van de spuitkop. Op deze wijze zijn bedrijfszekere, robuuste en compacte omschakelmiddelen verkregen.

Weer een verdere uitvoeringsvorm van de reinigingsinrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de filterdrager is gevormd door twee parallelle en op een afstand kleiner dan de diameter van het filter van elkaar aanwezige rollen die zich tijdens bedrijf horizontaal uitstrekken en waarop tijdens bedrijf het filter aanwezig is. Hierdoor is de reinigingsinrichting geschikt voor filters met een grote range van uiteenlopende diameters. Bovendien kunnen de filters eenvoudig los op de rollen geplaatst worden en is het niet nodig de filters vast te zetten op de filterdrager.

Nog weer een verdere uitvoeringsvorm van de reinigingsinrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat in de opening van de spuitkophouder een moer aanwezig is die in axiale richting verplaatsbaar is en in tangentiële richting gefixeerd is ten opzichte van de spuitkophouder, waarbij tussen elk uiteinde van de opening en de moer een in axiale richting werkende veer aanwezig is. Bij het omschakelen van de verplaatsingsrichting kan ten gevolge van de massatraagheid het filter de spindel nog aangedreven worden terwijl de spuitkopdrager in een eindpositie aanwezig is. Dit leidt niet tot problemen doordat de moer een stukje in axiale richting verplaatsbaar is tegen een veerkracht.

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de reinigingsinrichting volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van de reinigingsinrichting volgens de uitvinding in bovenaanzicht;

Figuur 2 de reinigingsinrichting in zijaanzicht;

Figuur 3 de spuitkophouder van de reinigingsinrichting in perspectief;

Figuur 4 de spuitkophouder in delen uiteen genomen; en

Figuur 5 de spuitkophouder in langsdoorsnede.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

In de figuren 1 en 2 is een uitvoeringsvorm van de reinigingsinrichting 1 voor het reinigen van een cilindrisch filter 3 in boven- respectievelijk zijaanzicht weergegeven. De reinigingsinrichting 1 heeft een frame 5 en een draaibaar om zijn hartlijn 7b daarmee verbonden van uitwendige schroefdraad voorziene spindel 7 voor het verplaatsen van een op de spindel aanwezige spuitkophouder 9 langs het filter. De spuitkophouder is voorzien van een opening 11 met inwendige schroefdraad die samenwerkt met de uitwendige schroefdraad van de spindel. Borgmiddelen 13 in de vorm van een vork die over een stang 14 verschuifbaar is voorkomen dat de spuitkophouder verdraait ten opzichte van het frame. Aan de spuitkophouder 9 zijn twee spuitkoppen 19 en 21 bevestigd die gericht zijn op verschillende, aan verschillende zijden van de hartlijn 3b van het filter 3 aanwezige, delen, zodat het filter door de waterstraal uit de spuitkoppen om zijn hartlijn 3b gaat draaien.

De reinigingsinrichting 1 heeft voorts een filterdrager die gevormd is door twee parallelle en op afstand van elkaar aanwezige rollen 15 en 17 die om hun hartlijn 15b, 17b draaibaar zijn. Voorts is de reinigingsinrichting 1 voorzien van een overbrenging 23 tussen een van de filterdragers 17 en de spindel 7. Deze overbrenging is gevormd door twee met elkaar in ingrijping zijnde tandwielen. Bij verdraaiing van de filterdrager 17 om zijn hartlijn 17b, zal de spindel 7 om diens hartlijn 7b verdraaien, via de overbrenging 23.

Voorts is de reinigingsinrichting 1 voorzien van omschakelmiddelen die de waterstraal aan de andere zijde van de hartlijn 3b van het filter 3 op het filter richten, zodat het filter en via de overbrenging 23 ook de spindel 7 in tegengestelde richting gaan roteren. Bij omschakeling van spuiten met de spuitkop 19 naar spuiten met de verdere spuitkop 21 zal het filter 3 en via de overbrenging 23 ook de spindel 7 in tegengestelde richting gaan roteren.

In de figuren 3-5 is de spuitkophouder 9 van de reinigingsimichting in diverse aanzichten weergegeven. De beide spuitkoppen 19 en 21 zijn bevestigd op het mantelvlak van een aan beide uiteinden open cilinder 25. De spuitkoppen zijn in axiale richting van de cilinder op afstand van elkaar aanwezig. Tussen de beide spuitkoppen 19 en 21 is de cilinder voorzien van een aansluitstuk 27 voor het aansluiten van een externe waterslang.

De omschakelmiddelen zijn gevormd door een in de cilinder 25 verschuifbare zuiger 29, die is voorzien van een middendeel 29a met aan weerszijde daarvan een einddeel 29b en 29c. Het middendeel 29a heeft een diameter die kleiner is dan de einddelen 29b en 29c die een nagenoeg even grote diameter hebben dan de binnendiameter van de cilinder 25. De zuiger 29 is verplaatsbaar tussen twee uiterste standen, waarbij in een van de uiterste standen de zuiger met een van de einddelen 29b uit een van de uiteinden 25a van de cilinder steekt en in de andere uiterste stand de zuiger met het andere einddeel 29c uit het andere uiteinde 25b van de cilinder steekt.

Het middendeel 29a heeft een zodanige lengte dat altijd het middendeel zich ter plaatse van het aansluitstuk 27 bevindt en bij aanwezigheid van de zuiger 29 in een uiterste stand het middendeel 29a zich tevens ter plaatse van de spuitkop 19 bevindt en niet ter plaatse van de verdere spuitkop 21 en bij aanwezigheid van de zuiger 29 in de andere uiterste stand het middendeel 29a zich tevens ter plaatse van de verdere spuitkop 21 bevindt en niet ter plaatse van de spuitkop 19.

In de opening 11 van de spuitkophouder 9 is een moer 31 aanwezig, zie figuur 3, die in axiale richting verplaatsbaar is en in tangentiële richting gefixeerd is ten opzichte van de spuitkophouder. Tussen elk uiteinde van de opening 11 en de moer is een in axiale richting werkende veer 33a, 33b aanwezig zodat de moer in axiale richting iets tegen een veerkracht in kan verplaatsen.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (6)

1. Reinigingsinrichting voor het reinigen van een cilindrisch filter 3, omvattende: een frame 5, een om zijn hartlijn 7b draaibaar met het frame verbonden spindel 7 voorzien van uitwendige schroefdraad, een op de spindel aanwezige spuitkophouder 9, welke spuitkophouder is voorzien van een opening 11 met inwendige schroefdraad die samenwerkt met de uitwendige schroefdraad van de spindel, borgmiddelen 13 die de spuitkophouder tegen verdraaiing ten opzichte van het frame borgen, een om zijn hartlijn 15b, 17b draaibare filterdrager 15, 17, en een met de spuitkophouder verbonden spuitkop 19 die bij aanwezigheid van het filter op de filterdrager naast de hartlijn 3b van het filter 3 op het filter is gericht, zodat het filter door de waterstraal uit de spuitkop om zijn hartlijn 3b gaat draaien, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting 1 voorts een overbrenging 23 tussen de filterdrager 15, 17 en de spindel 7 omvat, die zodanig is uitgevoerd dat bij verdraaiing van de filterdrager om zijn hartlijn 15b, 17b via de overbrenging de spindel 7 om diens hartlijn 7b wordt verdraaid.

2. Reinigingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting 1 omschakelmiddelen omvat die de waterstraal aan de andere zijde van de hartlijn 3b van het filter 3 op het filter richten, zodat het filter en via de overbrenging 23 ook de spindel 7 in tegengestelde richting gaan roteren.

3. Reinigingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een verdere spuitkop 21 met de spuitkophouder 9 is verbonden welke verdere spuitkop is gericht op het deel van het filter 3 aan de andere zijde van de hartlijn 3b van het filter dan het deel van het filter waarop de spuitkop 19 is gericht, zodat bij omschakeling van spuiten met de spuitkop 19 naar spuiten met de verdere spuitkop 21 het filter 3 en via de overbrenging 23 ook de spindel 7 in tegengestelde richting gaan roteren.

4. Reinigingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de beide spuitkoppen 19, 21 zijn aangesloten op een aan beide uiteinden open cilinder 25, waarbij de beide spuitkoppen in axiale richting van de cilinder op afstand van elkaar aanwezig zijn en tussen de beide spuitkoppen de cilinder is voorzien van een aansluitstuk 27 voor het aansluiten van een externe waterslang, en dat de omschakelmiddelen een in de cilinder verschuifbare zuiger 29 omvatten die is voorzien van een middendeel 29a met aan weerszijde daarvan een einddeel 29b, 29c, waarbij het middendeel een kleinere diameter heeft dan de einddelen die een althans nagenoeg even grote diameter hebben dan de binnendiameter van de cilinder 25, welke zuiger 29 verplaatsbaar is tussen twee uiterste standen, waarbij in een van de uiterste standen de zuiger met een van de einddelen 29b uit een van de uiteinden 25a van de cilinder steekt en in de andere uiterste stand de zuiger met het andere einddeel 29c uit het andere uiteinde 25b van de cilinder steekt, waarbij het middendeel 29a een zodanige lengte heeft dat altijd het middendeel zich ter plaatse van het aansluitstuk 27 bevindt en bij aanwezigheid van de zuiger 29 in een uiterste stand het middendeel 29a zich tevens ter plaatse van de spuitkop 19 bevindt en niet ter plaatse van de verdere spuitkop 21 en bij aanwezigheid van de zuiger 29 in de andere uiterste stand het middendeel 29a zich tevens ter plaatse van de verdere spuitkop 21 bevindt en niet ter plaatse van de spuitkop 19.

5. Reinigingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de filterdrager is gevormd door twee parallelle en op een afstand kleiner dan de diameter van het filter 3 van elkaar aanwezige rollen 15, 17 die zich tijdens bedrijf horizontaal uitstrekken en waarop tijdens bedrijf het filter aanwezig is.

6. Reinigingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de opening 11 van de spuitkophouder 9 een moer 31 aanwezig is die in axiale richting verplaatsbaar is en in tangentiële richting gefixeerd is ten opzichte van de spuitkophouder, waarbij tussen elk uiteinde van de opening 11 en de moer een in axiale richting werkende veer 33a, 33b aanwezig is.