NL2017802B1

NL2017802B1 - Verpakkingsmachine

Info

Publication number: NL2017802B1
Application number: NL2017802A
Authority: NL
Inventors: Arnoldina Gerardus Jozef Maas Franciscus; Hendrikus Theodorus Franciscus Hendrikx Godefridus
Original assignee: F3-Design B V
Priority date: 2016-04-25
Filing date: 2016-11-16
Publication date: 2017-11-07

Abstract

Een verpakkingsmachine 1 is voorzien van twee boven elkaar aanwezige opnamemiddelen 3, 5 voor het opnemen van folierollen 7, 9, alsmede afwikkelmiddelen 11, 13 voor het van de folierollen trekken van plat gevouwen buisvormige folies 15, 17. De verpakkingsmachine heeft voorts snij- en sealmiddelen 27. Om de buisvormige folie om de stapel dozen of producten trekken is de verpakkingsmachine voorzien van opentrek- en overtrekmiddelen 29. Voorts heeft de verpakkingsmachine transportmiddelen voor het verplaatsen van de folie over een traject vanaf de snijmiddelen naar de opentrek- en overtrekmiddelen. Deze transportmiddelen hebben twee paren eindloze transportbanden 31-37 waartussen de folie wordt verplaatst. Een van de afwikkelmiddelen 13 is nabij de plaats aanwezig waar het ene paar transportbanden op het andere paar aansluit. Hierdoor kan snel overgeschakeld worden van de ene folierol naar de andere folierol.

Description

V erpakking smachine BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een verpakkingsmachine voor het aanbrengen van een buisvormige folie om een of een stapel dozen of producten, omvattende: opnamemiddelen voor het opnemen van een folierol, afwikkelmiddelen voor het van de folierol trekken van de plat gevouwen buisvormige folie, snijmiddelen voor het afsnijden van een stuk folie van de folierol, sealmiddelen voor het sealen van het gesneden uiteinde van het stuk folie, opentrek- en overtrekmiddelen voor het opentrekken van de buisvormige folie en over de stapel dozen of producten trekken van de buisvormige folie, transportmiddelen voor het verplaatsen van de folie over een traject vanaf de snijmiddelen naar de opentrek- en overtrekmiddelen, welke transportmiddelen twee eindloze transportbanden omvatten die langs ten minste een deel van het traject met een zijde met elkaar in contact zijn, en waartussen de folie verplaatst wordt.

Stand van de techniek

Een dergelijke verpakkingsmachine is bekend uit DE 20 2012 013 125 A. Indien de folierol verwisseld dient te worden met een andere folierol doordat de folierol leeg is of doordat een andere folie gewenst is, dient het verpakkingsproces tijdelijk stopgezet te worden.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het om een verpakkingsmachine te verschaffen met een verbeterde bandgeleiding. Hiertoe is de verpakkingsmachine volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat deze voorts bandgeleiders omvat, die de transportbanden en verdere transportbanden onder veerkracht naar elkaar toe tegen elkaar of tijdens bedrijf tegen de ertussen aanwezige folie drukken, welke bandgeleiders twee glijplaten omvatten die elk voorzien zijn van een bandgeleidingsvlak en met de bandgeleidingsvlakken naar elkaar toe gekeerd zijn en door een of meer veren naar elkaar toe gedrukt of getrokken worden. Hierdoor hoeven de transportbanden niet onder voorspanning te staan (hooguit een lichte voorspanning) om de folie te transporteren. Doordat de transportbanden niet onder spanning staan zijn deze ook gemakkelijker te geleiden waardoor minder hoge eigen aan de geleiding gesteld hoeven te worden, bijvoorbeeld wat betreft de nauwkeurigheid en toleranties.

Een verder doel van de uitvinding is het om een verpakkingsmachine te verschaffen waarbij snel overgeschakeld kan worden van een folierol naar een andere folierol. Hiertoe is de verpakkingsmachine volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat: de transportmiddelen voorts twee verdere transportbanden omvatten die langs een verder deel van het traject met een zijde met elkaar in contact zijn en aansluiten op de genoemde transportbanden, en de verpakkingsmachine voorts verdere opnamemiddelen omvat voor het opnemen van een verdere folierol, alsmede verdere afwikkelmiddelen voor het van de verdere folierol trekken van een verdere plat gevouwen buisvormige folie, welke verdere afwikkelmiddelen nabij de plaats aanwezig zijn waar de verdere transportbanden op de transportbanden aansluiten.

Door het traject waarover de folie getransporteerd wordt in twee delen te verdelen, elk met eigen transportbanden, kan tussen de beide trajecten een verdere folie aangevoerd worden. Door twee opnamemiddelen aan te brengen voor twee folierollen kan de aanvoer van folie naadloos van de ene folierol naar de andere folierol overgeschakeld worden.

Opgemerkt wordt dat de hierboven vermelde kenmerken ook met voordeel toegepast kunnen worden bij een verpakkingsmachine die niet is voorzien van de daarboven beschreven bandgeleiders.

Een uitvoeringsvorm van de verpakkingsmachine volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat van de beide transportbanden en van de beide verdere transportbanden er een korter is dan de andere, waarbij de langere transport aansluit op de kortere verdere transportband en de kortere transportband aansluit op de langere verdere transportband. Hierdoor sluiten de transportbanden niet op een en dezelfde plaats aan op de verdere transportbanden waardoor de overgang van de transportbanden naar de verdere transportbanden geleidelijker plaatsvindt.

Bij voorkeur zijn de opnamemiddelen en verdere opnamemiddelen boven elkaar aanwezig.

Een verdere uitvoeringsvorm van de verpakkingsmachine volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de transportmiddelen voorts aanvoerbanden omvatten die aanwezig zijn tussen de snij- en sealmiddelen en de transportmiddelen, voor het aanvoeren van de folie vanaf de snij- en sealmiddelen naar de transportmiddelen. Door deze aanvoerbanden kan de folie goed ondersteund en naar de transportmiddelen geleid worden

Bij voorkeur zijn de snij- en sealmiddelen en/of de aanvoerbanden verplaatsbaar zijn tussen de afwikkelmiddelen en verdere afwikkelmiddelen. Hierdoor hoeven deze onderdelen slechts enkelvoudig aanwezig te zijn.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de verpakkingsmachine volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat folie en verdere folie in horizontale richting van de folierol en verdere folierol afgewikkeld worden en in horizontale richting door de afwikkelmiddelen en verdere afwikkelmiddelen aangetrokken worden, waarbij tussen de folierol en de afwikkelmiddelen en tussen de verdere folierol en de verdere afwikkelmiddelen foliespanners aanwezig zijn om de folie en verdere folie onder spanning te houden, welke foliespanners een omleidrol omvatten die enkel gebruikmakend van het eigen gewicht de folie en verdere folie onder spanning brengen. Door van de zwaartekracht gebruik te maken zijn geen extra spanmiddelen nodig.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de verpakkingsmachine volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van de verpakkingsmachine volgens de uitvinding waarbij het frame is weggelaten;

Figuur 2 de in figuur 1 weergegeven verpakkingsmachine in perspectief zonder opentrek- en overtrekmiddelen;

Figuur 3 de opentrek- en overtrekmiddelen van de verpakkingsmachine in detail zoals deze constructief zijn uitgevoerd; en

Figuur 4 de bandgeleidingsmiddelen van de verpakkingsmachine.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In de figuren 1 en 2 is een uitvoeringsvorm van de verpakkingsmachine 1 volgens de uitvinding voor het aanbrengen van een buisvormige folie om een stapel 2 dozen schematisch weergegeven in zijaanzicht respectievelijk in perspectief. De verpakkingsmachine 1 is voorzien van twee boven elkaar aanwezige opnamemiddelen 3 en 5 voor het opnemen van folierollen 7 en 9, alsmede afwikkelmiddelen 11 en 13 voor het van de folierollen trekken van plat gevouwen buisvormige folies 15 en 17. Deze afwikkelmiddelen zijn gevormd door een aangedreven rol 19, 21 en een aandrukrol 23, 25 die de folie tegen de aangedreven rol drukt.

De verpakkingsmachine heeft voorts snijmiddelen, voor het afsnijden van een stuk folie van de folierollen, en sealmiddelen voor het sealen van het gesneden uiteinde van het stuk folie. De snij- en sealmiddelen 27 zijn als een unit uitgevoerd.

Om de buisvormige folie om de stapel dozen of producten trekken is de verpakkingsmachine voorzien van opentrek- en overtrekmiddelen 29.

Voorts heeft de verpakkingsmachine transportmiddelen voor het verplaatsen van de folie over een traject vanaf de snijmiddelen 27 naar de opentrek- en overtrekmiddelen 29. Deze transportmiddelen hebben twee paren eindloze transportbanden 31-37. De transportbanden 31, 33 en 35, 37 van elk paar zijn elk langs een deel van het traject met een zijde met elkaar in contact. De folie wordt hierbij tussen de transportbanden verplaatst. Een van de afwikkelmiddelen 13 is nabij de plaats aanwezig waar het ene paar transportbanden 31 en 33 op het andere paar transportbanden 35 en 37 aansluit. Van de transportbanden 31, 33 en 35, 37 van een paar is er een korter dan de andere. De langere transport van een paar sluit aan op de kortere transportband van het andere paar.

De transportmiddelen hebben voorts aanvoerbanden 39 die aanwezig zijn tussen de snij- en sealmiddelen 19 en de transportbanden 31-37 voor het aanvoeren van de folie vanaf de snij- en sealmiddelen naar de transportmiddelen. De snij- en sealmiddelen 19 en de aanvoerbanden 39 zijn verplaatsbaar tussen de afwikkelmiddelen 11 en verdere afwikkelmiddelen 13.

De beide folies 15 en 17 worden in horizontale richting van de folierollen 7 en 9 afgewikkeld en worden in horizontale richting door de afwikkelmiddelen 11 en 13 getrokken. Hierbij zijn tussen de folierollen en de afwikkelmiddelen foliespanners 41 en 43 aanwezig. Deze foliespanners hebben een omleidrol 45 en 47 die gebruikmakend van het eigen gewicht de folie onder spanning houdt.

In figuur 3 zijn de opentrek- en overtrekmiddelen van de verpakkingsmachine in detail weergegeven zoals deze constructief zijn uitgevoerd. De opentrek- en overtrekmiddelen 29 hebben zuignappen 51 die op sledes 53 aanwezig zijn die langs verticale geleidingen 55 verplaatsbaar zijn. Deze verticale geleidingen zijn op hun beurt langs horizontale geleidingen 57 verplaatsbaar, welke horizontale geleidingen verplaatsbaar zijn langs verdere horizontale geleidingen 59. Met deze constructie kunnen de zuignappen tussen elke gewenste posities verplaatst worden.

De verpakkingsmachine heeft voorts bandgeleidingsmiddelen, deze zijn in detail in figuur 4 in perspectief weergegeven. De bandgeleidingsmiddelen 61 drukken de transportbanden 31 en 33 (en verdere transportbanden 35 en 37) onder veerkracht naar elkaar toe tegen elkaar of tijdens bedrijf tegen de ertussen aanwezige folie drukken, welke bandgeleiders twee glijplaten (63) omvatten die elk voorzien zijn van een bandgeleidingsvlak en met de bandgeleidingsvlakken naar elkaar toe gekeerd zijn en door een of meer veren (65) naar elkaar toe gedrukt of getrokken worden

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims

1. Verpakkingsmachine (1) voor het aanbrengen van een buisvormige folie (15) om een of een stapel (2) dozen of producten, omvattende: opnamemiddelen (3) voor het opnemen van een folierol (7), afwikkelmiddelen (11) voor het van de folierol trekken van de plat gevouwen buisvormige folie (15), snijmiddelen voor het afsnijden van een stuk folie van de folierol, sealmiddelen (27) voor het sealen van het gesneden uiteinde van het stuk folie, opentrek- en overtrekmiddelen (29) voor het opentrekken van de buisvormige folie en over de stapel (2) dozen of producten trekken van de buisvormige folie, transportmiddelen voor het verplaatsen van de folie over een traject vanaf de snijmiddelen naar de opentrek- en overtrekmiddelen, welke transportmiddelen twee eindloze transportbanden (31, 33) omvatten die langs ten minste een deel van het traject met een zijde met elkaar in contact zijn, en waartussen de folie verplaatst wordt, met het kenmerk, dat de verpakkingsmachine voorts bandgeleiders (61) omvat, die de transportbanden (31, 33) en verdere transportbanden (35, 37) onder veerkracht naar elkaar toe tegen elkaar of tijdens bedrijf tegen de ertussen aanwezige folie drukken, welke bandgeleiders twee glijplaten (63) omvatten die elk voorzien zijn van een bandgeleidingsvlak en met de bandgeleidingsvlakken naar elkaar toe gekeerd zijn en door een of meer veren (65) naar elkaar toe gedrukt of getrokken worden.

2. Verpakkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat: de transportmiddelen voorts twee verdere transportbanden (35, 37) omvatten die langs een verder deel van het traject met een zijde met elkaar in contact zijn en aansluiten op de genoemde transportbanden (31. 33), en de verpakkingsmachine (1) voorts verdere opnamemiddelen (5) omvat voor het opnemen van een verdere folierol (9), alsmede verdere afwikkelmiddelen (13) voor het van de verdere folierol trekken van een verdere plat gevouwen buisvormige folie (17), welke verdere afwikkelmiddelen nabij de plaats aanwezig zijn waar de verdere transportbanden (35, 37) op de transportbanden (31, 33) aansluiten.

3. Verpakkingsmachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat van de beide transportbanden (31, 33) en van de beide verdere transportbanden (35, 37) er een korter is dan de andere, waarbij de langere transport aansluit op de kortere verdere transportband en de kortere transportband aansluit op de langere verdere transportband.

4. Verpakkingsmachine volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de opnamemiddelen (3) en verdere opnamemiddelen (5) boven elkaar aanwezig zijn.

5. Verpakkingsmachine volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de transportmiddelen voorts aanvoerbanden (39) omvatten die aanwezig zijn tussen de snij- en sealmiddelen (27) en de transportmiddelen, voor het aanvoeren van de folie vanaf de snij- en sealmiddelen naar de transportmiddelen.

6. Verpakkingsmachine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de snij-en sealmiddelen (27) en/of de aanvoerbanden (39) verplaatsbaar zijn tussen de afwikkelmiddelen (11) en verdere afwikkelmiddelen (13).

7. Verpakkingsmachine volgens conclusie 2, 3, 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat folie (15) en verdere folie (17) in horizontale richting van de folierol (7) en verdere folierol (9) afgewikkeld worden en in horizontale richting door de afwikkelmiddelen (11) en verdere afwikkelmiddelen (13) getrokken worden, waarbij tussen de folierol en de afwikkelmiddelen en tussen de verdere folierol en de verdere afwikkelmiddelen foliespanners (41, 43) aanwezig zijn om de folie en verdere folie onder spanning te houden, welke foliespanners een omleidrol (45, 47) omvatten die enkel gebruikmakend van het eigen gewicht de folie en verdere folie onder spanning brengen.