NL2017728B1 - Melksysteem met melkbeker met een sensor en een voeding - Google Patents

Abstract

Een melksysteem voor melken van een melkdier, in het bijzonder een melkrobot, omvat een melkbeker voor aansluiting op een speen van het melkdier en melking van de melk, en een elektronisch onderdeel met een in of aan de melkbeker aangebrachte sensor voor meten van een waarde van een aan het melken gerelateerde grootheid, een zender voor verzenden van de gemeten waarden en een voeding voor voeden van de sensor en/of de zender met elektrische energie, waarbij de voeding een inductieve voeding omvat met een eerste spoelonderdeel en een tweede spoelonderdeel, waarbij het eerste spoelonderdeel en het elektronische onderdeel onderling elektrisch direct en vast zijn verbonden, en waarbij het tweede spoelonderdeel elektrisch direct verbindbaar is met een externe elektrische energiebron, waarbij het melksysteem voorts een bevestigingsmiddel omvat dat ook tijdens het melken het eerste spoelonderdeel en het tweede spoelonderdeel onderling bijeenhoudt. Dit verschaft een melkbeker met een sensor en een voeding die galvanisch gescheiden is van bijvoorbeeld het lichtnet, altijd verbonden is met de melkbeker, en toch eenvoudig kan worden verwisseld.

Description

Octrooicentrum

Nederland

(21) Aanvraagnummer: 2017728 © Aanvraag ingediend: 07/11/2016 © 2017728

BI OCTROOI (51) Int. CL:

A01J 5/007 (2017.01) A01J 5/08 (2017.01)

Al) Aanvraag ingeschreven:	(73) Octrooihouder(s):
23/05/2018	Lely Patent N.V. te Maassluis.
(43) Aanvraag gepubliceerd:
-	(72) Uitvinder(s):
	Pieter Gerlof de Groot te Maassluis.
Octrooi verleend:	Rik Steenbergen te Maassluis.
23/05/2018
(45) Octrooischrift uitgegeven:	(74) Gemachtigde:
30/05/2018	ir. M.J.F.M. Corten te Maassluis.

© Melksysteem met melkbeker met een sensor en een voeding © Een melksysteem voor melken van een melkdier, in het bijzonder een melkrobot, omvat een melkbeker voor aansluiting op een speen van het melkdier en melking van de melk, en een elektronisch onderdeel met een in of aan de melkbeker aangebrachte sensor voor meten van een waarde van een aan het melken gerelateerde grootheid, een zender voor verzenden van de gemeten waarden en een voeding voor voeden van de sensor en/of de zender met elektrische energie, waarbij de voeding een inductieve voeding omvat met een eerste spoelonderdeel en een tweede spoelonderdeel, waarbij het eerste spoelonderdeel en het elektronische onderdeel onderling elektrisch direct en vast zijn verbonden, en waarbij het tweede spoelonderdeel elektrisch direct verbindbaar is met een externe elektrische energiebron, waarbij het melksysteem voorts een bevestigingsmiddel omvat dat ook tijdens het melken het eerste spoelonderdeel en het tweede spoelonderdeel onderling bijeenhoudt. Dit verschaft een melkbeker met een sensor en een voeding die galvanisch gescheiden is van bijvoorbeeld het lichtnet, altijd verbonden is met de melkbeker, en toch eenvoudig kan worden verwisseld.

NL BI 2017728

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Melksysteem met melkbeker met een sensor en een voeding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een melksysteem voor melken van een melkdier.

Dergeiijke systemen omvatten een melkbeker voor aansluiting op een speen van het melkdier en melking van de melk, en meestal meerdere melkbekers, al naargelang het te melken melkdier, zoals twee melkbekers voor een geit en vier melkbekers voor een koe.

Het melksysteem omvat voorts een elektronisch onderdeel met een in of aan de melkbeker aangebrachte sensor voor meten van een waarde van een aan het melken gerelateerde grootheid, een zender voor verzenden van de gemeten waarden en een voeding voor voeden van de sensor en/of de zender met elektrische energie. De voeding omvat een inductieve voeding met een eerste spoelonderdeel en een tweede spoelonderdeel.

Dergeiijke melksystemen zijn bekend uit EP1360894.

Een nadeel van het bekende melksysteem is dat dit slechts in de tijd beperkt werkzaam is, en het dus kan voorkomen dat er wel wordt gemolken, maar dat er dan geen sensorwaarde wordt gemeten en doorgegeven, zodat de sensor in feite onwerkzaam wordt. Voorts is het gebruiksgemak bij conventionele melksystemen met dergeiijke melkbekers beperkt.

De onderhavige uitvinding heeft als doel om een of meer van bovengenoemd nadelen althans ten dele op te heffen.

Dit doel wordt bereikt volgens de uitvinding met een melksysteem volgens conclusie 1, in het bijzonder een melksysteem voor melken van een melkdier, omvattende een melkbeker voor aansluiting op een speen van het melkdier en melking van de melk, en een elektronisch onderdeel met een in of aan de melkbeker aangebrachte sensor voor meten van een waarde van een aan het melken gerelateerde grootheid, een zender voor verzenden van de gemeten waarden en een voeding voor voeden van de sensor en/of de zender met elektrische energie, waarbij de voeding een inductieve voeding omvat met een eerste spoelonderdeel en een tweede spoelonderdeel, waarbij het eerste spoelonderdeel en het elektronische onderdeel onderling elektrisch direct en vast zijn verbonden, en waarbij het tweede spoelonderdeel elektrisch direct verbindbaar is met een externe elektrische energiebron, waarbij het melksysteem voorts een bevestigingsmiddel omvat dat ook tijdens het melken het eerste spoelonderdeel en het tweede spoelonderdeel onderling bijeenhoudt.

Een dergelijke inductieve koppeling, met een eerste spoel en een tweede spoel die via hun magnetische velden zijn gekoppeld, wordt bekend verondersteld. Doordat het eerste en het tweede spoelonderdeel galvanisch gescheiden zijn, is er minder kans op zwerfstromen in de melkbeker en naar de speen, die voor het melkdier buitengewoon onprettig zijn. Maar doordat, in tegenstelling tot de stand van de techniek, het eerste en tweede spoelonderdeel ook tijdens de melking bijeen worden gehouden door het bevestigingsmiddel, is er ook tijdens het melken elektrische voeding beschikbaar voor het elektronische onderdeel. Een soepel verlopende melking kost al snel 7 minuten, en bij taaimelkse koeien tot ruim 10 minuten. Als bovendien het aansluiten veel tijd kost, waarbij de melkbeker uit een magazijn of melkbekerhouder kan zijn genomen, of wanneer de melkbeker tussentijds wordt afgetrapt en opnieuw moet worden aangesloten, kan de totale tijd dat in de stand van de techniek het eerste en het tweede spoelonderdeel van elkaar gescheiden zijn oplopen tot wel 15 minuten. Al die tijd worden de sensor en/of de zender in het bekende melksysteem niet voorzien van elektriciteit. Dit vereist hetzij een grote en zware energieopslag, hetgeen ongewenst is, hetzij het accepteren van de omstandigheid dat de sensorwaarden bij een deel van de melkingen niet aldoor beschikbaar zijn, hetgeen eveneens ongewenst is. Daarentegen is bij het onderhavige melksysteem aldoor elektrische energie beschikbaar, hetgeen de betrouwbaarheid sterk verbetert.

Bovendien wordt hier opgemerkt dat het bekende melksysteem slechts met beperkingen in het gebruiksgemak kan worden toegepast. Conventionele melksystemen, waarbij de melkbekers met de hand worden aangesloten op de spenen van een melkdier, hebben melkbekers die per melkplek zijn verschaft als een melkklauw, waarbij de melkslangen van de melkbekers bijeenkomen in die klauw, en van daaruit als één melkslang verdergaan naar de melktank. Om na het melken van een melkdier de melkbekers, met het daarin heersende melkvacuüm, af te koppelen van de omgevingsdruk, wordt meestal de klauw opgehangen met de melkbekers naar beneden hangend, waarbij de korte melkslangen ombuigen en dichtklappen. Het is hierbij onnodig bewerkelijk, en dus een belasting voor de melker, om het eerste spoelonderdeel op het tweede spoelonderdeel te drukken, om aldus de voeding in de melkbeker van nieuwe energie te kunnen voorzien. Dit zou een nieuw ontwerp van het melksysteem vereisen. Volgens de onderhavige uitvinding is dit in het geheel niet nodig.

Overigens kan het melksysteem ook een melkrobot omvatten, met een robotarm voor aansluiten van de melkbeker(s) op de speen (spenen) van het melkdier.

Een dergelijk robotmelksysteem zal daarnaast, net als conventionele melksystemen, andere delen omvatten, zoals een vacuümbron, een pulsator, en melkopvangvat enzovoort, die echter geen directe betrekking hebben op de uitvinding, en derhalve hier niet nader hoeven te worden besproken.

Bij melkrobots zijn grofweg twee ontwerprichtingen te onderscheiden, een eerste waarbij de melkbekers in een magazijn zijn verschaft en stuk voor stuk door de robotarm worden gepakt en aangesloten, en een tweede waarbij alle melkbekers op de robotarm zijn verschaft, tegelijk naar de uier worden gebracht en vervolgens worden aangesloten. In het kader van de onderhavige uitvinding zal het voordeel voor de eerste ontwerprichting nog groter zijn ten opzichte van een mogelijke uitvoering volgens het bekende melksysteem, omdat de melkbeker hierbij reeds vanaf het uit het magazijn nemen, en dus ook tijdens het gehele speenzoeken, los zou zijn van het tweede spoelonderdeel.

Met onderling elektrisch direct en vast verbonden wordt in dit verband bedoeld dat de betreffende onderdelen een permanente elektrische verbinding hebben waarvan het niet de bedoeling is om die ooit te verbreken noch te kunnen verbreken zonder de melkbeker onbruikbaar te maken. Met het tweede spoelonderdeel is elektrisch direct verbindbaar met een externe elektrische energiebron wordt bedoeld dat er hetzij een elektrische connector voor die verbinding is verschaft aan het tweede spoelonderdeel zodat de melkbeker met het tweede spoelonderdeel samen verplaatsbaar en uitwisselbaar zijn, hetzij het tweede spoelonderdeel daadwerkelijk reeds via de rest van het melksysteem i.c. de melkrobot verbonden is en blijft met de externe elektrische energiebron. Deze laatste betreft met name het elektriciteitsnetwerk, maar zou ook een generator of PV-systeem.

Het bevestigingsmiddel dat ook tijdens het melken het eerste spoelonderdeel en het tweede spoelonderdeel onderling bijeenhoudt, omvat enig middel dat geschikt is voor de bij melken optredende krachten, zoals schroeven, bouten, schroefdraad-of bajonetverbindingen, magneten enzovoort.

Het elektronische onderdeel omvat bijvoorbeeld een sensor voor meten van een waarde van een aan het melken gerelateerde grootheid. De sensor kan hierbij op de melkbeker zijn aangebracht, zoals een op de melkbeker geplakte of geschroefde accelerometer voor het meten van de versnelling van de melkbeker tijdens melken. Met voordeel is de sensor in de melkbeker aangebracht, en is deze ingericht voor het meten van een waarde van een aan het melken gerelateerde grootheid, zoals een pulsatievacuüm. Meer in het bijzonder is de sensor ingericht voor meten van een waarde van een melkeigenschap, zoals een melktemperatuur of-geleidbaarheid. Hierbij is het een groot voordeel om de meting in een zo vroeg mogelijk stadium te kunnen doen, namelijk bij het uit de speen treden in de melkbeker. Aldus kunnen zo snel mogelijk de nodige maatregelen worden genomen, zoals afscheiden van de melk of veranderen van de instellingen van het melksysteem, zoals een ander melkvacuüm.

De genoemde zender is ingericht voor het verzenden van gemeten waarden. Het is ook mogelijk dat de zender een ontvanger omvat voor ontvangen van gegevens en/of instructies. In het bijzonder is de ontvanger ingericht voor ontvangen van een startsignaal en/of stopsignaal voor de sensor voor het straten en/of stoppen met meten van een of meer waarden. Andere data of signalen worden echter niet uitgesloten. Bovendien is het mogelijk dat er tweerichtingcommunicatie is verschaft op de zender en ontvanger.

Belangrijke uitvoeringsvormen zijn beschreven in de afhankelijke conclusies, alsmede in het nu volgende deel van de beschrijving.

Een belangrijke uitvoeringsvorm van de uitvinding is een melksysteem waarbij het bevestigingsmiddel door een gebruiker losneembaar is ter vervanging van het tweede spoelonderdeel of de melkbeker. Bij gebruik van de melkbeker kan het voorkomen dat het tweede spoelonderdeel, of een voedingsdraad daarnaartoe, beschadigd raakt. Met name een koetrap, maar ook op zich normale slijtage door herhaaldelijk buigen en dergelijke, kan zorgen voor een dergelijke beschadiging. Het is dan nadelig als de gehele melkbeker samen mèt een vaak dure sensor zou moeten worden vervangen. Deze uitvoeringsvorm heeft als groot voordeel dat hierbij slechts het tweede spoelonderdeel hoeft te worden vervangen, hetgeen eenvoudig kan door het bevestigingsmiddel te lossen, zoals door losdraaien. Het tweede spoelonderdeel is vaak veel eenvoudiger van constructie, en daardoor eenvoudig en goedkoop te vervangen.

In uitvoeringsvormen omvat het melksysteem een externe elektrische energiebron die met een externe stroomgeleider, in het bijzonder een stroomdraad, elektrisch is verbonden met het tweede spoelonderdeel. Hierbij kan, zoals hierboven reeds werd aangestipt, worden gedacht aan een generator zoals een PV-systeem, maar ook aan een verbinding met het elektriciteitsnet. De draad, of strip of staaf enz., kan hierbij met enige connector verbonden zijn met de spoel van het tweede spoelonderdeel.

In uitvoeringsvormen omvat het tweede spoelonderdeel een behuizing met daarin een spoel, alsmede met een aan- of ingegoten verbinding van de spoel en de externe stroomgeleider. Een dergelijke behuizing kan waarborgen dat de spoel beschermd is tegen invloeden van buitenaf, zoals corrosie of vuil. Voorts biedt de behuizing een stevige basis voor een eveneens beschermde verbinding tussen de spoel van het tweede spoelonderdeel en de externe stroomgeleider, zoals een aangegeoten of ingegoten verbinding. Met name een uitvoering waarbij de verbinding/connector én de spoel zijn ingegoten in het tweede spoelonderdeel, in bijvoorbeeld een kunsthars of dergelijke, biedt een bijzondere bestendigheid tegen vocht, corrosie en dergelijke.

In uitvoeringsvormen is de zender ingericht om de gemeten waarde te verzenden via het eerste spoelonderdeel, het tweede spoelonderdeel en de externe stroomgeleider. De waarde kan hier een sensorwaarde betreffen, of een door een bij de sensor verschafte verwerkingseenheid reeds verwerkte waarde. De zender is nodig om de gemeten en/of verwerkte waarde(n) beschikbaar te maken aan een externe besturingseenheid. In deze uitvoeringsvorm is de zender ingericht om die waarde(n) te versturen via de voedingsverbinding, die immers reeds een elektrisch (signaal)pad vormt. In het bijzonder omvat de zender een modulator voor aanbrengen van een in afhankelijkheid van de gemeten waarde gemoduleerd spanningssignaal op het eerste spoelonderdeel. Het spanningssignaal kan dan verderop in het pad, zoals aan de zijde van het tweede spoelonderdeel, worden opgepikt en uitgelezen. Dergelijke PLC (power line communication) is op zich bekend, en voor details wordt dan ook verwezen naar de betreffende literatuur. Net als hiervoor reeds werd beschreven is het ook mogelijk dat de zender tevens een ontvanger omvat, die is ingericht voor ontvangen van externe gegevens of instructies, met name wederom via een gemoduleerd spanningssignaal.

In uitvoeringsvormen omvat de zender een draadloze zender, in het bijzonder een NFC-inrichting, een Bluetooth of ZigBee-inrichting, of een optische zender zoals een infraroodzender/LED. Met dergelijke optische en/of draadloze zenders hoeft in beginsel geen storing door de voeding plaats te vinden, al kan het soms wenselijk zijn het draadloze signaal en de magnetische velden en de daardoor gegenereerde elektromagnetische interferentie af te schermen. Voorts is het mogelijk om andere hulpinrichtingen te verschaffen voor verbeteren van de overdracht. Bijvoorbeeld kan een geschikte ferriettape of ander element zijn verschaft voor verbeteren van de elektromagnetische koppeling van zender en ontvanger. Er zijn vele mogelijkheden bij het kiezen van een draadloze zender, en natuurlijk de bijbehorende ontvanger aan de verwerkingskant, met elk hun specifieke eigenschappen, die echter buiten het bestek van deze uitvinding vallen. Alle opmerkingen in deze alinea gelden in beginsel onverkort ook voor ontvangers, die enerzijds extern zijn, en anderzijds in of op de melkbeker zijn verschaft.

In het bijzonder omvat de sensor meerdere deelsensoren, die elk werkzaam zijn verbonden met een ontvanger of een ontvanger omvatten, waarbij de ontvangers zijn ingericht om gegevens en/of instructies te ontvangen van of te communiceren met een en dezelfde zender. Aldus zijn meerdere ontvangers gekoppeld aan dezelfde zender, hetgeen ruimte bespaart en de verdeling van sensoren over de melkbeker en eventueel andere delen van het melksysteem, zoals melkslangen of dergeiijke, flexibeler maakt.

In uitvoeringsvormen omvat de melkbeker een energieopslag die is ingericht om met behulp van de voeding te worden opgeladen. Ook al is het volgens de uitvinding niet meer strikt nodig om een dergeiijke energievoorziening voor het elektronische onderdeel te verschaffen, het kan nog steeds het voordeel bieden dat er bij wegvallen van de voedingsspanning een voeding van het elektronische onderdeel kan worden verzorgd. De energieopslag omvat bijvoorbeeld een batterij. Mocht bijvoorbeeld tijdens een melking de energievoorziening vanuit het tweede spoelonderdeel wegvallen, dan kan de energieopslag gedurende het resterende deel van de melking de energievoorziening van het elektronische onderdeel verzorgen. Desgewenst kan het elektronische onderdeel zijn aangepast om de energiebehoefte terug te schroeven, en dus over te gaan op noodstroom. Mede hierom, en omdat de tijdsduur van een melking korter is dan het geheel van melkbeker oppakken, speen zoeken, aansluiten en melken kan de batterij ook kleiner zijn dan in de stand van de techniek.

In bijzondere uitvoeringsvormen is de voeding voorts ingericht voor detectie van het wegvallen van de elektrische energievoorziening in tenminste het eerste spoelonderdeel, en is de zender ingericht voor verzender van een alarmsignaal in afhankelijk van genoemde detectie. Het wegvallen van de energievoorziening in het eerste spoelonderdeel kan berusten op een belemmerde aanvoer vanuit het tweede spoelonderdeel, zoals door de reeds eerder benoemde kabelbreuk of dergelijk, maar kan ook berusten op een storing in het eerste spoelonderdeel zelf. Hierbij kan de zender zelf, maar ook een aparte daartoe geschikte module dat wegvallen detecteren, zoals een spanningmeter die meet dat een voedingsspanning van het eerste spoelonderdeel, vanuit het tweede spoelondereel, onder een drempelwaarde zakt. De zender kan dan een alarmsignaal versturen, zoals een sms naar een bedienende persoon, om de storing te evalueren. Ook zou automatisch de energieopslag kunnen worden bijgeschakeld, zodat nog enige tijd energie beschikbaar is.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin figuur 1 een schematisch zijaanzicht toont van een melksysteem volgens de uitvinding, figuur 2 schematisch in perspectief aanzicht een detail van nog een uitvoeringsvorm van het melksysteem volgens de uitvinding toont, en figuur 3 een schematische dwarsdoorsnede van een ander details van een melksysteem volgens de uitvinding toont.

Figuur 1 toont zeer schematisch een zijaanzicht van een melksysteem volgens de uitvinding. Het melksysteem is algemeen aangeduid met het verwijzingscijfer 1, en omvat een robot 2 met een robotarm 3 en een melkbeker 4. De melkbeker 4 is verbonden met een melkslang 5 van afvoeren van melk, en omvat een schematisch aangeduid elektronisch onderdeel 6 dat met een stroomkabel 7 is verbonden.

Met 10 is een melkdier aangeduid met een uier 11 met spenen 12.

De getoonde melkrobot heeft een robotarm 3 die de melkbekers 4 stuk voor stuk grijpt en aansluit op een speen 12 van het melkdier 10. De hierbij verder benodigde onderdelen zoals een speendetectieinrichting zijn niet van belang voor de uitvinding en zijn hier niet verder getoond.

De melkslang 5 kan ook zijn gekoppeld met een vacuümslang. Het algemeen aangeduide elektronische onderdeel 6 omvat onder andere een voeding die met een stroomkabel 7 verbonden is met een elektrische energiebron zoals het lichtnet.

Figuur 2 toont een andere uitvoeringsvorm van een robotarm 3. Deze robotarm 3 is beweegbaar/verplaatsbaar ten opzichte van een melkbox 9 en omvat aan het einde ervan een melkbekerdrager 8 met daarop vier losneembare melkbekers 4. De melkbeker kan na het melken worden teruggetrokken op de robotarm door middel van een hier niet getoond terugtrekmiddel, zoals een koord dat aan de melkbeker is bevestigd. De robotarm omvat hiertoe voorts hier niet getoonde melkbekerdragers.

Figuur 3 toont een schematische dwarsdoorsnede van een deel van het melksysteem volgens de uitvinding. In het bijzonder toont figuur 3 een dwarsdoorsnede (gedeeltelijk) van een melkbeker 4. Deze melkbeker 4 omvat een bekerhuls 20 en een voering 21 met daarbinnen een speenruimte 22. Deze loopt uit in een melkafvoer 23 in het eerste behuizingdeel 24. Met 25 is een sensor aangegeven, met 26 een besturing, met 27 een optionele batterij en met 28 een eerste spoel.

Een tweede spoel 29 bevindt zich in een tweede behuizingsdeel 30 dat met schroeven 31 aan het eerste behuizingsdeel is bevestigd.

Het eerste behuizingsdeel 24 is in beginsel vast verbonden met de overige onderdelen van de melkbeker 4. Overigens kan de voering 21 bij sommige uitvoeringen worden verwisseld door losdraaien van de bekerhuls 20 van het eerste behuizingsdeel 24, samen met de voering 21. De melkafvoer 23 blijft echter aangesloten op de melkslang 5.

De stroomkabel 7 is hier als een losse kabel getoond. Het is echter ook mogelijk om de stroomkabel 7 te laten lopen in een uitsparing die loopt over de buitenzijde van de melkslang 5, of eventueel een niet-getoonde pulsatieslang of combinatieslang. Aldus is de stroomkabel 7 beter beschermd tegen vuil en dergelijke. Het is zelfs mogelijk om de stroomkabel 7 door een afzonderlijk kanaal in de melkslang 5, de niet-getoonde pulsatieslang of combinatieslang heen te laten lopen. In feite is een dergelijk kanaal een rondom gesloten uitsparing. Dat kanaal loopt niet parallel met de hoofdleiding 5 tot aan de aansluiting met de bekerhuls 20, maar stopt eerder, met een uitgang voor de stroomkabel 7, die vervolgens wordt aangesloten op de tweede spoel 29.

In specifieke melksystemen, zoals het Lely Astronaut® systeem, is de melkbeker verbonden met een terugtrekmiddel anders dan een melkslang, zoals een kabel, om de melkbeker na de melking naar een startpositie terug te trekken, zoals op een robotarm in het geval van de Astronaut®. Het is in zo'n systeem van voordeel wanneer het terugtrekmiddel is uitgerust als de stroomkabel, zodat twee functies kunnen worden gecombineerd en er materiaal wordt bespaard.

De getoonde sensor 25 is in dit geval een melkstroommeter, die een melkdebiet door de melkslang 5 meet. Dit kan enige soort melkstroommeter zijn, zoals een magnetohydrodynamische melkstroommeter. In feite kan de sensor zelfs elke soort sensor betreffen die enige melkgerelateerde parameter meet, zoals een temperatuur van de melk, een geleidbaarheid van de melk, een optische doorlaatbaarheid van de melk enzovoort. Voor details omtrent de toepasbare sensoren wordt verwezen naar de stand van de techniek.

De sensor 25 is verbonden met de besturing 26, voor het doorgeven van het sensorsignaal, alsmede voor het ontvangen van elektrische energie. Deze elektrische energie komt de melkbeker binnen via de stroomkabel 7 en de tweede spoel 29, die inductief gekoppeld is met de eerste spoel 28 die wederom verbonden is met de besturing 26. Het beginsel van een inductieve koppeling bij voedingen is op zich alom bekend, bijvoorbeeld van aldus oplaadbare tandenborstels. Met 27 is een optionele batterij aangeduid die desgewenst als noodenergievoorziening kan dienen.

Het signaal van de sensor 25 dat naar de besturing 26 wordt gestuurd, kan verder worden doorgegeven naar een externe besturing van het melksysteem doordat de besturing 26 bijvoorbeeld een hoog-, althans anderfrequent signaal op het voedingssignaal plaatst. Een hiertoe bruikbare techniek staat bekend als de Power Line Communication. De specifieke details hiervan worden ook geacht bekend te zijn in de stand van de techniek, zodat nadere uitleg hierover hier niet nodig is. Alternatieve manieren voor naar een externe bestemming overzenden van het signaal van de sensor 25, of een door de besturing 26 bewerkte resultante daarvan, zijn bijvoorbeeld een zender zoals een Bluetoothzender, optische datacommunicatie zoals via een LED, enzovoort.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn het eerste en tweede behuizingsdeel vast aan elkaar verbonden door middel van schroeven 31. Door losdraaien van de schroeven 31 kunnen de behuizingsdelen van elkaar worden losgemaakt. Dit kan voordelig zijn indien bijvoorbeeld de stroomkabel 7 is beschadigd door een koetrap, corrosie of andere slijtage. Het over het algemeen veel complexere, gevoeligere en duurdere eerste behuizingsdeel 24 met de sensor 25 en de besturing 26 hoeft dan niet mee te worden verwisseld. Dit bespaart op grondstoffen en tijd.

Het is mogelijk om de tweede spoel 29 in te gieten in het tweede behuizingsdeel 30 zodat er geen uitwendige connector nodig is tussen de stroomkabel 7 en de tweede spoel 29. Aldus is dit deel van de voeding nog beter beschermd tegen corrosie door water, stallucht enzovoort. Het ingieten kan op op zich bekende wijze geschieden met kunsthars enzovoort.

De eerste en tweede spoel 28, 29 zijn elk onderaan de melkbeker 4 aangebracht. Het is echter ook mogelijk om deze op een andere plek op de melkbeker aan te brengen, zoals op een zijkant. Dit laatste biedt een voordeel doordat de totale hoogte van de melkbeker kleiner kan zijn, en dat het tweede behuizingdeel eenvoudiger te verwijderen en te vervangen is. Anderzijds heeft een bevestiging onder aan de melkbeker bijvoorbeeld een voordeel dat dit de andere melkbekers op de robotarm minder in de weg zit.

De eerste en tweede spoel zijn beide vlak getekend, waarbij de vlakken onderling evenwijdig op een afstand lopen. Het is alternatief ook mogelijk om de eerste en tweede spoel als een cilinder uit te voeren, waarbij de doorsnede van de spoelen 28 en 29 verschilt, zodanig dat de tweede 29 spoel in of om de eerste spoel 28 kan worden aangebracht.

Het eerste behuizingsdeel 24 kan eveneens een in hoofdzaak water- en luchtdichte behuizing zijn, waardoor ook de eerste spoel 28 beschermd is tegen corroderende en andere nadelige invloeden.

Het grote voordeel van de onderhavige uitvinding is dat er een of meer 5 sensoren 25 kunnen worden toegepast in of nabij de melkbeker 4 zonder dat er een galvanische verbinding is tussen de melkbeker en een externe stroomvoorziening, hetgeen voorkomt dat storende zwerfstromen een pijnlijke sensatie bij het melkdier veroorzaken. De stroomvoorziening is bovendien gewaarborgd doordat deze verregaand beschermd is tegen storende invloeden van buitenaf, terwijl bij de meest voorkomende beschadiging, namelijk van de stroomkabel 7, het betreffende deel van de voeding met de tweede spoel in het tweede behuizingsdeel eenvoudig kan worden verwisseld.

De getoonde uitvoeringsvormen zijn geenszins bedoeld als de uitvinding beperkend, doch slechts ter uitleg van de uitvinding. De beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding wordt bepaald door de aangehechte conclusies.

Claims (9)

1. CONCLUSIES

   1. Melksysteem voor melken van een melkdier, in het bijzonder een melkrobot, omvattende

   - een melkbeker voor aansluiting op een speen van het melkdier en melking van de melk, en

   - een elektronisch onderdeel met een in of aan de melkbeker aangebrachte sensor voor meten van een waarde van een aan het melken gerelateerde grootheid, een zender voor verzenden van de gemeten waarden en een voeding voor voeden van de sensor en/of de zender met elektrische energie, waarbij de voeding een inductieve voeding omvat met een eerste spoelonderdeel en een tweede spoelonderdeel, waarbij het eerste spoelonderdeel en het elektronische onderdeel onderling elektrisch direct en vast zijn verbonden, en waarbij het tweede spoelonderdeel elektrisch direct verbindbaar is met een externe elektrische energiebron, waarbij het melksysteem voorts een bevestigingsmiddel omvat dat ook tijdens het melken het eerste spoelonderdeel en het tweede spoelonderdeel onderling bijeenhoudt.
2. 2. Melksysteem volgens conclusie 1, waarbij het bevestigingsmiddel door een gebruiker losneembaar is ter vervanging van het tweede spoelonderdeel of de melkbeker.
3. 3. Melksysteem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een externe elektrische energiebron die met een externe stroomgeleider, in het bijzonder een stroomdraad, elektrisch is verbonden met het tweede spoelonderdeel.
4. 4. Melksysteem volgens conclusie 3, waarbij het tweede spoelonderdeel een behuizing omvat met daarin een spoel, alsmede met een aan- of ingegoten verbinding van de spoel en de externe stroomgeleider.
5. 5. Melksysteem volgens enige voorgaande conclusie, waarbij de zender is ingericht om de gemeten waarde te verzenden via het eerste spoelonderdeel, het tweede spoelonderdeel en de externe stroomgeleider.
6. 6. Melksysteem volgens conclusie 5, waarbij de zender een modulator omvat voor aanbrengen van een in afhankelijkheid van de gemeten waarde gemoduleerd spanningssignaal op het eerste spoelonderdeel.
7. 7. Melksysteem volgens een der conclusies 1-5, waarbij de zender een draadloze zender omvat, in het bijzonder een NFC-inrichting, een Bluetooth of ZigBeeinrichting, of een optische zender zoals een infraroodzender.
8. 8. Meiksysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de melkbeker een energieopslag omvat die is ingericht om met behulp van de voeding te worden opgeladen.
9. 9. Meiksysteem volgens conclusie 8, waarbij voorts de voeding is ingericht 5 voor detectie van het wegvallen van de elektrische energievoorziening in tenminste het eerste spoelonderdeel, en de zender is ingericht voor verzender van een alarmsignaal in afhankelijk van genoemde detectie.

   N

   3/3

   Ί