NL2017168B1 - Staafhouder en samenstel omvattende een plantpot en staafhouder. - Google Patents

Staafhouder en samenstel omvattende een plantpot en staafhouder. Download PDF

Info

Publication number
NL2017168B1
NL2017168B1 NL2017168A NL2017168A NL2017168B1 NL 2017168 B1 NL2017168 B1 NL 2017168B1 NL 2017168 A NL2017168 A NL 2017168A NL 2017168 A NL2017168 A NL 2017168A NL 2017168 B1 NL2017168 B1 NL 2017168B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rod holder
rod
holder
bar
designed
Prior art date
Application number
NL2017168A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2017168A (nl
Inventor
Orschulik Günther
Schulze Nico
Original Assignee
Pöppelmann Holding Gmbh & Co Kg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pöppelmann Holding Gmbh & Co Kg filed Critical Pöppelmann Holding Gmbh & Co Kg
Publication of NL2017168A publication Critical patent/NL2017168A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2017168B1 publication Critical patent/NL2017168B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/12Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
    • A01G9/122Stakes
    • A01G9/124Means for holding stakes upright in, on, or beside pots

Abstract

Een staafhouder voor een als steun- of vasthoudstaaf uitgevoerde staaf (3), die in een met plantsubstraat te vullen en als plant- of bloempot uitgevoerde pot (1) steekbaar is, waarbij de staafhouder (2) ten minste een in het bijzonder een doorvoer voor de staaf (3) vormende staafopname (4) en ten minste twee ten opzichte van de staafopname (4) door middel van telkens ten minste één vasthoudarm (7) op afstand voorziene bevestigingsmiddelen (8) voor het vastleggen van de staafhouder (2) aan de pot (1) omvat. De staafhouder (2) is zodanig stapelbaar uitgevoerd, dat hij met een andere, gelijk gevormde staafhouder (2) tegen verdraaien en/of lateraal verschuiven geborgd in de richting van een langsmiddenas (6) op elkaarvoorzien kan worden.

Description

Staafhouder en samenstel omvattende een plantpot en staafhouder.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een staafhouder voor een als steun- of vasthoudstaaf uitgevoerde staaf, die in een met plantsubstraat te vullen en als plant- of bloempot uitgevoerde pot steekbaar is, waarbij de staafhouder ten minste een in het bijzonder een doorvoer voor de staaf vormende staafopname en ten minste twee ten opzichte van de staafopname door middel van telkens ten minste één vasthoudarm op afstand voorziene bevestigingsmiddelen voor het vastleggen van de staafhouder aan de pot omvat.
Een voorwerp volgens de aanhef van conclusie 1 is bekend uit NL 2005911 C. Dergelijke staafhouders zijn relatief filigraan en gemakkelijk buigzaam en verkrijgen de voor een vasthouden van een staaf in een plantpot noodzakelijke stabiliteit pas in de bevestigingsposi-tie, waarin zij aan een pot gefixeerd zijn. Door de in de stand van de techniek beschikbare filmscharnieren, die aan de vasthoudarmen voorzien zijn, ontstaan er voor een geautomatiseerde vervaardiging, verpakking en verwijdering van de staafhouder verdere problemen. Bij het verwijderen van een afzonderlijke staafhouder uit een karton haken de met eindzijdig uitgevoerde haakelementen voorziene staafhouders vaak aan andere staafhouders, zodat eerst een kostbare, handmatige scheiding van de betreffende staafhouders moet worden uitgevoerd.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel, de hantering van een staafhouder volgens de uitvinding voor zijn vervaardiging, verpakking en verwijdering te verbeteren.
Dit doel wordt bereikt door een voorwerp volgens conclusie 1 alsmede door een voorwerp volgens conclusie 14. Voordelige uitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de naar conclusie 1 terugverwijzende onderconclusies alsmede de nu volgende beschrijving.
Volgens de uitvinding is voorzien, dat de staafhouder zodanig stapelbaar is uitgevoerd, dat het met een verdere gelijkvormige staafhouder tegen draaien en/of lateraal verschuiven geborgd over elkaar voorzien kan worden. Over elkaar betekent hier een opstelling van gelijk gevormde staafhouders op elkaar en in de richting van een langsmiddenas, waarbij de langsmiddenas een loodrechte as op een horizontaal vlak vormt, waarop een staafhouder vlak, dat wil zeggen niet op de smalle kant ligt.
Tegen verdraaien geborgd is een staafhouder in het bijzonder dan, wanneer de op een verdere staafhouder voorziene, gelijk gevormde staafhouder uit een door de vorm van de staafhouder voorbepaalde stapelpositie alleen na overwinning van een aanslag of een vormgesloten verbinding en/of door ongewenste, het materiaal belastende vervorming of zelfs niet uitgedraaid kan worden. Overeenkomstig geldt voor een lateraal verschuiven, dat wil zeggen een evenwijdig aan een ondergelegen, horizontaal vlak, waarop de staafhouder ligt, plaatsvindend verschuiven van een in een stapelpositie met een verdere staafhouder bevindende staafhouder. De staafhouders nemen aldus een vastgelegde relatieve positie ten opzichte van elkaar in en hebben voor de inname van deze relatieve positie een overeenkomstige vorm.
Door de stapelbaarheid kan voor het transport van de staafhouder een duidelijk hogere pakkingsdichtheid bereikt worden. De gedefinieerde positie in de stapel maakt een verbeterde geautomatiseerde verwerking van de staafhouders mogelijk voor het verpakken en de verwijdering uit de verpakking. Staafhouders kunnen in volgens de uitvinding uitgevoerde varianten bijvoorbeeld in eveneens handmatig goed grijpbare stapels van 10-12 cm hoogte met 15-20 staafhouders gesorteerd worden. Dergelijke stapels kunnen handmatig of ook geautomatiseerd met verpakkingsmiddelen zoals rubberbanden, kleefbanden of snoeren geborgd worden.
Afhankelijk van de uitvoering van de staafhouder kan het voordelig zijn, wanneer bijvoorbeeld wederom betrokken op een langsmiddenas de op elkaar te plaatsen staafhouders zodanig uitgevoerd zijn, dat de betreffende armen boven elkaar versprongen ten opzichte van elkaar, dat wil zeggen telkens over een bepaalde hoek ten opzichte van een gelijke arm van een verdere staafhouder verdraaid om de langsmiddenas voorzien zijn. In het bijzonder zijn de staafhouders echter zodanig uitgevoerd, dat de vasthoudarmen telkens op elkaar liggen, hetgeen de voor een stapeling ter beschikking staande vlakken kan vergroten.
Stapelbaar is een staafhouder volgens de uitvinding in het bijzonder dan, wanneer de staafhouder ten minste een oplegvlak voor een corresponderend, dat wil zeggen passend aanlegmiddel van een gelijk gevormde verdere staafhouder vormt en een ten opzichte van de langsmiddenas evenwijdige loodlijn, die door het oplegvlak loopt, een aanlegmiddel van de staafhouder snijdt, dat ter afsteuning op een oplegvlak van een verdere, gelijk gevormde staafhouder voorzien is.
Gelijk gevormd is de staafhouder in het algemeen dan, wanneer het in zijn belangrijkste contouren overeenstemt en deze een geborgde aanbrenging op elkaar mogelijk maken. In het bijzonder kan slechts de lengte van de vasthoudarmen verschillend zijn, hetgeen er echter niet toe mag leiden, dat een gedefinieerde stapelpositie niet meer ingenomen kan worden. Bijvoorbeeld kunnen in een stapel staafhouders voor plantpotten met verschillende diameters gestapeld worden, waarbij een bovengelegen staafhouder met een vlak-, hoekig-of ook randvormige centraal aanlegmiddel op een centraal oplegvlak van een ondergelegen staafhouder voorzien is. In het bijzonder zijn de staafhouders die ter aanlegging tegen elkaar aan uitgevoerd zijn, echter met identieke contour gevormd.
De staafhouder omvat aldus voor een oplegging van een verdere staafhouder uitgevoerde bovenzijde, terwijl op zijn onderzijde overeenkomstig corresponderende, dat wil zeg gen voor een oplegging op de bovenzijde van een verdere staafhouder geschikte aanleg-middelen aanwezig zijn.
Het oplegvlak wordt als stapelhulp bij voorkeur door ten minste een deel van een vasthoudarm, een deel van de staafopname en/of een deel van het bevestigingsmiddel gevormd. Ter vermijding van een overbepaling van een stapelpositie kunnen bijvoorbeeld bij een driearmige staafhouder aan de einden van de vasthoudarmen respectievelijk in het gebied van het bevestigingsmiddel drie oplegvlakken gevormd worden, waarop dan een verdere staafhouder gedefinieerd gepositioneerd kan zijn. Voor zover een in het bijzonder uit kunststof en in een spuitgietwerkwijze vervaardigde staafhouder enigszins flexibel is, kunnen ook meer dan drie van dergelijke stapelhulpen aanwezig zijn.
In plaats van een oplegvlak of ook aanvullend op een dergelijke stapelhulp kan een staafhouder volgens de uitvinding volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld als stapelhulp ten minste één steunwand respectievelijk een steunhoek omvatten, die ter afsteuning van een afsteunvlak van een gelijk gevormde verdere staafhouder uitgevoerd is, waarbij een aan de langsmiddenas evenwijdige loodlijn, die zich door de steunrand uitstrekt, een afsteunvlak van de staafhouder snijdt, dat ter afsteuning op een (verdere) steunrand van een verdere, identiek gevormde staafhouder gevormd is.
De steunrand respectievelijk -hoek kan eveneens door ten minste een deel van de vasthoudarm, de staafopname en/of het bevestigingsmiddel gevormd zijn. Dergelijke steun-randen kunnen in het bijzonder voor een stapelen van een in de stapel naar beneden toe open deel voorzien worden, waarin deze steunranden ingevoerd worden. In het bijzonder voor met geleidingsvlakken verlopende, naar boven toe jonger wordende delen van een op-namegebied, zijn als afsteunvlakken en daarmee corresponderend element van een verdere staafhouder geschikt. Een staafhouder kan eveneens randen omvatten, die zich naar beneden toe afsteunen op oplegvlakken. Dergelijke aanlegmiddelen kunnen in de stapel ook van bovenaf in een naar boven toe open deel van een verdere staafhouder geplaatst worden.
Bij voorkeur omvat een staafhouder volgens de uitvinding ten minste één stapelhulp, die ten minste gedeeltelijk door de staafopname, ten minste één van de vasthoudarmen en/of ten minste één van de bevestigingsmiddelen gevormd wordt. In het bijzonder wordt een stapelhulp door een van ten minste één zijdelings begrenzings- en/of geleidingsvlak voorziene opname voor een deel van een verdere, gelijk gevormde staafhouder gevormd.
Het begrenzings- of geleidingsvlak kan deel uitmaken van een stapelschouder en de opname kan twee overeenkomstige vlakken omvatten. Het kan hierbij in het bijzonder ook gaan om uitsparingen of doorgangen van delen van de staafhouder alsmede om zich conisch (bijvoorbeeld V-vormig) of op een andere manier verjongende gebieden, waarin dan een deel van een verdere staafhouder geleid kan worden en aldus proceszeker opgenomen kan worden.
Bij voorkeur omvat een staafhouder volgens de uitvinding meerdere stapelhulpen, waardoor de stapeling van meerdere staafhouders op elkaar vereenvoudigd wordt.
Bij voorkeur vormt de opname in omtreksrichting een begrenzing, zodat in omtreks-richting om de langsmiddenas op grond van de opname en onder inachtname van enig aanwezige speling een draaiborging gerealiseerd wordt. In het bijzonder kan de opname door twee in hoofdzaak V-vormig in de bevestigingspositie in het bijzonder naar beneden toe uit elkaar lopende haken gevormd worden, die de buitengelegen plantpotrand kunnen om-respectievelijk ondergrijpen. De staafhouder ligt aldus in de bevestigingspositie op de potrand en omgrijpt deze in radiale richting. Hiervoor kunnen desgewenst nog weerhaken aan de haken voorzien zijn, om de staafhouder zekerder aan de potrand te kunnen bevestigen, wanneer deze een rondlopend schort omvat, waarbij de weerhaken aldus onder respectievelijk om het schort grijpen. In een variant kunnen de haken ook in uitsparingen van de potrand gestoken worden.
Door de V-vorm van de bevestigingsmiddelen, die telkens aan het einde van een vasthoudarm een opname vormen, kan de staafhouder betrouwbaar op de potrand afgesteund en tegelijkertijd goed met verdere staafhouders gestapeld worden.
In een variant of in aanvulling kan de opname in radiale richting een begrenzing vormen, om een verschuiving in een ten opzichte van de ondergrond evenwijdige horizontaal te voorkomen. Radiaal betekent in een richting van de langsmiddenas af of daar naartoe.
Volgens een verdere uitvoering volgens de uitvinding omvatten de vasthoudarmen telkens een dwarsdrager, die op zijn boven- en/of zijn onderzijde van een rib voorzien is, waarbij de rib en/of de dwarsdrager ter aanligging tegen een verdere staafhouder voorzien is respectievelijk zijn.
Terwijl de vasthoudarmen aldus T- of in het bijzonder kruisvormig in verticale doorsnede uitgevoerd kunnen zijn, hetgeen tot een verstijving daarvan leidt, worden tegelijkertijd overeenkomstige opnamevlakken respectievelijk steunranden of vlakken gevormd; die in de stapel functioneel toepassing vinden. In het bijzonder omvat een vasthoudarm een vorm, die een complete aanligging tegen een verdere vasthoudarm van een staafhouder mogelijk maakt. Door de verstijving van de vasthoudarm zijn de staafhouders beter stapelbaar, omdat in de stapel optredende gewichtskrachten bij kleinere of geen materiaalvervorming beter opgenomen en verder geleid kunnen worden.
Bijvoorbeeld kan een vasthoudarm op zijn naar de staafopname toegekeerde helft een ondergelegen rib omvatten en op zijn naar het bevestigingsmiddel gerichte helft aan de bovenzijde een rib bezitten. Hierdoor is in het bijzonder bij het voorzien van de staafopname aan de dwarsdrager en de ondergelegen rib een afzinken van het centrale gebied van de staafopname verder in de richting van een potbodem van een eventuele plantpot mogelijk. Tegelijkertijd leidt een in vergelijking tot de buitengelegen delen van de staafhouder neerge laten midden tot een extra borging in de stapel. In het bijzonder bij gelijkmatig naar de staaf-opname toe afhellende vasthoudarmen, die in de verticale doorsnede bijvoorbeeld tot een schotelvormige contour van de staafhouder leiden, wordt in de stapel een centrering ondersteund en een verschuiven in radiale richting bemoeilijkt.
Bij voorkeur omvat de staafopname één of meerdere wanden, die in een bovenaanzicht een niet ronde en in het bijzonder hoekige contour vormen. Aldus kan ook de staafopname een de stapeling dienende vorm hebben. De wanden zijn hierbij zodanig uitgevoerd, dat zij via haken, schouders of ribben oplegvlakken vormen en tegelijkertijd begrenzings-wanden tegen enerzijds een verdraaien en anderzijds een lateraal verschuiven vormen.
In het bijzonder is de staafhouder met een een stapelhak omvattende staafopname van een drie- of vierhoekige contour voorzien, van de hoeken waarvan telkens een vast-houdarm naar het betreffende bevestigingsmiddel loopt. Eventueel optredende krachten tussen vasthoudarm en staafopname worden niet rechthoekig maar langs de randen van de staafhouder onder een hoek van meer dan 90° verder geleid.
Er is gebleken dat rechte en driehoekige staafopnames met gedeeltelijk ten minste in hoofdzaak loodrechte, rondlopende wanden goed vastgrijpbaar zijn door een grijper van een handlingsysteem.
Volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld volgens de uitvinding is de staafhouder met ten minste een verder opnamegebied voor het opnemen of voor het aanbrengen van een verder functioneel element, bij voorkeur een bewateringsslang van een bewateringsinrich-ting, een voedingsstoffenafgever, een RFID-chip, een (vochtigheids-)-sensor, een etiket of een verdere staaf, bijvoorbeeld een steun- of vasthoudstaaf voorzien, waarbij dit verdere opnamegebied ook als stapelhulp voorzien kan zijn en hiervoor overeenkomstige aanlegvlak-ken, randen of dergelijke functioneel werkzame gebieden omvat.
In het bijzonder is de staafopname van ten minste een klemelement voorzien, dat tegelijkertijd een oplegvlak kan vormen en dat in het bijzonder voor opname van de staaf of andere functionele delen kan worden toegepast.
Het doel wordt verder bereikt door een samenstel omvattende een pot en een staafhouder, die zoals hiervoor of hierna beschreven is uitgevoerd, waarbij in het bijzonder de bevestigingsmiddelen voor om-, onder- en/of doorgrijpen van een bij voorkeur bovengelegen wandsegment van een pot zijn uitgevoerd. Dit samenstel heeft de hiervoor of hierna beschreven voordelen van de staafhouder.
Verdere voordelen en kenmerken van de uitvinding zijn vastgelegd in de nu volgende figuurbeschrijving. In de figuren toont: - Figuur 1 een voorwerp volgens de uitvinding met een staaf; - Figuur 2 een verder voorwerp volgens de uitvinding in een aanzicht in perspectief van bovenaf; - Figuur 3 het voorwerp volgens Figuur 2 in een onderaanzicht in perspectief; - Figuur 4 het voorwerp volgens Figuur 3 in een zijaanzicht; - Figuur 5 een detailaanzicht van het voorwerp volgens Figuur 4; - Figuur 6 meerdere staafhouders volgens de uitvinding in een stapel; - Figuur 7 een detailfragment van het voorwerp volgens Figuur 6 in een verdere stapel- variant.
Afzonderlijke technische kenmerken van hierna beschreven uitvoeringsvoorbeelden kunnen ook in combinatie met hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeelden alsmede met de kenmerken van de onafhankelijke conclusies en eventueel verdere conclusies tot voorwerpen volgens de uitvinding worden gecombineerd. Voor zover zinvol zijn functioneel gelijk-werkende elementen van identieke verwijzingscijfers voorzien.
Een samenstel volgens de uitvinding omvattende een plantpot 1 en een staafhouder 2 dient voor de opname en vasthouding van een staaf 3. Deze is als steun- of vasthoudstaaf uitgevoerd en met zijn ondergelegen einde in een niet nader weergegeven plantsubstraat, dat in de plantpot 1 gedaan wordt, gestoken. Een staafopname 4 vormt een doorvoer voor de staaf 3. De staafopname 4 die voor het vormen van een doorvoer in omtreksrichting om een langsmiddenas 6 met rondlopende wanden 9 voorzien en aldus in omtreksrichting gesloten is uitgevoerd, is centraal onderdeel van de staafhouder 2 en via vasthoudarmen 7, die aan hun vrije einden bevestigingsmiddelen 8 voor het vastleggen van de staafhouder 2 aan de pot omvatten, in het midden van de pot 1 gehouden. Het zal duidelijk zijn, dat afhankelijk van de lengte van de armen 7 de staafopname 4 ten opzichte van de plantpot 1 excentrisch gepositioneerd kan zijn.
De langsmiddenas 6 staat loodrecht op een opstelvlak, waarop de plantpot 1 staat. Overeenkomstig staat de langsmiddenas 6, die hier even ver van de bevestigingsmiddelen 8 verwijderd is, eveneens loodrecht op een vlak, dat een oplegvlak voor een niet in een plantpot bevestigde, maar vlakliggende staafhouder 2 vormt.
De staafhouder 2 is stapelbaar uitgevoerd, zodat het met een verdere, gelijkvormige staafhouder 2 tegen verdraaien en/of lateraal verschuiven geborgd op elkaar voorzien kan worden.
De staafhouder 2 kan hiervoor hetzij voor een transport volgens een samenstel volgens Figuur 6 respectievelijk volgens Figuur 7 op elkaar gestapeld worden, waarbij de stapel zich in de richting van de langsmiddenas 6 opbouwt.
Een staafhouder 2 volgens de uitvinding kan meerdere stapelhulpen, dat wil zeggen delen van de staafhouder 2 omvatten, die in het bijzonder op afstand van elkaar over de staafhouder 2 verdeeld zijn. Bijvoorbeeld omvat een staafhouder volgens de uitvinding volgens Figuur 2 stapelhulpen in de vorm van de bevestigingsmiddelen 8 respectievelijk van het eindgebied van de vasthoudarmen 7, de vasthoudarmen 7 zelf alsmede de wanden 9 van de staafopname 4. De staafopname 4 voorkomt door middel van zijn driehoekige en een opleg-vlak 11 vormende schouders van de wanden 9 zowel een verschuiven in radiale richting ten opzichte van de langsmiddenas 6 alsmede een verdraaien om deze langsmiddenas 6. De vasthoudarmen zijn telkens van een dwarsdrager 12, een bovengelegen rib 13 alsmede een ondergelegen rib 14 voorzien.
De bovenzijden van de dwarsdragers 12 in Figuur 2 vormen met betreffende bovenzijden 16 van de ribben 13 (zie Figuur 5) oplegvlakken voor de onderzijden van ribben 14 en dwarsdragers 12 van een verdere, niet in Figuur 2 weergegeven staafhouder 2, die ten opzichte van een langsmiddenas 6 van bovenaf op de getoonde staafhouder 2 aangebracht wordt.
In plaats van de stapeling volgens een in Figuur 2 getoonde weergave met naar beneden toe geopende, quasi V-vormige bevestigingsmiddelen 8 kan een staafhouder 2 met verdere staafhouders 2 uitgaande van een positie zoals in Figuur 3 gestapeld worden. Hierbij vormen de V-vormige bevestigingsmiddelen 8 naar boven toe geopende opnames, waarin de einden van ribben 13 met hun bovenzijde 16 (zie Figuur 5) aangebracht kunnen worden. Tegelijkertijd vormt de staafopname 4 de schouders met de oplegvlakken 11. Overeenkomstig grijpen versprongen wandsegmenten 17 van de wanden 9 van de staafopname 4 van onderaf in een opening van de staafopname 4. Klemlippen 18, die naar de langsmiddenas 10 toe dunner en daardoor flexibeler worden, dienen hier voor de klemming van de staaf 3. Ze zijn op grond van hun naar het midden toe grotere flexibiliteit ertoe geschikt, verschillend brede staven evengoed vast te klemmen.
De door dubbele haken gevormde opname is goed aan een plantpot 1 vast maakbaar, door de geprofileerde wanden 9 worden hogere klemkrachten mogelijk gemaakt. Tegelijkertijd kunnen juist de vaak toegepaste niet ronde bamboestokken gemakkelijker door de doorvoering geleid worden.
De kleine indeukingen 25 dienen voor een dichter tegen de staaf aanbrengen van de planten.
Van buitenaf beginnend, in de richting van de langsmiddenas 6, vlakken de bovengelegen ribben 13 af, terwijl de ondergelegen ribben 14 zich opbouwen. De ribben 14 kunnen in wanden 9 overgaan.
Met betrekking tot een potrand 15 is het middengelegen, centrale gebied van de staafhouder 2 dieper dan de de potrand 15 omgrijpende delen van de vasthoudarmen 7, die in de bevestigingsmiddelen 8 overgaan. Dit verhindert enerzijds het opgroeien van de plant-bladeren in de plantpot 1 minder. Anderzijds volgt uit de schuin naar het centrum toe aflopende oplegvlakken een centrering van de staafhouders 2 in de stapel in de richting van de langsmiddenas 6 (Figuur 4).
Een staafhouder 2 volgens de uitvinding kan zoals in Figuur 6 weergegeven met naar boven toe open bevestigingsmiddelen 8 in een stapel op een telkens verdere staafhouder afgelegd worden. Alternatief is ook de opstelling in een over 180° gedraaide variant volgens Figuur 7 mogelijk. Nadeel bij dit type stapeling is dan wel, dat de totale gewichtskracht van de stapel door de beide haken 21 van de betreffende bevestigingsmiddelen 8 van de ondergelegen staafhouder 2 gedragen moet worden. Bovenzijden 16 vormen oplegvlakken voor een door betreffende basis 20 van de V-vormige opnames gevormde corresponderende aan-legmiddelen. Bovenzijden 16 en bases 20 worden telkens door een loodlijn 10, die evenwijdig aan de langsmiddenas 6 loopt, doorsneden.
In de stapel volgens Figuur 6 wordt de gewichtskracht van de stapel door de oppervlakken respectievelijk bovenzijden 16 van de betreffende rib 13 weggeleid. De in de stapel aanwezige verdere staafhouders 2 met de oppervlakken 16 van de betreffende rib 13 liggen direct op de nu door de basis 20 en desgewenst een deel van de vasthoudarm 7 gevormde oplegvlakken, zodat de gewichtskracht direct en goed via de door de betreffende arm gevormd oplegvlakken opgenomen en naar beneden toe verder geleid wordt. Overeenkomstig snijdt een loodlijn 10, die dwars staat op de oplegvlakken van de basis 20, het door de bovenzijde 16 van de rib 13 gevormde overeenkomstige aanlegmiddel.
In de uitvoeringsvarianten van Figuur 6 en 7 vormen de bevestigingsmiddelen 8 van kleinere schouders voorziene, maar schuine geleidingsvlakken 19 omvattende opnames voor het telkens overeenkomstige deel van de zich in de stapel bovenaan bevindende staafhouder. De staafhouders 2 zijn aldus in omtreksrichting vastgelegd. Door de in hoofdzaak V-vorm van de opname wordt de aflegging op elkaar betrouwbaar uitgevoerd, zodat ook het door de staafopname 4 gevormde driehoekige centrale gebied van de staafhouder 2 beter gedeeltelijk in het betreffende corresponderende deel van de volgende staafhouder 2 ingevoerd kan worden. Buitenzijden 22 van de opnames dienen eveneens voor de geleiding van daarop geplaatste staafhouders 2 (Figuur 7).
Door de wanden 9 respectievelijk een rondlopende wand 9 van de staafopname 4 is een vastleggen van de staafhouder 2 in radiale en in omtreksrichting gegeven, zodat bij een transport van de stapel deze beter houdt. Tegelijkertijd bieden deze wanden 9 een grijper van een geautomatiseerd handlingsysteem toereikende vlakken voor het vastgrijpen van de staafhouder 2.
Door de hoogte van de ribben 13 en 14 wordt enerzijds de staafhouder 2 stabieler, anderzijds kan een dergelijke rib ook als grijphulp voor een verwijderen uit de stapel dienen.

Claims (14)

1. Staafhouder voor een als steun- of vasthoudstaaf uitgevoerde staaf (3), die in een met plantsubstraat te vullen en als plant- of bloempot uitgevoerde pot (1) steekbaar is, waarbij de staafhouder (2) ten minste een in het bijzonder een doorvoer voor de staaf (3) vormende staafopname (4) en ten minste twee ten opzichte van de staafopname (4) door middel van telkens ten minste één vasthoudarm (7) op afstand voorziene bevestigingsmiddelen (8) voor het vastleggen van de staafhouder (2) aan de pot (1) omvat, met het kenmerk, dat de staafhouder (2) zodanig stapelbaar is uitgevoerd, dat hij met een andere, gelijk gevormde staafhouder (2) tegen verdraaien en/of lateraal verschuiven geborgd in de richting van een langs-middenas (6) op elkaar voorzien kan worden.
2. Staafhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de staafhouder (2) ten minste een oplegvlak voor een overeenkomstig aanlegmiddel van een gelijk gevormde verdere staafhouder (2) vormt en een ten opzichte van de langsmiddenas (6) evenwijdige loodlijn (10), die zich uitstrekt door het oplegvlak, een aanlegmiddel van de staafhouder (2) snijdt, dat voor de afsteuning op een oplegvlak (11) van een andere, gelijk gevormde staafhouder (2) is uitgevoerd.
3. Staafhouder volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de staafhouder (2) ten minste een steunrand omvat, die voor de afsteuning van een afsteunvlak van een gelijk gevormde verdere staafhouder is uitgevoerd en een ten opzichte van de langsmiddenas (6) evenwijdige loodlijn, die zich uitstrekt door de steunrand, een afsteunvlak van de staafhouder (2) snijdt, dat ter afsteuning op een steunrand van een verdere, identiek gevormde staafhouder (2) is uitgevoerd.
4. Staafhouder volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door ten minste één ten minste gedeeltelijk door de staafopname (4), ten minste één van de vasthoudar-men (7) en/of ten minste één van de bevestigingsmiddelen (8) uitgevoerde stapelhulp.
5. Staafhouder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de stapelhulp als een van een zijdelings begrenzings- en/of geleidingsvlak (19, 22) voorziene opname voor een deel van een verdere, gelijk gevormde staafhouder (2) is uitgevoerd.
6. Staafhouder volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de opname in omtreksrich-ting een begrenzing vormt.
7. Staafhouder volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de opname door twee in hoofdzaak V-vormig in het bijzonder naar beneden toe uit elkaar lopende haken (21) gevormd wordt, die de buitengelegen potrand (15) kunnen om- resp. ondergrijpen.
8. Staafhouder volgens een van de conclusies 5-7, met het kenmerk, dat de opname in radiale richting een begrenzing vormt.
9. Staafhouder volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vasthoudarmen (7) telkens een dwarsdrager (12) omvatten, die op zijn boven- en/of zijn onderzijde van ten minste één rib (13, 14) voorzien is en de rib (13, 14) en/of de dwarsdrager (12) voor aanlegging tegen een verdere staafhouder (2) voorzien zijn.
10. Staafhouder volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de staafopname (4) één of meerdere wanden (9) omvat, die in een bovenaanzicht een niet ronde en in het bijzonder hoekige contour vormen.
11. Staafhouder volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de staafhouder (2) een van een drie- of vierhoekige contour voorziene en een stapeluitsteeksel omvattende staafopname (4) omvat, van de hoeken waarvan telkens een vasthoudarm (7) naar het betreffende bevestigingsmiddel (8) loopt.
12. Staafhouder volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door ten minste één verder opnamegebied voor opname of aanbrenging van ten minste één verder functioneel element, bij voorkeur een bewateringsslang van een bewateringsinrichting, een voe-dingsstoffenafgever, een RFID chip, een (vochtigheids-)sensor, een etiket of een verdere staaf.
13. Staafhouder volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de staafopname (4) ten minste een klemelement (18) omvat.
14. Samenstel omvattende een pot (1) en een staafhouder (2) volgens een van de voorgaande conclusies.
NL2017168A 2015-07-22 2016-07-15 Staafhouder en samenstel omvattende een plantpot en staafhouder. NL2017168B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE202015103858.5U DE202015103858U1 (de) 2015-07-22 2015-07-22 Stabhalter und Anordnung umfassend Pflanztopf und Stabhalter

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2017168A NL2017168A (nl) 2017-01-24
NL2017168B1 true NL2017168B1 (nl) 2017-06-14

Family

ID=57281372

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2017168A NL2017168B1 (nl) 2015-07-22 2016-07-15 Staafhouder en samenstel omvattende een plantpot en staafhouder.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE202015103858U1 (nl)
NL (1) NL2017168B1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202017101448U1 (de) * 2017-03-13 2018-05-25 Tim Fährenkemper Pflanzenversandanordnung für in einem Pflanzentopf auszuliefernde Pflanzen
CN106829153B (zh) * 2017-04-11 2019-03-05 昆明豆蔻电子商务有限公司 一种鲜花运输保鲜桶
CN110337954B (zh) * 2019-07-16 2021-11-09 合肥托卡拉图科技有限公司 一种用于玉米抗倒伏的固定架装置及其使用方法
CN110679336A (zh) * 2019-11-18 2020-01-14 衡东彩云飞农林开发有限公司 一种苗木种植架

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1130221B (de) * 1959-05-02 1962-05-24 Heinrich Hirsch Topfgewaechshalter
US3778929A (en) * 1971-07-12 1973-12-18 T Pearson Plant grow guide
NL2005911C2 (nl) 2010-12-23 2012-06-27 Jobu Plastics B V Compacte stoksteun, alsmede matrijs voor het vervaardigen van de stoksteun.

Also Published As

Publication number Publication date
DE202015103858U1 (de) 2016-10-25
NL2017168A (nl) 2017-01-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2017168B1 (nl) Staafhouder en samenstel omvattende een plantpot en staafhouder.
US20200270018A1 (en) Reusable delivery container
CN110869294A (zh) 用于储存和运输储存在仓库的货架中的物品的系统
US8925709B2 (en) Product handling system and carrier device
US20170057531A1 (en) Trolley for Carrying Goods
BR112014018671B1 (pt) sistema de palete
CA1153351A (en) Removable fixing device
US11350574B2 (en) Vegetation hanger
US20120082538A1 (en) Device and Method for Stacking and/or Conveying a Plurality of Flat Substrates
USRE33361E (en) Substrate and media carrier
NL1029865C2 (nl) Transportverpakkingen met verbeterde ventilatie eigenschappen voor bloemen.
WO2014076450A1 (en) Conveyor with brush-like grippers for impelling articles
NL2017861B1 (nl) Houder voor agrarische producten
US9549659B2 (en) Dish rack for oversized containers
CA1059956A (en) Bottle carrier
US20230240193A1 (en) Vegetation hanger
NL1027488C2 (nl) Houder voor het bevatten van een aantal gewassen alsmede werkwijze voor het daarin aanbrengen van gewassen.
NL2021618B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van eieren
US2964199A (en) Portable holding device
NL1041037B1 (nl) Draagblad voor het dragen van plantenpotten of planten, mal voor een draagblad.
JP2005255208A (ja) パッケージおよび物品運搬体
CN102556390B (zh) 带孔钢锹的包装方法
SE468849B (sv) Haallare foer transport och distribution av foerpackningar
US20150166238A1 (en) Industrial container having removable dunnage
AU759359B2 (en) Toothbrush manufacturing handling device