NL2017061B1 - Method for Moving an Inspection or Processing Unit along a Conductive Fixture for a Screen Cloth of a Greenhouse or Department Store - Google Patents
Method for Moving an Inspection or Processing Unit along a Conductive Fixture for a Screen Cloth of a Greenhouse or Department Store Download PDFInfo
- Publication number
- NL2017061B1 NL2017061B1 NL2017061A NL2017061A NL2017061B1 NL 2017061 B1 NL2017061 B1 NL 2017061B1 NL 2017061 A NL2017061 A NL 2017061A NL 2017061 A NL2017061 A NL 2017061A NL 2017061 B1 NL2017061 B1 NL 2017061B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- vehicle
- screen
- profile
- along
- coupling
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/22—Shades or blinds for greenhouses, or the like
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/22—Shades or blinds for greenhouses, or the like
- A01G9/227—Shades or blinds for greenhouses, or the like rolled up during non-use
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A40/00—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
- Y02A40/10—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
- Y02A40/25—Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Greenhouses (AREA)
Abstract
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verplaatsen van een inspectie- of bewerkingsorgaan (74) langs een geleidende opspanning (40) voor een schermdoek (50) van een kas of warenhuis (10), waarbij de geleidende opspanning een vlak (S1) opspant aan een afgekeerde zijde. De werkwijze omvat: - het voorzien van het inspectie- of bewerkingsorgaan in of aan een autonoom aangedreven voertuig (70), en - het laten voortbewegen van het voertuig met het inspectie- of bewerkingsorgaan langs de afgekeerde zijde van de geleidende opspanning. De kas of het warenhuis kan een schermprofiel omvatten, en het voertuig kan voorzien zijn van een profielkoppeling voor het realiseren van een verschuifbare verbinding tussen het voertuig en het schermprofiel, zodanig dat het voertuig verbonden kan zijn met het schermprofiel om zich hierlangs te verplaatsen tijdens voortbewegen langs de geleidende opspanning.The invention relates to a method for moving an inspection or processing member (74) along a conductive fixture (40) for a screen cloth (50) of a greenhouse or greenhouse (10), the conductive fixture being a plane (S1) mounted on a turned side. The method comprises: - providing the inspection or processing member in or on an autonomously driven vehicle (70), and - causing the vehicle to move forward with the inspection or processing member along the remote side of the conductive fixture. The greenhouse or the greenhouse can comprise a screen profile, and the vehicle can be provided with a profile coupling for realizing a sliding connection between the vehicle and the screen profile, such that the vehicle can be connected to the screen profile to move along it during moving along the conductive fixture.
Description
Werkwijze voor het Verplaatsen van een Inspectie- of Bewerkingsorgaan langs een Geleidende Opspanning voor een Schermdoek van een Kas of WarenhuisMethod for Moving an Inspection or Processing Unit along a Conductive Fixture for a Screen Cloth of a Greenhouse or Department Store
TECHNISCH VAKGEBIEDTECHNICAL FIELD
[0001 ] De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verplaatsen van een inspectie- of bewerkingsorgaan langs een geleidende opspanning voor een schermdoek van een kas of warenhuis. Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een schermdoek of een hulpdraad of trekkabel voor het intrekken van een dergelijke schermdoek langs een geleidende opspanning zoals een dradenbed.The invention relates to a method for moving an inspection or processing member along a conductive fixture for a screen of a greenhouse or department store. The invention further relates to a method for applying a screen cloth or an auxiliary wire or tension cable for retracting such a screen cloth along a conductive fixture such as a wire bed.
STAND VAN DE TECHNIEKSTATE OF THE ART
[0002] Kassen of warenhuizen kunnen voorzien zijn van één of meerdere scherminrichtingen voor het vervullen van verschillende functies, zoals bijvoorbeeld het afschermen van de binnenruimte van de kas of het warenhuis tegen neerslag of zonlicht, het verminderen van lichtuitstraling, het isoleren van de binnenruimte tegen warmteverlies of binnentredende warmte, het reguleren van luchtstroom- en/of vochthuishouding, of het verzamelen van zonne-energie.Greenhouses or department stores can be provided with one or more screening devices for fulfilling different functions, such as for example shielding the interior of the greenhouse or the department store against precipitation or sunlight, reducing light emission, isolating the interior against heat loss or incoming heat, regulating air flow and / or moisture management, or collecting solar energy.
[0003] In figuur 1 is een voorbeeld van een kas 10 volgens de stand van de techniek weergegeven. De kas 10 omvat een steunconstructie 12, 14 en een kapconstructie van aaneengeschakelde schuine kapdelen 20 die ondersteund worden door de steunconstructie 12, 14. De steunconstructie 12, 14 omvat staanders (dragende kolommen) 12 en liggers (spanten) 14 die door de staanders 12 gedragen zijn en onderling evenwijdig gelegen zijn. De kapconstructie omvat goten 16, nokken 22, roeden 18 en panelen 26. De nokken 22 liggen op een afstand van de goten 16. De roeden 18 strekken zich schuin omhoog lopend uit vanaf een specifieke goot 16 naar een bijbehorende nok 22, om deze te ondersteunen. Ieder kapdeel 20 omvat minstens twee groepen van aaneengeschakelde panelen 26 die onder nagenoeg dezelfde helling staan. Deze panelen 26 zijn opgenomen tussen de bijbehorende roeden 18, nok 22, en goot 16. In dit voorbeeld omvatten de panelen 26 glasplaten. Volgens een bekende geometrie van de kap zoals getekend is in figuur 1 zijn er paarsgewijs steeds twee groepen met panelen 26 van gelijke lengte voorzien, die onder nagenoeg identieke doch tegengestelde hoeken met de verticaal georiënteerd zijn. Deze kasgeometrie omvat kapdelen 20 met gelijkbenige dwarsdoorsneden. Andere aantallen paneelgroepen en onderlinge oriëntaties zijn echter mogelijk. De paneelgroepen in een kapdeel kunnen bijvoorbeeld onderling verschillende lengtes hebben, onder verschillende hellingen georiënteerd zijn, of zelfs een gekromde vorm hebben. Zo kunnen de kapdelen dwarsdoorsnedes met een zaagtandprofïel, een trapeziumprofiel, een ander meerhoekig profiel, of zelfs een gekromd profiel vormen.Figure 1 shows an example of a greenhouse 10 according to the prior art. The greenhouse 10 comprises a support structure 12, 14 and a hood structure of concatenated sloping hood parts 20 which are supported by the support structure 12, 14. The support structure 12, 14 comprises uprights (bearing columns) 12 and beams (trusses) 14 which are supported by the uprights 12 and are parallel to each other. The cap structure comprises channels 16, cams 22, bars 18 and panels 26. The cams 22 are spaced apart from the channels 16. The bars 18 extend obliquely upwards from a specific channel 16 to an associated cam 22 in order to support. Each cap part 20 comprises at least two groups of concatenated panels 26 which are positioned under substantially the same slope. These panels 26 are included between the associated rods 18, cam 22, and trough 16. In this example, the panels 26 comprise glass plates. According to a known geometry of the cap as shown in Figure 1, two groups of panels 26 of the same length are provided in pairs, which are oriented with respect to the vertical at substantially identical but opposite angles. This greenhouse geometry comprises cover parts 20 with isosceles cross sections. However, other numbers of panel groups and mutual orientations are possible. The panel groups in a cap part can for instance have mutually different lengths, be oriented under different slopes, or even have a curved shape. For example, the cap parts can form cross-sections with a saw-tooth profile, a trapezoidal profile, another polygonal profile, or even a curved profile.
[0004] Om de ruimtelijke eigenschappen van de kas 10 volgens het voorbeeld uit figuur 1 te verduidelijken worden hier Cartesische coördinaten gebruikt. De kolommen 12 van de kas 10 strekken zich hoofdzakelijk in een verticale richting Z uit. De spanten 14 strekken zich uit langs een langsrichting Y. De dwarsrichting X staat loodrecht op de langsrichting Y en de verticale richting Z.To clarify the spatial properties of the greenhouse 10 according to the example from Figure 1, Cartesian coordinates are used here. The columns 12 of the greenhouse 10 extend mainly in a vertical direction Z. The trusses 14 extend along a longitudinal direction Y. The transverse direction X is perpendicular to the longitudinal direction Y and the vertical direction Z.
[0005] Evenwijdig tussen telkens twee spanten 14 strekt zich een scherminrichting uit met een tweetal schermprofielen 28, 30 die langs de langsrichting Y lopen. Het vaste schermprofiel 28 is in dit geval vastgezet aan een nabijgelegen spant 14. Tussen de schermprofielen 28, 30 is een schermdoek 50 opgehangen dat een vlak vormt in de dwars- en langsrichtingen X, Y. Het beweegbare schermprofiel 30 is samen met het schermdoek 50 in de dwarsrichting X verplaatsbaar ten opzichte van het vaste schermprofiel 28, tussen een geopende stand (corresponderend met een in de dwarsrichting X samengevouwen schermdoek 50) en een gesloten stand (corresponderend met een in de dwarsrichting X uitgespreid schermdoek 50). In figuur 1 zijn de beweegbare schermprofielen 30 in een gedeeltelijk geopende stand weergegeven.Parallel between two trusses 14 in each case, a screening device extends with two screening profiles 28, 30 which run in the longitudinal direction Y. The fixed screen profile 28 is in this case fixed to a nearby truss 14. A screen cloth 50 is suspended between the screen profiles 28, 30 which forms a plane in the transverse and longitudinal directions X, Y. The movable screen profile 30 is together with the screen cloth 50 movable in the transverse direction X with respect to the fixed screen profile 28, between an opened position (corresponding to a screen cloth 50 collapsed in the transverse direction X) and a closed position (corresponding to a screen cloth 50 spread out in the transverse direction X). In figure 1 the movable screen profiles 30 are shown in a partially opened position.
[0006] Het schermdoek 50 in dit voorbeeld vormt een velvormig orgaan dat één of meerdere klimaatregulerende functies kan vervullen, zoals zonwering, verduistering, vochtregulering, stromingsbarrière en/of thermische isolatie. Het schermdoek 50 kan bijvoorbeeld zijn gevormd als een foliescherm, een geweven of gebreid doek, een mat, of een foliebaanscherm. Installatie van het schermdoek 50 in de schermprofielen 28, 30 kan bijvoorbeeld geschieden door intrekking van het schermdoek 50 langs de langsrichting Y. Hiertoe kan het schermdoek 50 nabij de randen voorzien zijn van geleidingsstrips voor het via een invoeropening van het profielorgaan inschuiven van het scherm 60 tijdens installatie.The screen cloth 50 in this example forms a sheet-like member that can perform one or more climate-regulating functions, such as sun protection, darkening, moisture regulation, flow barrier and / or thermal insulation. The screen cloth 50 may be formed, for example, as a film screen, a woven or knitted cloth, a mat, or a film web screen. Installation of the screen cloth 50 in the screen profiles 28, 30 can be effected, for example, by retracting the screen cloth 50 along the longitudinal direction Y. To this end, the screen cloth 50 can be provided near the edges with guide strips for sliding in the screen 60 via an input opening of the profile member. during installation.
[0007] Tussen de spanten 14 van de kas 10 is een dradenbed opgespannen dat gevormd wordt door een veelvoud van onderste geleidingsdraden 42 en bovenste geleidingsdraden 44, die een onderste geleidende opspanning 40 respectievelijk een bovenste geleidende opspanning vormen. In dit voorbeeld lopen de geleidingsdraden 42, 44 hoofdzakelijk in de dwarsrichting X. De beweegbare schermproHelen 30 zijn aan hun onder- en bovenzijden verschuifbaar verbonden met respectievelijk de onderste geleidingsdraden 42 en de bovenste geleidingsdraden 44. Ook het schermdoek 50 bevindt zich tussen deze geleidingsdraden 42, 44. De geleidingsdraden 42, 44 vormen geleidende opspanningen die het mogelijk maken om het schermdoek 50 tijdens beweging naar de geopende stand op de juiste wijze op te laten vouwen tot een compact pakket. Daarnaast vormen de onderste geleidingsdraden 42 een ondersteuning voor het schermdoek 50 in de gesloten stand, om doorhangen van het uitgespreide schermdoek 50 tegen te gaan. Verder vormen de bovenste geleidingsdraden 44 een begrenzing tegen opwaaien van het schermdoek 50 door tocht of convectie luchtstromen.A wire bed is formed between the trusses 14 of the greenhouse 10 and is formed by a plurality of lower guide wires 42 and upper guide wires 44, which form a lower conductive clamping 40 and an upper conductive clamping, respectively. In this example, the guide wires 42, 44 run substantially in the transverse direction X. The movable screen members 30 are slidably connected at their lower and upper sides to the lower guide wires 42 and the upper guide wires 44, respectively. The screen cloth 50 is also located between these guide wires 42 44. The guide wires 42, 44 form conductive fixtures that allow the screen 50 to properly fold into a compact package during movement to the open position. In addition, the lower guide wires 42 form a support for the screen 50 in the closed position to prevent sagging of the spread screen 50. Furthermore, the upper guide wires 44 form a limitation against blowing up of the screen cloth 50 by draft or convection air currents.
[0008] In alternatieve uitvoeringen kunnen de geleidingsdraden ook in andere richtingen lopen. Zo kunnen de geleidingsdraden hoofdzakelijk in de langsrichting Y (d.w.z. nagenoeg evenwijdig met de spanten) lopen, en kunnen het beweegbare schermprofiel en het schermdoek gezamenlijk in deze langsrichting Y verplaatsbaar zijn tussen een geopende stand en een gesloten stand.In alternative embodiments, the guide wires may also run in other directions. For example, the guide wires can run essentially in the longitudinal direction Y (i.e., substantially parallel to the trusses), and the movable screen profile and the screen cloth can jointly be displaced in this longitudinal direction Y between an open position and a closed position.
[0009] In andere bekende typen kassen kan een scherm aan of langs de steunconstructie van de kas zijn opgespannen om zelf een dak of wand van de kas te vormen. Een dergelijk flexibel dak of flexibele wand kan overigens uit twee of zelfs meerdere schermen zijn opgebouwd. Daarbij kunnen de schermen zich langs elkaar uit strekken en kan er een tussenliggende spouw met isolerende functie gevormd zijn. Als voorbeeld wordt een zogenoemde “foliekas” genoemd, waarvan het dak gevormd kan zijn door een enkel of dubbel scherm (dat bijvoorbeeld gevormd als één of meerdere platte vlakken of boogsegmenten, of een combinatie van vlakken en boogsegmenten uit folie). Tevens zijn er kastypen die met zowel foliebogen/vlakken als starre panelen zijn uitgevoerd. Ook in de bovengenoemde foliekassen kunnen één of meerdere geleidende opspanningen voor de schermen aanwezig zijn.In other known types of greenhouses, a screen can be clamped on or along the support structure of the greenhouse to form a roof or wall of the greenhouse itself. Such a flexible roof or flexible wall can, incidentally, be made up of two or even several screens. The screens can thereby extend alongside each other and an intermediate cavity with insulating function can be formed. A so-called “foil greenhouse” is mentioned as an example, the roof of which can be formed by a single or double screen (which for example is formed as one or more flat surfaces or arc segments, or a combination of surfaces and arc segments of foil). There are also cabinet types that are equipped with both film arches / surfaces and rigid panels. One or more conductive fixtures for the screens can also be present in the above-mentioned foil greenhouses.
[0010] In het algemeen kan de aanwezigheid van de geleidende opspanning (zoals het dradenbed 42, 44 in het voorbeeld uit figuur 1) de uitvoering van werkzaamheden bemoeilijken in die gebieden van de kas of het warenhuis die door de geleidende opspanning begrensd zijn. Het is daarom wenselijk om een werkwijze en een inrichting te verschaffen waarmee operaties in deze gebieden kunnen worden vergemakkelijkt.In general, the presence of the conductive fixture (such as the wire bed 42, 44 in the example from Figure 1) can make it difficult to perform work in those areas of the greenhouse or the greenhouse that are limited by the conductive fixture. It is therefore desirable to provide a method and a device with which operations in these areas can be facilitated.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDINGBRIEF DESCRIPTION OF THE INVENTION
[0011] Daartoe voorziet de uitvinding volgens een eerste aspect in een werkwijze voor het verplaatsen van een inspectie- of bewerkingsorgaan langs een geleidende opspanning voor een schermdoek van een kas of warenhuis. De geleidende opspanning spant nagenoeg een vlak op met een afgekeerde zijde. De werkwijze omvat het voorzien van het inspectie- of bewerkingsorgaan in of aan een autonoom aangedreven voertuig, en het laten voortbewegen van het voertuig met het inspectie- of bewerkingsorgaan langs de afgekeerde zijde van de geleidende opspanning.To this end, according to a first aspect, the invention provides a method for moving an inspection or processing member along a conductive fixture for a screen cloth of a greenhouse or greenhouse. The conductive fixture spans almost a plane with a turned side. The method comprises providing the inspection or processing member in or on an autonomously driven vehicle, and causing the vehicle to move forward with the inspection or processing member along the remote side of the conductive fixture.
[0012] Het autonome voertuig is zelfstandig verplaatsbaar langs (bijvoorbeeld over) de geleidende opspanning. Het voertuig kan op afstand bestuurbaar zijn uitgevoerd en/of met sensoren die een bepaalde autonome voortbeweging langs de geleidende opspanning mogelijk maken.The autonomous vehicle is independently movable along (for example over) the conductive fixture. The vehicle can be designed to be remote-controlled and / or with sensors that enable a certain autonomous movement along the conductive clamping.
[0013] De uitdrukking “spant een vlak op” wil hier zeggen dat de afzonderlijke onderdelen van de geleidende opspanning in hetzelfde mathematisch vlak liggen. Deze uitdrukking moet niet beperkt worden uitgelegd als een opspanning die zelf een vlak van aaneengesloten materiaal vormt, hoewel dit wel een mogelijkheid vormt. Naast gesloten folies of schermen zijn opspanningen van draden, netten, banen, e.d. ook mogelijk. De uitdrukking “nagenoeg een vlak” duidt hier op een dermate strakke bevestiging van de geleidende opspanning dat deze maar weinig uitwijking vertoont in een richting een loodrecht op de spanrichting(en). Dit neemt niet weg dat de opspanning onder invloed van het eigen gewicht lokaal enkele procenten van een mathematisch ideaal vlak kan afwijken.The term "stretches a plane" here means that the individual parts of the conductive fixture are in the same mathematical plane. This expression should not be interpreted to a limited extent as a fixture that itself forms a surface of contiguous material, although this is a possibility. In addition to closed films or screens, tensioning of wires, nets, webs, etc. is also possible. The expression "almost a plane" here indicates that the conductive fixture is so tightly fastened that it shows little deviation in a direction perpendicular to the tension direction (s). This does not alter the fact that the clamping can deviate a few percent from a mathematical ideal plane under the influence of its own weight.
[0014] De afgekeerde zijde van de geleidende opspanning begrenst een gebied dat vanuit het begane deel van de kas of het warenhuis minder toegankelijk is. De afgekeerde zijde kan bijvoorbeeld een bovenzijde zijn van een dradenbed voor een klimaatscherm dat een onderliggende teeltruimte overspant. Het vlak dat wordt opgespannen door de geleidende opspanning kan bijvoorbeeld nagenoeg horizontaal lopen, zodat de afgekeerde zijde een bovenzijde van de geleidende opspanning vormt. In dit voorbeeld wordt het voertuig met het inspectie- of bewerkingsorgaan langs (en bijvoorbeeld over) de bovenzijde van de geleidende opspanning voortbewogen.The remote side of the conductive fixture defines an area that is less accessible from the ground part of the greenhouse or the department store. The turned side can be, for example, an upper side of a wire bed for a climate screen that spans an underlying cultivation space. The surface that is clamped by the conductive fixture can, for example, run substantially horizontally, so that the turned side forms an upper side of the conductive fixture. In this example, the vehicle with the inspection or processing member is advanced along (and for example over) the top of the conductive fixture.
[0015] De term “scherm” duidt hier in brede zin op een velvormig orgaan, eventueel met bevestigingsmiddelen, dat kan fungeren als een materiaalbarrière en/of dat één of meerdere klimaat-regulerende en/of andere energie-gerelateerde functies kan vervullen. Met de term “schermdoek” wordt in deze context het velvormige orgaan op zich bedoeld. Onder schermdoeken worden hier onder andere folies, doeken (bijv. van het geweven of gebreide type), matten, foliebaanschermen, etc. gerekend. Schermen met klimaat-regulerende en/of andere energie-gerelateerde functies kunnen deel uitmaken van de hoofdconstructie van de kas of het warenhuis zelf, of kunnen aan een binnenkant en/of aan een buitenkant van de hoofdconstructie van de kas of het warenhuis als toevoeging zijn aangebracht. Voorbeelden van klimaat-regulerende functies zijn zonwering, verduistering, vochtregulering, stromingsbarrière en/of thermische isolatie. Deze functies hebben vooral betrekking op het klimaat binnen de kas of het warenhuis. Voorbeelden van andere energie-gerelateerde functies zijn bijvoorbeeld het verzamelen van zonne-energie of het uitstralen van overtollige thermische energie door middel van een scherm dat fungeert als een radiator, zonnepaneel, of zonnecollector. Schermen die fungeren als een materiaalbarrière vormen doorgaans een onderdeel van de hoofdconstructie van de kas of het warenhuis zelf, zoals bijvoorbeeld een scherm dat zodanig is opgespannen dat het zelf een flexibel dak of een flexibele wand van de kas of het warenhuis vormt. Alle bovengenoemde varianten van scherm(doek)en in, aan, buiten, of als onderdeel van een warenhuis worden in de huidige context beschouwd als een scherm(doek) “van” een kas of warenhuis.The term "screen" here refers in a broad sense to a sheet-like member, optionally with fasteners, which can act as a material barrier and / or which can fulfill one or more climate-regulating and / or other energy-related functions. The term "screen cloth" in this context means the sheet-shaped organ per se. Screen cloths include films, cloths (for example of the woven or knitted type), mats, film web screens, etc. Screens with climate-regulating and / or other energy-related functions can be part of the main structure of the greenhouse or the department store itself, or can be added on an inside and / or on the outside of the main structure of the greenhouse or the department store applied. Examples of climate-regulating functions are sun protection, darkening, moisture regulation, flow barrier and / or thermal insulation. These functions mainly relate to the climate within the greenhouse or the department store. Examples of other energy-related functions are, for example, collecting solar energy or radiating excess thermal energy through a screen that acts as a radiator, solar panel, or solar collector. Screens that act as a material barrier usually form part of the main structure of the greenhouse or the greenhouse itself, such as, for example, a screen that is clamped in such a way that it itself forms a flexible roof or wall of the greenhouse or the greenhouse. All the above variants of screen (cloth) and in, on, outside, or as part of a department store are considered in the current context as a screen (cloth) "from" a greenhouse or department store.
[0016] Een schermdoek kan in uiteenlopende vormen en/of oriëntaties in of aan de kas of het warenhuis zijn aangebracht. Een dergelijk schermdoek kan bijvoorbeeld in een horizontale oriëntatie (bijvoorbeeld een dekscherm), in een verticale oriëntatie (bijvoorbeeld een wandscherm), in een hellende oriëntatie (bijvoorbeeld een schuin aflopende buitenwand of een spouwvormend dakscherm), of in een gekromde vorm (zoals een enkel of dubbel gelaagd boogvormig kasdak) in of aan de kas of het warenhuis zijn aangebracht.A screen can be arranged in various shapes and / or orientations in or on the greenhouse or the greenhouse. Such a screen cloth can, for example, be in a horizontal orientation (for example a cover screen), in a vertical orientation (for example a wall screen), in an inclined orientation (for example a sloping outer wall or a cavity forming roof screen), or in a curved shape (such as a single or double-layered arched greenhouse roof) are installed in or on the greenhouse or the department store.
[0017] Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt het voortbewegen van het voertuig langs de afgekeerde zijde van de geleidende opspanning uitgevoerd ten behoeve van het intrekken of uittrekken van een schermdoek langs de geleidende opspanning. Daarbij kan het schermdoek indirect met het voertuig gekoppeld zijn middels een trekkabel of hulpdraad en/of een tussenliggend intrekorgaan, of direct met een uiteinde van het schermdoek (bijvoorbeeld in prop- of knoopvorm) gekoppeld zijn aan het voertuig.According to an embodiment of the method, the propulsion of the vehicle along the remote side of the conductive fixture is performed for the purpose of retracting or withdrawing a screen cloth along the conductive fixture. In this case, the screen can be indirectly coupled to the vehicle by means of a pulling cable or auxiliary wire and / or an intermediate retractor, or can be directly connected to the vehicle with an end of the screen (e.g. in plug or knot form).
[0018] De scherminrichting met één of meer schermdoeken dient tijdens of na de opbouw van de kas of het warenhuis te worden geïnstalleerd. Voordat de schermdoeken kunnen worden opgespannen moet er eerst een bed van geleidingsdraden worden aangebracht, om de schermdoeken afdoende te kunnen geleiden en ondersteunen. Ook komt het voor dat een dergelijk scherm na een bepaalde tijd, bijvoorbeeld aan het einde van de effectieve levensduur, moet worden verwisseld.The screening device with one or more screens must be installed during or after the construction of the greenhouse or the greenhouse. Before the screens can be tensioned, a bed of guide wires must first be provided in order to be able to adequately guide and support the screens. It also happens that such a screen has to be exchanged after a certain time, for example at the end of the effective life.
[0019] Volgens bekende methoden wordt vóór de installatie van het schermdoek eerst handmatig een hulpdraad over of door het geleidende dradenbed aangebracht. Deze hulpdraad moet over en nagenoeg haaks op de geleidingsdraden langs het dradenbed worden aangebracht. Deze hulpdraad kan bijvoorbeeld met een trekkabel worden verbonden of zelf een trekkabel zijn die aan een intrekmechaniek van het schermdoek wordt bevestigd, bedoeld om het scherm door de schermgeleidingsprofielen over het dradenbed heen in te kunnen trekken. Om het schermdoek over de volledige langsafstand van het dradenbed in te kunnen trekken dient de trekdraad over de volledige langsafstand van het dradenbed te worden aangebracht.According to known methods, prior to the installation of the screen cloth, an auxiliary wire is first manually applied over or through the conductive wire bed. This auxiliary wire must be laid over and almost perpendicular to the guide wires along the wire bed. This auxiliary wire can for instance be connected to a pull cable or itself be a pull cable that is attached to a retraction mechanism of the screen cloth, intended to be able to pull the screen through the screen guide profiles over the wire bed. In order to be able to pull in the screen fabric over the entire longitudinal distance of the wire bed, the pull wire must be laid over the entire length of the wire bed.
[0020] In de praktijk is deze methode foutgevoelig gebleken, omdat de hulpdraad niet in alle gevallen langs de juiste zijde (bijvoorbeeld de bovenzijde) van iedere geleidingsdraad wordt gevoerd. Bij toepassing van een meervoudig uitgevoerd geleidingsdradenbed - d.w.z. met boven elkaar gelegen lagen van geleidingsdraden -kan de trekkabel zelfs op meerdere verkeerde zijden van afzonderlijke geleidingsdradenparen worden aangebracht. Een verkeerd aanbrengen van een hulpdraad is in de praktijk zeer lastig visueel waarneembaar, vooral in hoge kassen of warenhuizen, voor geleidingsdraden die deels doorzichtig zijn (bijvoorbeeld nylondraden), en/of voor schermdoeken met een aanzienlijke lengte (van enkele tientallen of zelfs honderden meters).In practice, this method has been found to be error-prone because the auxiliary wire is not always passed along the correct side (for example the top side) of each guidewire. When a multiple-wire guide bed is used, i.e. with layers of guide wires superimposed on each other, the traction cable can even be arranged on several wrong sides of separate guide-wire pairs. Incorrect application of an auxiliary wire is in practice very difficult to detect visually, especially in high greenhouses or department stores, for guide wires that are partly transparent (for example nylon wires), and / or for screens with a considerable length (of a few tens or even hundreds of meters) ).
[0021] Een verkeerde positionering van de trekkabel levert in alle bovengenoemde situaties een verhoogd risico op falen tijdens het installeren of gebruiken van het schermdoek. De schermgeleiding kan het bijvoorbeeld onmogelijk maken dat het schermdoek langs de verkeerde zijde van de geleidingsdraad wordt geleid. Ook kunnen er bij toepassing van geknoopte hulpdraadsegmenten belemmeringen optreden ten gevolge van het haken van de verbindingsknopen achter de geleidingsdraden.In all the above situations, incorrect positioning of the traction cable leads to an increased risk of failure during installation or use of the screen. The screen guide can, for example, make it impossible for the screen to be guided along the wrong side of the guide wire. When using knotted auxiliary wire segments, obstacles may also occur as a result of the hooking of the connecting nodes behind the guide wires.
[0022] Volgens uitvoeringsvormen omvat het bewerkingsorgaan van het voertuig een koppelorgaan voor bevestiging van een trekkabel of hulpdraad. In deze uitvoeringen omvat de werkwijze: - het tijdelijk vastmaken van een deel van de trekkabel of hulpdraad aan het koppelorgaan, en - het laten voortbewegen van het voertuig met vastgemaakte trekkabel of hulpdraad langs de afgekeerde zijde van de geleidende opspanning, en daarbij het plaatsen van de trekkabel of hulpdraad langs de geleidende opspanning.According to embodiments, the vehicle's processing member comprises a coupling member for attaching a traction cable or auxiliary wire. In these embodiments, the method comprises: - temporarily securing a part of the traction cable or auxiliary wire to the coupling member, and - causing the vehicle to move forward with the attached traction cable or auxiliary wire along the remote side of the conductive fixture, and thereby placing the traction cable or auxiliary wire along the conductive fixture.
[0023] Gebruik van een dergelijk autonoom voertuig (bijv. een robot) voor het rijgen van de hulpdraad of trekkabel tussen de spandraden door helpt menselijke fouten te voorkomen en vergroot de betrouwbaarheid van het aanbrengen van een dergelijke trekkabel of hulpdraad.Use of such an autonomous vehicle (e.g. a robot) to thread the auxiliary wire or traction cable between the tension wires helps to prevent human error and increases the reliability of installing such a traction cable or auxiliary wire.
[0024] Volgens een verdere uitvoeringsvorm strekt de geleidende opspanning zich uit over een langsbereik langs een steunconstructie van de kas of het warenhuis. In deze uitvoering omvat het laten voortbewegen van het voertuig tevens het aanbrengen van de trekkabel of hulpdraad over het gehele langsbereik langs de afgekeerde zijde van de geleidende opspanning.According to a further embodiment, the conductive fixture extends over a longitudinal range along a support structure of the greenhouse or the greenhouse. In this embodiment, allowing the vehicle to move forward also comprises the provision of the traction cable or auxiliary wire over the entire longitudinal range along the remote side of the conductive fixture.
[0025] Het langsbereik van de steunconstructie kan bijvoorbeeld corresponderen met nagenoeg de gehele lengte van een aaneengeschakelde serie spanten in de steunconstructie van de kas of het warenhuis. Een dergelijke aaneengeschakelde serie van spanten kan zich over een langsbereik van enkele tientallen of zelfs honderden meters uit strekken. Het optisch inspecteren van een aangebrachte trekdraad of hulpdraad langs dergelijke grote spantconstructies is zeer intensief en foutgevoelig, zodat de werkwijze volgens deze uitvoeringsvorm de betrouwbaarheid van het aanbrengen van een dergelijke trekkabel of hulpdraad aanzienlijk kan vergroten.The longitudinal range of the support structure may, for example, correspond to substantially the entire length of a concatenated series of trusses in the support structure of the greenhouse or the greenhouse. Such a concatenated series of trusses can extend over a longitudinal range of a few tens or even hundreds of meters. The optical inspection of an applied pull wire or auxiliary wire along such large truss constructions is very intensive and error-prone, so that the method according to this embodiment can considerably increase the reliability of installing such a pull cable or auxiliary wire.
[0026] Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder: - het van het koppelorgaan losmaken van het ene deel van de trekkabel of hulpdraad, na het laten voortbewegen van het voertuig en het aanbrengen van de trekkabel of hulpdraad over het gehele langsbereik langs de afgekeerde zijde van de geleidende opspanning; - het vastmaken van het ene deel van de trekkabel of hulpdraad aan een verdere kabeltrekinrichting; - het vastmaken van een ander deel van de trekkabel of hulpdraad aan een intrekorgaan dat gekoppeld is aan een schermdoek, en - het verplaatsen van het intrekorgaan en het schermdoek over de geleidende opspanning door het aandrijven van de kabeltrekinrichting.According to a further embodiment, the method further comprises: - detaching one part of the traction cable or auxiliary wire from the coupling member, after having the vehicle move forward and arranging the traction cable or auxiliary wire over the entire longitudinal range along the remote side of the conductive fixture; - attaching one part of the pull cable or auxiliary wire to a further cable pull device; - attaching another part of the pull cable or auxiliary wire to a retractor which is coupled to a screen cloth, and - displacing the retractor and the screen cloth over the conductive clamping by driving the cable pulling device.
[0027] Het intrekorgaan kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een triangel met een canvas zeil of doek met een bevestigingspunt voor de trekkabel aan een tophoek van de triangel en het schermdoek aan een tegenoverliggende basis van de triangel.The retractor may, for example, be in the form of a triangle with a canvas tarpaulin or cloth with an attachment point for the traction rope at a top angle of the triangle and the screen cloth on an opposite base of the triangle.
[0028] Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm omvat het bewerkingsorgaan van het voertuig een koppelorgaan bedoeld voor bevestiging van een intrekorgaan dat direct verbonden is met een schermdoek. In deze uitvoering omvat de werkwijze: - het tijdelijk vastmaken van het intrekorgaan aan het koppelorgaan, en - het laten voortbewegen van het voertuig met vastgemaakt intrekorgaan langs de afgekeerde zijde van de geleidende opspanning, en daarbij het verplaatsen van het intrekorgaan en het schermdoek langs de geleidende opspanning.According to an alternative embodiment, the vehicle's processing member comprises a coupling member intended for attaching a retracting member that is directly connected to a screen cloth. In this embodiment, the method comprises: - temporarily attaching the retractor to the coupling member, and - allowing the vehicle to move with the retracter retracted along the remote side of the conductive fixture, and thereby moving the retractor and the screen along the conductive clamping.
[0029] Ook is een variant mogelijk waarin het schermdoek niet indirect gekoppeld is aan het voertuig door middel van het intrekorgaan, maar waarin het schermdoek direct met een uiteinde aan het voertuig gekoppeld is, waarna het voertuig met vastgemaakt schermdoek langs de geleidende opspanning wordt verplaatst.A variant is also possible in which the screen cloth is not indirectly coupled to the vehicle by means of the retractor, but in which the screen cloth is directly connected to the vehicle with one end, after which the vehicle with attached screen cloth is moved along the conductive fixture .
[0030] In deze uitvoeringen dient het autonome voertuig als een trekinrichting voor het direct intrekken van het schermdoek langs de geleidende opspanning. Hierbij resulteert het laten voortbewegen van het voertuig - eventueel met vastgemaakt intrekorgaan - langs de afgekeerde zijde van de geleidende opspanning, direct in het verplaatsen en intrekken van het schermdoek. Deze toepassing van het autonome voertuig maakt een efficiënte geautomatiseerde intrekmethode mogelijk.In these embodiments, the autonomous vehicle serves as a pulling device for directly retracting the screen fabric along the conductive fixture. Hereby moving the vehicle - possibly with attached retractor - along the turned side of the conductive fixture results directly in moving and retracting the screen. This application of the autonomous vehicle makes an efficient automated withdrawal method possible.
[0031 ] Volgens een uitvoeringsvormen omvat de geleidende opspanning een aantal eerste geleidingsdraden die gezamenlijk het vlak opspannen. Hier omvat het laten voortbewegen van het voertuig een voortbeweging langs een traject in een langsrichting langs en hoofdzakelijk evenwijdig aan het vlak. De eerste geleidingsdraden kunnen bijvoorbeeld onderling nagenoeg evenwijdig lopen en zich langs een dwarsrichting in het vlak uitstrekken. Daarbij kan het traject van het voertuig in de langsrichting bijvoorbeeld hoofdzakelijk loodrecht op de dwarsrichting van de geleidingsdraden lopen.According to one embodiment, the conductive fixture comprises a number of first guidewires that collectively span the plane. Here, moving the vehicle forward involves moving along a path in a longitudinal direction along and substantially parallel to the plane. The first guide wires can, for example, run substantially parallel to each other and extend along the transverse direction in the plane. The trajectory of the vehicle in the longitudinal direction can then, for example, run substantially perpendicular to the transverse direction of the guide wires.
[0032] Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat de geleidende opspanning een aantal tweede geleidingsdraden die een tweede vlak opspannen, welke zich boven het eerste vlak van eerste geleidingsdraden bevindt. In deze uitvoering omvat het laten voortbewegen van het voertuig tevens een voortbeweging tussen het eerste vlak van eerste geleidingsdraden en het tweede vlak van tweede geleidingsdraden in.According to a further embodiment, the conductive fixture comprises a number of second guidewires that tension a second plane, which is located above the first plane of first guidewires. In this embodiment, advancing the vehicle also comprises advancing between the first plane of first guide wires and the second plane of second guide wires.
[0033] Volgens uitvoeringsvormen omvat de kas of het warenhuis ten minste een schermprofïel voor het bevestigen van een langsrand van het schermdoek, en is het voertuig voorzien van een profïelkoppeling voor het realiseren van een verschuifbare verbinding tussen het voertuig en het ten minste ene schermprofïel. In deze uitvoeringen omvat het laten voortbewegen van het voertuig: - het eerst verbinden van het voertuig met het schermprofïel middels de profïelkoppeling, gevolgd door - het voortbewegen van het voertuig langs zowel het schermprofïel als langs de afgekeerde zijde van de geleidende opspanning.According to embodiments, the greenhouse or the greenhouse comprises at least one screen profile for attaching a longitudinal edge of the screen cloth, and the vehicle is provided with a profile coupling for realizing a sliding connection between the vehicle and the at least one screen profile. In these embodiments, advancing the vehicle comprises: - first connecting the vehicle to the screen profile by means of the profile coupling, followed by - moving the vehicle along both the screen profile and along the remote side of the conductive fixture.
[0034] Het schermprofïel fungeert hier als een tijdelijke rails voor het geleiden van het autonome voertuig tijdens voortbewegen langs de opspanning. Dergelijke schermprofïelen voor bevestiging van langsranden van het schermdoek kunnen bijvoorbeeld langs en nagenoeg evenwijdig met de spanten in een horizontale richting zijn aangebracht. In andere uitvoeringen kunnen de schermprofïelen ook anders georiënteerd zijn, zoals bijvoorbeeld haaks op de spanten. In al deze uitvoeringen strekt het schermprofïel zich bij voorkeur uit in een richting die nagenoeg evenwijdig loopt aan de afgekeerde zijde van de geleidende opspanning.The screen profile here functions as a temporary rail for guiding the autonomous vehicle during travel along the fixture. Such screen profiles for fixing longitudinal edges of the screen cloth can, for example, be arranged along and substantially parallel to the trusses in a horizontal direction. In other embodiments, the screen profiles can also be oriented differently, such as for example perpendicular to the trusses. In all of these embodiments, the screen profile preferably extends in a direction that is substantially parallel to the remote side of the conductive fixture.
[0035] Volgens een verdere uitvoeringsvorm is het schermprofïel voorzien van een langsgeleiding, en is de profïelkoppeling van het voertuig verbindbaar met de langsgeleiding voor het verschuifbaar verbinden van het voertuig met het schermprofïel. Een dergelijke langsgeleiding kan gevormd zijn door een kamer, richel, of soortgelijke rails met langssymmetrie in of aan het schermprofïel, die gevormd is voor het mogelijk maken van de verschuifbare verbinding met het voertuig. De profïelkoppeling van het voertuig kan voorzien zijn van een koppeldeel voor losmaakbare bevestiging van een verwisselbaar aanzetstuk. Hier omvat het verbinden van het voertuig met het schermprofïel middels de profïelkoppeling: - het selecteren en bevestigen van een aanzetstuk met een vorm complementair aan de langsgeleiding voor het realiseren van de verschuifbare verbinding tussen het voertuig en het schermprofïel, zodanig dat alleen verschuiving van de verbinding langs het schermprofïel toegestaan is terwijl beweging van de verbinding dwars op het schermprofïel aanzienlijk beperkt wordt.According to a further embodiment, the screen profile is provided with a longitudinal guide, and the profile coupling of the vehicle can be connected to the longitudinal guide for slidably connecting the vehicle to the screen profile. Such a longitudinal guide can be formed by a chamber, ledge, or similar rails with longitudinal symmetry in or on the screen profile, which is formed to allow the sliding connection to the vehicle. The profile coupling of the vehicle can be provided with a coupling part for releasable attachment of an exchangeable attachment. Here, connecting the vehicle to the screen profile by means of the profile coupling comprises: - selecting and fixing an extension piece with a shape complementary to the longitudinal guide for realizing the sliding connection between the vehicle and the screen profile, such that only shifting of the connection along the screen profile is permitted while movement of the connection across the screen profile is considerably restricted.
[0036] Het koppeldeel dat een onderdeel vormt van de profïelkoppeling van het voertuig kan losmaakbaar zijn uitgevoerd, zodanig dat uitwisseling van aanzetstukken mogelijk wordt gemaakt. Hierdoor kan voor verschillende schermprofïelen steeds een bijpassend aanzetstuk worden gevonden dat complementair gevormd is aan de langsgeleiding van het schermprofïel. De langsgeleiding in/aan het schermprofïel kan bijvoorbeeld gevormd zijn als een kamer voor het opnemen van een geleidingselement zoals een strip van het schermdoek.The coupling part that forms part of the profile coupling of the vehicle can be made detachable, such that exchange of attachments is made possible. As a result, a matching extension piece can always be found for different screen profiles that is complementary to the longitudinal guide of the screen profile. The longitudinal guide in / on the screen profile can for instance be formed as a chamber for receiving a guide element such as a strip of the screen cloth.
[0037] Volgens alternatieve uitvoeringsvormen is het echter mogelijk dat de kas of het warenhuis voorzien is van een of meer separate langsgeleidingen, en waarbij het voertuig voorzien is van een profïelkoppeling voor het realiseren van een verschuifbare verbinding tussen het voertuig en de ten minste ene langsgeleiding. Het laten voortbewegen van het voertuig omvat hier: - het eerst verbinden van het voertuig met de langsgeleiding middels de profïelkoppeling, gevolgd door - het voortbewegen van het voertuig langs zowel de langsgeleiding als langs de afgekeerde zijde van de geleidende opspanning. Een dergelijk langsgeleiding kan specifiek in de kas of het warenhuis zijn aangebracht voor het geleiden van de robot langs de geleidende opspanning. Een dergelijk langsgeleiding kan bijvoorbeeld een specifiek geleidingsprofiel zijn die apart aan een deel van de draagconstructie (bijvoorbeeld een spant) van de kas of het warenhuis is bevestigd, of als integraal deel van de draagconstructie (bijvoorbeeld een spant) is gevormd. Bovengenoemde varianten met kamers en/of koppeldelen in verband met schermprofielen zijn toepasbaar in deze alternatieve uitvoeringen met aparte langsgeleidingen.According to alternative embodiments, however, it is possible that the greenhouse or the greenhouse is provided with one or more separate longitudinal guides, and wherein the vehicle is provided with a profile coupling for realizing a sliding connection between the vehicle and the at least one longitudinal guide . The propelling of the vehicle here comprises: - first connecting the vehicle to the longitudinal guide by means of the profile coupling, followed by - propelling the vehicle along both the longitudinal guide and along the remote side of the conductive fixture. Such a longitudinal guide can be arranged specifically in the greenhouse or the greenhouse for guiding the robot along the conductive fixture. Such a longitudinal guide can for instance be a specific guide profile which is separately attached to a part of the support structure (for example a truss) of the greenhouse or the greenhouse, or is formed as an integral part of the support structure (for example a truss). The aforementioned variants with chambers and / or coupling parts in connection with screen profiles are applicable in these alternative embodiments with separate longitudinal guides.
[0038] Volgens verdere uitvoeringsvormen omvat de kas of het warenhuis twee schermprofielen die ingericht zijn voor het bevestigen van twee tegenovergelegen langsranden van het schermdoek. In deze uitvoeringen omvat de werkwijze: - het voorzien van twee autonoom aangedreven voertuigen die ieder voorzien zijn van een koppelorgaan voor bevestiging aan het schermdoek, en van een profïelkoppeling voor het realiseren van een verschuifbare verbinding tussen het betreffende voertuig en een corresponderende schermprofïel; - het verbinden van de koppelorganen met het schermdoek, en het middels de profielkoppelingen verbinden van één van de voertuigen met het ene schermprofïel, en van het andere van de voertuigen met het andere schermprofïel, gevolgd door - het gelijktijdig laten voortbewegen van de voertuigen met vastgemaakt schermdoek langs de corresponderende schermprofielen, en daarbij het verplaatsen van het schermdoek over de geleidende opspanning.According to further embodiments, the greenhouse or the greenhouse comprises two screen profiles which are adapted to attach two opposite longitudinal edges of the screen cloth. In these embodiments, the method comprises: - providing two autonomously driven vehicles, each of which is provided with a coupling member for attachment to the screen, and with a profile coupling for realizing a sliding connection between the relevant vehicle and a corresponding screen profile; - connecting the coupling members to the screen, and connecting one of the vehicles with the one screen profile through the profile couplings, and the other of the vehicles with the other screen profile, followed by - allowing the vehicles to be fastened at the same time screen cloth along the corresponding screen profiles, and thereby moving the screen cloth over the conductive fixture.
[0039] Het gebruik van twee autonome voertuigen langs elk van twee tegenovergelegen schermprofielen maakt het mogelijk om het schermdoek symmetrisch te belasten, zodat het intrekken van het schermdoek op betrouwbare en geautomatiseerde wijze kan worden uitgevoerd. Het bewerkingsorgaan van elk voertuig kan daarbij een koppelorgaan omvatten voor mechanische verbinding met het schermdoek. Zo kan het schermdoek bijvoorbeeld voorzien zijn van geleidingselementen (zoals geleidingsstrips) aan of langs de tegenovergelegen langsranden van het schermdoek en kan het koppelorgaan van elk voertuig zijn ingericht voor mechanische verbinding met een dergelijk geleidingselement. Andere directe of indirecte verbindingsvormen tussen de voertuigen en het schermdoek zijn echter mogelijk.The use of two autonomous vehicles along each of two opposite screen profiles makes it possible to load the screen cloth symmetrically, so that retracting the screen cloth can be carried out in a reliable and automated manner. The processing member of each vehicle can herein comprise a coupling member for mechanical connection to the screen. The screen can for instance be provided with guide elements (such as guide strips) on or along the opposite longitudinal edges of the screen cloth and the coupling member of each vehicle can be adapted for mechanical connection to such a guide element. However, other direct or indirect forms of connection between the vehicles and the screen fabric are possible.
[0040] Volgens een tweede aspect, en in overeenstemming met de voordelen en effecten die hierboven beschreven zijn met betrekking tot het eerste aspect, voorziet de uitvinding in een voertuig, dat ingericht is voor het bewegen langs een afgekeerde zijde van een geleidende opspanning voor een schermdoek van een kas of warenhuis. Dit voertuig omvat: - een chassis; - een inspectie- of bewerkingsorgaan voorzien in of aan het chassis, en - een aandrijving voor het bewegen van het chassis in een eerste richting langs en hoofdzakelijk evenwijdig aan het eerste vlak opgespannen door de geleidende opspanning.According to a second aspect, and in accordance with the advantages and effects described above with respect to the first aspect, the invention provides a vehicle adapted to move along a remote side of a conductive fixture for a screen cloth from a greenhouse or department store. This vehicle comprises: - a chassis; - an inspection or processing member provided in or on the chassis, and - a drive for moving the chassis in a first direction along and substantially parallel to the first surface clamped by the conductive clamping.
[0041 ] Volgens een uitvoeringsvorm omvat het bewerkingsorgaan een koppelorgaan voor het tijdelijk aan het chassis vastzetten van ten minste een van: - het schermdoek, bijvoorbeeld middels een geleidingselement (zoals een geleidingsstrip) dat bevestigd is aan of langs een langsrand van het schermdoek; - een trekkabel, bijvoorbeeld ingericht voor verbinding met een intrekorgaan voor het schermdoek; -een hulpdraad, bijvoorbeeld ingericht voor verbinding met de trekkabel, en - een intrekorgaan voor het schermdoek.According to an embodiment, the processing member comprises a coupling member for temporarily fixing at least one of: the screen cloth to the chassis, for example by means of a guide element (such as a guide strip) which is attached to or along a longitudinal edge of the screen cloth; - a pull cable, for example arranged for connection to a retracting member for the screen cloth; - an auxiliary wire, for example arranged for connection to the traction cable, and - a retractor for the screen cloth.
[0042] Volgens een uitvoeringsvorm omvat het voertuig een profielkoppeling voor het realiseren van een verschuifbare verbinding tussen het voertuig en een schermprofiel aan de draagconstructie van de kas of het warenhuis, zodanig dat verschuiving van de verbinding langs het schermprofiel toegestaan is, terwijl beweging van de verbinding dwars op het schermprofiel aanzienlijk beperkt wordt. De profielkoppeling kan eventueel in ten minste een van de verticale richting Z, de langsrichting Y, en/of de dwarsrichting X verstelbaar ten opzichte van het chassis van het voertuig zijn uitgevoerd.According to an embodiment, the vehicle comprises a profile coupling for realizing a sliding connection between the vehicle and a screen profile on the support structure of the greenhouse or the greenhouse, such that displacement of the connection along the screen profile is permitted, while movement of the connection across the screen profile is considerably limited. The profile coupling can optionally be made adjustable in at least one of the vertical direction Z, the longitudinal direction Y, and / or the transverse direction X with respect to the chassis of the vehicle.
[0043] Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de profïelkoppeling van het voertuig aan een zijkant van het chassis voorzien, en omvat de aandrijving voortbewegingsmiddelen voor het direct aangrijpen met de geleidende opspanning, om autonome voortbeweging van het voertuig in een langsrichting ten opzichte van de geleidende opspanning te realiseren, terwijl beweging van het voertuig dwars ten opzichte van het schermprofïel door de profïelkoppeling aanzienlijk beperkt wordt.According to a further embodiment, the vehicle's profile coupling is provided on a side of the chassis, and the drive comprises propulsion means for directly engaging the conductive fixture for autonomous propulsion of the vehicle in a longitudinal direction relative to the conductive fixture while the movement of the vehicle transversely with respect to the screen profile through the profile coupling is considerably limited.
[0044] De voortbewegingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld gevormd zijn door een snaar of een riem die langs een traject in de langsrichting beweegbaar is ten opzichte van het chassis, en die ingericht is voor het direct mechanisch contact maken met de geleidende opspanning om autonome voortbeweging van het voertuig in de langsrichting ten opzichte van de geleidende opspanning te realiseren.The propulsion means may be formed, for example, by a belt or belt which is movable along a path in the longitudinal direction with respect to the chassis and which is adapted to make direct mechanical contact with the conductive clamping for autonomous propulsion of the vehicle. to be realized in the longitudinal direction with respect to the conductive clamping.
[0045] In het geval dat de geleidende opspanning onderste geleidingsdraden omvat die nagenoeg in het eerste vlak van de geleidende opspanning liggen, kan de genoemde snaar of riem zijn ingericht om direct contact te maken met deze onderste geleidingsdraden. In het geval dat de onderste geleidingsdraden op een onderlinge langsafstand ΔΥ1 liggen strekt de genoemde snaar of riem zich bij voorkeur over een lengte ΔΥν langs de langsrichting Y uit, waarbij ΔΥν > 2ΔΥ1, om stabiele plaatsing en voortbeweging te realiseren.In the case that the conductive fixture comprises lower guide wires that are substantially in the first plane of the conductive fixture, said string or belt may be arranged to make direct contact with these lower guide wires. In the case that the lower guide wires are at a mutual longitudinal distance ΔΥ1, the said string or belt preferably extends over a length ΔΥν along the longitudinal direction Y, wherein ΔΥν> 2ΔΥ1, in order to realize stable placement and propulsion.
[0046] In het algemeen kunnen het chassis en/of de aandrijfmiddelen van het voertuig aan voor- en/of achteruiteinden gladde afgeschuinde delen vormen, die zijn ingericht om de geleiding van het chassis en/of de aandrijfmiddelen ten opzichte van de geleidende opspanning te faciliteren. Als alternatief of in aanvulling hierop kan het chassis van het voertuig aan een bovenzijde voorzien zijn van een afdekdeel en/of een opwaarts uitstekende geleidende structuur of rand, die is ingericht om de kans op fysiek contact tussen de aandrijfmiddelen (bijvoorbeeld een riem of snaar) en een bovendeel van de geleidende opspanning (bijvoorbeeld bovenste geleidingsdraden) tijdens verplaatsing van het voertuig te verminderen of te voorkomen.In general, the chassis and / or the drive means of the vehicle can form smooth beveled parts at the front and / or rear ends, which parts are adapted to guide the guide of the chassis and / or the drive means relative to the conductive clamping. facilitate. Alternatively or additionally, the chassis of the vehicle may be provided on a top side with a cover part and / or an upwardly protruding conductive structure or edge, which is arranged to reduce the risk of physical contact between the drive means (e.g. a belt or belt). and to reduce or prevent an upper portion of the conductive fixture (e.g., upper guide wires) during vehicle movement.
[0047] Volgens alternatieve verdere uitvoeringsvormen omvat de aandrijving van het voertuig ten minste een aangedreven wiel voor het autonoom verplaatsen van het voertuig langs het schermprofïel. Bij voorkeur zijn het wiel en de profïelkoppeling aan dezelfde zijde van het voertuig voorzien.According to alternative further embodiments, the drive of the vehicle comprises at least one driven wheel for autonomously moving the vehicle along the screen profile. The wheel and the profile coupling are preferably provided on the same side of the vehicle.
[0048] Volgens weer een verdere uitvoeringsvorm omvat de profïelkoppeling een eerste profïelkoppeldeel en een tweede profielkoppeldeel, die ingericht zijn voor het realiseren van verschuifbare verbindingen tussen het voertuig en het schermprofïel. Bij voorkeur is het aandrijfwiel in de eerste richting gelegen tussen het eerste profïelkoppeldeel en het tweede profïelkoppeldeel in.According to yet a further embodiment, the profile coupling comprises a first profile coupling part and a second profile coupling part, which are adapted to realize sliding connections between the vehicle and the screen profile. The drive wheel is preferably located in the first direction between the first profile coupling part and the second profile coupling part.
[0049] Volgens uitvoeringsvormen is het schermprofïel voorzien van een langsgeleiding, en is de profïelkoppeling van het voertuig verbindbaar met de langsgeleiding voor het verschuifbaar verbinden van het voertuig met het schermprofïel. De langsgeleiding van het schermprofïel kan bijvoorbeeld gevormd zijn door een kamer (bijvoorbeeld een langwerpige kamer die zich in de langsrichting door het schermprofïel heen uit strekt en via een langsopening aan een buitenzijde van het schermprofïel in ruimtelijke verbinding staat met een gebied buiten het schermprofïel) die speciaal gevormd is voor het opnemen van een deel van een schermdoek (bijvoorbeeld middels geleidingselementen langs het schermdoek), of voor het opnemen van andere delen van de scherminstallatie (zoals bijvoorbeeld koppel/geleidingselementen voor geleidingsdraden), of voor andere functies. De profïelkoppeling van het voertuig kan dan voorzien zijn van een koppeldeel voor een aanzetstuk dat in de kamer opneembaar is, voor het verschuifbaar verbinden van het voertuig met het schermprofïel. De langsgeleiding kan ook gevormd zijn door een kamer, richel, of soortgelijke rails met langssymmetrie in of aan het schermprofïel, die specifiek gevormd is voor het realiseren van de verschuifbare verbinding met het voertuig, bijvoorbeeld in/aan een ander gebied van het schermprofïel.According to embodiments, the screen profile is provided with a longitudinal guide, and the profile coupling of the vehicle can be connected to the longitudinal guide for slidably connecting the vehicle to the screen profile. The longitudinal guide of the screen profile can for instance be formed by a chamber (for example an elongated chamber which extends through the screen profile in the longitudinal direction and is via a longitudinal opening on an outside of the screen profile in spatial communication with an area outside the screen profile) specially shaped for receiving a part of a screen cloth (for example by means of guide elements along the screen cloth), or for receiving other parts of the screen installation (such as for instance coupling / guide elements for guide wires), or for other functions. The profile coupling of the vehicle can then be provided with a coupling part for an extension piece that can be received in the chamber, for sliding connection of the vehicle to the screen profile. The longitudinal guide can also be formed by a chamber, ledge, or similar rails with longitudinal symmetry in or on the screen profile, which is specifically formed for realizing the sliding connection with the vehicle, for example in / on another area of the screen profile.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGURENBRIEF DESCRIPTION OF THE FIGURES
[0050] Vervolgens zullen uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding uitsluitend bij wijze van voorbeeld worden beschreven aan de hand van de begeleidende schematische tekeningen, waarbij corresponderende onderdelen door corresponderende verwijzingssymbolen zijn aangegeven.Next, exemplary embodiments of the invention will be described, by way of example only, with reference to the accompanying schematic drawings, corresponding parts being indicated by corresponding reference symbols.
[0051 ] Figuur 1 toont een kas met klimaatschermen volgens de stand van de techniek; [0052] Figuur 2 toont een werkwijze volgens een uitvoeringsvorm; [0053] Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede in vooraanzicht van een voertuig en een werkwijze volgens een uitvoeringsvorm; [0054] Figuren 4a-4c tonen aanzichten van een voertuig en een werkwijze volgens alternatieve uitvoeringsvormen; [0055] Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede in vooraanzicht van een voertuig en een werkwijze volgens een andere uitvoeringsvorm; [0056] Figuur 6 toont een dwarsdoorsnede in vooraanzicht van een voertuig en een werkwijze volgens een alternatieve uitvoeringsvorm, en [0057] Figuur 7 toont een perspectiefaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van een voertuig.Figure 1 shows a greenhouse with climate screens according to the prior art; Figure 2 shows a method according to an embodiment; Figure 3 shows a cross-sectional front view of a vehicle and a method according to an embodiment; Figures 4a-4c show views of a vehicle and a method according to alternative embodiments; Figure 5 shows a cross-sectional front view of a vehicle and a method according to another embodiment; Figure 6 shows a cross-sectional front view of a vehicle and a method according to an alternative embodiment, and Figure 7 shows a perspective view of an alternative embodiment of a vehicle.
[0058] De tekeningen zijn slechts bedoeld voor illustratieve doeleinden, en dienen niet ter beperking van de beschermingsomvang die wordt gedefinieerd door de conclusies.The drawings are intended for illustrative purposes only, and are not intended to limit the scope of protection defined by the claims.
BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVORMENDESCRIPTION OF EMBODIMENTS
[0059] Ook in de volgende figuren worden Cartesische coördinaten gebruikt om de ruimtelijke eigenschappen en verhoudingen van de voorbeelduitvoering te beschrijven.Cartesian coordinates are also used in the following figures to describe the spatial properties and ratios of the exemplary embodiment.
[0060] Figuur 2 toont een deel van de kas 10 volgens figuur 1. Elementen en eigenschappen van hierboven beschreven kas 10 (zie figuur 1) kunnen ook aanwezig zijn in de uitvoering getoond figuur 2, en worden hier niet opnieuw besproken.Figure 2 shows a part of the greenhouse 10 according to figure 1. Elements and properties of the greenhouse 10 described above (see figure 1) can also be present in the embodiment shown in figure 2, and are not discussed again here.
[0061] Aan de steunconstructie 12, 14 is een dradenbed bevestigd, dat gevormd is door onderling evenwijdige geleidingsdraden 42, 44 die hoofdzakelijk horizontaal tussen de spanten 14 zijn gespannen. In dit voorbeeld strekken de geleidingsdraden 42, 44 van het dradenbed zich langs de dwarsrichting X uit, die hier nagenoeg horizontaal loopt. Het dradenbed is in dit voorbeeld dubbel uitgevoerd, met een aantal onderste geleidingsdraden 42 die een onderste geleidende opspanning 40 vormen, en een kleiner aantal bovenste geleidingsdraden 44 die een bovenste geleidende opspanning vormen. Het schermdoek 50 wordt in de verticale richting Z gezien tussen de onderste geleidingsdraden 42 en de bovenste geleidingsdraden 44 ingesloten. Tussen de onderste geleidingsdraden 42 en de bovenste geleidingsdraden 44 zijn verticale tussenruimtes ΔΖ1 gevormd. Het beweegbare schermprofiel (30, niet getoond in fig.2) is langs de geleidingsdraden 42, 44 heen en weer verplaatsbaar tussen een geopende stand en een gesloten stand.A wire bed is attached to the support structure 12, 14, which is formed by mutually parallel guide wires 42, 44 which are tensioned substantially horizontally between the trusses 14. In this example, the guide wires 42, 44 of the wire bed extend along the transverse direction X, which runs substantially horizontally here. The wire bed in this example is of a double design, with a number of lower guide wires 42 forming a lower conductive clamping 40, and a smaller number of upper guide wires 44 forming an upper conductive clamping. Seen in the vertical direction Z, the screen cloth 50 is enclosed between the lower guide wires 42 and the upper guide wires 44. Vertical gaps ΔΖ1 are formed between the lower guide wires 42 and the upper guide wires 44. The movable screen profile (30, not shown in Fig. 2) can be moved back and forth along the guide wires 42, 44 between an open position and a closed position.
[0062] In verband met het aanbrengen van het schermdoek 50, wordt het beweegbare schermprofiel 30 tot tegen het spant 14 verschoven dat zich tegenover het spant bevindt waaraan het vaste profiel 28 is bevestigd. Aan een vrije uiteinde 56 van het schermdoek 50 is een intrekorgaan 58 bevestigd, dat het mogelijk maakt om het schemndoek 50 horizontaal door de profielen 28, 30 heen in of uit te trekken. Het schermdoek 50 kan langs tegenoverliggende langsranden 54 voorzien zijn van speciaal gevormde geleidingselementen (niet getoond), om een wrijvingsarme beweging tussen het schermdoek 50 en de profielen 28, 30 tijdens intrekken of uittrekken mogelijk te maken. Deze geleidingselementen kunnen bijvoorbeeld gevormd zijn als geleidingsstrips die in of aan de langranden 54 van het schermdoek 50 zijn vastgezet (bijvoorbeeld door stikken of lijmen) en verschuifbaar binnen speciaal daartoe gevormde kamers in de profielen 28, 30 kunnen worden opgenomen. Een dergelijke configuratie van een schermdoek met geleidingsstrips nabij en nagenoeg evenwijdig aan de langsranden is bijvoorbeeld beschreven in octrooidocument NL2012719.In connection with the application of the screen cloth 50, the movable screen profile 30 is shifted against the frame 14 which is opposite the frame to which the fixed profile 28 is attached. A retraction member 58 is attached to a free end 56 of the screen cloth 50, which makes it possible to pull the screen cloth 50 horizontally in or out through the profiles 28, 30. The screen cloth 50 can be provided along opposite longitudinal edges 54 with specially shaped guide elements (not shown), to enable a low-friction movement between the screen cloth 50 and the profiles 28, 30 during retraction or withdrawal. These guide elements can be formed, for example, as guide strips which are fixed in or on the longitudinal edges 54 of the screen cloth 50 (for example by stitching or gluing) and can be slidably accommodated in the profiles 28, 30 within specially shaped chambers. Such a configuration of a screen cloth with guide strips near and substantially parallel to the longitudinal edges is described, for example, in patent document NL2012719.
[0063] Zoals is getoond in figuur 2 en nader uitgelegd in figuren 3-6 kan een autonoom voertuig 70 worden ingezet om het aanbrengen van een trekkabel of een hulpdraad 60 voor het intrekken van een schermdoek 50 te vergemakkelijken. Na plaatsing van het voertuig 70 in de ruimte tussen de geleidingsdraden 42, 44 kan het voertuig 70 worden voortbewogen over het vlak SI dat correspondeert met de bovenzijde van de onderste geleidingsdraden 42. Het voertuig 70 wordt hierbij in een traject hoofdzakelijk in de langsrichting Y verplaatst, d.w.z. hoofdzakelijk loodrecht op de spanrichting van de geleidingsdraden 42, 44 in de dwarsrichting X.As shown in Fig. 2 and further explained in Figs. 3-6, an autonomous vehicle 70 can be deployed to facilitate the provision of a pull cable or an auxiliary wire 60 for retracting a screen cloth 50. After placing the vehicle 70 in the space between the guide wires 42, 44, the vehicle 70 can be advanced over the plane S1 corresponding to the upper side of the lower guide wires 42. The vehicle 70 is hereby moved in a path mainly in the longitudinal direction Y , ie essentially perpendicular to the direction of tension of the guide wires 42, 44 in the transverse direction X.
[0064] Het voertuig is daartoe voorzien van een koppelorgaan (174, zie bijvoorbeeld figuren 4b-4c) voor het bevestigen van de trekkabel of de hulpdraad 60. Een eerste uiteinde 62 van de trekkabel of de hulpdraad 60 wordt tijdelijk vastgemaakt aan het koppelorgaan 74. Daarna wordt het voertuig 70 met vastgemaakte trekkabel of hulpdraad 60 voortbewogen over de bovenzijde van de onderste geleidingsdraden 42, zodat de trekkabel of hulpdraad 60 tussen alle geleidingsdraden 42, 44 door wordt gevoerd. Door de autonome voortbeweging van het voertuig 70 kan de trekkabel of hulpdraad 60 over het gehele langsbereik van de geleidingsdraden 42, 44 - d.w.z. langs de hele lengte van de spanten 14 door de kas 10 heen - worden aangebracht.To this end, the vehicle is provided with a coupling member (174, see, for example, Figs. 4b-4c) for fixing the traction cable or the auxiliary wire 60. A first end 62 of the traction cable or the auxiliary wire 60 is temporarily attached to the coupling member 74. Thereafter, the vehicle 70 with attached traction cable or auxiliary wire 60 is advanced over the top of the lower guide wires 42, so that the traction cable or auxiliary wire 60 is passed between all the guide wires 42, 44. As a result of the autonomous movement of the vehicle 70, the traction cable or auxiliary wire 60 can be provided through the greenhouse 10 over the entire longitudinal range of the guide wires 42, 44 - i.e. along the entire length of the trusses 14.
[0065] Nadat het eerste uiteinde 62 van de trekkabel of hulpdraad 60 naar de andere zijde van het langsbereik is gebracht kan dit uiteinde 62 worden losgemaakt en worden gekoppeld aan een verdere kabeltrekinrichting (niet getoond).After the first end 62 of the pull cable or auxiliary wire 60 has been brought to the other side of the longitudinal region, this end 62 can be released and coupled to a further cable pulling device (not shown).
[0066] In uitvoeringsvormen met alleen een trekkabel kan de trekkabel direct met een achteruiteinde aan een intrekorgaan 58 voor een in te trekken schermdoek 50 gekoppeld zijn. In uitvoeringsvormen met een hulpdraad 60 kan een tegenovergelegen uiteinde 64 van de hulpdraad 60 aan de trekkabel zijn vastgemaakt, welke op zich weer met een achteruiteinde aan het intrekorgaan 58 voor het schermdoek is vastgemaakt.In embodiments with only a tension cable, the tension cable can be directly coupled with a rear end to a retractor 58 for a screen cloth 50 to be retracted. In embodiments with an auxiliary wire 60, an opposite end 64 of the auxiliary wire 60 may be attached to the pull cable, which in itself is attached with a rear end to the retractor 58 for the screen cloth.
Het intrekorgaan 58 voor het intrekken van een schermdoek 50 kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd met een centraal trekpunt dat via een driehoekige schermflap verbonden is met een bevestigingsbalk aan het in te trekken schermdoek 50. De driehoekige schermflap kan bijvoorbeeld zijn gevormd uit een voldoende stevige folie, canvas, mat, textiel, of soortgelijk materiaal dat de intrekspankrachten van de centrale intrekkabel 60 kan overbrengen op de bevestigingsbalk. Hierdoor kan de trekkracht uitgeoefend door de centrale trekkabel 60 via de driehoekige schermflap en via het bevestigingsprofïel 58 worden overgebracht op het scherm 50, zodat het scherm 50 langs de schermprofïelen 28, 30 kan worden ingetrokken.The retraction member 58 for retracting a screen cloth 50 can, for example, be designed with a central draw point which is connected via a triangular screen flap to a mounting beam on the screen cloth 50 to be retracted. , matte, textile, or similar material capable of transferring the retraction forces of the central retraction cable 60 to the mounting beam. As a result, the tensile force exerted by the central tension cable 60 via the triangular screen flap and via the mounting profile 58 can be transferred to the screen 50, so that the screen 50 can be retracted along the screen profiles 28, 30.
[0067] De kabeltrekinrichting kan dan worden geactiveerd om de hulpdraad 60 binnen te halen, zodat het intrekorgaan 58 en het schermdoek 50 tussen de geleidingsdraden 42, 44 via de schermprofïelen 28, 30 kunnen worden ingetrokken. Na intrekken van het schermdoek 50 kunnen trekkabel 60 en bevestigingsorgaan 58 weer worden verwijderd.The cable pulling device can then be activated to bring in the auxiliary wire 60 so that the retractor 58 and the screen 50 can be retracted between the guide wires 42, 44 via the screen profiles 28, 30. After retracting the screen cloth 50, traction cable 60 and fixing member 58 can be removed again.
[0068] Figuur 3 illustreert middels een schematisch vooraanzicht de werkwijze volgens de uitvoeringsvorm uit figuur 2, en een autonoom beweegbaar voertuig 70 dat hiervoor is ingericht. Zoals al getoond in figuur 1 is de kas 10 voorzien van kolommen 12a, 12d en spanten (14, niet getoond in figuur 3) waaraan ten minste twee evenwijdige schermprofïelen 28, 30 op een eindige dwarsafstand ΔΧ0 van elkaar bevestigd zijn. De schermprofïelen 28, 30 kunnen elk voorzien zijn van een rechthoekige kamer 32 resp. 33 die ingericht is voor het opnemen van een geleidingsstrip van een schermdoek (zoals bijvoorbeeld beschreven is inNL2012917).Figure 3 illustrates, by means of a schematic front view, the method according to the embodiment from Figure 2, and an autonomously movable vehicle 70 which is adapted for this purpose. As already shown in Figure 1, the greenhouse 10 is provided with columns 12a, 12d and trusses (14, not shown in Figure 3) to which at least two parallel screen profiles 28, 30 are attached at a finite transverse distance ΔΧ0 from each other. The screen profiles 28, 30 can each be provided with a rectangular chamber 32, respectively. 33 which is adapted to receive a guide strip from a screen cloth (as described, for example, in NL2012917).
[0069] Het voertuig 70 in figuur 3 is ingericht voor het voortbewegen over de onderste geleidingsdraden 42 door middel van twee aandrijforganen 80a, 80b die onderaan en nabij beide zijkanten van het voertuig 70 voorzien zijn. Deze aandrijforganen 80 kunnen bijvoorbeeld gevormd zijn door aandrijfbanden, snaren, en/of riemen die glad of geprofileerd zijn uitgevoerd. Het voertuig 70 is hierdoor in staat om zich in een vrij middengebied op afstand van de schermprofïelen 28, 30 autonoom voort te bewegen over de onderste geleidingsdraden 42.The vehicle 70 in Figure 3 is adapted to advance over the lower guide wires 42 by means of two drive members 80a, 80b which are provided at the bottom and near both sides of the vehicle 70. These drive members 80 can be formed, for example, by drive belts, strings, and / or belts that are smooth or profiled. The vehicle 70 is hereby able to move autonomously over the lower guide wires 42 in a free central area at a distance from the screen profiles 28, 30.
[0070] Het voertuig 70 kan ingericht zijn om op afstand bestuurd te worden of om zich volledig zelfstandig over het dradenbed voort te bewegen. Het voertuig 70 kan daartoe voorzien zijn van beeldsensoren aan een voor- en/of achterzijde. Hiernaast of in aanvulling hierop kan het voertuig 70 voorzien zijn van positie-, snelheid-, en/of oriëntatiesensoren. Daarbij kan het voertuig 70 voorzien zijn van een processoreenheid die geprogrammeerd is om ten minste één van een beeldverwerkingsfunctie, een positiebepalingsfunctie, een snelheidbepalingsfïmctie, en een oriëntatiebepalingsfunctie te vervullen. De beeldsensoren en de processor kunnen gezamenlijk een autonome draadzoekende functie vervullen. Het voertuig 70 kan verder voorzien zijn van sensoren en/of organen (niet getoond) voor het uitvoeren van inspectie-, reparatie-, onderhouds-, en/of montagetaken.The vehicle 70 can be arranged to be controlled remotely or to move completely independently over the wire bed. The vehicle 70 can for this purpose be provided with image sensors on a front and / or rear. In addition to or in addition to this, the vehicle 70 may be provided with position, speed, and / or orientation sensors. Thereby, the vehicle 70 may be provided with a processor unit that is programmed to perform at least one of an image processing function, a position determining function, a speed determining function, and an orientation determining function. The image sensors and the processor can jointly fulfill an autonomous thread-seeking function. The vehicle 70 may further be provided with sensors and / or means (not shown) for performing inspection, repair, maintenance, and / or assembly tasks.
[0071] Figuren 4a-4c illustreren alternatieve uitvoeringen van de werkwijze en van een voertuig dat hiervoor is ingericht. Elementen en eigenschappen van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen (zie figuren 1-3) kunnen ook aanwezig zijn in het voertuig 170 en de kas getoond in figuren 4a-4c, en worden hier niet opnieuw besproken. Vergelijkbare elementen worden aangegeven met soortgelijke referentiecijfers, maar voorafgegaan door een 100-tal om de uitvoeringsvormen te onderscheiden.Figures 4a-4c illustrate alternative embodiments of the method and of a vehicle designed for this purpose. Elements and features of the embodiments described above (see Figures 1-3) can also be present in the vehicle 170 and the greenhouse shown in Figures 4a-4c, and are not discussed again here. Comparable elements are indicated with similar reference numerals, but preceded by around 100 to distinguish the embodiments.
[0072] Zoals getoond is in figuur 4a kan de kas 110 voorzien zijn van ten minste twee evenwijdige schermprofïelen 128, 130 die op een dwarsafstand van elkaar gelegen zijn. De schermprofïelen 128, 130 zijn in de verticale richting Z gezien tussen de onderste geleidingsdraden 142 en de bovenste geleidingsdraden 144 in gesitueerd. In dit voorbeeld is het eerste schermprofïel 128 vast gekoppeld aan spant 114, en is het tweede schermprofïel 130 beweegbaar in de dwarsrichting X tussen de geleidingsdraden 142, 144 aangebracht.As shown in Figure 4a, the greenhouse 110 can be provided with at least two parallel screen profiles 128, 130 which are situated at a transverse distance from each other. The screen profiles 128, 130 are situated in the vertical direction Z, between the lower guide wires 142 and the upper guide wires 144. In this example, the first screen profile 128 is fixedly coupled to truss 114, and the second screen profile 130 is arranged movably in the transverse direction X between the guide wires 142, 144.
[0073] Het voertuig 170 is ingericht om zich voort te bewegen langs een afgekeerde zijde van een onderste geleidende opspanning 140 voor een schermdoek 150, en in het bijzonder langs een bovenzijde van een bed van onderste geleidingsdraden 142. De uitvoering van het voertuig 170 in figuren 4a-4c is voorzien van een laterale profïelkoppeling 190, die is ingericht voor het maken van een tijdelijke en verschuifbare verbinding tussen het voertuig 170 enerzijds en één van de schermprofïelen 128, 130 anderzijds. In dit voorbeeld is het voertuig 170 (tijdelijk) verbonden met het vaste profïeldeel 128. Het vaste schermprofïel 128 is hier voorzien van een rechthoekige kamer 132, bedoeld voor bevestiging van een schermdoek 150.The vehicle 170 is adapted to move along a remote side of a lower conductive fixture 140 for a screen cloth 150, and in particular along an upper side of a bed of lower guide wires 142. The embodiment of the vehicle 170 in Figures 4a-4c is provided with a lateral profile coupling 190, which is adapted to make a temporary and slidable connection between the vehicle 170 on the one hand and one of the screen profiles 128, 130 on the other hand. In this example, the vehicle 170 is (temporarily) connected to the fixed profile part 128. The fixed screen profile 128 is here provided with a rectangular chamber 132 intended for attaching a screen cloth 150.
De profïelkoppeling 190 van het voertuig 170 is complementair gevormd om verschuifbaar ten opzichte van het vaste schermprofiel 128 in de kamer 132 te worden opgenomen, zodanig dat alleen verschuiving van de verbinding langs de langsrichting Y toegestaan is, terwijl beweging van de profïelkoppeling 190 en het voertuig 170 ten opzichte van het vaste profïeldeel 128 in de dwarsrichting X en de verticale richting Z aanzienlijk beperkt wordt. Deze profïelkoppeling 190 kan meerdere koppeldelen 190a, 190b omvatten die ruimtelijk gescheiden zijn.The profile coupling 190 of the vehicle 170 is complementarily formed to be slidably accommodated in the chamber 132 relative to the fixed screen profile 128, such that only displacement of the connection along the longitudinal direction Y is permitted, while movement of the profile coupling 190 and the vehicle 170 is considerably limited with respect to the fixed profile part 128 in the transverse direction X and the vertical direction Z. This profile coupling 190 can comprise a plurality of coupling parts 190a, 190b which are spatially separated.
[0074] Volgens deze uitvoering omvat het laten voortbewegen van het voertuig 170 allereerst het maken van deze laterale en verschuifbare verbinding tussen het voertuig 170 en het schermprofiel 128 middels de profïelkoppeling 190, en vervolgens het voortbewegen van het voertuig 170 langs zowel het vaste schermprofiel 128 als langs de afgekeerde zijde SI van de onderste geleidingsdraden 142. Deze uitvoering maakt een stabielere verplaatsing van het voertuig 170 over het dradenbed mogelijk en verkleint de kans dat het voertuig 170 valt of los raakt van het dradenbed.According to this embodiment, moving the vehicle 170 forward comprises firstly making this lateral and slidable connection between the vehicle 170 and the screen profile 128 by means of the profile coupling 190, and then moving the vehicle 170 along both the fixed screen profile 128 as along the turned side S1 of the lower guide wires 142. This embodiment allows a more stable movement of the vehicle 170 over the wire bed and reduces the chance of the vehicle 170 falling or becoming detached from the wire bed.
[0075] In deze uitvoering heeft het voertuig 170 maar aan één zijde een aandrijving met wielen 180. In dit voorbeeld is het voertuig 170 voorzien van een bovenste wiel 180a en een onderste wiel 180b die alle twee actief aangedreven kunnen worden, en verplaatsing langs het schermprofiel in beide richtingen toestaan. Het voertuig 170 is voor het aandrijven van de wielen 180a, 180b voorzien van een elektromotor (niet getoond) en van een verwisselbare accu 187. Bij voorkeur kunnen de motor en de wielen 180 in beide richtingen worden aangedreven zodat het voertuig 170 naar wens voor- of achteruit over het dradenbed verplaatst kan worden. De wielen 180 en de profïelkoppeling 190 bevinden zich hier aan dezelfde zijkant van het voertuig 170, gericht langs de dwarsrichting X.In this embodiment, the vehicle 170 has a drive with wheels 180 on only one side. In this example, the vehicle 170 is provided with an upper wheel 180a and a lower wheel 180b, both of which can be actively driven, and displacement along the Allow screen profile in both directions. For driving the wheels 180a, 180b, the vehicle 170 is provided with an electric motor (not shown) and with an exchangeable battery 187. Preferably, the motor and the wheels 180 can be driven in both directions so that the vehicle 170 can be driven as desired. or can be moved backwards over the wire bed. The wheels 180 and the profile coupling 190 are located here on the same side of the vehicle 170, directed along the transverse direction X.
[0076] De profïelkoppeling 190 is in de verticale richting Z tussen de wielen 180a, 180b in gelegen, althans in een projectie langs de langsrichting Y gezien. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat een draaimoment werkend op het voertuig 170 ten gevolge van zwaartekracht en ten opzichte van de profïelkoppeling 190 resulteert in een zijwaartse afsteuning van het onderste wiel 180b tegen het schermprofïeldeel 128 en/of het spant 114. De verticale symmetrie van de aandrijfwielen 180 en de profïelkoppeling 190 maakt het mogelijk om het voertuig 170 naar wens om te draaien, en te koppelen aan en autonoom te laten voortbewegen langs ieder van de schermprofielen 128, 130.The profile coupling 190 is located in the vertical direction Z between the wheels 180a, 180b, at least seen in a projection along the longitudinal direction Y. This ensures that a torque acting on the vehicle 170 due to gravity and with respect to the profile coupling 190 results in a lateral support of the lower wheel 180b against the screen profile part 128 and / or the truss 114. The vertical symmetry of the drive wheels 180 and the profile coupling 190 makes it possible to turn the vehicle 170 around as desired, and to link it to and move autonomously along each of the screen profiles 128, 130.
[0077] Figuren 4b en 4c tonen het voertuig 170 uit figuur 4a, maar nu in bovenaanzicht respectievelijk perspectivisch aanzicht. Het voertuig 170 omvat een chassis 172, een draadkoppeling 174 aan een achteruiteinde van het chassis 172, en de aandrijving 180 voor het bewegen van het chassis 172 in de langsrichting Y. Het koppelorgaan 174 is ingericht voor het tijdelijk aan het chassis 172 vastzetten van de trekkabel of de hulpdraad 60 (zoals in figuur 2).Figures 4b and 4c show the vehicle 170 from Figure 4a, but now in top view and perspective view, respectively. The vehicle 170 comprises a chassis 172, a threaded coupling 174 at a rear end of the chassis 172, and the drive 180 for moving the chassis 172 in the longitudinal direction Y. The coupling member 174 is arranged for temporarily fixing the traction cable or auxiliary wire 60 (as in Figure 2).
[0078] In dit voorbeeld heeft het chassis 172 van het voertuig 170 een lengte ΔΥν die groter is dan de onderlinge langsafstanden ΔΥ1 tussen elk paar naburige onderste geleidingsdraden 142a, 142b. Hierdoor kan het voertuig 170 zo nodig altijd door ten minste één onderste geleidingsdraad 142 worden ondersteund, bijvoorbeeld in geval van een onvoorzien losraken van het profïelkoppeling 190. Twee zijplaten van het chassis 172 omvatten aan uiteinden in de langsrichting Y gezien afgeschuinde vormen 176,178, om eventuele onderlinge hoogteverschillen tussen de geleidingsdraden 142 op te vangen en de geleiding van het chassis 172 over de (onderste) geleidingsdraden 142 te faciliteren. In de verticale richtingen ±Z zijn de zijplaten van het chassis 172 lineair en glad gevormd, om eventuele wrijving met de geleidingsdraden 142, 144 te reduceren of zelfs te minimaliseren. Ook hier maakt de verticale symmetrie van het chassis 172 het mogelijk om het voertuig 170 naar wens voor- of achteruit over het dradenbed te verplaatsen, of om te draaien om aan een andere zijde te koppelen met een ander schermprofïel 130.In this example, the chassis 172 of the vehicle 170 has a length ΔΥν that is greater than the mutual longitudinal distances ΔΥ1 between each pair of neighboring lower guide wires 142a, 142b. As a result, the vehicle 170 can, if necessary, always be supported by at least one lower guide wire 142, for example in the event of an unforeseen loosening of the profile coupling 190. Two side plates of the chassis 172 comprise chamfered forms 176,178, seen at the ends viewed in the longitudinal direction Y, to to compensate for mutual differences in height between the guide wires 142 and to facilitate the guidance of the chassis 172 over the (lower) guide wires 142. In the vertical directions ± Z, the side plates of the chassis 172 are linear and smoothly shaped to reduce or even minimize any friction with the guide wires 142, 144. Here too, the vertical symmetry of the chassis 172 makes it possible to move the vehicle 170 forwards or backwards over the wire bed as desired, or to turn it around to connect on another side to another screen profile 130.
[0079] In dit voorbeeld omvat de profïelkoppeling 190 een tweetal koppeldelen 190a, 190b die in de langsrichting Y nabij twee uiteinden van het chassis 172 zijn aangebracht. In de langrichting Y gezien zijn de wielen 180 tussen de profïelkoppeldelen 190a, 190b in gelegen. Deze uitvoering levert zowel een betrouwbare koppeling tussen het schermprofïel 128 en het voertuig 170 als een stabiele verplaatsing van het voertuig 170 langs het schermprofïel 128.In this example, the profile coupling 190 comprises two coupling parts 190a, 190b which are arranged in the longitudinal direction Y near two ends of the chassis 172. Viewed in the longitudinal direction Y, the wheels 180 are located between the profile coupling parts 190a, 190b. This embodiment provides both a reliable coupling between the screen profile 128 and the vehicle 170 and a stable movement of the vehicle 170 along the screen profile 128.
[0080] Figuren 5 en 6 tonen alternatieve uitvoeringsvormen van voertuigen die kunnen worden ingezet voor het uitvoeren van bovengenoemde werkwijzen.Figures 5 and 6 show alternative embodiments of vehicles that can be used to perform the above methods.
Elementen en eigenschappen van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen (zie figuren 1-4) kunnen ook aanwezig zijn in de voertuigen en kasconstructies getoond in figuren 5 en 6, en worden hier niet opnieuw besproken. Vergelijkbare elementen worden aangegeven met soortgelijke referentiecijfers, maar voorafgegaan door een 200-tal of300-tal om de uitvoeringsvormen te onderscheiden.Elements and features of the above-described embodiments (see Figures 1-4) can also be present in the vehicles and greenhouse structures shown in Figures 5 and 6, and are not discussed again here. Comparable elements are indicated by similar reference numerals, but preceded by 200 or 300 to distinguish the embodiments.
[0081] De voertuigen 270, 370 getoond in figuren 5 en 6, omvatten ook aangedreven wielen 280a, 280b resp. 380a, 380b voor het autonoom verplaatsen van het voertuig 270, 370 langs een schermprofïel 228, 230 resp. 328, 330. De wielen 280, 380 en de profïelkoppeling 290, 390 zijn ook hier aan dezelfde zijkant van het chassis van het voertuig 270, 370 voorzien, en de profïelkoppeling 290, 390 is in de verticale richting Z volgens een projectie langs de langsrichting Y gezien tussen de wielen 280a, 280b resp. 380a, 380b in gelegen. In de voorbeelden uit figuren 5 en 6 is het voertuig 270, 370 tijdelijk gekoppeld aan het beweegbare schermprofïel 230, 330.The vehicles 270, 370 shown in Figures 5 and 6 also include driven wheels 280a, 280b, respectively. 380a, 380b for autonomously moving the vehicle 270, 370 along a screen profile 228, 230 resp. 328, 330. The wheels 280, 380 and the profile coupling 290, 390 are also provided here on the same side of the chassis of the vehicle 270, 370, and the profile coupling 290, 390 is in the vertical direction Z according to a projection along the longitudinal direction Y seen between wheels 280a, 280b resp. 380a, 380b in. In the examples of figures 5 and 6, the vehicle 270, 370 is temporarily coupled to the movable screen profile 230, 330.
[0082] In de uitvoering getoond in figuur 5 is het beweegbare schermprofiel 230 voorzien van een kamer 233 die is ingericht voor het opnemen van een geleidingsstrip van een schermdoek (zoals bijvoorbeeld beschreven in octrooidocument NL2012719). De profïelkoppeling 290 van het voertuig 270 is in deze uitvoering voorzien van een koppeldeel waaraan tijdelijk een aanzetstuk 292 kan worden bevestigd. Dit aanzetstuk 292 is in de kamer 233 opneembaar, zodanig dat het voertuig 270 tijdelijk verbonden wordt met het beweegbare schermprofiel 230. Dit aanzetstuk 292 fungeert als een voorloper en realiseert een verbinding waarin het voertuig 270 ten opzichte van het schermprofiel 230 verschuifbaar is langs de langsrichting Y door de kamer 233 heen, maar waarin beweging van het voertuig 270 ten opzichte van het schermprofiel 230 in de dwarsrichting X en de verticale richting Z beperkt is.In the embodiment shown in Figure 5, the movable screen profile 230 is provided with a chamber 233 which is adapted to receive a guiding strip from a screen cloth (as described, for example, in patent document NL2012719). In this embodiment, the profile coupling 290 of the vehicle 270 is provided with a coupling part to which an extension piece 292 can be temporarily attached. This extension 292 can be received in the chamber 233 such that the vehicle 270 is temporarily connected to the movable screen profile 230. This extension 292 acts as a precursor and realizes a connection in which the vehicle 270 is slidable along the longitudinal direction relative to the screen profile 230 Y through the chamber 233, but in which movement of the vehicle 270 relative to the screen profile 230 in the transverse direction X and the vertical direction Z is limited.
[0083] In de uitvoering getoond in figuur 6 is het beweegbare schermprofiel 330 niet voorzien van dergelijke rechthoekige kamer voor een geleidingsstrip van een schermdoek. In dit voorbeeld vormt het schermprofiel 330 een concave holte die begrensd wordt door twee binnenwaarts gerichte richels die elk onder een eindige hoek met de verticale richting Z georiënteerd zijn. Ook in deze uitvoering is de profïelkoppeling 390 van het voertuig 370 voorzien van een koppeldeel waaraan tijdelijk een aanzetstuk 392 kan worden bevestigd. Dit aanzetstuk 392 is in de concave holte opneembaar, zodanig dat het voertuig 370 tijdelijk en langs de langsrichting Y verschuifbaar verbonden wordt met het beweegbare schermprofiel 330. Zoals getoond is in figuur 6 kan het aanzetstuk 392 roteerbaar rond een lokale as evenwijdig aan de lengterichting Y en ten opzichte van een dwarsverbinding in de profïelkoppeling 390 en het voertuig 370 zijn uitgevoerd. Hierdoor kan een relatieve oriëntatie van het aanzetstuk 392 worden gevarieerd in aanpassing op de vorm van het schermprofiel (zoals hier de vorm van concave holte met de richels). Dergelijke roteerbaarheid is echter niet noodzakelijk. In andere uitvoeringen kan een verbinding tussen het aanzetstuk en de dwarsverbinding in de profïelkoppeling ook vormvast (star) of onderling roteerbaar om één of meerdere andere richtingen zijn uitgevoerd.In the embodiment shown in Figure 6, the movable screen profile 330 is not provided with such a rectangular chamber for a guide strip of a screen cloth. In this example, the screen profile 330 forms a concave cavity bounded by two inwardly directed ridges, each oriented at a finite angle with the vertical direction Z. Also in this embodiment, the profile coupling 390 of the vehicle 370 is provided with a coupling part to which an attachment 392 can be temporarily attached. This extension 392 can be received in the concave cavity such that the vehicle 370 is temporarily and slidably connected along the longitudinal direction Y to the movable screen profile 330. As shown in Figure 6, the extension 392 can be rotated about a local axis parallel to the longitudinal direction Y and are designed with respect to a cross connection in the profile coupling 390 and the vehicle 370. A relative orientation of the extension 392 can hereby be varied in adaptation to the shape of the screen profile (such as here the shape of concave cavity with the ridges). However, such rotatability is not necessary. In other embodiments, a connection between the extension piece and the transverse connection in the profile coupling can also be designed to be rigid (rigid) or mutually rotatable about one or more other directions.
[0084] In deze voorbeelden kunnen de posities van de profïelkoppeling 290, 390 in de verticale richting Z verstelbaar zijn ten opzichte van het chassis van het voertuig 270, 370, om het voertuig geschikt te maken voor verschuifbare koppeling aan schermprofielen met andere geometrieën.In these examples, the positions of the profile coupling 290, 390 in the vertical direction Z may be adjustable relative to the chassis of the vehicle 270, 370, to make the vehicle suitable for sliding coupling to screen profiles with other geometries.
[0085] Figuur 7 toont weer een andere uitvoeringsvorm van een voertuig 470 dat inzetbaar is voor het uitvoeren van bovengenoemde werkwijzen. Elementen en eigenschappen van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen (zie figuren 1-6) kunnen ook aanwezig zijn in het voertuig 470 en de kasconstructie getoond in figuur 7, en worden hier niet opnieuw besproken. Vergelijkbare elementen worden aangegeven met soortgelijke referentiecijfers, maar voorafgegaan door een 400-tal om de uitvoeringsvormen te onderscheiden.Figure 7 shows yet another embodiment of a vehicle 470 that can be used to perform the above-mentioned methods. Elements and features of the embodiments described above (see Figures 1-6) may also be present in the vehicle 470 and the greenhouse construction shown in Figure 7, and are not discussed again here. Comparable elements are indicated with similar reference numbers, but preceded by around 400 to distinguish the embodiments.
[0086] Het voertuig 470 omvat een chassis 472, een koppelorgaan 474 (voor een trekkabel of hulpdraad) aan het achteruiteinde van het chassis 472, een aandrijving voor het bewegen van het chassis 472 in een eerste richting Y hoofdzakelijk evenwijdig aan de onderste geleidingsdraden 442, en profielkoppelingen 490 voor het maken van tijdelijke verschuifbare verbindingen tussen het voertuig 470 en een schermprofiel van de kas of het warenhuis.The vehicle 470 comprises a chassis 472, a coupling member 474 (for a traction cable or auxiliary wire) at the rear end of the chassis 472, a drive for moving the chassis 472 in a first direction Y substantially parallel to the lower guide wires 442 and profile couplings 490 for making temporary sliding connections between the vehicle 470 and a screen profile of the greenhouse or the department store.
[0087] De aandrijving van het voertuig 470 omvat een riem 484 die zich in een langwerpig en gesloten traject in de langsrichting Y en de verticale richting X rondom en nabij een zijkant van het voertuig 470 uit strekt. Deze riem 484 is langs het genoemde traject draaibaar en verplaatsbaar ten opzichte van het chassis 472, en is ingericht voor het doen voortbewegen van het voertuig 470 over de onderste geleidingsdraden 442 heen. Het traject van de riem 484 strekt zich in de langsrichting Y gezien uit over een lengte ΔΥν die groter is dan de onderlinge langsafstanden ΔΥ1 tussen elk paar naburige onderste geleidingsdraden 442a, 442b, 442c. In deze voorbeelduitvoering zijn de onderlinge langsafstanden ΔΥ1 tussen elk paar naburige onderste geleidingsdraden 442a, 442b, 442c nagenoeg gelijk, en voldoet de lengte ΔΥν waarover de riem 484 zich in de langsrichting Y uit strekt aan de eis ΔΥν > 2 ΔΥ 1. Hierdoor kan het voertuig 470 altijd door ten minste twee onderste geleidingsdraden 442 worden ondersteund, en maakt de riem 484 altijd fysiek contact met ten minste twee onderste geleidingsdraden 442 om verplaatsingskrachten tussen het voertuig 470 en de ten minste twee onderste geleidingsdraden 442 uit te kunnen oefenen.The drive of the vehicle 470 comprises a belt 484 extending in an elongated and closed path in the longitudinal direction Y and the vertical direction X around and near a side of the vehicle 470. This belt 484 is rotatable and displaceable with respect to the chassis 472 along the above-mentioned path, and is adapted to move the vehicle 470 over the lower guide wires 442. The path of the belt 484, viewed in the longitudinal direction Y, extends over a length ΔΥν that is greater than the mutual longitudinal distances ΔΥ1 between each pair of adjacent lower guide wires 442a, 442b, 442c. In this exemplary embodiment, the mutual longitudinal distances ΔΥ1 between each pair of neighboring lower guide wires 442a, 442b, 442c are substantially equal, and the length ΔΥν over which the belt 484 extends in the longitudinal direction Y satisfies the requirement ΔΥν> 2 ΔΥ 1. As a result, the vehicle 470 is always supported by at least two lower guide wires 442, and the belt 484 always makes physical contact with at least two lower guide wires 442 to be able to exert displacement forces between the vehicle 470 and the at least two lower guide wires 442.
[0088] Het voertuig 470 omvat een aandrijfwiel 480 voor het overbrengen van krachtmomenten van een motor (niet getoond) op de riem 484. Het chassis 472 is tevens voorzien van een geleidingswiel 482 voor het in positie houden en geleiden van de riem 484 langs het genoemde traject ten opzichte van het chassis 472. In dit voorbeeld is het geleidingswiel 482 voorzien nabij een voorzijde van het chassis 472.The vehicle 470 includes a drive wheel 480 for transmitting power moments from a motor (not shown) to the belt 484. The chassis 472 is also provided with a guide wheel 482 for holding and guiding the belt 484 along the said trajectory relative to the chassis 472. In this example, the guide wheel 482 is provided near a front side of the chassis 472.
In alternatieve uitvoeringsvormen kan het voertuig voorzien zijn van meer geleidingswielen en/of aandrijfwielen. Zo kan bijvoorbeeld zowel het voorste als het achterste wiel actief aangedreven zijn door een of meer motoren.In alternative embodiments, the vehicle can be provided with more guide wheels and / or drive wheels. For example, both the front and rear wheels can be actively driven by one or more engines.
[0089] De voor- en achteruiteinden van het chassis 472 omvatten afgeschuinde delen 476 resp. 478, die gladde oppervlakken vormen die in de langsrichting Y en verticale richting Z af- of toelopen, en die bedoeld zijn om eventuele onderlinge hoogteverschillen tussen de geleidingsdraden 442, 444 op te vangen en de geleiding van het chassis 472 en de riem 484 over de onderste geleidingsdraden 442 te faciliteren. In alternatieve uitvoeringsvormen zou de riem aan een voor- en/of achterzijde een hellend riemsegment kunnen vormen dat zich schuin in de langsrichting Y en de verticale richting Z uit strekt, bedoeld voor het opvangen van onderlinge draadhoogteverschillen. Om een dergelijke riemvorm te realiseren kunnen extra aandrijf- en/of geleidingwielen aan het chassis voorzien zijn.The front and rear ends of the chassis 472 include chamfered parts 476, respectively. 478, which form smooth surfaces that run in the longitudinal direction Y and the vertical direction Z, and which are intended to compensate for any differences in height between the guide wires 442, 444 and the guide of the chassis 472 and the belt 484 over the lower guide wires 442. In alternative embodiments, the belt could form a sloping belt segment on a front and / or rear that extends obliquely in the longitudinal direction Y and the vertical direction Z, intended to compensate for differences in wire height differences. To realize such a belt shape, additional drive and / or guide wheels can be provided on the chassis.
[0090] Het chassis 472 is aan een bovenzijde voorzien van een afdekplaat 488 die zich zijwaarts over de riem 484 heen uitstrekt. De afdekking 488 fungeert als bovengeleiding voor het voorkomen van contact tussen de riem 484 en de bovenste geleidingsdraden 444 tijdens verplaatsing van het voertuig 470 tussen de geleidingsdraden 442, 444 door. De afdekking 488 is nagenoeg vlak d.w.z. lineair in de beoogde voortbewegingsrichting van het voertuig 470 (hier de longitudinale richtingen ±Y), en is glad aan de bovenkant om wrijving ten gevolge van eventueel contact met de bovenste geleidingsdraden 444 te reduceren of minimaliseren. In alternatieve uitvoeringsvormen kan de afdekking echter afwezig zijn. Zo kan bijvoorbeeld de bovenzijde van het chassis als geheel in de positieve verticale richting +Z boven de snaar of riem uitsteken, en/of kan het chassis voorzien zijn van een zijplaat of andere opwaartse structuur die aan de bovenkant glad is en in de positieve verticale richting +Z boven de snaar of riem uitsteekt, en die in de longitudinale richting Y nagenoeg vlak d.w.z. lineair gevormd is.The chassis 472 is provided on a top with a cover plate 488 extending sideways over the belt 484. The cover 488 acts as a top guide for preventing contact between the belt 484 and the upper guide wires 444 during movement of the vehicle 470 between the guide wires 442, 444. The cover 488 is substantially flat, i.e. linear in the intended direction of travel of the vehicle 470 (here the longitudinal directions ± Y), and is smooth at the top to reduce or minimize friction due to any contact with the upper guide wires 444. However, in alternative embodiments, the cover may be absent. For example, the top of the chassis as a whole may protrude in the positive vertical direction + Z above the belt or belt, and / or the chassis may be provided with a side plate or other upward structure that is smooth at the top and in the positive vertical direction + Z protrudes above the string or belt, and which is formed substantially flat in the longitudinal direction Y, ie linear.
[0091] Ook in de voorbeelduitvoering in figuur 7 omvat het voertuig 470 een tweetal laterale profïelkoppelingen 490a-b, die ingericht zijn voor het maken van tijdelijke verschuifbare verbindingen tussen het voertuig 470 enerzijds en één van de schermprofïelen van de kas of het warenhuis anderzijds. In dit voorbeeld is het voertuig 470 (tijdelijk) verschuifbaar verbonden met het vaste profïeldeel 428, zodanig dat alleen verschuiving van de verbinding langs de langsrichting Y toegestaan is, terwijl de bewegingsvrijheid van de profïelkoppelingen 490 en het voertuig 470 ten opzichte van het vaste profïeldeel 428 in de dwarsrichting X en de verticale richting Z aanzienlijk beperkt wordt. Mogelijke eigenschappen en variaties voor de profïelkoppelingen 490 zijn eerder beschreven aan de hand van figuren 3-6.Also in the exemplary embodiment in Figure 7, the vehicle 470 comprises two lateral profile couplings 490a-b, which are adapted to make temporary sliding connections between the vehicle 470 on the one hand and one of the screen profiles of the greenhouse or the greenhouse on the other. In this example, the vehicle 470 is (temporarily) slidably connected to the fixed profile part 428, such that only displacement of the connection along the longitudinal direction Y is permitted, while the freedom of movement of the profile couplings 490 and the vehicle 470 relative to the fixed profile part 428 in the transverse direction X and the vertical direction Z is considerably limited. Possible properties and variations for the profile couplings 490 have been previously described with reference to Figures 3-6.
[0092] Het zal duidelijk zijn dat de hierboven beschreven uitvoeringsvormen slechts beschreven zijn bij wijze van voorbeeld en niet in enige begrenzende betekenis, en dat verschillende wijzigingen en aanpassingen mogelijk zijn zonder buiten de omvang van de uitvinding te komen en dat de reikwijdte slechts bepaald wordt door de bij gevoegde conclusies.It will be appreciated that the embodiments described above are described by way of example only and not in any limiting sense, and that various changes and modifications are possible without departing from the scope of the invention and that the scope is merely determined. by the appended claims.
[0093] In het voorbeeld van figuur 2 was het spandradenbed gevormd door twee evenwijdige vlakken van bovenste en onderste spandraden die aan een dakzijde van de kas waren aangebracht. Het is echter ook mogelijk dat de spandraden en het bijbehorende klimaatscherm hellend of zelfs verticaal ten opzichte van de kas of het warenhuis zijn georiënteerd [0094] In het voorbeeld van figuur 2 was het spandradenbed in twee lagen uitgevoerd, d.w.z. met zowel onderste geleidingsdraden 42 als met bovenste geleidingsdraden 44. In alternatieve uitvoeringen van een kas of warenhuis kan het dradenbed enkel-laags zijn uitgevoerd.In the example of Figure 2, the span wire bed was formed by two parallel planes of upper and lower wire wires that were arranged on a roof side of the greenhouse. However, it is also possible for the tension wires and the associated climate screen to be inclined or even vertically relative to the greenhouse or the greenhouse. In the example of Figure 2, the tension wire bed was designed in two layers, ie with both lower guide wires 42 and with upper guide wires 44. In alternative embodiments of a greenhouse or department store, the wire bed can be single-layered.
[0095] In het voorbeeld van figuur 2 waren de geleidingsdraden 42, 44 uit het spandradenbed evenwijdig georiënteerd. De onderlinge oriëntatie van de geleidingsdraden kan vanzelfsprekend ook anders worden gekozen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de geleidingsdraden hoofdzakelijk in hetzelfde vlak maar niet exact evenwijdig lopen. De eerste en tweede spandraden kunnen bijvoorbeeld onderling enigszins geroteerde oriëntaties hebben en daarmee een zigzagpatroon vormen.In the example of Figure 2, the guide wires 42, 44 from the tension wire bed were oriented in parallel. The mutual orientation of the guide wires can of course also be chosen differently. For example, it is possible that the guide wires run essentially in the same plane but not exactly parallel. The first and second tensioning wires can, for example, have mutually rotated orientations and thus form a zigzag pattern.
[0096] Daarnaast of als alternatief is het ook mogelijk dat de vlakken die worden opgespannen door de onderste geleidingsdraden en de bovenste geleidingsdraden niet evenwijdig aan elkaar zijn. Zo is het mogelijk dat het eerste vlak van geleidingsdraden een eindige hoek maakt ten opzichte van het tweede vlak van geleidingsdraden, zodat de geleidingsdraden in een dwarsdoorsnede langs de langsrichting Y gezien een tussenruimte definiëren die als functie van de dwarsrichting X in hoogte varieert.In addition or alternatively, it is also possible that the faces that are tensioned by the lower guide wires and the upper guide wires are not parallel to each other. It is thus possible for the first plane of guide wires to form a finite angle with respect to the second plane of guide wires, so that the guide wires, viewed in a cross-section along the longitudinal direction Y, define a gap which varies in height as a function of the transverse direction X.
[0097] Meer algemeen kan de geleidende opspanning in een enkele laag, of in twee of meerdere lagen zijn uitgevoerd. Elke laag op zich kan weer zijn gevormd uit vlaksegmenten die onderling verschillend georiënteerd zijn. Als voorbeeld kan hierbij gedacht worden aan een geleidende opspanning die in een dwarsdoomede gezien een trapeziumvormig profiel volgt.More generally, the conductive fixture can be in a single layer, or in two or more layers. Each layer can itself be formed from surface segments that are mutually differently oriented. An example of this is a conductive fixture which, viewed in a cross section, follows a trapezoidal profile.
[0098] Tevens kan in alternatieve uitvoeringen de geleidende opspanning naast of in plaats van geleidingsdraden ook voorzien zijn van netten, gaas, doek, foliebanen, e.d.In alternative embodiments, in addition to or instead of guide wires, the conductive fixture can also be provided with nets, mesh, cloth, foil webs, and the like.
[0099] In de voertuigen getoond in figuren 4a-6 waren de aandrijforganen gevormd door wielen die aan een zijkant van het chassis van het voertuig voorzien waren. In andere uitvoeringen van het voertuig kan de beweegbaarheid op andere manieren gerealiseerd zijn, zoals d.m.v. één of meerdere aandrijvingen op basis van een aandrijfband, -riem, of-snaar (vergelijkbaar met de voorbeelduitvoering in figuur 7), of met een stapmechaniek, tandwielmechaniek, of andersoortig voorbewegingsmechaniek. Bovendien hoeven de één of meer aandrijvingen niet noodzakelijk aan de zijkant van het chassis te liggen, maar kunnen op andere posities in of aan het chassis zijn aangebracht.In the vehicles shown in Figures 4a-6, the drive members were formed by wheels provided on a side of the chassis of the vehicle. In other embodiments of the vehicle, the movability can be realized in other ways, such as by means of one or more drives based on a drive belt, belt, or belt (similar to the exemplary embodiment in Figure 7), or with a step mechanism, gear mechanism, or other type of advance movement mechanism. In addition, the one or more drives do not necessarily have to be on the side of the chassis, but may be mounted in or on the chassis at other positions.
[00100] In uitvoeringsvormen waarin het voertuig is voorzien van een profielkoppeling kan deze profielkoppeling in de verticale richting Z, de langsrichting Y, en/of de dwarsrichting X verstelbaar ten opzichte van het chassis van het voertuig zijn uitgevoerd. Eventueel kunnen de profielkoppeldelen afzonderlijk verstelbaar zijn ten opzichte van het chassis. Als alternatief of in aanvulling hierop kunnen de wielen in een of meerdere richtingen ten opzichte van het chassis verstelbaar zijn. De verstelbaarheid van de profielkoppeling en/of de wielen maakt het voertuig zeer flexibel inzetbaar in combinatie met schermprofielen met sterk uiteenlopende geometrieën. Ook hier kan de aandrijving anders zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met een of meerdere aandrijfbanden, -riemen, of -snaren, of met een of meerdere stapmechanieken, tandwielmechanieken, etc. Bovendien hoeven de één of meer aandrijvingen niet noodzakelijk tussen de profïelkoppelingen in te liggen, maar kunnen ervoor, erachter, of op andere posities in of aan het chassis zijn aangebracht.In embodiments in which the vehicle is provided with a profile coupling, this profile coupling can be adjustable in the vertical direction Z, the longitudinal direction Y, and / or the transverse direction X with respect to the chassis of the vehicle. Optionally, the profile coupling parts can be individually adjusted relative to the chassis. Alternatively or additionally, the wheels may be adjustable in one or more directions relative to the chassis. The adjustability of the profile coupling and / or the wheels makes the vehicle very flexible to use in combination with screen profiles with widely varying geometries. Here too, the drive can be designed differently, for example with one or more drive belts, belts, or belts, or with one or more step mechanisms, gear mechanisms, etc. Moreover, the one or more drives need not necessarily lie between the profile couplings, but may be in front of, behind, or at other positions in or on the chassis.
[00101] De verwijzingscijfers in de conclusies dienen enkel ter illustratie en mogen niet als beperkend voor de uitleg van de conclusies worden beschouwd. Voor de bondigheid zijn gelijksoortige verwijzingscijfers die corresponderen met gelijksoortige elementen uit beschreven uitvoeringsvormen in de conclusies enkel door hun basiscijfers (d.w.z. zonder honderdtallen) aangegeven, daar waar correspondenties met meerdere uitvoeringsvormen van toepassing zijn. Dit suggereert niet dat deze conclusie-elementen alleen verwijzen naar elementen uit de beschrijving die corresponderen met een basiscijfer. Zo dient bijvoorbeeld het referentiecijfer (30) in de conclusies te worden gelezen als (30; 130; 230) daar waar deze correspondentie toepasselijk is. De toepasselijkheid van meerdere gelijksoortige referentiecijfers in de conclusies volgt uit een vergelijking met de figuren en de beschrijving. In gevallen waarin een conclusie beter toegelicht kan worden aan de hand van een specifieke uitvoeringsvorm, worden er in die conclusie specifieke referentiecijfers met honderdtallen gebruikt.The reference numerals in the claims are for illustrative purposes only and should not be construed as limiting the interpretation of the claims. For the sake of brevity, similar reference numerals corresponding to similar elements from described embodiments are indicated in the claims only by their basic numerals (i.e., without hundreds), where correspondences with multiple embodiments apply. This does not suggest that these conclusion elements only refer to elements from the description that correspond to a basic number. For example, the reference numeral (30) in the claims should be read as (30; 130; 230) where this correspondence is applicable. The applicability of several similar reference figures in the claims follows from a comparison with the figures and the description. In cases where a conclusion can be better explained on the basis of a specific embodiment, specific reference numerals with hundreds are used in that conclusion.
LIJST VAN VERWIJZINGSTEKENSLIST OF REFERENCE SIGNS
Vergelijkbare verwijzingscijfers die in de beschrijving worden gebruikt om gelijksoortige elementen aan te duiden (maar enkel verschillen in honderdtallen) zijn weggelaten uit de onderstaande lijst, maar worden geacht impliciet inbegrepen te zijn. 10 kas (of warenhuis) 12 kolom 14 spant 16 goot 18 roede 20 kap 22 nok 26 paneel (bijv. glasplaat) 28 eerste schermprofiel (bijv. vast schermprofiel) 30 tweede schermprofiel (bijv. beweegbaar schermprofiel) 32 kamer 34 langsopening kamer 40 geleidende opspanning (bijv. onderste dradenbed) 42 onderste geleidingsdraad 44 bovenste geleidingsdraad 50 schermdoek (bijv. folie) 52 schermrol 54 langsrand 56 dwarsrand 58 intrekorgaan (bijv. intrekprofiel met triangel) 60 hulpdraad (bijv. trekkabel) 62 eerste draaddeel (bijv. eerste kabeluiteinde) 64 tweede draaddeel (bijv. tweede kabeluiteinde) 70 voertuig 72 chassis 74 koppelorgaan 80 aandrijfwiel 86 motor 88 bovengeleiding (bijv. afdekplaat) 176 hellend segment 178 verder hellend segment 190 profïelkoppeling 192 aanzetstuk 482 geleidingswiel 484 riem 51 eerste vlak (bijv. lager draadvlak) 52 tweede vlak (bijv. hoger draadvlak) X eerste richting (bijv. dwarsrichting) Y tweede richting (bijv. langsrichting) Z derde richting (bijv. verticale richting) ΔΧ0 staanderafstand ΔΧν voertuigbreedte ΔΥ1 eerste draadafstand (bijv. onderste draadafstand) ΔΥν aandrijflengte (bijv. voertuiglengte of riemlengte) ΔΥ2 tweede draadafstand (bijv. bovenste draadafstand) ΔΖ0 hoogte opspanning (bijv. afstand tussen bodemoppervlak en eerste draden) ΔΖ1 verticale afstand tussen opspanningen ΔΖν voertuighoogteSimilar reference numerals used in the description to designate similar elements (but only differ in hundreds) have been omitted from the list below, but are considered to be implicitly included. 10 greenhouse (or department store) 12 column 14 truss 16 gutter 18 rod 20 cap 22 projection 26 panel (eg glass plate) 28 first screen profile (eg fixed screen profile) 30 second screen profile (eg movable screen profile) 32 chamber 34 longitudinal opening chamber 40 conductive fixture (eg lower wire bed) 42 lower guide wire 44 upper guide wire 50 screen cloth (eg foil) 52 screen roller 54 longitudinal edge 56 transverse edge 58 retractor (eg retractor profile with triangle) 60 auxiliary thread (eg traction cable) 62 first thread part (eg first cable end) ) 64 second thread part (eg second cable end) 70 vehicle 72 chassis 74 coupling member 80 drive wheel 86 motor 88 top guide (eg cover plate) 176 inclined segment 178 further inclined segment 190 profile coupling 192 attachment 482 guide wheel 484 belt 51 first plane (e.g. lower thread surface ) 52 second plane (e.g. higher wire plane) X first direction (e.g. transverse direction) Y second direction (e.g. longitudinal direction) Z third direction (e.g. vertical direction) distance) ΔΧ0 upright spacing ΔΧν vehicle width Δ draad1 first wire spacing (e.g. lower wire spacing) ΔΥν drive length (eg vehicle length or belt length) ΔΥ2 second wire spacing (eg upper wire spacing) ΔΖ0 clamping height (eg distance between bottom surface and first wires) ΔΖ1 vertical spacing between clamping ΔΖν vehicle height
Claims (20)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2017061A NL2017061B1 (en) | 2016-06-28 | 2016-06-28 | Method for Moving an Inspection or Processing Unit along a Conductive Fixture for a Screen Cloth of a Greenhouse or Department Store |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2017061A NL2017061B1 (en) | 2016-06-28 | 2016-06-28 | Method for Moving an Inspection or Processing Unit along a Conductive Fixture for a Screen Cloth of a Greenhouse or Department Store |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2017061B1 true NL2017061B1 (en) | 2018-01-05 |
Family
ID=56738163
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2017061A NL2017061B1 (en) | 2016-06-28 | 2016-06-28 | Method for Moving an Inspection or Processing Unit along a Conductive Fixture for a Screen Cloth of a Greenhouse or Department Store |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2017061B1 (en) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2022137150A1 (en) * | 2020-12-22 | 2022-06-30 | Luca Lancini | Device for the thermal insulation of a structure for the confinement of spaces |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2421522A (en) * | 2004-12-21 | 2006-06-28 | Daniel Cutler | Covering apparatus for covering an outside area |
WO2007113518A2 (en) * | 2006-03-31 | 2007-10-11 | Daniel Cutler | Covering system |
WO2008102141A1 (en) * | 2007-02-20 | 2008-08-28 | Daniel Cutler | Retractable awning |
WO2010010152A1 (en) * | 2008-07-25 | 2010-01-28 | Becoflex S.A. | Surface covering device |
-
2016
- 2016-06-28 NL NL2017061A patent/NL2017061B1/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2421522A (en) * | 2004-12-21 | 2006-06-28 | Daniel Cutler | Covering apparatus for covering an outside area |
WO2007113518A2 (en) * | 2006-03-31 | 2007-10-11 | Daniel Cutler | Covering system |
WO2008102141A1 (en) * | 2007-02-20 | 2008-08-28 | Daniel Cutler | Retractable awning |
WO2010010152A1 (en) * | 2008-07-25 | 2010-01-28 | Becoflex S.A. | Surface covering device |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2022137150A1 (en) * | 2020-12-22 | 2022-06-30 | Luca Lancini | Device for the thermal insulation of a structure for the confinement of spaces |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BRPI0907505B1 (en) | WINDOW COVERING AND WINDOW COVERING METHOD | |
KR101320445B1 (en) | Retractable awning | |
JP2012174788A (en) | Solar power generation device | |
PL178706B1 (en) | Plant protecting device with a water-proof protective curtain | |
NL2017061B1 (en) | Method for Moving an Inspection or Processing Unit along a Conductive Fixture for a Screen Cloth of a Greenhouse or Department Store | |
JP6509144B2 (en) | Pergola awning | |
CN109955925B (en) | Pole-climbing robot | |
ES2928918T3 (en) | Adjustable deck pulled by pulleys | |
EP0742339A2 (en) | Covering assembly for architectural openings | |
JP6161330B2 (en) | Pergola awning | |
CN205809703U (en) | The adjustable photovoltaic power generation apparatus in position and there is its agricultural greenhouse | |
EP0070093B1 (en) | Apparatus for regulating the radiation of light and/or heat by the use of slats, which is suitable for placing under a roof construction | |
US20220136253A1 (en) | Retractable shade structures | |
US1899062A (en) | Splint shade support | |
CN103299007B (en) | Sunshade | |
CN210105355U (en) | Construction safety protection device for existing overhead line | |
KR20210137428A (en) | System for laying cables in gutter | |
US6796357B2 (en) | Extension panel for a folding shade | |
NL2015327B1 (en) | Fixing device and Screen installation for a Greenhouse or Department Store, as well as Method for Fixing a Cloth or Screen. | |
US6796356B2 (en) | Folding shades having minimal sag when folded | |
WO2010033025A1 (en) | Fabric-screen carrier system | |
US20200223294A1 (en) | Shade system | |
NL1040577C2 (en) | Cord rings for an architectural covering. | |
NL2024723B1 (en) | SCREEN EQUIPMENT | |
NL2016892B1 (en) | SCREEN DEVICE FOR A WAREHOUSE |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20200701 |