NL2015327B1 - Fixing device and Screen installation for a Greenhouse or Department Store, as well as Method for Fixing a Cloth or Screen. - Google Patents
Fixing device and Screen installation for a Greenhouse or Department Store, as well as Method for Fixing a Cloth or Screen.Info
- Publication number
- NL2015327B1 NL2015327B1 NL2015327A NL2015327A NL2015327B1 NL 2015327 B1 NL2015327 B1 NL 2015327B1 NL 2015327 A NL2015327 A NL 2015327A NL 2015327 A NL2015327 A NL 2015327A NL 2015327 B1 NL2015327 B1 NL 2015327B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- screen
- lace
- chamber
- strip
- profile member
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 11
- 238000009434 installation Methods 0.000 title description 7
- 239000004744 fabric Substances 0.000 title description 3
- 239000002243 precursor Substances 0.000 claims description 19
- 210000003462 vein Anatomy 0.000 claims 1
- 230000003716 rejuvenation Effects 0.000 description 13
- 239000011888 foil Substances 0.000 description 12
- 238000004026 adhesive bonding Methods 0.000 description 6
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 6
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 description 6
- 238000002844 melting Methods 0.000 description 5
- 230000008018 melting Effects 0.000 description 5
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 4
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 4
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 4
- 238000009826 distribution Methods 0.000 description 4
- 238000003780 insertion Methods 0.000 description 4
- 230000037431 insertion Effects 0.000 description 4
- 238000005096 rolling process Methods 0.000 description 4
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 3
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 3
- 239000011521 glass Substances 0.000 description 3
- 239000000463 material Substances 0.000 description 3
- 230000009471 action Effects 0.000 description 2
- 230000004888 barrier function Effects 0.000 description 2
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 2
- 230000033228 biological regulation Effects 0.000 description 2
- 238000009413 insulation Methods 0.000 description 2
- 238000003860 storage Methods 0.000 description 2
- 230000037072 sun protection Effects 0.000 description 2
- 238000012546 transfer Methods 0.000 description 2
- 230000007704 transition Effects 0.000 description 2
- 238000009941 weaving Methods 0.000 description 2
- 230000002411 adverse Effects 0.000 description 1
- 238000007664 blowing Methods 0.000 description 1
- 229920005570 flexible polymer Polymers 0.000 description 1
- 239000012530 fluid Substances 0.000 description 1
- 230000004927 fusion Effects 0.000 description 1
- 239000003292 glue Substances 0.000 description 1
- 230000014759 maintenance of location Effects 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 230000000149 penetrating effect Effects 0.000 description 1
- 229920003023 plastic Polymers 0.000 description 1
- 239000002861 polymer material Substances 0.000 description 1
- 238000005086 pumping Methods 0.000 description 1
- 230000001105 regulatory effect Effects 0.000 description 1
- 238000012216 screening Methods 0.000 description 1
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 1
- 239000004753 textile Substances 0.000 description 1
- 239000012780 transparent material Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/22—Shades or blinds for greenhouses, or the like
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B5/00—Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them
- F16B5/06—Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips
- F16B5/0692—Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips joining flexible sheets to other sheets or plates or to strips or bars
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A40/00—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
- Y02A40/10—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
- Y02A40/25—Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Greenhouses (AREA)
Abstract
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting (30) voor bevestiging van een scherm (60) aan een constructie, en omvattende een profielorgaan (40) en een opsluitveter (80). Het profielorgaan ( 40) is voorzien van: een kamer die zich in een langsrichting (X) door het profielorgaan uitstrekt en is ingericht voor omsluiten van een strookvormig schermdeel (66); een langsopening (44) die zich in de langsrichting langs een zijde van het profielorgaan uitstrekt en een doorgang tussen de kamer en een buitenzijde van het profielorgaan vormt, en een invoeropening ( 46) die direct verbonden is met de kamer; waarbij de opsluitveter vanuit een vrije toestand geheel buiten de kamer, zelfstandig ten opzichte van het scherm door de invoeropening heen en hoofdzakelijk langs de langsrichting de kamer in inschuifbaar is naar een ingesloten toestand waarin de opsluitveter in de kamer is opgenomen om het strookvormige schermdeel vast te zetten.The invention relates to a device (30) for attaching a screen (60) to a structure, and comprising a profile member (40) and a retaining strap (80). The profile member (40) is provided with: a chamber that extends through the profile member in a longitudinal direction (X) and is adapted to enclose a strip-shaped screen part (66); a longitudinal opening (44) extending longitudinally along a side of the profile member and forming a passage between the chamber and an outside of the profile member, and an inlet opening (46) directly connected to the chamber; wherein the confinement lace from a free state entirely outside the chamber, independently of the screen through the input opening and substantially along the longitudinal direction, is retractable into the chamber to an enclosed state in which the confining lace is received in the chamber to secure the strip-shaped screen part put.
Description
Bevestigingsinrichting en Scherminstallatie voor een Kas of Warenhuis, alsmede Werkwijze voor het Bevestigen van een Doek of SchermFixing device and Screen installation for a Greenhouse or Department Store, as well as Method for Fixing a Cloth or Screen
TECHNISCH VAKGEBIEDTECHNICAL FIELD
[0001] De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor bevestiging van een scherm in een kas of warenhuis, op een scherminstallatie, en op een kas of warenhuis voorzien van een dergelijke scherminstallatie. Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het bevestigen van een scherm aan een constructie met behulp van de inrichting.The invention relates to a device for mounting a screen in a greenhouse or department store, to a screen installation, and to a greenhouse or department store provided with such a screen installation. The invention further relates to a method for attaching a screen to a construction with the aid of the device.
STAND VAN DE TECHNIEKSTATE OF THE ART
[0002] Inrichtingen voor bevestiging van een scherm aan een draagconstructie van een kas of warenhuis zijn bekend. Zo beschrijft Amerikaans octrooidocument US4,665,670 een kleminrichting voor het vastzetten van een of meer schermen van een flexibel polymeermateriaal. Een tweetal dergelijke flexibele schermen kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een lichtdoorlatend dak van een kas te vormen. De bekende kleminrichting omvat twee langwerpige profieldelen die in elkaar grijpend gevormd zijn met een tussenruimte voor het inklemmen van de een of meer schermen. Om dit klemeffect te kunnen bereiken zijn de twee profieldelen voorzien van een aantal gekromde en in elkaar grijpende kanalen en richels. Deze bekende kleminrichting heeft als nadeel dat de dikte van de ingeklemde schermen een aanzienlijke factor speelt in de betrouwbaarheid van de klemwerking: Een te geringe schermdikte kan een te grote speling tussen de profieldelen tot gevolg hebben, terwijl een overmatige schermdikte de kromming en daarmee de onderlinge ingrijping van de kanalen en richels nadelig zal beïnvloeden. Een verder nadeel van de bekende inrichting is dat deze enkel geschikt is voor het opvangen van schermspankrachten in specifieke richtingen. Als er spankrachten op de schermen wordt uitgeoefend die voldoende sterk en nagenoeg tegengesteld zijn aan de richting van het vastzetten van de twee profieldelen, dan is er een aanzienlijke kans dat de bekende kleminrichting ontkoppelt en de schermen ongewenst los raken.Devices for attaching a screen to a support structure of a greenhouse or department store are known. For example, US patent document US4,665,670 describes a clamping device for securing one or more screens of a flexible polymer material. Two such flexible screens can be used, for example, to form a light-transmitting roof of a greenhouse. The known clamping device comprises two elongated profile parts which are formed in engagement with each other with a space for clamping the one or more screens. To achieve this clamping effect, the two profile parts are provided with a number of curved and interlocking channels and ridges. This known clamping device has the disadvantage that the thickness of the clamped screens plays a considerable factor in the reliability of the clamping action: A too small screen thickness can result in too great play between the profile parts, while an excessive screen thickness causes the curvature and hence the mutual curvature. will adversely affect channel and ledge engagement. A further drawback of the known device is that it is only suitable for absorbing screen tension forces in specific directions. If tensioning forces are exerted on the screens that are sufficiently strong and substantially opposite to the direction of securing the two profile parts, then there is a considerable chance that the known clamping device will disengage and the screens will undesirably come loose.
[0003] Het is daarom wenselijk om te voorzien in een bevestigingsinrichting waarmee een scherm robuust en relatief eenvoudig aan een steunconstructie van een kas of warenhuis kan worden vastgezet.It is therefore desirable to provide a fastening device with which a screen can be fixed robustly and relatively simply to a support structure of a greenhouse or greenhouse.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDINGBRIEF DESCRIPTION OF THE INVENTION
[0004] De uitvinding voorziet volgens een eerste aspect in een bevestigingsinrichting voor bevestiging van een scherm aan een constructie, omvattende een profiel orgaan en een opsluitveter. Het profiel orgaan is voorzien van een kamer die zich in een langsrichting door het profielorgaan uitstrekt en is ingericht voor het omsluiten van een strookvormig deel van het scherm. Het profielorgaan omvat ook een langsopening die zich in de langsrichting langs een zijde van het profielorgaan uitstrekt en een doorgang tussen de kamer en een buitenzijde van het profielorgaan vormt. Tevens omvat het profielorgaan een invoeropening die direct verbonden is met de kamer. De opsluitveter is vanuit een vrije toestand waarin de opsluitveter zich geheel buiten de kamer bevindt, zelfstandig ten opzichte van het scherm door de invoeropening heen en hoofdzakelijk langs de langsrichting de kamer in inschuifbaar, naar een ingesloten toestand waarin de opsluitveter in de kamer is opgenomen om het strookvormige schermdeel daarin vast te zetten.According to a first aspect, the invention provides a mounting device for attaching a screen to a structure, comprising a profile member and a retaining strap. The profile member is provided with a chamber that extends through the profile member in a longitudinal direction and is adapted to enclose a strip-shaped part of the screen. The profile member also comprises a longitudinal opening which extends in the longitudinal direction along one side of the profile member and forms a passage between the chamber and an outside of the profile member. The profile member also comprises an inlet opening which is directly connected to the chamber. The confinement lace is retractable from a free state in which the confining lace is located entirely outside the chamber, independently of the screen through the input opening and mainly along the longitudinal direction into the chamber, to an enclosed state in which the confining lace is accommodated in the chamber to to fix the strip-shaped screen part therein.
[0005] De term “scherm” duidt hier in brede zin op een velvormig orgaan dat één of meerdere klimaatregulerende functies kan vervullen, waaronder zonwering, verduistering, vochtregulering, stromingsbarrière en/of thermische isolatie. Onder schermen worden hier onder andere folies, doeken (bijv. van het geweven of gebreide type), matten, foliebaanschermen, etc. gerekend.The term "screen" here broadly refers to a sheet-shaped member that can perform one or more climate-regulating functions, including sun protection, darkening, moisture regulation, flow barrier and / or thermal insulation. Screens include here films, cloths (for example, of the woven or knitted type), mats, film web screens, etc.
[0006] Hieraan gerelateerd kan de constructie bijvoorbeeld een draagframe van een kas of warenhuis vormen, en maakt het profielorgaan deel uit van een scherminstallatie voor het bevestigen van een klimaatregulerend scherm aan dit draagframe. Een dergelijk klimaatregulerend scherm kan zowel vast als gecontroleerd beweegbaar (bijvoorbeeld intrekbaar en uitschuifbaar/uitrolbaar) zijn aangebracht.Related to this, the structure can, for example, form a support frame of a greenhouse or greenhouse, and the profile member forms part of a screen installation for attaching a climate-regulating screen to this support frame. Such a climate-regulating screen can be arranged in a fixed and controlled manner (e.g. retractable and extendable / extendable).
[0007] Verder kan een dergelijk klimaatregulerend scherm in uiteenlopende vormen en/of oriëntaties zijn aangebracht. Een dergelijk scherm kan bijvoorbeeld in een horizontale oriëntatie (bijvoorbeeld een dekscherm), in een verticale oriëntatie (bijvoorbeeld een wandscherm), in een hellende oriëntatie (bijvoorbeeld een schuin aflopende buitenwand of een spouwvormend dakscherm), of in een gekromde vorm (zoals een enkel of dubbel gelaagd boogvormig kasdak) zijn aangebracht.Furthermore, such a climate-regulating screen can be arranged in various shapes and / or orientations. Such a screen can for instance be in a horizontal orientation (for example a cover screen), in a vertical orientation (for example a wall screen), in an inclined orientation (for example a sloping outer wall or a cavity-forming roof screen), or in a curved shape (such as a single or double-layered arched greenhouse roof).
[0008] De constructie kan echter ook anders gevormd zijn. Zo kan de constructie bijvoorbeeld onderdeel zijn van een trekmechaniek voor het intrekken van een scherm via langszijden in een opspanmechaniek met rails. Dit trekmechaniek kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd met een centrale trekkabel die via gevorkte kabels verbonden is met het profielorgaan uit de bevestigingsinrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding. Als alternatief kan de centrale trekkabel ook via een driehoekige schermflap met het profielorgaan verbonden zijn. De driehoekige schermflap kan bijvoorbeeld zijn gevormd uit een voldoende stevige folie, canvas, mat, textiel, of soortgelijk materiaal dat de intrekspankrachten van de centrale intrekkabel kan overbrengen op het profielorgaan. Bevestiging van de driehoekige schermflap aan het profielorgaan kan op bekende wijze plaatsvinden. De schermflap kan bijvoorbeeld langs een basiszijde voorzien zijn van een vastgezette geleidingsveter en het profielorgaan kan voorzien zijn van een verdere kamer die evenwijdig loopt met de kamer en waarin de schermflap met geleidingsveter kan worden opgenomen. Andere configuraties van het trekmechaniek zijn mogelijk, in het bijzonder voor de koppeling tussen trekkabel(s) en profieldeel. Onafhankelijk van het soort koppeling tussen trekkabels(s) en profieldeel, kan het scherm langs een vooraangelegen strookvormig schermdeel met behulp van de opsluitveter gekoppeld worden aan het profielorgaan. Hierdoor kan de trekkracht uitgeoefend door de centrale trekkabel via de gevorkte kabels of driehoekige schermflap en via het profielorgaan worden overgebracht op het scherm, zodat het scherm langs de rails van het opspanmechaniek kan worden ingetrokken. Na intrekken van het scherm kan de koppeling tussen het ingetrokken scherm enerzijds en het profielorgaan en de opsluitveter anderzijds eenvoudig worden verwijderd, waarna profielorgaan en opsluitveter opnieuw kunnen worden gebruikt voor het koppelen van het trekmechaniek aan een ander scherm.However, the construction can also be shaped differently. For example, the construction can be part of a pulling mechanism for retracting a screen via longitudinal sides in a clamping mechanism with rails. This pulling mechanism can for instance be embodied with a central pulling cable which is connected via forked cables to the profile member from the fixing device according to the first aspect of the invention. Alternatively, the central traction cable can also be connected to the profile member via a triangular screen flap. The triangular screen flap can for instance be formed from a sufficiently strong foil, canvas, mat, textile, or similar material that can transfer the retraction forces of the central retraction cable to the profile member. Attachment of the triangular screen flap to the profile member can take place in a known manner. The screen flap can, for example, be provided on a basic side with a fixed guiding strap and the profile member can be provided with a further chamber which runs parallel to the chamber and in which the screening flap with guiding strap can be received. Other configurations of the traction mechanism are possible, in particular for the coupling between traction cable (s) and profile part. Irrespective of the type of coupling between tension cables (s) and profile part, the screen can be coupled to the profile member along a pre-arranged strip-shaped screen part. As a result, the pulling force exerted by the central traction cable via the forked cables or triangular screen flap and via the profile member can be transferred to the screen, so that the screen can be retracted along the rails of the clamping mechanism. After retracting the screen, the coupling between the retracted screen on the one hand and the profile member and the confining lace on the other hand can easily be removed, whereafter profile member and confining lace can be used again for coupling the pulling mechanism to another screen.
[0009] De opsluitveter in de bevestigingsinrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding is gevormd als een langwerpig, enigszins flexibel orgaan dat dusdanig gevormd is dat deze langs de langsrichting in de kamer opneembaar is. De flexibele opsluitveter kan bijvoorbeeld gevormd worden door een flexibel koord, slang, holle buis, touw, of strip. Bij voorkeur dient de opsluitveter met de langsuiteinden naar elkaar toe buigbaar te zijn. Oprollen van de opsluitveter rondom een as in een dwarsrichting zal daardoor mogelijk zijn. Dit vergemakkelijkt transport en opslag van de opsluitveter.The retaining strap in the fastening device according to the first aspect of the invention is formed as an elongated, somewhat flexible member that is shaped such that it can be received in the chamber along the longitudinal direction. The flexible confinement lace can for instance be formed by a flexible cord, hose, hollow tube, rope, or strip. Preferably, the confining lace with the longitudinal ends should be bend towards each other. Rolling up the confining lace around an axis in a transverse direction will therefore be possible. This facilitates transport and storage of the confinement strap.
[0010] De opsluitveter is via de invoeropening van het profielorgaan inschuifbaar in de kamer om de ingesloten toestand te realiseren, zelfstandig ten opzichte van het scherm. De term “zelfstandig inschuifbaar” impliceert dat de opsluitveter geen bevestigingsmiddelen omvat voor het direct vastzetten van de opsluitveter aan het scherm, in het geval dat de opsluitveter en het scherm zich buiten de kamer bevinden. Het scherm is dus niet direct aan de opsluitveter bevestigd, bijvoorbeeld via stikken, lijmen, smelten, nieten, inbedden, inweven, en dergelijke.The confining lace is slidable through the inlet opening of the profile member into the chamber to realize the enclosed condition, independently of the screen. The term "independently retractable" implies that the confinement lace does not include fasteners for directly securing the confinement lace to the screen, in the event that the confining lace and the screen are outside the room. The screen is therefore not directly attached to the confinement lace, for example via stitching, gluing, melting, stapling, embedding, weaving, and the like.
[0011] De invoeropening kan bijvoorbeeld gevormd zijn als een kopse opening voorzien aan een langsuiteinde van het profiel orgaan, of als een tussenopening die een locale onderbreking (bijvoorbeeld vergroting) vormt van de langsopening aan de zijde van het profielorgaan.The input opening can be formed, for example, as an end opening provided at a longitudinal end of the profile member, or as an intermediate opening that forms a local interruption (for example enlargement) of the longitudinal opening on the side of the profile member.
[0012] Het scherm kan voorafgaand aan het plaatsen van de opsluitveter al zodanig in het profielorgaan gepositioneerd zijn dat het strookvormige schermdeel door de kamer omsloten is, maar daarin mogelijk nog niet is vastgezet. Dit is echter niet noodzakelijk. Als alternatief kan het scherm voorafgaand aan de plaatsing van de opsluitveter enkel tegen het profielorgaan gepositioneerd zijn, zonder dat het strookvormige schermdeel door de kamer omsloten is. In dit geval kan de opsluitveter voorzien zijn van middelen om het strookvormige schermdeel in de kamer te dwingen/duwen, tijdens het intrekken van de opsluitveter in de kamer. In beide gevallen zal het strookvormige schermdeel bij intrekking van de opsluitveter worden vastgezet in de kamer, vanaf het voorste langsuiteinde van de veter en verder, vergelijkbaar met de werking van een rits. Het is niet noodzakelijk om het scherm te voorzien van een eigen geleidingsveter om het vastzetten aan de inrichting te kunnen bewerkstelligen. De term “eigen geleidingsveter” duidt hierbij op een geleidingsveter die vooraf al aan het scherm is vastgezet, bijvoorbeeld door confectioneren, lijmen, integreren, en dergelijke. Het confectioneren of anderszins arbeidsintensief vastzetten van een eigen geleidingsveter aan het scherm kan (desgewenst) achterwege worden gelaten.The screen can be positioned in the profile member prior to placing the retaining strap in such a way that the strip-shaped screen part is enclosed by the chamber, but may not have been secured therein. However, this is not necessary. Alternatively, the screen can only be positioned against the profile member prior to the placement of the confining lace, without the strip-shaped screen part being enclosed by the chamber. In this case, the confinement lace can be provided with means for forcing / pushing the strip-shaped screen part into the chamber during the retraction of the confining lace in the chamber. In both cases the strip-shaped screen part will be fixed in the chamber upon retraction of the confining lace, from the front longitudinal end of the lace and further, comparable to the operation of a zipper. It is not necessary to provide the screen with its own guiding lace in order to be able to secure the device. The term "own guiding lace" here refers to a guiding lace that is already fixed to the screen beforehand, for example by making up, gluing, integrating and the like. Assembling or otherwise labor-intensive fixing of your own guiding lace on the screen can (if desired) be dispensed with.
[0013] De term “ingesloten toestand” (ook m.b.t. de opsluitveter) impliceert hier dat de opsluitveter eenmaal opgenomen in de kamer een zeer beperkte bewegingsvrijheid heeft, in ieder geval in de dwarsrichtingen loodrecht op de langsrichting. Eventueel kan de opsluitveter in ingesloten toestand wel in de dwarsrichtingen over relatief kleine afstanden en/of hoeken te transleren of roteren, mits dit geen uittreding van de opsluitveter door de langsopening uit de kamer tot gevolg heeft.The term "enclosed state" (also with regard to the confinement lace) here implies that the confining lace once received in the chamber has a very limited freedom of movement, at least in the transverse directions perpendicular to the longitudinal direction. Optionally, in the enclosed condition, the confinement lace can translate or rotate in the transverse directions over relatively small distances and / or angles, provided that this does not result in the confinement of the confining lace through the longitudinal opening out of the chamber.
[0014] De opsluitveter kan ook zelfstandig ten opzichte van het scherm en door de invoeropening van het profielorgaan heen weer uitschuifbaar zijn vanuit de ingesloten toestand terug naar de vrije toestand. Dit is echter niet noodzakelijk. Als alternatief of daarnaast kan de opsluitveter ook zelfstandig ten opzichte van het scherm en door een verder gelegen uitvoeropening van het profielorgaan heen uitschuifbaar zijn vanuit de ingesloten toestand terug naar de vrije toestand. De uitvoeropening kan bijvoorbeeld gevormd zijn als een kopse opening voorzien aan een tegenoverliggend langsuiteinde van het profiel orgaan, of als een verdere tussenopening die een locale onderbreking (bijvoorbeeld vergroting) vormt van de langsopening.The confining lace can also be extendable again independently of the screen and through the infeed opening of the profile member from the enclosed state back to the free state. However, this is not necessary. Alternatively or additionally, the confinement lace can also be extendable independently of the screen and through a farther-out outlet opening of the profile member from the enclosed state back to the free state. The outlet opening can be formed, for example, as an end opening provided at an opposite longitudinal end of the profile member, or as a further intermediate opening that forms a local interruption (for example, enlargement) of the longitudinal opening.
[0015] Volgens een uitvoeringsvorm is de langsopening van het bevestigingsorgaan in een eerste dwarsrichting begrensd, en omvat de opsluitveter aan of nabij een langsuiteinde een verjonging in de eerste dwarsrichting, zodanig dat de opsluitveter in de ingesloten toestand ter plaatse van de verjonging deels door de langsopening uit de kamer van het profielorgaan naar buiten kan steken.According to an embodiment, the longitudinal opening of the fastening member is limited in a first transverse direction, and the confining lace comprises a rejuvenation in the first transverse direction at or near a longitudinal end, such that the confining lace in the enclosed state at the location of the rejuvenation protrude from the chamber of the profile member through a longitudinal opening.
[0016] Met de term “langsuiteinde” wordt hier gedoeld op een uiteinde van de opsluitveter gezien in de langsrichting. De verjonging kan gevormd zijn met een continu gekromd verlopend randprofiel zonder scherpe overgang. De verjonging kan gevormd zijn aan het betreffende langsuiteinde van de opsluitveter, zodat het resulterende versmalde deel zelf het uiteinde van de opsluitveter vormt. Als alternatief kan de verjonging gevormd zijn nabij het betreffende langsuiteinde van de opsluitveter, waarbij het daadwerkelijke uiteinde van de opsluitveter gevormd kan zijn als een vetersegment deel dat breder is dan een breedte van de langsopening. Dit bredere vetersegment kan bijvoorbeeld een handvat vormen en/of een trekoog of ander soort bevestigingsorgaan omvatten. De opsluitveter in ingesloten toestand kan daarmee ter plaatse van de verjonging door de langsopening uit het profielorgaan steken, terwijl het handvat of trekoog buiten de kamer kan steken terwijl de rest van de opsluitveter binnen de kamer kan blijven.The term "longitudinal end" is used herein to refer to an end of the confinement lace viewed in the longitudinal direction. The rejuvenation can be formed with a continuously curved edge profile without a sharp transition. The rejuvenation can be formed at the relevant longitudinal end of the confining lace, so that the resulting narrowed part itself forms the end of the confining lace. Alternatively, the rejuvenation may be formed near the relevant longitudinal end of the confinement lace, wherein the actual end of the confinement lace may be formed as a lacing segment that is wider than a width of the longitudinal opening. This wider lacing segment can for instance form a handle and / or comprise a towing eye or other type of fastening member. The confining lace in the enclosed state can thus protrude from the profile member through the longitudinal opening at the location of the rejuvenation, while the handle or towing eye can protrude outside the chamber while the rest of the confining lace can remain inside the chamber.
[0017] Volgens een uitvoeringsvorm omvat de bevestigingsinrichting een voorloper. Deze voorloper is voorzien van een glijlichaam dat op verschuifbare wijze binnen de kamer van het profielorgaan opneembaar is, en van een bevestigingsorgaan gelegen aan een uiteinde van het glij lichaam, en ingericht voor bevestiging van de voorloper aan een langsuiteinde van de opsluitveter. De voorloper is ingericht om de opsluitveter vanuit de vrije toestand via de invoeropening via de langsrichting door de kamer te schuiven.According to an embodiment, the fixing device comprises a precursor. This precursor is provided with a sliding body that can be slidably accommodated within the chamber of the profile member, and with a fixing member located at one end of the sliding body, and adapted for attaching the precursor to a longitudinal end of the retaining strap. The precursor is adapted to slide the confinement lace from the free state through the inlet opening through the longitudinal direction through the chamber.
[0018] Zo kan de voorloper een handvat omvatten dat verbonden is met het glijlichaam. Het handvat heeft een breedte die toestaat dat deze door de langsopening van de kamer heen naar buiten kan steken.For example, the precursor may comprise a handle connected to the sliding body. The handle has a width that allows it to protrude through the longitudinal opening of the chamber.
[0019] Volgens verdere uitvoeringsvormen is de voorloper en/of de opsluitveter nabij de veijonging voorzien van een inwaarts uitsteeksel met een voorwaartse afschuining.According to further embodiments, the precursor and / or the confining lace are provided with an inward protrusion with a forward chamfer near the stocking long.
Deze afschuining is ingericht voor het dieper de kamer in dwingen van het strookvormige schermdeel.This chamfer is arranged for forcing the strip-shaped screen part deeper into the room.
[0020] Met “inwaarts uitsteeksel met voorwaartse afschuining” wordt hier gedoeld op een lichaam met een oppervlak dat deels voorwaarts naar de langsrichting gericht is (d.w.z. in de inschuifrichting) en deels inwaarts naar de tweede dwarsrichting gericht is (d.w.z. binnenwaarts de kamer in). Het inwaarts uitsteeksel met voorwaartse afschuining maakt het mogelijk om het opgenomen strookvormige schermdeel verder de kamer in te dwingen zodra de opsluitveter en/of de voorloper via de invoeropening van het profielorgaan in de langsrichting de kamer wordt ingeschoven. Hiermee wordt het opgenomen strookvormige deel van het scherm vergroot en wordt er meer speling voor dit schermdeel gecreëerd om zich binnen de kamer ten opzichte van de opsluitveter (bijv. rondom de opsluitveter) te positioneren. Als gevolg verloopt het intrekken van de opsluitveter tot in de ingesloten toestand en het in de kamer vastzetten van het opgenomen strookvormige schermdeel vloeiender. Bij voorkeur heeft het inwaarts uitsteeksel met voorwaartse afschuining een glad gekromd profiel in voorwaartse en/of dwarsrichting(en), om de wrijvingskrachten tussen de opsluitveter en het strookvormige schermdeel te verkleinen.The term "inward protrusion with forward chamfer" refers here to a body with a surface which is partly directed forwardly in the longitudinal direction (ie in the insertion direction) and partly directed inwardly toward the second transverse direction (ie inwardly into the chamber) . The inward protrusion with forward bevel makes it possible to force the received strip-shaped screen part further into the chamber as soon as the confining lace and / or the precursor is slid into the chamber through the inlet opening of the profile member in the longitudinal direction. In this way the recorded strip-shaped part of the screen is enlarged and more play is created for this screen part in order to position itself within the chamber relative to the confinement lace (e.g. around the confining lace). As a result, the retraction of the confinement lace into the enclosed state and the fixation of the received strip-shaped screen part in the chamber proceeds more smoothly. Preferably, the inward protrusion with a forward bevel has a smooth curved profile in the forward and / or transverse direction (s), in order to reduce the frictional forces between the confining lace and the strip-shaped screen part.
[0021] Volgens een uitvoeringsvorm heeft de opsluitveter in een eerste dwarsrichting een opsluitveterbreedte Ayl, en spant de langsopening in de eerste dwarsrichting een openingbreedte Ay2 op. In deze uitvoering is de kamer tevens in de eerste dwarsrichting begrensd door twee tegenovergelegen binnenwanddelen die in de eerste dwarsrichting een kamerbreedte Δγ3 opspannen. In deze uitvoering zijn de breedtes onderling gerelateerd volgens Ay2 < Ayl < Δγ3.According to an embodiment, the confinement lace has a confining lace width A1 in a first transverse direction, and the longitudinal opening spans an opening width Ay2 in the first transverse direction. In this embodiment the chamber is also bounded in the first transverse direction by two opposite inner wall parts which span a chamber width Δγ3 in the first transverse direction. In this embodiment the widths are interrelated according to Ay2 <Ayl <Δγ3.
[0022] Deze breedtes voor de opsluitveter, de kamer, en de langsopening maken het mogelijk dat de opsluitveter in de ingesloten toestand vrij in de langsrichting door de kamer van het profielorgaan beweegbaar blijft, terwijl het uittreden van de opsluitveter via de langsopening van de kamer wordt tegengegaan.These widths for the confinement lace, the chamber, and the longitudinal opening allow the confining lace in the enclosed state to remain freely movable in the longitudinal direction through the chamber of the profile member, while the occlusion lace emerges through the longitudinal opening of the chamber is prevented.
[0023] De kamer van het profielorgaan kan hoofdzakelijk spiegelsymmetrisch gevormd zijn ten opzichte van een spiegelvlak door de langsopening. Het profielorgaan kan bijvoorbeeld een interne kamer vormen met spiegelsymmetrisch polygonale of half elliptische dwarsdoorsnede. Dergelijke spiegelsymmetrie is echter niet noodzakelijk.The chamber of the profile member can be substantially mirror-symmetrically shaped with respect to a mirror surface through the longitudinal opening. The profile member may, for example, form an internal chamber with mirror-symmetrical polygonal or semi-elliptical cross-section. However, such mirror symmetry is not necessary.
[0024] Volgens een verdere uitvoeringsvorm spant elk binnenwanddeel een binnenoppervlak op dat naar de kamer toe gericht is. In deze uitvoering heeft elk binnenwanddeel een binnenste rand die grenst aan de langsopening, en is er een verzameling dwarsafstanden {Δγ} gedefinieerd tussen een punt op de binnenste rand behorend bij het overliggende binnenwanddeel enerzijds, en een verzameling punten op het binnenoppervlak anderzijds. In dit geval geldt voor elke dwarsafstand Ar in de verzameling {Ar } dat Ar < Ayl.According to a further embodiment, each inner wall part spans an inner surface facing the chamber. In this embodiment, each inner wall part has an inner edge adjacent to the longitudinal opening, and a set of transverse distances {Δγ} is defined between a point on the inner edge associated with the overlying inner wall part on the one hand, and a set of points on the inner surface on the other. In this case, for every transverse distance Ar in the set {Ar}, Ar <Ayl.
[0025] Deze beperking op de mogelijke afstanden tussen de binnenste rand het tegenoverliggende binnenoppervlak beperkt de rotatievrijheid van de opsluitveter rondom een as in de langsrichting, en realiseert daarmee een veterinsluiting die voorkomt dat de veter dusdanig ver kan roteren dat de veter alsnog via de langsopening de kamer uit kan schieten. Bij voorkeur hebben de binnenoppervlakken een concaaf karakter. Zo kunnen de binnenoppervlakken bijvoorbeeld een gebogen of hoekige U-vorm hebben (In dit geval hebben de binnenoppervlakken een enkelvoudige kromming met een diepst oppervlaktedeel dat in/nabij een middengebied van het concave binnenoppervlak gelegen is, en correspondeert de grootste waarde in de verzameling van dwarsafstanden met dit diepste oppervlaktedeel).This limitation on the possible distances between the inner edge and the opposite inner surface limits the freedom of rotation of the retaining strap around an axis in the longitudinal direction, and thereby realizes a lace closure that prevents the lace from rotating so far that the lace can still rotate via the longitudinal opening can shoot out of the room. The inner surfaces preferably have a concave character. For example, the inner surfaces may have a curved or angular U-shape (In this case, the inner surfaces have a single curvature with a deepest surface portion located in / near a central region of the concave inner surface, and the largest value in the set of transverse distances corresponds to with this deepest surface part).
[0026] Volgens een uitvoeringsvorm omvat het profiel orgaan twee contactvlakken die zich langs de langsopening in de langsrichting uitstrekken en binnenwaarts de kamer in gericht zijn. In deze uitvoering omvat de opsluitveter twee verdere contactvlakken die zich in de ingesloten toestand van de opsluitveter in de langsrichting uitstrekken en gericht zijn naar en nagenoeg evenwijdig lopen aan de contactvlakken van het profiel orgaan.According to an embodiment, the profile member comprises two contact surfaces which extend along the longitudinal opening in the longitudinal direction and are directed inwardly into the chamber. In this embodiment, the confinement lace comprises two further contact surfaces which, in the enclosed condition of the confinement lace, extend in the longitudinal direction and are directed towards and run substantially parallel to the contact surfaces of the profile member.
[0027] De opsluitveter kan in een zodanige positie in het profielorgaan worden opgenomen dat de verdere contactvlakken van de opsluitveter direct gericht zijn naar en evenwijdig lopen met de twee binnenwaartse contactvlakken aan beide kanten van de langsopening. Als het strookvormig schermdeel in de kamer is opgenomen kan deze tussen de contactvlakken en verdere contactvlakken worden ingeklemd. De evenwijdige contactvlakken resulteren in een gunstige krachtenspreiding tijdens het overbrengen van de spankracht van het scherm op het profielorgaan. De contactvlakken kunnen als evenwijdige platte vlakken zijn uitgevoerd of eindige gelijkvormige krommingen hebben (d.w.z. krommingen ongelijk aan nul).The confining lace can be accommodated in the profile member in such a position that the further contact surfaces of the confining lace are directly directed and run parallel to the two inward contact surfaces on both sides of the longitudinal opening. When the strip-shaped screen part is included in the chamber, it can be clamped between the contact surfaces and further contact surfaces. The parallel contact surfaces result in a favorable force distribution during transfer of the tension force from the screen to the profile member. The contact surfaces may be in the form of parallel flat surfaces or have finite similar curvatures (i.e. curvatures other than zero).
[0028] Volgens alternatieve uitvoeringsvormen kan ten minste één van de contactvlakken voorzien zijn van een opstaande structuur die zich uitstrekt in de langsrichting en gekromd is in de dwarsrichting. Een dergelijke structuur voorziet in een lijncontact tussen de opsluitveter en de binnenzijde van de binnenwaartse contactvlakken, zonder scherpe randen, waarmee de inschuifweerstand kan worden verkleind. Eén of meerdere contactvlakken kunnen bijvoorbeeld voorzien zijn van een semicilindrische structuur die zich langs het contactvlak uit strekt.According to alternative embodiments, at least one of the contact surfaces may be provided with an upright structure that extends in the longitudinal direction and is curved in the transverse direction. Such a structure provides a line contact between the confinement lace and the inside of the inward contact surfaces, without sharp edges, with which the insertion resistance can be reduced. One or more contact surfaces can for instance be provided with a semi-cylindrical structure that extends along the contact surface.
[0029] De langszij den van de opsluitveter kunnen lijngebieden vormen die tijdens het in- of uitschuiven van de veter meewerken in het verlagen van de wrijvingsweerstand.The longitudinal sides of the confinement lace may form line regions which assist in lowering the frictional resistance during the sliding in or out of the lace.
[0030] Het profielorgaan kan bijvoorbeeld twee richels omvatten die aan twee overliggende zijden van de langsopening liggen en naar elkaar toe gericht zijn. De binnenwaartse contactvlakken kunnen daarbij zijn gevormd door binnenwaarts gerichte oppervlakken van de richels.The profile member can for instance comprise two ridges which lie on two opposite sides of the longitudinal opening and are directed towards each other. The inward contact surfaces may be formed by inwardly directed surfaces of the ridges.
[0031] Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de opsluitveter gevormd als een op sluit strip.According to a preferred embodiment, the confinement lace is formed as a confinement strip.
[0032] Een dergelijke opsluitstrip kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door een hoofdzakelijk balkvormig plat lichaam met relatief homogene elastische eigenschappen.Such a retaining strip can for instance be realized by a substantially beam-shaped flat body with relatively homogeneous elastic properties.
De opsluitstrip kan worden gekarakteriseerd door een striplengte Δχΐ in de langsrichting X, een stripbreedte Δγΐ in de eerste dwarsrichting Y, en een stripdikte Δζΐ in de tweede dwarsrichting Z, waarbij Δχΐ » Δγΐ » Δζΐ.The retaining strip can be characterized by a strip length Δχΐ in the longitudinal direction X, a strip width Δγΐ in the first transverse direction Y, and a strip thickness Δζΐ in the second transverse direction Z, where Δχΐ »Δγΐ» Δζΐ.
[0033] Bij bevestiging van klimaatschermen in een kas of warenhuis kan de opsluitveter bijvoorbeeld een breedte hebben tussen 5 millimeter en 25 millimeter, meer specifiek een breedte tussen 10 millimeter en 20 millimeter, zoals bijvoorbeeld 15 millimeter. Bij voorkeur heeft de opsluitveter een dikte van 0,3 millimeter tot 1 millimeter, meer bij voorkeur tussen 0,5 millimeter en 0,6 millimeter. Andere stripafmetingen zijn echter mogelijk.When mounting climate screens in a greenhouse or greenhouse, the confinement lace may, for example, have a width between 5 millimeters and 25 millimeters, more specifically a width between 10 millimeters and 20 millimeters, such as, for example, 15 millimeters. Preferably the confinement lace has a thickness of 0.3 millimeter to 1 millimeter, more preferably between 0.5 millimeter and 0.6 millimeter. However, other strip dimensions are possible.
[0034] Volgens een tweede aspect, en in overeenstemming met de hierboven beschreven voordelen en effecten, voorziet de uitvinding in een schermsamenstel, omvattende een bevestigingsinrichting met een profielorgaan en een opsluitveter volgens het eerste aspect van de uitvinding, en een scherm, waarvan een strookvormig schermdeel in de kamer van het profielorgaan opneembaar is, en waarbij de opsluitveter in de kamer opneembaar is in een ingesloten toestand om het strookvormige schermdeel in de kamer vast te klemmen.According to a second aspect, and in accordance with the advantages and effects described above, the invention provides a screen assembly, comprising a fastening device with a profile member and a retaining strap according to the first aspect of the invention, and a screen, one of which is strip-shaped screen part can be accommodated in the chamber of the profile member, and wherein the confining lace can be accommodated in the chamber in an enclosed state to clamp the strip-shaped screen part in the chamber.
[0035] Volgens een uitvoeringsvorm is de opsluitveter in de ingesloten toestand gelegen tussen de langsopening van het profielorgaan enerzijds en het strookvormige schermdeel anderzijds.According to an embodiment, the confinement lace in the enclosed state is located between the longitudinal opening of the profile member on the one hand and the strip-shaped screen part on the other.
[0036] Als er een spankracht op het scherm wordt uitgeoefend, dan levert dit een trekkracht op het strookvormige schermdeel die gericht is door de langsopening heen en de kamer uit. Als de opsluitveter in de ingesloten toestand binnen de kamer tussen de langsopening en het strookvormige schermdeel gelegen is, dan zal een vergroting van de trekkracht op het schermdeel tevens de inklemming door de opsluitveter tegen de (binnenzijde van de) langsopening vergroten, wat de bevestiging van het scherm aan het profielorgaan (tijdelijk) verstevigt.When a tensioning force is exerted on the screen, this provides a tensile force on the strip-shaped screen part directed through the longitudinal opening and out of the chamber. If, in the enclosed condition, the confinement lace is located within the chamber between the longitudinal opening and the strip-shaped screen part, then an increase in the tensile force on the screen part will also increase the clamping effect of the confining lace against the (inside of the) longitudinal opening, the screen on the profile member (temporarily) reinforces.
[0037] Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de opsluitveter voorzien van een veteroppervlak dat langs de tweede dwarsrichting de kamer in gericht is als de opsluitveter in de ingesloten toestand is, en van twee langsranden die dwarsuiteinden van de opsluitveter in de eerste dwarsrichting vormen. In deze uitvoering strekt het strookvormige schermdeel zich rondom het veteroppervlak en beide langsranden van de opsluitveter naar de langsopening toe uit, alwaar het strookvormige schermdeel overgaat in een of meer vrije schermdelen.According to a further embodiment, the confinement lace is provided with a lace surface which is directed along the second transverse direction into the chamber when the confinement lace is in the enclosed state, and with two longitudinal edges which form transverse ends of the confining lace in the first transverse direction. In this embodiment, the strip-shaped screen part extends around the lace surface and both longitudinal edges of the confining lace towards the longitudinal opening, where the strip-shaped screen part merges into one or more free screen parts.
[0038] De omsluiting door het strookvormige schermdeel van het inwaartse oppervlak en via beide langsranden van de veter resulteert in een kleminsluiting met een relatief symmetrische verdeling van de span/klem krachten over de veter, het scherm, en het profielorgaan.The enclosure by the strip-shaped screen portion of the inward surface and via both longitudinal edges of the lace results in a clamping enclosure with a relatively symmetrical distribution of the tension / clamping forces over the lace, the screen, and the profile member.
[0039] Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat het strookvormige schermdeel een geleidingsstrip voor het via een invoeropening in het profielorgaan schuiven van het strookvormig schermdeel en de geleidingsstrip terwijl het scherm via de langsopening naar buiten blijft steken. In deze uitvoering is de opsluitveter in de ingesloten toestand gelegen tussen de langsopening enerzijds en het strookvormige schermdeel met de geleidingsstrip anderzijds.According to a further embodiment, the strip-shaped screen part comprises a guide strip for sliding the strip-shaped screen part and the guide strip through an input opening into the profile member, while the screen sticks out via the longitudinal opening. In this embodiment, the retaining strap in the enclosed condition is located between the longitudinal opening on the one hand and the strip-shaped screen part with the guiding strip on the other hand.
[0040] Het gebruik van een scherm met een eigen geleidingsstrip in combinatie met bovengenoemde opsluitveter en profielorgaan kan een robuustere bevestiging opleveren, waardoor grotere spankrachten op het scherm kunnen worden uitgeoefend. In tegenstelling tot de zelfstandig verplaatsbare opsluitveter kan de geleidingsstrip bij voorbaat wel direct aan het scherm zijn bevestigd, bijvoorbeeld d.m.v. stikken, lijmen, smelten, nieten, en dergelijke. De geleidingsstrip vormt een relatief platte flexibele verharding die aan het scherm is bevestigd langs het strookvormige schermdeel, om het insteken van het scherm via de invoeropening van het profielorgaan en het geleiden van het scherm langs het profielorgaan te vergemakkelijken.The use of a screen with its own guide strip in combination with the above-mentioned retaining strap and profile member can provide a more robust fixation, so that greater clamping forces can be exerted on the screen. In contrast to the self-relocating retaining strap, the guide strip can be attached directly to the screen in advance, for example by means of stitching, gluing, melting, stapling, and the like. The guiding strip forms a relatively flat flexible hardening which is attached to the screen along the strip-shaped screen part, in order to facilitate insertion of the screen via the inlet opening of the profile member and guiding the screen along the profile member.
[0041] Typisch heeft de geleidingsstrip een aanzienlijk grotere buigstijfheid dan het scherm, maar vormt deze buigstijfheid van de geleidingsstrip geen belemmering voor het oprollen van het scherm om een as in de eerste dwarsrichting, om een schermrol te vormen. De geleidingsstrip kan dezelfde flexibiliteiteigenschappen hebben als de genoemde eigenschappen voor de opsluitveter. De geleidingsstrip hoeft echter niet “dragend” te zijn d.w.z. dusdanig sterk en gedimensioneerd om het scherm zelfstandig in opgespannen toestand te houden.Typically, the guide strip has a considerably greater bending stiffness than the screen, but this bending stiffness of the guide strip does not hinder the rolling up of the screen about an axis in the first transverse direction to form a screen roll. The guide strip can have the same flexibility properties as the stated properties for the confinement lace. However, the guiding strip need not be "load-bearing", i.e. so strong and dimensioned to keep the screen independently in a tensioned state.
[0042] Bij voorkeur is het scherm gevormd als een lichtdoorlatende folie van een relatief uniform transparant materiaal van relatief homogene dikte. Een dergelijk foliescherm kan bijvoorbeeld gebruikt worden als binnenste deklaag onder een eerste deklaag van lichtdoorlatend star plaatmateriaal, om daartussen een spouw met een reguleerbare luchtlaag te vormen.Preferably, the screen is formed as a light-transmitting film of a relatively uniform transparent material of relatively homogeneous thickness. Such a foil screen can be used, for example, as an inner cover layer under a first cover layer of light-transmitting rigid sheet material, to form a cavity with a controllable air layer between them.
[0043] De eerste deklaag van lichtdoorlatend star plaatmateriaal kan bijvoorbeeld een plaat van glas of van hard doorzichtig plastic zijn, welke onderdeel vormt van de dakconstructie van een kas of warenhuis. Bevestiging van de geleidingsstrip aan de folielaag kan bijvoorbeeld via stikken, lijmen, of smelten worden gerealiseerd. In de praktijk kan de resulterende verbinding tussen foliescherm en geleidingsstrip relatief zwak zijn, zodat de kans op beschadiging van het foliescherm tijdens initiële opspanning en later gebruik relatief groot is. Volgens deze uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het foliescherm m.b.v. de geleidingsstrip voorlopig in het profielorgaan worden getrokken, terwijl het inklemmen en vastzetten van het foliescherm met behulp van de opsluitveter en vervolgens plaatsen van het profielorgaan en het op spanning zetten van het scherm op ieder later gewenst tijdstip kan worden uitgevoerd.The first cover layer of light-transmitting rigid sheet material can be, for example, a sheet of glass or of hard transparent plastic, which forms part of the roof construction of a greenhouse or department store. Attachment of the guide strip to the foil layer can be achieved, for example, by stitching, gluing, or melting. In practice, the resulting connection between film screen and guide strip can be relatively weak, so that the risk of damage to the film screen during initial clamping and later use is relatively large. According to this embodiment of the invention, the foil screen can be used by means of the guide strip is provisionally pulled into the profile member, while the clamping and securing of the foil screen with the aid of the retaining strap and then placing the profile member and tensioning of the screen can be carried out at any later desired time.
[0044] Volgens een derde aspect voorziet de uitvinding in een kas of warenhuis, omvattende: een steunconstructie, en een schermsamenstel met bevestigingsinrichtingen volgens het eerste aspect van de uitvinding, en een scherm dat aan tegenoverliggende langsranden aan de steunconstructie is opgehangen door middel van de bevestigingsinrichtingen.According to a third aspect, the invention provides a greenhouse or greenhouse, comprising: a support structure, and a screen assembly with fastening devices according to the first aspect of the invention, and a screen suspended on opposite support edges from the support structure by means of the fastening devices.
[0045] Volgens een uitvoeringsvorm omvat de kas of het warenhuis een kap die ondersteund is door de steunconstructie. Deze kap omvat ten minste een goot, een nok die op afstand van de goot gelegen is, roeden die zich elk tussen de goot en de nok uitstrekken, ten minste een paneel dat tussen de roeden, de nok, en de goot is opgenomen, en het scherm, dat door middel van de bevestigingsinrichtingen bevestigd is aan of nabij de goot en de nok, en dat zich op afstand en hoofdzakelijk evenwijdig aan het paneel uitstrekt, waarbij tussen het scherm en het paneel een spouw is gevormd.According to an embodiment, the greenhouse or the greenhouse comprises a hood that is supported by the support structure. This cap comprises at least one gutter, a cam located at a distance from the gutter, rods which each extend between the gutter and the cam, at least one panel which is received between the rods, the cam and the gutter, and the screen, which is attached to or near the gutter and the cam by means of the fixing devices, and which extends remotely and substantially parallel to the panel, a cavity being formed between the screen and the panel.
[0046] Bij voorkeur is het scherm aan ten minste een strookvormig schermdeel voorzien van een geleidingsstrip die ingericht is voor het via een invoeropening van het profielorgaan inschuiven van het strookvormig schermdeel. Een dergelijk scherm met geleidingsstrip kan bijvoorbeeld zijn gevormd uit een lichtdoorlatende folielaag met relatief uniforme dikte.The screen is preferably provided on at least one strip-shaped screen part with a guide strip which is adapted to slide in the strip-shaped screen part via an inlet opening of the profile member. Such a screen with a guide strip can for instance be formed from a light-transmitting film layer with a relatively uniform thickness.
[0047] Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de steunconstructie van de kas of het warenhuis: staanders, liggers die door de staanders gedragen zijn en onderling evenwijdig gelegen zijn, ten minste een bevestigingsinrichting die is uitgevoerd als een schermlijst waaraan het scherm bevestigd is, en die heen en weer verplaatsbaar tussen een open stand en een dichte stand is aangebracht, en een aandrijving voor het heen en weer verplaatsen van de schermlijst.According to an alternative embodiment, the support structure of the greenhouse or the greenhouse comprises: uprights, beams supported by the uprights and mutually parallel, at least one mounting device which is designed as a screen frame to which the screen is attached, and which arranged back and forth between an open position and a closed position, and a drive for moving the screen frame back and forth.
[0048] De steunconstructie kan eventueel een dradenbed omvatten, met onderling evenwijdige draden die hoofdzakelijk horizontaal tussen de liggers zijn gespannen. De schermlijst kan in dit geval langs de draden heen en weer verplaatsbaar tussen de open stand en de dichte stand zijn aangebracht.The support structure may optionally comprise a wire bed, with mutually parallel wires that are stretched substantially horizontally between the girders. In this case, the screen frame can be arranged for moving back and forth along the wires between the open position and the closed position.
[0049] Volgens weer een andere uitvoeringsvorm omvat de steunconstructie van de kas of het warenhuis: staanders, liggers of goten die door de staanders gedragen zijn en onderling evenwijdig gelegen zijn, ten minste een bevestigingsinrichting die langs een ligger of goot bevestigd is. In deze uitvoering is het scherm door middel van de bevestigingsinrichting aan de steunconstructie bevestigd en spant het scherm een flexibel dak of flexibele wand van de kas of het warenhuis op.According to yet another embodiment, the support structure of the greenhouse or the greenhouse comprises: uprights, girders or gutters that are supported by the uprights and are mutually parallel, at least one mounting device that is fixed along a girder or gutter. In this embodiment, the screen is attached to the support structure by means of the fixing device and the screen spans a flexible roof or wall of the greenhouse or the greenhouse.
[0050] De kas of het warenhuis kan een tweede scherm omvatten, dat op soortgelijke wijze door middel van de bevestigingsinrichting aan de steunconstructie is vastgemaakt om een flexibel dak of flexibele wand van de kas of het warenhuis op te spannen. Het scherm en het tweede scherm kunnen daarbij hoofdzakelijk langs elkaar gelegen zijn, waarbij tussen het scherm en het tweede scherm een spouw wordt gevormd.The greenhouse or the greenhouse can comprise a second screen, which is similarly attached to the support structure by means of the fixing device to tension a flexible roof or wall of the greenhouse or the greenhouse. The screen and the second screen can be located substantially alongside each other, a cavity being formed between the screen and the second screen.
[0051] Het scherm kan met de bevestigingsinrichting indirect langs de corresponderende ligger of goot bevestigd zijn, of direct aan de ligger of goot bevestigd zijn. Onafhankelijk van de wijze van bevestiging kunnen meerdere liggers of goten voorzien zijn van dergelijke bevestigingsinrichtingen, zodat het scherm langs meer dan één strookvormig schermdeel aan de steunconstructie kan worden vastgezet. Zo kunnen het scherm en het tweede scherm (gezien in een breedterichting) zijn vastgezet langs twee bevestigingsinrichtingen die nagenoeg evenwijdig langs twee naburige goten lopen, en kan de spouw (gezien in een hoogterichting) tussen het scherm en het tweede scherm in gevormd zijn.With the fastening device, the screen can be mounted indirectly along the corresponding beam or gutter, or directly attached to the beam or gutter. Independently of the method of attachment, a plurality of beams or gutters can be provided with such attachment devices, so that the screen can be fixed to the support structure along more than one strip-shaped screen part. For example, the screen and the second screen (viewed in a width direction) can be fixed along two fastening devices running substantially parallel along two adjacent troughs, and the cavity (seen in a height direction) between the screen and the second screen can be formed.
[0052] Volgens een vierde aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het bevestigen van een scherm aan een constructie. Deze werkwijze omvat: het verschaffen van een bevestigingsinrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding; het positioneren van het scherm met een strookvormig deel in of nabij de kamer van het profielorgaan; het in de kamer schuiven van de opsluitveter via een invoeropening van het profielorgaan tot in een ingesloten toestand, om het strookvormige schermdeel in de kamer vast te klemmen.According to a fourth aspect, the invention provides a method for attaching a screen to a structure. This method comprises: providing a mounting device according to the first aspect of the invention; positioning the screen with a strip-shaped part in or near the chamber of the profile member; sliding the confining lace into the chamber through an inlet opening of the profile member into an enclosed state, in order to clamp the strip-shaped screen part in the chamber.
[0053] Het scherm kan voorafgaand aan het plaatsen van de opsluitveter al zodanig in het profielorgaan gepositioneerd zijn dat het strookvormige schermdeel door de kamer omsloten is (“in de kamer”), maar daarin mogelijk nog niet is vastgezet. Als alternatief kan het scherm voorafgaand aan de plaatsing van de opsluitveter enkel tegen het profielorgaan gepositioneerd zijn (“nabij de kamer”), zonder dat het strookvormige schermdeel door de kamer om sloten is.The screen may already be positioned in the profile member prior to placing the retaining strap in such a way that the strip-shaped screen part is enclosed by the chamber ("in the chamber"), but may not have been secured therein. Alternatively, the screen can only be positioned against the profile member ("near the chamber") prior to the placement of the confining lace, without the strip-shaped screen part being enclosed by the chamber.
[0054] Volgens een uitvoeringsvorm omvat het strookvormige schermdeel een geleidingsstrip voor het inschuiven van het scherm in het profielorgaan. In deze uitvoering omvat het positioneren van het scherm het in de kamer schuiven van het strookvormige schermdeel met de geleidingsstrip via de invoeropening van het profielorgaan. Daarnaast omvat het inschuiven van de opsluitveter tevens het plaatsen van de opsluitveter binnen de kamer aanliggend met de geleidingsstrip.According to an embodiment, the strip-shaped screen part comprises a guide strip for sliding the screen into the profile member. In this embodiment, positioning of the screen comprises sliding the strip-shaped screen part with the guide strip into the chamber via the inlet opening of the profile member. In addition, retracting the confinement lace also includes placing the confinement lace within the chamber adjacent the guide strip.
[0055] Volgens een verdere uitvoeringsvorm kan de werkwijze in een initiële fase omvatten: het verschaffen van het scherm met de geleidingsstrip langs het strookvormige schermdeel in de vorm van een rol waarvan een rolhartlijn dwars op een langsrichting van de geleidingsstrip is gericht, en waarin de geleidingsstrip met een breedterichting evenwijdig aan het scherm georiënteerd is opgerold; het plaatsen van de rol nabij de invoeropening van het profielorgaan; het overbrengen van een afgerold eind van de rol met het strookvormige schermdeel en de geleidingsstrip nabij de invoeropening van het profielorgaan, en het afrollen van de rol en tegelijkertijd inschuiven van het strookvormige schermdeel en de geleidingsstrip door de kamer van het profiel orgaan.According to a further embodiment, the method may comprise in an initial phase: providing the screen with the guide strip along the strip-shaped screen part in the form of a roll, a roller axis of which is directed transversely to a longitudinal direction of the guide strip, and wherein the guide strip with a width direction parallel to the screen is rolled up; placing the roller near the inlet opening of the profile member; transferring a rolled-out end of the roll with the strip-shaped screen part and the guide strip near the inlet opening of the profile member, and unrolling the roll and simultaneously sliding the strip-shaped screen part and the guide strip through the chamber of the profile member.
[0056] Volgens een nog verdere uitvoeringsvorm kan de werkwijze omvatten: het tijdens het afrollen van de rol locaal rond de lengterichting roteren van de geleidingsstrip weg uit het vlak van het scherm, zodanig dat de geleidingsstrip onder een eindige hoek β met het scherm in de kamer van het profielorgaan opgenomen wordt, waarbij 0° < β < 180°; het vervolgens inbrengen van de opsluitveter in de kamer van het profielorgaan.According to yet a further embodiment, the method may comprise: rotating the guide strip away locally from the plane of the screen during the rolling of the roll, such that the guide strip at a finite angle β with the screen in the chamber of the profile member is included, with 0 ° <β <180 °; subsequently introducing the confinement lace into the chamber of the profile member.
[0057] Het moge duidelijk zijn dat de verschillende aspecten genoemd in deze octrooiaanvrage gecombineerd kunnen worden en elk afzonderlijk in aanmerking kunnen komen voor een afgesplitste octrooiaanvrageIt will be clear that the various aspects mentioned in this patent application can be combined and can each be considered separately for a split-off patent application.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGURENBRIEF DESCRIPTION OF THE FIGURES
[0058] Vervolgens zullen uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding uitsluitend bij wijze van voorbeeld worden beschreven aan de hand van de begeleidende schematische tekeningen, waarbij corresponderende onderdelen door corresponderende verwijzingssymbolen zijn aangegeven.Next, exemplary embodiments of the invention will be described, by way of example only, with reference to the accompanying schematic drawings, corresponding parts being indicated by corresponding reference symbols.
[0059] Figuren la en lb tonen een dakconstructie van een kas volgens een uitvoeringsvorm; [0060] Figuren 2a en 2b tonen delen van een schermsamenstel volgens een uitvoeringsvorm; [0061] Figuur 3a toont een schematisch bovenaanzicht van een schermsamenstel volgens een uitvoeringsvorm; [0062] Figuur 3b toont een schematisch zijaanzicht van het schermsamenstel uit Figuur 3 a; [0063] Figuren 4a-4c tonen schematische dwarsdoorsneden van het schermsamenstel uit Figuren 3a-3b; [0064] Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede van het profiel orgaan uit Figuren 3a-3b; [0065] Figuren 6a en 6b tonen schematische dwarsdoorsneden van een schermsamenstel volgens een alternatieve uitvoeringsvorm; [0066] Figuur 7 toont een schematische dwarsdoorsnede van een schermsamenstel volgens weer aan andere uitvoeringsvorm, en [0067] Figuur 8 toont een voorloper in een alternatieve uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting.Figures 1a and 1b show a roof construction of a greenhouse according to an embodiment; Figures 2a and 2b show parts of a screen assembly according to an embodiment; Figure 3a shows a schematic top view of a screen assembly according to an embodiment; Figure 3b shows a schematic side view of the screen assembly of Figure 3a; Figures 4a-4c show schematic cross-sections of the screen assembly of Figures 3a-3b; Figure 5 shows a cross-section of the profile member of Figures 3a-3b; Figures 6a and 6b show schematic cross-sections of a screen assembly according to an alternative embodiment; Figure 7 shows a schematic cross-section of a screen assembly according to yet another embodiment, and Figure 8 shows a precursor in an alternative embodiment of a mounting device.
[0068] De tekeningen zijn slechts bedoeld voor illustratieve doeleinden, en dienen niet ter beperking van de beschermingsomvang die wordt gedefinieerd door de conclusies.The drawings are intended for illustrative purposes only, and are not intended to limit the scope of protection defined by the claims.
BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVORMENDESCRIPTION OF EMBODIMENTS
[0069] Figuren la en lb tonen een uitvoeringsvorm van een kas 10. De kas 10 omvat een steunconstructie 12, 14 die uit meerdere elementen is opgebouwd, en een kapconstructie 20 die ondersteund wordt door de steunconstructie 12, 14 en gevormd is als een serie van aaneengeschakelde schuine kapdelen.Figures 1a and 1b show an embodiment of a greenhouse 10. The greenhouse 10 comprises a support structure 12, 14 which is made up of several elements, and a hood structure 20 which is supported by the support structure 12, 14 and is formed as a series of concatenated sloping hood parts.
[0070] De steunconstructie 12, 14 omvat staanders 12 (dragende kolommen), en liggers 14 (spanten) die door de staanders 12 gedragen zijn en onderling evenwijdig gelegen zijn. De kapconstructie 20 omvat goten 16, nokken 22, roeden 18 en panelen 26.The support structure 12, 14 comprises uprights 12 (bearing columns), and beams 14 (trusses) that are supported by uprights 12 and are mutually parallel. The cap construction 20 comprises channels 16, cams 22, rods 18 and panels 26.
De nokken 22 liggen op een afstand van de goten 16. De roeden 18 strekken zich schuin omhoog lopend uit tussen een specifieke goot 16 en nok 22. De nokken 22 steunen op de roeden 18. De panelen 26 zijn opgenomen tussen de roeden 18, de nok 22, en de goot 16.The cams 22 are at a distance from the gutters 16. The rods 18 extend obliquely upwards between a specific gutter 16 and cam 22. The cams 22 rest on the rods 18. The panels 26 are accommodated between the rods 18, the cam 22, and the trough 16.
In dit voorbeeld omvatten de panelen 26 glasplaten. Ieder schuin kapdeel omvat een aaneenschakeling van panelen 26 en roeden 18 die onder nagenoeg dezelfde helling staan.In this example, the panels 26 comprise glass plates. Each slanted cap part comprises a concatenation of panels 26 and bars 18 which are positioned under substantially the same slope.
[0071] De kas 10 omvat tevens een aantal klimaatschermen 60, waarbij elk scherm 60 correspondeert met een bepaald kapdeel. Figuur la toont in ieder geval één scherm 60. Een dergelijk klimaatscherm 60 is door middel van een eerste bevestigingsinrichting 30i en een tweede bevestigingsinrichting 30j langs tegenoverliggende randen van een kapdeel aan de steunconstructie 12, 14 opgehangen. De eerste bevestigingsinrichting 30i is bevestigd aan (of vormt onderdeel van) de goot 16. De tweede bevestigingsinrichting 30j is bevestigd aan (of vormt onderdeel van) de nok 22. Waar het onderscheid minder relevant is worden de bevestigingsinrichtingen generiek aangegeven met het referentiecijfer 30. De bevestigingsinrichtingen 30 omvatten elk een langwerpig profielorgaan 40 dat ofwel langs de goot 16 ofwel langs de nok 22 is aangebracht.The greenhouse 10 also comprises a number of climate screens 60, wherein each screen 60 corresponds to a specific hood part. Figure 1a shows at least one screen 60. Such a climate screen 60 is suspended from the supporting structure 12, 14 by means of a first fixing device 30i and a second fixing device 30j along opposite edges of a cap part. The first attachment device 30i is attached to (or forms part of) the trough 16. The second attachment device 30j is attached to (or forms part of) the cam 22. Where the distinction is less relevant, the attachment devices are generically indicated by the reference numeral 30. The fastening devices 30 each comprise an elongated profile member 40 which is arranged either along the channel 16 or along the cam 22.
[0072] Het scherm 60 kan bijvoorbeeld zijn gevormd uit een transparante folielaag met relatief uniforme dikte. Elk scherm 60 strekt uit zich op een afstand en hoofdzakelijk evenwijdig aan de panelen 26 van een geassocieerd kapdeel. Tussen het scherm 60 en de panelen 26 van dit kapdeel is daardoor een spouw 28 gevormd. Een dergelijke spouw 28 kan snel worden geconstrueerd door middel van het doorzichtige foliescherm 60. De luchtlaag in deze spouw 28 kan thermisch en/of hydrologisch worden gereguleerd, zodat de spouw 28 zeer gunstig kan worden benut ten behoeve van de klimaathuishouding binnen de kas 10.The screen 60 may, for example, be formed from a transparent film layer with a relatively uniform thickness. Each screen 60 extends at a distance and substantially parallel to the panels 26 of an associated cap member. A cavity 28 is thereby formed between the screen 60 and the panels 26 of this cap part. Such a cavity 28 can be constructed quickly by means of the transparent foil screen 60. The air layer in this cavity 28 can be thermally and / or hydrologically regulated, so that the cavity 28 can be used very favorably for the purpose of climate control within the greenhouse 10.
[0073] Het foliescherm 60 is nabij de randen voorzien van geleidingsstrips 74 die ingericht zijn voor het via een invoeropening van het profielorgaan inschuiven van het scherm 60 tijdens installatie. Bevestiging van de geleidingsstrip 74 aan het foliescherm 60 kan bijvoorbeeld via stikken, lijmen, of smelten worden gerealiseerd. In de praktijk kan de resulterende verbinding tussen foliescherm 60 en geleidingsstrip 74 relatief zwak zijn, zodat de kans op beschadiging van het foliescherm tijdens initiële opspanning en later gebruik relatief groot kan zijn.The foil screen 60 is provided near the edges with guide strips 74 which are adapted to slide in the screen 60 via an inlet opening of the profile member during installation. Attachment of the guide strip 74 to the foil screen 60 can be achieved, for example, by stitching, gluing, or melting. In practice, the resulting connection between film screen 60 and guide strip 74 can be relatively weak, so that the risk of damage to the film screen during initial clamping and later use can be relatively large.
[0074] Daarom is het scherm 60 langs de randen middels opsluitveters 80 in de langwerpige profiel organen 40 vastgezet, ter verbetering van de inklemming. Na verbeterde inklemming en vastzetting van het foliescherm 60 met behulp van de opsluitveters 80 kan het scherm 60 op spanning worden gezet.Therefore, the screen 60 is fixed along the edges by confinement laces 80 in the elongated profile members 40, in order to improve the clamping. After improved clamping and fixing of the foil screen 60 with the aid of the locking laces 80, the screen 60 can be tensioned.
[0075] Aan de hand van Figuren 2a-8 worden details en uitvoeringsvarianten van de bevestigingsinrichtingen 30 verder toegelicht.Details and embodiments of the mounting devices 30 are further explained with reference to Figures 2a-8.
[0076] Figuren 2a en 2b tonen delen van een schermsamenstel 32 volgens een voorbeelduitvoeringsvorm. Het getoonde schermsamenstel 32 omvat een bevestigingsinrichting 30 en een scherm 60.Figures 2a and 2b show parts of a screen assembly 32 according to an exemplary embodiment. The screen assembly 32 shown comprises a mounting device 30 and a screen 60.
[0077] Het scherm 60 vormt een velvormig orgaan dat één of meerdere klimaatregulerende functies kan vervullen, zoals zonwering, verduistering, vochtregulering, stromingsbarrière en/of thermische isolatie. Het scherm 60 kan bijvoorbeeld het foliescherm uit Figuren la en lb zijn, maar kan in andere uitvoeringen gevormd zijn, zoals een doek (bijv. van het geweven of gebreide type), een mat, of een foliebaanscherm.The screen 60 forms a sheet-like member that can perform one or more climate-regulating functions, such as sun protection, darkening, moisture regulation, flow barrier and / or thermal insulation. The screen 60 may be, for example, the film screen of Figures 1a and 1b, but may be formed in other embodiments, such as a cloth (e.g. of the woven or knitted type), a mat, or a film web screen.
[0078] De bevestigingsinrichting 30 is ingericht voor bevestiging van een scherm 60 langs een strookvormig schermdeel 66 aan een constructie, zoals aan de steunconstructie 12, 14 van de kas 10 uit Figuren la en lb. De bevestigingsinrichting 30 wordt gevormd door een profielorgaan 40 en een opsluitveter 80.The mounting device 30 is adapted to attach a screen 60 along a strip-shaped screen part 66 to a structure, such as to the support structure 12, 14 of the greenhouse 10 of Figures 1a and 1b. The fixing device 30 is formed by a profile member 40 and a retaining strap 80.
[0079] Het profielorgaan 40 is in dit voorbeeld gevormd als een langwerpig lichaam dat zich in een langsrichting X uitstrekt. Het profielorgaan 40 vormt een kamer 42, een langsopening 44, en ten minste een invoeropening 46. De kamer 42 strekt zich in de langsrichting X door het profielorgaan 40 uit en vormt een langwerpige holte waarin een deel van het scherm 60 en de opsluitveter 80 kunnen worden opgenomen. De langsopening 44 strekt zich in de langsrichting X uit langs een zijde van het profielorgaan 40, en vormt een doorgang tussen de kamer 42 en een buitenzijde van het profielorgaan 40. De invoeropening 46 is direct verbonden met de kamer 42. De invoeropening 46 vormt in dit voorbeeld een kopse opening 46 voorzien aan een langsuiteinde van het profielorgaan 40.The profile member 40 in this example is formed as an elongate body that extends in a longitudinal direction X. The profile member 40 forms a chamber 42, a longitudinal opening 44, and at least one input opening 46. The chamber 42 extends through the profile member 40 in the longitudinal direction X and forms an elongated cavity in which a part of the screen 60 and the retaining strap 80 can be included. The longitudinal opening 44 extends in the longitudinal direction X along one side of the profile member 40, and forms a passage between the chamber 42 and an outside of the profile member 40. The inlet opening 46 is directly connected to the chamber 42. The inlet opening 46 forms In this example, a front opening 46 is provided at a longitudinal end of the profile member 40.
[0080] De opsluitstrip 80 (zie Figuur 2b) is dusdanig gevormd dat deze langs de langsrichting X in de kamer 44 van het profielorgaan 40 opneembaar is. Bij voorkeur is de opsluitveter 80 voldoende flexibel om met de langsuiteinden 82 naar elkaar toe buigbaar te zijn, zodat oprollen van de opsluitveter 80 rondom een as in een dwarsrichting mogelijk zal zijn. Dit vergemakkelijkt transport en opslag van de opsluitveter 80. In dit voorbeeld is de opsluitveter 80 gevormd als een langwerpig, enigszins flexibele strip met een hoofdzakelijk plat balkvormig lichaam. Dit balkvormige lichaam heeft een striplengte in de langsrichting X die aanzienlijk groter is dan een stripbreedte in de eerste dwarsrichting Y, welke weer aanzienlijk groter is dan een stripdikte in de tweede dwarsrichting Z. In dit voorbeeld is de stripbreedte ongeveer 15 millimeter, en de stripdikte ongeveer 0,5 millimeter. Andere afmetingen zijn mogelijk, al naar gelang de eisen voor het gewicht en verdere belasting van het scherm 60, en/of de beschikbare ruimte en bevestigingsmogelijkheden voor het profielorgaan 40.The retaining strip 80 (see Figure 2b) is formed such that it can be received along the longitudinal direction X in the chamber 44 of the profile member 40. Preferably, the confinement lace 80 is sufficiently flexible to be flexible with the longitudinal ends 82 towards one another, so that rolling up the confining lace 80 around an axis in a transverse direction will be possible. This facilitates transport and storage of the confinement lace 80. In this example, the confinement lace 80 is formed as an elongated, somewhat flexible strip with a substantially flat bar-shaped body. This beam-shaped body has a strip length in the longitudinal direction X which is considerably larger than a strip width in the first transverse direction Y, which again is considerably larger than a strip thickness in the second transverse direction Z. In this example the strip width is approximately 15 millimeters, and the strip thickness about 0.5 millimeters. Other dimensions are possible, depending on the requirements for the weight and further load of the screen 60, and / or the available space and mounting options for the profile member 40.
[0081] Figuur 2a toont dat een strookvormig deel 66 van het scherm 60 langs de langsopening 44 van het profielorgaan 40 kan worden gepositioneerd. Eventueel kan het strookvormige deel 66 van het scherm 60 ten minste gedeeltelijk in de kamer 42 van het profielorgaan 40 worden geduwd, maar dit is niet noodzakelijk.Figure 2a shows that a strip-shaped part 66 of the screen 60 can be positioned along the longitudinal opening 44 of the profile member 40. Optionally, the strip-shaped part 66 of the screen 60 can be pushed at least partially into the chamber 42 of the profile member 40, but this is not necessary.
[0082] Figuur 2b toont dat de opsluitveter 80 vervolgens via de invoeropening 46 van het profielorgaan via een beweging in de langsrichting X in de kamer 42 kan worden geschoven. De opsluitveter 80 is zelfstandig ten opzichte van het scherm 60 en door de invoeropening 46 van het profielorgaan 40 heen inschuifbaar vanuit een vrije toestand waarin de opsluitveter 80 zich geheel buiten de kamer 42 bevindt, naar een ingesloten toestand waarin de opsluitveter 80 in de kamer 42 is opgenomen. In de ingesloten toestand klemt de opsluitveter 80 het strookvormige schermdeel 66 in de kamer 42 vast, zodat het scherm 60 ten opzichte van het profielorgaan 40 wordt vastgezet.Figure 2b shows that the retaining strap 80 can then be slid into the chamber 42 via the inlet opening 46 of the profile member via a movement in the longitudinal direction X. The confinement lace 80 can be retracted independently of the screen 60 and through the input opening 46 of the profile member 40 from a free state in which the confining lace 80 is entirely outside the chamber 42, to an enclosed state in which the confining lace 80 in the chamber 42 is included. In the enclosed state, the retaining strap 80 clamps the strip-shaped screen part 66 into the chamber 42, so that the screen 60 is fixed relative to the profile member 40.
[0083] De opsluitveter 80 heeft in de ingesloten toestand binnen de kamer 42 een beperkte bewegingsvrijheid, in ieder geval in de dwarsrichtingen Y, Z loodrecht op de langsrichting X. Eventueel kan de opsluitveter 80 in ingesloten toestand wel in de dwarsrichtingen Y, Z over relatief kleine afstanden en/of hoeken te transleren of roteren, mits dit geen uittreding van de opsluitveter 80 door de langsopening 44 uit de kamer 42 tot gevolg heeft.The retaining strap 80 has limited freedom of movement in the enclosed state within the chamber 42, at least in the transverse directions Y, Z perpendicular to the longitudinal direction X. Optionally, the retaining strap 80 may, in the enclosed state, pass in the transverse directions Y, Z translate or rotate relatively small distances and / or angles, provided that this does not result in withdrawal of the confining lace 80 through the longitudinal opening 44 from the chamber 42.
[0084] De opsluitveter 80 en het scherm 60 bevatten geen directe onderlinge bevestiging (d.w.z. geen onderlinge bevestiging als opsluitveter 80 en scherm 60 zich geheel buiten de kamer 42 bevinden) zoals stiksel, lijm, versmelting, of nietjes.The confinement lace 80 and the screen 60 do not contain any direct mutual fastening (i.e., no mutual fastening if the confining lace 80 and screen 60 are completely outside the chamber 42) such as stitching, glue, fusion, or staples.
[0085] Figuur 2b illustreert dat de langsopening 44 van het profielorgaan 40 aan beide kanten gezien in de eerste dwarsrichting Y begrensd wordt door richels 48a, 48b. De langsopening 44 spant een openingbreedte op tussen deze richels 48a, 48b (zie Figuur 4a).Figure 2b illustrates that the longitudinal opening 44 of the profile member 40 viewed on both sides in the first transverse direction Y is bounded by ridges 48a, 48b. The longitudinal opening 44 spans an opening width between these ridges 48a, 48b (see Figure 4a).
[0086] De opsluitveter heeft langsuiteinden 82 in de langsrichting X. Nabij een eerste langsuiteinde 82a heeft de opsluitveter 80 een handvat 94 en een verjonging 92 in de eerste dwarsrichting Y. De verjonging 92 maakt het mogelijk om de opsluitveter 80 in de ingesloten toestand ter plaatse van de verjonging 92 deels door de langsopening 44 uit de kamer 42 van het profielorgaan 40 naar buiten te laten steken.The containment lace has longitudinal ends 82 in the longitudinal direction X. Near a first longitudinal end 82a, the containment lace 80 has a handle 94 and a rejuvenation 92 in the first transverse direction Y. The rejuvenation 92 makes it possible to secure the containment lace 80 in the enclosed state. at the location of the rejuvenation 92 partly by having the longitudinal opening 44 protrude out of the chamber 42 of the profile member 40.
[0087] Ter plaatse van de verjonging 92 is de opsluitveter 80 voorzien van een inwaarts uitsteeksel 96, voor het dieper de kamer 42 in dwingen van het strookvormige schermdeel 66, daar waar de opsluitveter 80 door de kamer 42 heen over dit schermdeel 66 wordt getrokken.At the location of the rejuvenation 92, the confinement lace 80 is provided with an inward protrusion 96, for deeper penetrating the chamber 42 of the strip-shaped screen part 66, where the confining lace 80 is pulled through the chamber 42 over this screen part 66 .
[0088] Figuren 3a en 3b tonen schematisch boven- en zijaanzichten van het schermsamenstel 32 uit Figuur 2b. Zoals getoond in Figuren 2a en 2b hoeft het scherm 60 voorafgaand aan het inschuiven van de opsluitveter 80 enkel tegen de langsopening 44 van het profielorgaan 40 gepositioneerd te zijn, zonder dat het strookvormige schermdeel door de kamer 42 omsloten is.Figures 3a and 3b schematically show top and side views of the screen assembly 32 of Figure 2b. As shown in Figs. 2a and 2b, the screen 60 need only be positioned against the longitudinal opening 44 of the profile member 40 prior to the retention of the confining lace 80, without the strip-shaped screen part being enclosed by the chamber 42.
[0089] Figuur 3b illustreert dat de opsluitveter 80 bij het inwaartse uitsteeksel 96 een voorwaartse afschuining 98 heeft. Het inwaartse uitsteeksel 86 met voorwaartse afschuining 98 vormt een oppervlak die deels voorwaarts naar de langsrichting X (d.w.z. in de inschuifrichting) en deels inwaarts langs de tweede dwarsrichting Z (d.w.z. binnenwaarts langs -Z de kamer 42 in) gericht is. Het inwaartse uitsteeksel 96 met de voorwaartse afschuining 98 zorgen ervoor dat een deel van de intrekkracht uitgeoefend tijdens inschuiven van de opsluitveter 80 in de kamer 42 wordt omgezet in een krachtdistributie voor het in de kamer 42 dwingen/duwen van het strookvormig schermdeel 66. Door induwing wordt het opgenomen strookvormige deel 66 van het scherm 60 vergroot en wordt er meer speling voor dit schermdeel 66 gecreëerd om zich binnen de kamer 42 rondom de opsluitveter 80 te vouwen. Bij voorkeur heeft het inwaartse uitsteeksel 96 met voorwaartse afschuining 98 een glad gekromd profiel in voorwaartse en/of dwarsrichting(en), om de wrijvingskrachten tussen de opsluitveter 80 en het strookvormige schermdeel 66 te verkleinen.Figure 3b illustrates that the confinement lace 80 at the inward protrusion 96 has a forward chamfer 98. The inward projection 86 with forward chamfer 98 forms a surface which is directed partly forwards towards the longitudinal direction X (i.e. in the insertion direction) and partly inwardly along the second transverse direction Z (i.e. inwardly along -Z into the chamber 42). The inward protrusion 96 with the forward chamfer 98 ensures that part of the retraction force exerted during retraction of the confinement lace 80 in the chamber 42 is converted into a force distribution for forcing / pushing the strip-shaped screen part 66 into the chamber 42. By pushing in the received strip-shaped part 66 of the screen 60 is enlarged and more play is created for this screen part 66 to fold around the confinement lace 80 within the chamber 42. Preferably, the inward protrusion 96 with forward bevel 98 has a smooth curved profile in forward and / or transverse direction (s), in order to reduce the frictional forces between the retaining strap 80 and the strip-shaped screen part 66.
[0090] Figuren 4a-4c tonen schematische dwarsdoorsneden van het schermsamenstel 32 uit Figuren 3a-3b. Zoals al genoemd is de opsluitveter 80 in deze voorbeelduitvoeringen stripvormig.Figures 4a-4c show schematic cross-sections of the screen assembly 32 of Figures 3a-3b. As already mentioned, the retaining strap 80 in these exemplary embodiments is strip-shaped.
[0091] Figuur 4a illustreert dat het profielorgaan 40 spiegelsymmetrisch gevormd is ten opzichte van een spiegelvlak midden door de langsopening 44. De opsluitveter 80 strekt zich in de eerste dwarsrichting Y uit met een veterbreedte Δγΐ. De langsopening 44 van het profielorgaan 40 spant een openingbreedte Ay2 in de eerste dwarsrichting Y op.Figure 4a illustrates that the profile member 40 is mirror-symmetrically shaped with respect to a mirror surface in the middle of the longitudinal opening 44. The confining lace 80 extends in the first transverse direction Y with a lace width Δγΐ. The longitudinal opening 44 of the profile member 40 spans an opening width Ay2 in the first transverse direction Y.
Verder is de kamer 42 van het profielorgaan 40 in de eerste dwarsrichting Y begrensd is door twee tegenovergelegen binnenwanddelen 54a, 54b die in de eerste dwarsrichting Y een kamerbreedte Δγ3 opspannen. In dit voorbeeld voldoet de verhouding van de genoemde breedtes aan de relatie Ay2 < Ayl < Ay3. Deze breedteverhouding maakt het mogelijk dat de opsluitveter 80 in de ingesloten toestand vrij in de langsrichting X door de kamer 42 van het profielorgaan 40 beweegbaar blijft, terwijl uittreden van de opsluitveter 80 via de langsopening 44 van de kamer 42 wordt tegengegaan.Furthermore, the chamber 42 of the profile member 40 is delimited in the first transverse direction Y by two opposite inner wall parts 54a, 54b which clamp a chamber width Δγ3 in the first transverse direction Y. In this example, the ratio of the said widths satisfies the relationship Ay2 <Ayl <Ay3. This width ratio makes it possible for the retaining strap 80 to remain freely movable in the longitudinal direction X through the chamber 42 of the profile member 40, while the exit of the retaining strap 80 via the longitudinal opening 44 of the chamber 42 is prevented.
[0092] Figuur 4a toont ook dat de richels 48a, 48b rondom de langsopening 44 van het profielorgaan 40 twee contactvlakken 52a, 52b hebben. Deze contactvlakken 52a, 52b strekken zich langs de langsopening 44 uit en zijn binnenwaarts de kamer 42 in gericht. De opsluitveter 80 heeft twee verdere contactvlakken 88a, 88b die zich in de ingesloten toestand van de opsluitveter 80 in de langsrichting X uitstrekken en gericht zijn naar en nagenoeg evenwijdig lopen aan de contactvlakken 52a, 52b van het profielorgaan 40. Het strookvormig schermdeel 66 binnen de kamer 42 kan tussen deze contactvlakken 52a, 52b, 88a, 88b worden ingeklemd, wat een gunstige krachtenspreiding oplevert indien een spankracht via het scherm 60 op het profielorgaan 40 wordt overgebracht.Figure 4a also shows that the ridges 48a, 48b have two contact surfaces 52a, 52b around the longitudinal opening 44 of the profile member 40. These contact surfaces 52a, 52b extend along the longitudinal opening 44 and are directed inwardly into the chamber 42. The confinement lace 80 has two further contact surfaces 88a, 88b which, in the enclosed condition of the confinement lace 80, extend in the longitudinal direction X and are directed towards and run substantially parallel to the contact surfaces 52a, 52b of the profile member 40. The strip-shaped screen part 66 within the chamber 42 can be clamped between these contact surfaces 52a, 52b, 88a, 88b, which results in a favorable spread of force if a tensioning force is transmitted via the screen 60 to the profile member 40.
[0093] Figuur 4b toont middels een dwarsdoorsnede hoe de opsluitveter 80 in de ingesloten toestand gelegen is tussen de langsopening 44 van het profielorgaan 40 enerzijds en het strookvormige schermdeel 66 anderzijds. Door deze onderlinge ligging zal een vergroting van de trekkracht op het scherm 60 tevens de inklemming door de opsluitveter 80 tegen de binnenzijden van de langsopening 44 van het profielorgaan 40 vergroten, wat de bevestiging van het scherm 60 aan het profielorgaan 40 (tijdelijk) verstevigt.Figure 4b shows by means of a cross-section how the retaining strap 80 is located in the enclosed state between the longitudinal opening 44 of the profile member 40 on the one hand and the strip-shaped screen part 66 on the other hand. Due to this mutual location, an increase in the tensile force on the screen 60 will also increase the clamping action by the confining lace 80 against the inner sides of the longitudinal opening 44 of the profile member 40, which (temporarily) reinforces the attachment of the screen 60 to the profile member 40.
[0094] De opsluitveter 80 heeft een veteroppervlak 86 dat langs de verticale richting Z de kamer 42 in gericht is, en twee langsranden 84a, 84b die dwarsuiteinden van de opsluitveter in de eerste dwarsrichting Y vormen. In de ingesloten toestand strekt het strookvormige deel 66 van het scherm 60 zich rondom het veteroppervlak 86 en langs beide langsranden 84a, 84b van de opsluitveter 80 naar de langsopening 44 toe uit, alwaar het strookvormige schermdeel 66 overgaat in een of meer vrije schermdelen 68a, 68b.The confining lace 80 has a lace surface 86 which is directed along the vertical direction Z into the chamber 42, and two longitudinal edges 84a, 84b which form transverse ends of the confining lace in the first transverse direction Y. In the enclosed state, the strip-shaped part 66 of the screen 60 extends around the lace surface 86 and along both longitudinal edges 84a, 84b from the confining lace 80 to the longitudinal opening 44, where the strip-shaped screen part 66 merges into one or more free screen parts 68a, 68b.
Deze omsluiting door het strookvormige deel 66 van het scherm 60 resulteert in een gunstige symmetrische verdeling van de spankrachten over de opsluitveter 80, het scherm 60, en het profielorgaan 40.This enclosure by the strip-shaped part 66 of the screen 60 results in a favorable symmetrical distribution of the tension forces over the confining lace 80, the screen 60, and the profile member 40.
[0095] Figuur 4b toont tevens hoe de verjonging 92 van de opsluitveter 80 door de langsopening 44 uit de kamer 42 van het profielorgaan 40 naar buiten steekt, zodanig dat het handvat 94 van de opsluitveter 80 goed benaderbaar is van buiten het profielorgaan 40.Figure 4b also shows how the rejuvenation 92 of the retaining strap 80 protrudes through the longitudinal opening 44 out of the chamber 42 of the profile member 40, such that the handle 94 of the retaining strap 80 is easily accessible from outside the profile member 40.
[0096] Figuur 4c toont middels een dwarsdoorsnede hoe het uitsteeksel 96 van het veterorgaan 80 het dieper de kamer 42 in dwingen van het strookvormige deel 66 van het scherm 60 kan vergemakkelijken.Figure 4c shows by means of a cross-section how the protrusion 96 of the lace member 80 can facilitate forcing deeper into the chamber 42 of the strip-shaped part 66 of the screen 60.
[0097] Figuur 5 toont middels een dwarsdoorsnede enkele dimensie-eigenschappen van het profielorgaan 40 volgens deze voorbeelduitvoering. De twee tegenovergelegen binnenwanddelen 54a, 54b van het profielorgaan 40 spannen elk een binnenoppervlak 56a, 56b op dat naar de kamer 42 toe gericht is. Elk binnenwanddeel 54a, 54b is begrensd door een binnenste rand 50a, 50b die gelegen aan het uiteinde van de corresponderende richel 48a, 48b nabij de langsopening 44.Figure 5 shows, by means of a cross-section, some dimension properties of the profile member 40 according to this exemplary embodiment. The two opposite inner wall parts 54a, 54b of the profile member 40 each tension an inner surface 56a, 56b that faces the chamber 42. Each inner wall portion 54a, 54b is bounded by an inner edge 50a, 50b located at the end of the corresponding ridge 48a, 48b near the longitudinal opening 44.
[0098] In deze voorbeelduitvoering zijn de binnenoppervlakken 56a, 56b concaaf gevormd met een hoekige asymmetrische U-vorm. Tussen een punt op de eerste binnenste rand 50a behorend bij het eerste binnenwanddeel 54a enerzijds en een verzameling punten op het tweede binnenoppervlak 56b van het tweede binnenwanddeel 54b anderzijds is een verzameling dwarsafstanden {Ar} gedefinieerd, in dit geval als functie van een rotatiehoek α rondom een longitudinale as door het punt op de binnenste rand 50a. Voor elke dwarsafstand Ar in de verzameling {Ar } geldt dat Ar kleiner is dan de veterbreedte Ayl. Een soortgelijke eis geldt in dit voorbeeld ook voor een punt op de tweede binnenste rand 50b behorend bij het tweede binnenwanddeel 54b enerzijds en een verzameling punten op het eerste binnenoppervlak 56a van het eerste binnenwanddeel 54a anderzijds. Deze eis beperkt de rotatievrijheid van de opsluitveter 80 rondom een as in de langsrichting X, en realiseert daarmee een insluiting die voorkomt dat de opsluitveter 80 dusdanig ver kan roteren dat deze alsnog via de langsopening 44 de kamer 42 uit kan schieten.In this exemplary embodiment, the inner surfaces 56a, 56b are concave shaped with an angular asymmetrical U shape. Between a point on the first inner edge 50a associated with the first inner wall part 54a on the one hand and a set of points on the second inner surface 56b of the second inner wall part 54b on the other hand, a set of transverse distances {Ar} is defined, in this case as a function of a rotation angle α around a longitudinal axis through the point on the inner edge 50a. For each transverse distance Ar in the set {Ar}, Ar is smaller than the lace width Ayl. A similar requirement also applies in this example for a point on the second inner edge 50b associated with the second inner wall part 54b on the one hand and a set of points on the first inner surface 56a of the first inner wall part 54a on the other hand. This requirement limits the freedom of rotation of the retaining strap 80 around an axis in the longitudinal direction X, and thereby realizes an enclosure that prevents the retaining strap 80 from rotating so far that it can still shoot out of the chamber 42 via the longitudinal opening 44.
[0099] Figuren 6a en 6b tonen schematische dwarsdoorsneden van een schermsamenstel volgens een alternatieve uitvoeringsvorm, waarin het scherm reeds voorzien is van een geleidingsstrip 174. De geleidingsstrip 174 is wel direct aan het scherm 160 bevestigd, bijvoorbeeld d.m.v. stikken, lijmen, smelten, of nieten. De geleidingsstrip 174 vormt een relatief platte flexibele verharding die aan het scherm 160 is bevestigd, ter plaatse van het strookvormige deel 166 van het scherm 160, om het insteken van het scherm 160 via de invoeropening van het profielorgaan 140 en het geleiden van het scherm 160 langs het profielorgaan 140 te vergemakkelijken.Figures 6a and 6b show schematic cross-sections of a screen assembly according to an alternative embodiment, in which the screen is already provided with a guide strip 174. The guide strip 174 is, however, directly attached to the screen 160, e.g. stitching, gluing, melting, or stapling. The guide strip 174 forms a relatively flat flexible hardening which is attached to the screen 160, at the area of the strip-shaped part 166 of the screen 160, for inserting the screen 160 through the inlet opening of the profile member 140 and guiding the screen 160 along the profile member 140.
[00100] Initieel kan het strookvormige schermdeel 166 met de geleidingsstrip 174 via de invoeropening de kamer 142 van het profiel orgaan 140 worden ingeschoven. Het scherm 160 blijft hierbij met vrije schermdelen 168a, 168b via de langsopening 144 naar buiten steken terwijl het scherm 160 en de geleidingsstrip 174 worden ingeschoven. Vooraf kan het scherm 160 met de geleidingsstrip 174 langs het strookvormige schermdeel 166 in de vorm van een rol zijn aangeleverd, waarbij de geleidingsstrip 174 met een breedterichting evenwijdig aan het scherm 160 georiënteerd is opgerold. Een afgerold uiteinde van de rol kan met het strookvormige schermdeel 166 en de geleidingsstrip 174 nabij de invoeropening van het profielorgaan 140 worden geplaatst en in de kamer van het profielorgaan 140 worden geschoven.Initially, the strip-shaped screen part 166 with the guide strip 174 can be slid into the chamber 142 of the profile member 140 through the inlet opening. The screen 160 hereby sticks with free screen parts 168a, 168b through the longitudinal opening 144, while the screen 160 and the guide strip 174 are retracted. In advance, the screen 160 with the guide strip 174 can be supplied along the strip-shaped screen part 166 in the form of a roll, the guide strip 174 being rolled up with a width direction oriented parallel to the screen 160. A rolled-off end of the roll can be placed with the strip-shaped screen part 166 and the guide strip 174 near the inlet opening of the profile member 140 and slid into the chamber of the profile member 140.
[00101] Na plaatsing van het scherm 160 kan de opsluitveter 180 worden ingeschoven, vergelijkbaar met de procedure getoond in Figuur 2b. In de ingesloten toestand zal de opsluitveter 180 gelegen zijn tussen de langsopening 144 enerzijds en het strookvormige schermdeel 166 met de geleidingsstrip 174 anderzijds. Voordelen van deze uitvoering, waarin zowel een geleidingsstrip 174 als een opsluitveter 180 zijn toegepast, zijn hierboven al besproken (o.a. aan de hand van Figuren la en lb).After placement of the screen 160, the confinement lace 180 can be retracted, similar to the procedure shown in Figure 2b. In the enclosed state, the confining lace 180 will be located between the longitudinal opening 144 on the one hand and the strip-shaped screen part 166 with the guiding strip 174 on the other. Advantages of this embodiment, in which both a guide strip 174 and a retaining strap 180 are applied, have already been discussed above (inter alia with reference to Figures 1a and 1b).
[00102] Figuur 7 toont middels een dwarsdoorsnede dat de bevestigingsinrichting met het profielorgaan 240 en de opsluitveter 280 volgens andere uitvoeringsvormen ook toegepast kan worden voor het vastzetten van een veelvoud van schermen. In Figuur 7 is een samenstel 232 met een tweetal schermen 260, 261 getoond dat gelijktijdig door de bevestigingsinrichting wordt ingeklemd.Figure 7 shows by means of a cross-section that the fastening device with the profile member 240 and the retaining strap 280 according to other embodiments can also be used for fixing a plurality of screens. In Figure 7 an assembly 232 with two screens 260, 261 is shown which is clamped simultaneously by the fixing device.
[00103] Een dergelijke dubbel/multi-scherminklemming kan bijvoorbeeld snel en efficiënt worden ingezet ter vorming van een kas waarbij de schermen 260, 261 een flexibel dakdeel en/of wanddeel van de kas opspannen. Een dergelijke kas kan gevormd zijn door o.a. een steunconstructie met staanders en liggers (bijvoorbeeld goten) die onderling evenwijdig lopen en door de staanders gedragen zijn, en een aantal bevestigingsinrichtingen die langs liggers bevestigd zijn, zodanig dat de schermen 260, 261 hierlangs klemmend kunnen worden vastgezet. De twee schermen 260, 261 kunnen daarbij langs en deels tegen elkaar liggen, om de hoofdcontouren van het dakdeel en/of wanddeel te definiëren. Tussen de twee schermen 260, 261 in, ter plaatse van de vrije schermdelen 268a, 269a of 268b, 269b waar de schermen 260, 261 niet ingeklemd worden door de bevestigingsinrichtingen, kan eventueel een spouw worden gevormd. Een dergelijke spouw kan bijvoorbeeld worden gevormd door met een pompinrichting lucht tussen de vrije schermdelen 268a, 269a of 268b, 269b van de schermen 260, 261 te blazen.Such a double / multi-screen clamping can, for example, be used quickly and efficiently to form a greenhouse, wherein the screens 260, 261 clamp a flexible roof part and / or wall part of the greenhouse. Such a greenhouse can be formed by, among other things, a support structure with uprights and beams (for example gutters) that run parallel to each other and are supported by the uprights, and a number of mounting devices that are mounted along beams, such that the screens 260, 261 can be clamped along this. fixed. The two screens 260, 261 can thereby lie along and partly against each other, in order to define the main contours of the roof part and / or wall part. A cavity can optionally be formed between the two screens 260, 261, at the location of the free screen parts 268a, 269a or 268b, 269b where the screens 260, 261 are not clamped by the fastening devices. Such a cavity can for instance be formed by blowing air between the free screen parts 268a, 269a or 268b, 269b of the screens 260, 261 with a pumping device.
[00104] Figuur 8 illustreert een alternatieve uitvoeringsvorm van de bevestigingsinrichting 330, die overeenkomsten heeft met de bevestigingsinrichting 30 uit Figuur 3b.Figure 8 illustrates an alternative embodiment of the mounting device 330, which is similar to the mounting device 30 of Figure 3b.
[00105] De bevestigingsinrichting 330 omvat hier een voorloper element 100. Deze voorloper 100 is gevormd door een glijlichaam 102 met een handvat 104 en een bevestigingsorgaan 103. Het glijlichaam 102 heeft een vorm die aansluit op de binnenvorm van de kamer 342 van het profielorgaan 340, en is daarin opneembaar. Het bevestigingsorgaan 103 is voorzien aan een uiteinde van het glijlichaam 102, en is ingericht voor bevestiging van de voorloper 100 aan een langsuiteinde 382a van de opsluitveter 380. Het handvat 104 vormt hier een deel van het glijlichaam 102, en heeft een breedte die het mogelijk maakt dat dit handvat door de langsopening 344 van de kamer heen naar buiten steekt.The fastening device 330 here comprises a precursor element 100. This precursor 100 is formed by a sliding body 102 with a handle 104 and a fixing member 103. The sliding body 102 has a shape which connects to the inner shape of the chamber 342 of the profile member 340 and can be incorporated therein. The fixing member 103 is provided at one end of the sliding body 102, and is adapted to attach the precursor 100 to a longitudinal end 382a of the retaining strap 380. The handle 104 here forms part of the sliding body 102, and has a width that makes it possible causes this handle to protrude through the longitudinal opening 344 of the chamber.
[00106] De voorloper 100 heeft een inwaarts uitsteeksel 106 met een voorwaartse afschuining 108, die ingericht is voor het dieper de kamer 342 in dwingen van het strookvormige deel 366 van het scherm 360. De voorloper 100 is verder voorzien van een verbreding 105 die in de langsrichting X gezien achter de voorwaartse afschuining 108 en het uitsteeksel 106 gelegen is. De verbreding 105 dient als overgangsvorm die nagenoeg aansluit op de veterbreedte van de (aangekoppelde) opsluitveter 380. De verbreding 105 helpt bij het vervormen van het schermdeel 366 -dat in de tweede dwarsrichting Z vergroot is d.m.v. het inwaartse uitsteeksel 106 - langs de eerste dwarsrichting Y, om zo de opsluiting van het schermdeel 366 in de kamer 340 tijdens intrekking van de opsluitveter 380 te vergemakkelijken.The precursor 100 has an inward protrusion 106 with a forward chamfer 108, which is adapted to force the chamber 342 deeper into the strip-shaped part 366 of the screen 360. The precursor 100 is further provided with a widening 105 which seen in the longitudinal direction X behind the forward chamfer 108 and the protrusion 106. The widening 105 serves as a transition shape that substantially matches the lace width of the (coupled) confining lace 380. The widening 105 helps to deform the screen part 366, which is enlarged in the second transverse direction Z by means of. the inward protrusion 106 - along the first transverse direction Y, so as to facilitate the confinement of the screen part 366 in the chamber 340 during retraction of the confinement lace 380.
[00107] De voorloper 100 kan onafhankelijk van de opsluitveter 380 in het profielorgaan 340 worden geplaatst en vergemakkelijkt het via de invoeropening 346 in de kamer schuiven van de opsluitveter 380 vanuit de vrije toestand naar de ingesloten toestand.The precursor 100 can be placed in profile member 340 independently of the confinement lace 380 and facilitates sliding of the confinement lace 380 into the chamber through the inlet opening 346 from the free state to the enclosed state.
[00108] Het zal duidelijk zijn dat de hierboven beschreven uitvoeringsvormen slechts beschreven zijn bij wijze van voorbeeld en niet in enige begrenzende betekenis, en dat verschillende wijzigingen en aanpassingen mogelijk zijn zonder buiten de omvang van de uitvinding te komen en dat de reikwijdte slechts bepaald wordt door de bij gevoegde conclusies.It will be appreciated that the embodiments described above are described by way of example only and not in any limiting sense, and that various changes and modifications are possible without departing from the scope of the invention and that the scope is merely determined. by the appended claims.
[00109] De verwijzingscijfers in de conclusies dienen enkel ter illustratie en mogen niet als beperkend voor de uitleg van de conclusies worden beschouwd. Voor de bondigheid zijn gelijksoortige verwijzingscijfers die corresponderen met gelijksoortige elementen uit beschreven uitvoeringsvormen in de conclusies enkel door hun basiscijfers (d.w.z. zonder honderdtallen) aangegeven, daar waar correspondenties met meerdere uitvoeringsvormen van toepassing zijn. Dit suggereert niet dat deze conclusie-elementen alleen verwijzen naar elementen uit de beschrijving die corresponderen met een basiscijfer. Zo dient bijvoorbeeld het referentiecijfer (30) in de conclusies te worden gelezen als (30; 130; 230; 330) daar waar deze correspondentie toepasselijk is. De toepasselijkheid van meerdere gelijksoortige referentiecijfers in de conclusies volgt uit een vergelijking met de figuren en de beschrijving. In gevallen waar een correspondentie toespitst op een specifieke uitvoeringsvorm worden er in de conclusies specifieke referentiecijfers met honderdtallen gebruikt.The reference numerals in the claims are for illustrative purposes only and should not be construed as limiting the interpretation of the claims. For the sake of brevity, similar reference numerals corresponding to similar elements from described embodiments are indicated in the claims only by their basic numerals (i.e., without hundreds), where correspondences with multiple embodiments apply. This does not suggest that these conclusion elements only refer to elements from the description that correspond to a basic number. For example, the reference numeral (30) in the claims should be read as (30; 130; 230; 330) where this correspondence is applicable. The applicability of several similar reference figures in the claims follows from a comparison with the figures and the description. In cases where a correspondence focuses on a specific embodiment, specific reference numbers with hundreds are used in the claims.
[00110] In de hierboven beschreven voorbeelduitvoeringen was de opsluitveter stripvormig. In alternatieve uitvoeringen kan de opsluitveter evengoed gevormd worden door een flexibele maar solide slang, holle buis, touw, of andersoortig langwerpig lichaam.In the exemplary embodiments described above, the confinement lace was strip-shaped. In alternative embodiments, the confinement lace may equally well be formed by a flexible but solid hose, hollow tube, rope, or other elongated body.
[00111] Daarnaast waren de profiel organen in de hierboven beschreven voorbeelduitvoeringen hoofdzakelijk lineair van vorm. In alternatieve uitvoeringsvormen is het mogelijk dat het profielorgaan een bepaalde kromming in de tweede dwarsrichting Z doorloopt als functie van de langsrichting X, mits de kromming voldoende vloeiend (d.w.z. glad) is om intrekking van de opsluitstrip en opsluiting van het scherm toe te staan. In deze gevallen kan de langsrichting breder worden aangemerkt als “intrekrichting”, en zullen de oriëntaties van de eerste en tweede dwarsrichtingen Y, Z locaal variëren met de positie langs de intrekrichting X.In addition, the profile members in the exemplary embodiments described above were mainly linear in shape. In alternative embodiments, it is possible that the profile member traverses a certain curvature in the second transverse direction Z as a function of the longitudinal direction X, provided that the curvature is sufficiently fluid (i.e., smooth) to permit retraction of the enclosure strip and enclosure of the screen. In these cases, the longitudinal direction can be considered more broadly as "retraction direction", and the orientations of the first and second transverse directions Y, Z will vary locally with the position along the retraction direction X.
[00112] Volgens alternatieve uitvoeringsvormen kan de steunconstructie van de kas of het warenhuis voorzien zijn van staanders en van onderling evenwijdige liggers die door de staanders gedragen zijn, van ten minste een bevestigingsinrichting die is uitgevoerd als een schermlijst waaraan het scherm bevestigd is, en die heen en weer verplaatsbaar tussen een open stand en een dichte stand is aangebracht, en van een aandrijving voor het heen en weer verplaatsen van de schermlijst.According to alternative embodiments, the support structure of the greenhouse or the greenhouse can be provided with uprights and with mutually parallel beams supported by the uprights, with at least one mounting device which is designed as a screen frame to which the screen is attached, and which is arranged back and forth between an open position and a closed position, and of a drive for moving the screen frame back and forth.
[00113] De steunconstructie kan tevens een dradenbed omvatten, met onderling evenwijdige draden die hoofdzakelijk horizontaal tussen de liggers zijn gespannen. De schermlijst kan in dit geval langs de draden heen en weer verplaatsbaar tussen de open stand en de dichte stand zijn aangebracht; [00114] Volgens verdere alternatieven kan de steunconstructie van de kas of het warenhuis voorzien zijn van staanders en van liggers en/of goten die door de staanders gedragen zijn, en onderling evenwijdig gelegen zijn; van een bevestigingsinrichting die langs een ligger of goot bevestigd is; waarbij het scherm door middel van de bevestigingsinrichting aan de steunconstructie bevestigd is en een flexibel dak of flexibele wand van de kas of het warenhuis opspant.The support structure may also comprise a wire bed, with mutually parallel wires that are stretched substantially horizontally between the girders. The screen frame can in this case be arranged to be moved back and forth along the wires between the open position and the closed position; According to further alternatives, the support structure of the greenhouse or the greenhouse can be provided with uprights and with beams and / or gutters that are supported by the uprights and are mutually parallel; of a fastening device that is fastened along a beam or gutter; wherein the screen is attached to the support structure by means of the fixing device and spans a flexible roof or wall of the greenhouse or the greenhouse.
[00115] Een dergelijke kas of warenhuis kan een tweede scherm omvatten, dat op soortgelijke wijze door middel van de bevestigingsinrichting aan de steunconstructie is vastgemaakt om een flexibel dak of flexibele wand van de kas of het warenhuis op te spannen. Het scherm en het tweede scherm kunnen daarbij hoofdzakelijk langs elkaar gelegen zijn, waarbij tussen het scherm en het tweede scherm een spouw wordt gevormd.Such a greenhouse or department store may comprise a second screen, which is similarly attached to the support structure by means of the fixing device to tension a flexible roof or wall of the greenhouse or the department store. The screen and the second screen can be located substantially alongside each other, a cavity being formed between the screen and the second screen.
LIJST VAN VERWIJZINGSTEKENSLIST OF REFERENCE SIGNS
Vergelijkbare verwijzingscijfers die in de beschrijving worden gebruikt om gelijksoortige elementen aan te duiden (maar enkel verschillen in honderdtallen) zijn weggelaten uit de onderstaande lijst, maar worden geacht impliciet inbegrepen te zijn. 10 kas (of warenhuis) 12 kolom 14 spant 16 goot 18 roede 20 kap 22 nok 24 draagbalk 26 paneel (bijv. glasplaat) 28 spouw 30 bevestigingsinrichting 32 schermsamenstel (scherminstallatie) 34 vast schermprofiel 40 profielorgaan 42 kamer 44 langsopening kamer 46 kopse kameropening48a-b richel 50a-b binnenrand 52a-b contactvlak 54a-b binnenwanddeel 56a-b binnenoppervlak (bijvoorbeeld met een concaaf rechthoekige U-vorm) 60 scherm (bijv. folie) 61 verder scherm (bijv. folie) 62 langsrand 64 dwarsrand 66 strookvormig schermdeel 67 verder strookvormig schermdeel 68a-b vrij schermdeel 69a-b verder vrij schermdeel 70 foliebaan 72 weefgaren 74 geleidingsstrip 76 bevestiging (bijv. stikrand) 78 schermrol 80 opsluitveter 82a-b langsuiteinde 84a-b veterrand 86 oppervlak 88a-b verder contactvlak 92 verjonging 94 handvat 96 inwaarts uitsteeksel 98 voorwaartse afschuining 100 voorloper 102 glij lichaam 103 bevestigingsorgaan 104 handvat 105 verbreding 106 inwaarts uitsteeksel 108 voorwaartse afschuining X langsrichting Y eerste dwarsrichting Z tweede dwarsrichtingSimilar reference numerals used in the description to designate similar elements (but only differ in hundreds) have been omitted from the list below, but are considered to be implicitly included. 10 greenhouse (or department store) 12 column 14 truss 16 gutter 18 rod 20 cap 22 ridge 24 support beam 26 panel (eg glass plate) 28 cavity 30 fastening device 32 screen assembly (screen installation) 34 fixed screen profile 40 profile member 42 chamber 44 longitudinal opening chamber 46 end chamber opening 48a b ledge 50a-b inner edge 52a-b contact surface 54a-b inner wall part 56a-b inner surface (for example with a concave rectangular U-shape) 60 screen (e.g. foil) 61 further screen (e.g. foil) 62 longitudinal edge 64 transverse edge 66 strip-shaped screen portion 67 further strip-shaped screen part 68a-b free screen part 69a-b further free screen part 70 foil web 72 weaving thread 74 guide strip 76 fastening (eg stitching edge) 78 screen roll 80 retaining strap 82a-b longitudinal end 84a-b lace edge 86 surface 88a-b further contact surface 92 rejuvenation 94 handle 96 inward protrusion 98 forward chamfer 100 precursor 102 sliding body 103 fastener 104 handle 105 widening 106 inward protrusion 108 forward chamfer g X longitudinal direction Y first transverse direction Z second transverse direction
Ar afstand tussen profielrand en binnenoppervlak {Ar} verzameling afstandenAr distance between profile edge and inner surface {Ar} collection of distances
Axl veterlengteAxl lace length
Ayl veterbreedteAyl lace width
Ay2 openingbreedteAy2 opening width
Ay3 kamerbreedteAy3 room width
Ay4 veterbreedte bij verjongingAy4 lace width for rejuvenation
Ay5 geleidingsveterbreedteAy5 guiding width
Azl veterdikteAzl fat thickness
Claims (18)
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2015327A NL2015327B1 (en) | 2015-08-21 | 2015-08-21 | Fixing device and Screen installation for a Greenhouse or Department Store, as well as Method for Fixing a Cloth or Screen. |
PCT/NL2016/050585 WO2017034401A1 (en) | 2015-08-21 | 2016-08-19 | Device and method for fastening a screen for a greenhouse |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2015327A NL2015327B1 (en) | 2015-08-21 | 2015-08-21 | Fixing device and Screen installation for a Greenhouse or Department Store, as well as Method for Fixing a Cloth or Screen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2015327B1 true NL2015327B1 (en) | 2017-03-27 |
Family
ID=55273474
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2015327A NL2015327B1 (en) | 2015-08-21 | 2015-08-21 | Fixing device and Screen installation for a Greenhouse or Department Store, as well as Method for Fixing a Cloth or Screen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2015327B1 (en) |
WO (1) | WO2017034401A1 (en) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN113179815B (en) * | 2021-05-27 | 2022-04-12 | 湖南机电职业技术学院 | Automatic solar protection devices in green house surface |
WO2024036059A2 (en) * | 2022-08-10 | 2024-02-15 | Sensei Ag Holdings, Inc. | Pretensioned greenhouse panels |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5953875A (en) * | 1996-12-09 | 1999-09-21 | Harkins; Daniel J. | Slide-in building insulation system |
WO2013042147A1 (en) * | 2011-09-22 | 2013-03-28 | Ing. Sarti Giuseppe & C.- Impresa Costruzioni - S.P.A. | Connector assembly, particularly for waterproof linings for canals, basins, dikes and the like |
NL2007680C2 (en) * | 2011-10-31 | 2013-05-06 | Peter Dekker Installaties B V | METHOD FOR INSTALLING A SCREEN IN A WAREHOUSE |
WO2015009152A1 (en) * | 2013-07-18 | 2015-01-22 | Bom Holding B.V. | Method and system for arranging a screen cloth in a greenhouse |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4665670A (en) | 1985-07-19 | 1987-05-19 | Den Burg Wouter M Van | Two-piece lock for securing polymeric sheeting over greenhouses |
-
2015
- 2015-08-21 NL NL2015327A patent/NL2015327B1/en not_active IP Right Cessation
-
2016
- 2016-08-19 WO PCT/NL2016/050585 patent/WO2017034401A1/en active Application Filing
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5953875A (en) * | 1996-12-09 | 1999-09-21 | Harkins; Daniel J. | Slide-in building insulation system |
WO2013042147A1 (en) * | 2011-09-22 | 2013-03-28 | Ing. Sarti Giuseppe & C.- Impresa Costruzioni - S.P.A. | Connector assembly, particularly for waterproof linings for canals, basins, dikes and the like |
NL2007680C2 (en) * | 2011-10-31 | 2013-05-06 | Peter Dekker Installaties B V | METHOD FOR INSTALLING A SCREEN IN A WAREHOUSE |
WO2015009152A1 (en) * | 2013-07-18 | 2015-01-22 | Bom Holding B.V. | Method and system for arranging a screen cloth in a greenhouse |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2017034401A1 (en) | 2017-03-02 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP3965211B2 (en) | Crop protection device with foldable waterproof crop protection curtain | |
KR101320445B1 (en) | Retractable awning | |
US3534511A (en) | Retractable cover for outdoor areas | |
ES2549223T3 (en) | Device for tensioning or pre-tensioning a roll-up mosquito net | |
US3415260A (en) | Extensible canopy structure | |
CZ9903764A3 (en) | Guide mechanism for a door with flexible diaphragm | |
NL2015327B1 (en) | Fixing device and Screen installation for a Greenhouse or Department Store, as well as Method for Fixing a Cloth or Screen. | |
JP2013532242A (en) | Waterproof barrier | |
NL2012719B1 (en) | Fixing system and screen installation for a greenhouse, as well as method for applying it. | |
JP6893155B2 (en) | Free-standing awning | |
EP1774847A1 (en) | Screening device and screen frame for a glasshouse, a glasshouse and a method for manufacturing such a glasshouse | |
BE1019248A3 (en) | METHOD FOR MANUFACTURING A SCREEN INSTALLATION AND PROFILES THEREFOR | |
JP6995538B2 (en) | Self-supporting awning | |
NL2011197C2 (en) | METHOD AND SYSTEM FOR INSTALLING A SCREEN CLOTH IN A WAREHOUSE | |
NL2017061B1 (en) | Method for Moving an Inspection or Processing Unit along a Conductive Fixture for a Screen Cloth of a Greenhouse or Department Store | |
NL2016892B1 (en) | SCREEN DEVICE FOR A WAREHOUSE | |
BE1025900B1 (en) | CLOTH TENSION SYSTEM AND METHOD FOR CONFIRMING A CLOSED CLOTH | |
NL2007680C2 (en) | METHOD FOR INSTALLING A SCREEN IN A WAREHOUSE | |
NL2024723B1 (en) | SCREEN EQUIPMENT | |
NL2009720C2 (en) | METHOD AND SCREENING SYSTEM FOR FITTING A SCREEN TO A CONSTRUCTION WORK. | |
BE1019234A3 (en) | METHOD FOR INSTALLING A SCREEN DEVICE IN A CASH OR WAREHOUSE. | |
BE1019668A3 (en) | ||
NL2034067B1 (en) | Screen device with a cavity layer for a greenhouse or warehouse | |
KR101320259B1 (en) | Heat insulation curtain opening and closing system for a greenhouse | |
WO2014122504A1 (en) | Plastic profile for a rigid frame |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20180901 |