NL2016682B1 - Parasol. - Google Patents

Claims (10)

1. Parasol, omvattende een bevestigingszitting en een op de bevestigingszitting aangebracht parasolframe, met het kenmerk dat het parasolframe een eerste dwarsstang, een tweede dwarsstang en ten minste één stel diagonale stangen omvat, waarbij de eerste dwarsstang en de tweede dwarsstang evenwijdig en op afstand van elkaar verlopen, en de diagonale stangen beweegbaar zijn verbonden tussen de eerste dwarsstang en de tweede dwarsstang, en het parasolframe is voorzien van een instelmechanisme waardoor de tweede dwarsstang weg van of naar de eerste dwarsstang kan bewegen en waarmee de relatieve posities van de eerste dwarsstang en de tweede dwarsstang kunnen worden gefixeerd.

2. Parasol volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de diagonale stangen een eerste diagonale stang en een tweede diagonale stang omvatten, waarbij de eerste diagonale stang en de tweede diagonale stang zodanig zijn aangebracht dat ze elkaar kruisen en draaibaar zijn verbonden op een kruispunt; waarbij één uiteinde van de eerste diagonale stang draaibaar is verbonden met een voorste uiteinde van de eerste dwarsstang, het andere uiteinde van de eerste diagonale stang draaibaar is verbonden met een achterste uiteinde van de tweede dwarsstang door middel van een schuifhuls en in staat is om in de axiale richting van de tweede dwarsstang te bewegen; waarbij één uiteinde van de tweede diagonale stang draaibaar is verbonden met een voorste uiteinde van de tweede dwarsstang, het andere uiteinde van de tweede diagonale stang draaibaar is verbonden met een achterste uiteinde van de eerste dwarsstang door middel van een schuifhuls en in staat is om in de axiale richting van de eerste dwarsstang te bewegen.

3. Parasol volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het instelmechanisme een verbindings stang, een knop, een knopnippel, een positioneerpin, een verbindingsstangnippel en een veer omvat; waarbij de verbindings stang, knopnippel en verbindingsstangnippel zich allemaal in een interne holte van de tweede dwarsstang bevinden, waarbij de knopnippel respectievelijk de verbindingsstangnippel overeenkomen met twee uiteinden van de verbindingsstang; waarbij de knop op een samenwerkende manier is verbonden met de knopnippel en de verbindingsstang naar de de verbindingsstangnippel kan doen bewegen, de positioneerpin op een samenwerkende manier is verbonden met de verbindingsstangnippel en aan het oppervlak van de tweede dwarsstang onder de aandrijvende actie van de verbindingsstang vrij kan komen te liggen, en een ingrijpgat dat op een positionerende manier samenwerkt met de positioneerpin is voorzien op de schuifhuls; waarbij de veer is aangebracht rond de buitenzijde van de verbindingsstang en ervoor zorgt dat de verbindingsstang continu de neiging heeft om steeds naar de knop te bewegen.

4. Parasol volgens conclusie 3, met het kenmerk dat een eerste kokergat voor het doorvoeren van één uiteinde van de verbindingsstang is voorzien in de axiale richting van de knopnippel, en op de tweede dwarsstang een eerste doorgaand gat is voorzien dat overeenkomt met de knopnippel; overeenkomstig is op de knopnippel een eerste inbrenggat voorzien dat in verbinding staat met het eerste kokergat, de knop heeft een onderste uiteinde dat in het eerste inbrenggat is ingebracht en de verbindingsstang naar de verbindingsstangnippel kan bewegen, en een bovenste uiteinde van de knop komt vrij te liggen buiten het eerste doorgaande gat.

5. Parasol volgens conclusie 3, met het kenmerk dat een tweede kokergat voor het doorvoeren van het andere uiteinde van de verbindingsstang is voorzien in de axiale richting van de verbindingsstangnippel, en op de tweede dwarsstang een tweede doorgaand gat is voorzien dat overeenkomt met de verbindingsstangnippel; overeenkomstig is op de verbindingsstangnippel een tweede inbrenggat voorzien dat in verbinding staat met het tweede kokergat, en de positioneerpin heeft een onderste uiteinde dat in het tweede inbrenggat is ingebracht en naar boven kan bewegen onder de aandrijvende actie van de verbindingsstang om aan het tweede doorgaande gat vrij komen te liggen.

6. Parasol volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het onderste uiteinde van de knop is gevormd als een schuin oppervlak dat van boven naar beneden schuin verloopt, waarbij het schuine oppervlak aanligt tegen een uiteinde van de verbindingsstang.

7. Parasol volgens conclusie 5, met het kenmerk dat dat uiteinde van de verbindings-stang dat overeenkomt met de verbindingsstangnippel zodanig is gevormd dat het een niet-cilindrische vorm heeft, waarbij een buitenste uiteinde van het tweede kokergat overeenkomt met het niet-cilindrische uiteinde van de verbindings stang, en een schuin oppervlak dat het schuiven van de positioneerpin vergemakkelijkt, is gevormd op de plek waar het niet-cilindrische uiteinde van de verbindings stang is verbonden met een hoofdlichaam van de verbindingsstang.

8. Parasol volgens één van conclusies 1-7, met het kenmerk dat de bevestigingszitting is verbonden met de eerste dwarsstang van het parasolframe door middel van een hoekinstelmechanisme.

9. Parasol volgens één van conclusies 1-7, met het kenmerk dat er meerdere stellen diagonale stangen zijn, waarbij elk stel diagonale stangen overeenkomt met een instelmechanisme, waarbij elk stel diagonale stangen en het overeenkomstige instelmechanisme zijn aangebracht op een tussenafstand in de axiale richting van de eerste dwarsstang en de tweede dwarsstang.

10. Parasol volgens één van conclusies 1-7, met het kenmerk dat er meerdere stellen diagonale stangen zijn, waarbij elk stel diagonale stangen overeenkomt met een instelmechanisme, waarbij de meerdere stellen diagonale stangen en de overeenkomstige instelmechanismes dwars zijn gestapeld op volgorde door het aantal tweede dwarsstangen te verhogen, en schamierdelen zijn gevormd op de schuifhuls op de tweede dwarsstang die zich bevindt tussen twee naast elkaar gelegen stellen diagonale stangen, waarbij de schamierdelen zich respectievelijk uitstrekken naar elk stel diagonale stangen, en de diagonale stangen draaibaar verbonden zijn met schamierdelen aan overeenkomstige zijdelen van de schuifhuls.