NL2016044B1

NL2016044B1 - Auxiliary trolley.

Info

Publication number: NL2016044B1
Application number: NL2016044A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Kars Marius
Original assignee: Dutch Simplicity B V
Priority date: 2015-12-28
Filing date: 2015-12-28
Publication date: 2017-07-05
Also published as: EP3397540A1; WO2017116232A1

Abstract

Hulptrolley voor toepassing bij het verzamelen van boodschappen onder gebruikmaking van een dolly voor een krat, waarbij de hulptrolley een frame omvat, welk frame - een basisframesectie omvat, welke basisframesectie twee parallelle framedelen voorzien van wielen omvat, en - een bovenbouwframesectie omvat voor het voortduwen van de hulptrolley; en een sectie gekozen uit de basisframesectie en de bovenbouwframesectie armen omvat voor het daartussen opnemen van de dolly voor een krat. Bij een hulptrolley die bij transport en/of opslag minder ruimte in beslag neemt heeft de bovenbouwframesectie een breedte die ten hoogste gelijk is aan de afstand tussen het eerste framedeel en het tweede framedeel, en de twee parallelle framedelen zijn ingericht voor het daartussen opnemen van een identieke hulptrolley.Auxiliary trolley for use in collecting messages using a crate dolly, the auxiliary trolley comprising a frame, which frame comprises - a basic frame section, which basic frame section comprises two parallel frame parts provided with wheels, and - a superstructure frame section for pushing forward the auxiliary trolley; and a section selected from the base frame section and the superstructure frame section includes arms for receiving the dolly for a crate therebetween. With an auxiliary trolley that takes up less space during transport and / or storage, the superstructure frame section has a width that is at most equal to the distance between the first frame part and the second frame part, and the two parallel frame parts are arranged for receiving a space between them. identical auxiliary trolley.

Description

HulptrolleyAuxiliary trolley

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hulptrolley voor toepassing bij het verzamelen van boodschappen onder gebruikmaking van een dolly voor een krat, waarbij de hulptrolley - een onderzijde, een bovenzijde, een voorzijde en een achterzijde omvat, - aan ten minste een zijde gekozen uit de voorzijde en de achterzijde twee vanaf die zijde uitstekende armen omvat voor het tussen de twee armen opnemen van de dolly voor een krat voor het meevoeren van de genoemde dolly voor een krat; en waarbij de hulptrolley een frame omvat, welk frame - een basisframesectie omvat, welke basisframesectie een eerste framedeel en een tweede framedeel omvat welke framedelen twee parallelle framedelen zijn die met elkaar verbonden zijn, waarbij - elk framedeel aan de onderzijde van de hulptrolley is voorzien van ten minste twee wielen van welke ten minste twee wielen ten minste één wiel een zwenkwiel is, en - de wielen van het eerste framedeel en het tweede framedeel een wielbasis definiëren; en - een bovenbouwframesectie omvat voor het voortduwen van de hulptrolley; en een framesectie gekozen uit de basisframesectie en de bovenbouwframesectie de genoemde armen omvat.The present invention relates to an auxiliary trolley for use in collecting messages using a crate dolly, the auxiliary trolley comprising - a bottom side, a top side, a front side and a rear side, - at least one side selected from the front and rear comprises two arms protruding from that side for receiving the dolly for a crate between the two arms for carrying said dolly for a crate; and wherein the auxiliary trolley comprises a frame, which frame comprises - a basic frame section, which basic frame section comprises a first frame part and a second frame part which frame parts are two parallel frame parts connected to each other, wherein - each frame part is provided on the underside of the auxiliary trolley at least two wheels of which at least two wheels at least one wheel is a castor, and - the wheels of the first frame part and the second frame part define a wheel base; and - a superstructure frame section for pushing the auxiliary trolley; and a frame section selected from the base frame section and the superstructure frame section comprising said arms.

Het bezorgen van boodschappen, zoals aan huis bezorgen, neemt een steeds grotere vlucht. Klanten kunnen via het Internet bestellen en een winkelmedewerker verzamelt de boodschappen uit de schappen van de winkel zoals een supermarkt. Doordat de boodschappen middels een (draagbare) scanner kunnen worden gescand, hoeft het krat niet bij een kassa te worden geleegd en hoeven de boodschappen niet weer in een krat te worden gedaan. Dit spaart tijd.The delivery of groceries, such as home delivery, is taking on an ever-increasing flight. Customers can order via the Internet and a store employee collects groceries from the shelves of the store such as a supermarket. Because the messages can be scanned using a (portable) scanner, the crate does not have to be emptied at a cash register and the messages do not have to be put back into a crate. This saves time.

Voor het omgaan met bestellingen van meer dan een klant is uit WO2014/204315 bekend om gebruik te maken van een dolly voor een krat. Een dolly voor een krat is een plateau voorzien van wielen, waarbij het plateau is ingericht om een krat of een stapel kratten te dragen. De buitenomtrek van het plateau van de dolly is althans nagenoeg niet groter is dan het krat teneinde het ruimtebeslag te beperken. Dit is in het bijzonder tijdens transport in het voertuig belangrijk, ook voor het goed schoren van de lading. Daartoe omvat een dolly in het algemeen een zich over de omtrek uitstrekkende opstaande rand, bijvoorbeeld in de vorm van een strook metaal of kunststof, welke boven het plateau waarop het krat kan rusten uitsteekt teneinde als aanslag te fungeren voor het krat zodat dit niet van de dolly af kan geraken. De aanslag voor het tegengaan van het verschuiven van het krat (het onderste krat in geval van een stapel kratten) is in het algemeen bij een dolly het hoogste punt van de dolly wanneer zich dat met de wielen ervan op de grond bevindt. De opstaande rand steekt in het algemeen minder dan 10 cm uit boven het plateau, d.w.z. het blijft beneden de bovenrand van een op het plateau geplaatst krat. Bij een werkwijze voor het verzamelen van boodschappen zoals bekend uit wordt gebruik gemaakt van een hulptrolley volgens de aanhef. De hulptrolley is ingericht om aan de achterzijde maar bij voorkeur aan de voorzijde de dolly tussen armen op te nemen en aldus eenvoudig mee te voeren.For handling orders from more than one customer, it is known from WO2014 / 204315 to use a dolly for a crate. A dolly for a crate is a platform provided with wheels, the platform being adapted to carry a crate or a stack of crates. The outer circumference of the dolly's plateau is at least substantially no larger than the crate in order to limit the use of space. This is particularly important during transport in the vehicle, also for proper loading of the load. To that end, a dolly generally comprises an upright rim extending over the circumference, for example in the form of a strip of metal or plastic, which protrudes above the plateau on which the crate can rest in order to act as a stop for the crate so that it is not of the can get dolly off. The stop for preventing the crate from shifting (the lower crate in the case of a stack of crates) is generally the highest point of the dolly when it is on the ground with its wheels on the ground. The raised edge generally protrudes less than 10 cm above the plateau, i.e. it remains below the upper edge of a crate placed on the plateau. In a method for collecting messages as known from use is made of an auxiliary trolley according to the preamble. The auxiliary trolley is adapted to receive the dolly between arms at the rear, but preferably at the front, and is thus easy to carry.

Een nadeel van de bekende hulptrolley is dat dergelijke hulptrolleys bij transport en/of opslag ervan veel ruimte in beslag nemen.A drawback of the known auxiliary trolley is that such auxiliary trolleys take up a lot of space during transport and / or storage thereof.

Het doel van de onderhavige uitvinding is om een hulptrolley te verschaffen welke bij transport en/of opslag minder ruimte in beslag nemen.The object of the present invention is to provide an auxiliary trolley which takes up less space during transport and / or storage.

Hiertoe wordt een hulptrolley volgens de aanhef gekenmerkt doordat de bovenbouwframesectie ten minste aan de naar de basisframesectie gekeerde zijde ervan een breedte heeft die ten hoogste gelijk is aan de afstand tussen het eerste framedeel en het tweede framedeel, en de twee parallelle framedelen van de basisframesectie zijn ingericht voor het daartussen opnemen van een identieke hulptrolley.To this end, an auxiliary trolley according to the preamble is characterized in that the superstructure frame section at least on its side facing the basic frame section has a width that is at most equal to the distance between the first frame part and the second frame part, and the two parallel frame parts of the basic frame section are arranged for receiving an identical auxiliary trolley between them.

Aldus wordt de mogelijkheid verschaft om ten minste twee hulptrolleys doelmatig te stapelen.Thus, the possibility is provided to efficiently stack at least two auxiliary trolleys.

In het algemeen zullen de twee parallelle framedelen met elkaar verbonden zijn door middel van een verbindingsframedeel.In general, the two parallel frame parts will be connected to each other by means of a connecting frame part.

Met voordeel verschaffen de twee parallelle framedelen de armen, d.w.z. wordt de dolly voor het krat deels tussen de twee parallelle framedelen opgenomen, maar het is denkbaar dat de bovenbouwframesectie de armen verschaft.Advantageously, the two parallel frame members provide the arms, i.e., the dolly for the crate is partially received between the two parallel frame members, but it is conceivable that the superstructure frame section provides the arms.

De verdere wielen van een verdere basisframesectie van een op de hulptrolley te plaatsen verdere hulptrolley zijn afsteunbaar op de genoemde twee parallelle framedelen. Voor het afsteunen van de wielen van de verdere hulptrolley zal elk framedeel van de hulptrolley een draagvlak omvatten waarop de wielen plaatsbaar zijn. Dit draagvlak heeft bijvoorbeeld de vorm van een plaat. Het draagvlak kan uitsparingen bevatten waarin ten minste een wiel van de twee wielen van een framedeel van een daarop geplaatste verdere hulptrolley deels opneembaar is. Op deze wijze wordt bereikt dat de verdere hulptrolley niet ten opzichte van de hulptrolley kan verschuiven. In plaats daarvan kan ook een aanslag zijn voorzien, welke zich vanaf het draagvlak weg van de wielbasis uitstrekt.The further wheels of a further basic frame section of a further auxiliary trolley to be placed on the auxiliary trolley can be supported on said two parallel frame parts. For supporting the wheels of the further auxiliary trolley, each frame part of the auxiliary trolley will comprise a bearing surface on which the wheels can be placed. This bearing surface has, for example, the shape of a plate. The bearing surface may comprise recesses in which at least one wheel of the two wheels of a frame part of a further auxiliary trolley placed thereon can be accommodated in part. In this way it is achieved that the further auxiliary trolley cannot shift relative to the auxiliary trolley. Instead, a stop can also be provided, which extends away from the bearing surface away from the wheel base.

Van de twee wielen van een framedeel zal ten minste een wiel een zwenkwiel zijn, waarbij dit voor beide framedelen hetzelfde wiel is. Het is in het algemeen voor beide framedelen het achterste wiel dat een zwenkwiel zal zijn. De bovenbouwframesectie omvat in het algemeen een handgreep.At least one wheel of the two wheels of a frame part will be a pivot wheel, this being the same wheel for both frame parts. It is generally for both frame parts the rear wheel that will be a castor. The superstructure frame section generally comprises a handle.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat elk van de twee parallelle framedelen van de basisframesectie een profiel omvat met een eerste profielsectie evenwijdig met de wielbasis en een zich in de lengterichting van de hulptrolley uitstrekkend tweede profielsectie dwars op de eerste profielsectie en weg van de wielbasis.A favorable embodiment is characterized in that each of the two parallel frame parts of the basic frame section comprises a profile with a first profile section parallel to the wheel base and a second profile section extending in the longitudinal direction of the auxiliary trolley transversely of the first profile section and away from the wheel base.

Aldus kan een sterke basisframesectie worden verschaft, waarbij de wielen van de verdere hulptrolley af zullen steunen op de eerste profielsecties van de genoemde twee parallelle framedelen.A strong basic frame section can thus be provided, wherein the wheels of the further auxiliary trolley will be supported on the first profile sections of the said two parallel frame parts.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de parallelle framedelen elk de vorm hebben van een U-profiel.A favorable embodiment is characterized in that the parallel frame parts each have the shape of a U-profile.

Dit verschaft niet alleen een nog sterkere basisframesectie maar maakt het ook gemakkelijk de wielen, en in het bijzonder zwenkwielen, tussen de opstaande tweede profielsecties van een U-profiel te houden.This not only provides an even stronger basic frame section but also makes it easy to hold the wheels, and in particular swivel wheels, between the upright second profile sections of a U-profile.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de eerste profielsecties van de parallelle framedelen elk ten minste een uitsparing omvatten voor het deels opnemen van wielen van de verdere basisframesectie.A favorable embodiment is characterized in that the first profile sections of the parallel frame parts each comprise at least one recess for partially accommodating wheels of the further basic frame section.

Aldus neemt de stapel minder ruimte in. Verder kunnen de wielen doelmatig worden gefixeerd. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt met een rechthoekige uitsparing waarvan de kleinste breedte weinig groter is dan de breedte van het wiel.The stack thus takes up less space. Furthermore, the wheels can be efficiently fixed. This can be achieved, for example, with a rectangular recess whose smallest width is little larger than the width of the wheel.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de bovenbouwframesectie een losneembare bovenbouwframesectie is.A favorable embodiment is characterized in that the superstructure frame section is a detachable superstructure frame section.

De bovenbouwframesectie is bijvoorkeur door insteken losneembaar, waardoor geen gereedschap nodig is.The superstructure frame section is preferably detachable by insertion, so that no tools are required.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de basisframesectie een zich dwars op de wielbasis uitstrekkend element omvat met een eerste uiteinde en een tweede uiteinde, waarbij in gestapelde toestand van twee hulptrolleys het eerste uiteinde van een van de hulptrolley en de verdere hulptrolley deels in het tweede uiteinde van de andere hulptrolley is opgenomen, en de losneembare bovenbouwframesectie aan de basisframesectie bevestigbaar is door het opnemen van een van i) de onderzijde van de bovenbouwframesectie en ii) het eerste uiteinde van het element is opgenomen in respectivelijk i) het tweede uiteinde van het element en ii) de onderzijde van de bovenbouwframesectie.A favorable embodiment is characterized in that the basic frame section comprises an element extending transversely to the wheel base with a first end and a second end, wherein in the stacked state of two auxiliary trolleys the first end of one of the auxiliary trolley and the further auxiliary trolley are partly in the second end of the other auxiliary trolley is included, and the releasable superstructure frame section is attachable to the base frame section by incorporating one of i) the underside of the superstructure frame section and ii) the first end of the element is respectively in i) the second end of the element and ii) the underside of the superstructure frame section.

Een dergelijke hulptrolley kan zowel in een geassembleerde toestand worden gestapteld als in een niet-geassembleerde toestand waarbij de basisframesecties stapelbaar zijn en door het opnemen van het eerste uiteinde van het element in het tweede uiteinde van het element niet ten opzichte van elkaar zullen verschuiven. Volgens een praktische uitvoeringsvorm zijn er twee elementen, welke buisvormig zijn. De bovenbouwframesectie omvat dan met voordeel ook twee buizen. Met voordeel is er sprake van een klemmende verbinding tussen de bovenbouwframesectie en het element. Hierdoor is geen gereedschap nodig voor de assemblage in een winkel of dergelijke, en is verzending goedkoper aangezien de niet-geassembleerde hulptrolley minder ruimte in beslag neemt.Such an auxiliary trolley can be stacked both in an assembled state and in an unassembled state in which the base frame sections are stackable and will not shift relative to each other by including the first end of the element in the second end of the element. According to a practical embodiment, there are two elements which are tubular. The superstructure frame section then advantageously also comprises two tubes. Advantageously, there is a clamping connection between the superstructure frame section and the element. As a result, no tools are required for assembly in a shop or the like, and shipping is cheaper since the non-assembled auxiliary trolley takes up less space.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de bovenbouwframesectie staanders omvat welke zich onder een hoek van ten hoogste 20° met de normaal op de wielbasis uitstrekken.A favorable embodiment is characterized in that the superstructure frame section comprises uprights which extend at an angle of at most 20 ° to the normal on the wheel base.

Aldus kan een groter aantal hulptrolleys worden gestapeld aangezien het zwaartepunt van de stapel niet of minder in horizontale richting verandert wanneer de hoogte van de stapel toeneemt. De hoek zal ten minste 5° zijn.Thus, a larger number of auxiliary trolleys can be stacked since the center of gravity of the stack does not change or changes less in the horizontal direction as the height of the stack increases. The angle will be at least 5 °.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de armen zijn ingericht voor het opnemen van de korte zijde van de dolly voor een krat.A favorable embodiment is characterized in that the arms are adapted to receive the short side of the dolly for a crate.

Een dergelijke hulptrolley kan smal zijn.Such an auxiliary trolley can be narrow.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de bovenbouwframesectie is uitgerust met een duwstang en de onderbouwsectie een met de duwstand bedienbare haak voor het aangrijpen op de dolley voor een krat omvat.A favorable embodiment is characterized in that the superstructure frame section is equipped with a push rod and the substructure section comprises a hook operable with the push position for engaging the dolley for a crate.

Door gebruik van een duwstang voor het bedienen van de haak is geen vaste verbinding nodig. De hulptrolley is eenvoudig te deassembleren wanneer wordt gewenst om de hulptrolley in een niet-geassembleerde toestand op te slaan of dergelijke. Ook is voor het assembleren geen gereedschap nodig.No fixed connection is required by using a push rod for operating the hook. The auxiliary trolley is easy to disassemble when it is desired to store the auxiliary trolley in an unassembled state or the like. No tools are required for assembly.

De haak is bijvoorbeeld een haak welke middels een veer in een eerste, relatief hoge stand wordt gehouden, waarbij de haak middels de duwstand naar een tweede, relatief lage stand kan worden bewogen waarin een dolly voor een krat wordt vrijgegeven of gekoppeld.The hook is, for example, a hook which is held in a first, relatively high position by means of a spring, wherein the hook can be moved by means of the push position to a second, relatively low position in which a dolly is released or coupled for a crate.

De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarinThe present invention will now be explained with reference to the drawing, in which

Fig. IA een perspectivisch aanzicht op een hulptrolley toont;FIG. 1A shows a perspective view of an auxiliary trolley;

Fig. 1B een perspectivisch aanzicht op de hulptrolley van Fig. IA met een dolly en kratten toont;FIG. 1B is a perspective view of the auxiliary trolley of FIG. IA with a dolly and crates;

Fig. 1C een vooraanzicht op de hulptrolley van Fig. 1B toont;FIG. 1C a front view of the auxiliary trolley of FIG. 1B;

Fig. 2 een zijaanzicht op hulptrolleys van Fig. IA in gestapelde toestand toont;FIG. 2 is a side view of auxiliary trolleys of FIG. 1A in stacked state;

Fig. 3A tot Fig. 3C respectievelijk een perspectvisch aanzicht, een zijaanzicht en een vooraanzicht van een basisframesectie van de hulptrolley van Fig. IA toont;FIG. 3A to FIG. 3C, respectively, a perspective view, a side view and a front view of a basic frame section of the auxiliary trolley of FIG. IA shows;

Fig. 4 een zijaanzicht op een stapel basisframesecties van Fig. 3A toont; enFIG. 4 is a side view of a stack of basic frame sections of FIG. 3A; and

Fig. 5A en Fig. 5B een vooraanzicht respectievelijk een zijaanzicht op de bovenbouwframesectie van de hulptrolley van Fig. IA tonen.FIG. 5A and FIG. 5B is a front view and a side view, respectively, of the superstructure frame section of the auxiliary trolley of FIG. Show IA.

Fig. IA toont een perspectivisch aanzicht op een hulptrolley 100, welke aan de voorzijde ervan armen 110 omvat. Fig. 1B en Fig. 1C tonen dezelfde hulptrolley 100 in een gebruikstoestand, waarbij zich tussen de armen 110 een dolly 190 voor een krat bevindt. In Fig. 1C is de dolly 190 voor een krat voorzien van een krat 191.FIG. 1A shows a perspective view of an auxiliary trolley 100, which comprises arms 110 at the front thereof. FIG. 1B and FIG. 1C show the same auxiliary trolley 100 in a position of use, with a dolly 190 for a crate between the arms 110. In FIG. 1C is the dolly 190 for a crate provided with a crate 191.

De hulptrolley 100 omvat een basisframesectie 120 en een bovenbouwframesectie 130.The auxiliary trolley 100 comprises a basic frame section 120 and a superstructure frame section 130.

De basisframesectie 120 omvat een eerste framedeel 121 en een tweede framedeel 122, welke parallel ten opzichte van elkaar lopen en onderling verbonden zijn door een verbindingsdeel 123.The basic frame section 120 comprises a first frame part 121 and a second frame part 122, which run parallel to each other and are mutually connected by a connecting part 123.

De parallelle framedelen omvatten aan de onderzijde ervan wielen, bij deze uitvoeringsvorm omvat elk framedeel een voorste vast wiel 124 en een achterste zwenkwiel 124'. De vier wielen definiëren een wielbasis.The parallel frame members include wheels on their underside, in this embodiment, each frame member comprises a front fixed wheel 124 and a rear castor 124 '. The four wheels define a wheelbase.

Bij de hier getoonde uitvoeringsvorm omvatten de framedelen U-profielen, waarbij een eerste profielsectie 125 in hoofdzaak evenwijdig met de wielbasis loopt en een draagvlak 125 verschaft voor een verdere hulptrolley 100' (zie Fig. 2). De U-profielen omvatten verder opstaande profielsecties 126.In the embodiment shown here, the frame parts comprise U-profiles, wherein a first profile section 125 runs substantially parallel to the wheel base and provides a bearing surface 125 for a further auxiliary trolley 100 '(see Fig. 2). The U-profiles further include upright profile sections 126.

De bovenbouwframesectie 130 heeft aan de onderzijde ervan een breedte die geringer is dan de lengte van het verbindingsdeel 123. Hierdoor past de onderzijde van de bovenbouwframesectie 130 tussen de parallelle framedelen van een op de draagvlakken 125 geplaatste verdere hulptrolley 100'. De wielen van de verdere hulptrolley 100' steunen in gestapelde toestand, af op de draagvlakken 125 van de daaronder gelegen hulptrolley 100 (Fig. 2). Bij de hier getoonde uitvoeringsvorm zijn de U-profielen van de framedelen gemodificeerd, zodat deze aan de uiteinden waar zij de armen 110 verschaffen die aan de distale uiteinden ervan een taps uitlopende uitsparing 115 verschaffen voor het gemakkelijk opnemen van de dolly 190 voor een krat, en zijn voorzien van aanslagen 127 waarvan de rol nog zal worden uitgelegd.The superstructure frame section 130 has a width at its underside that is smaller than the length of the connecting part 123. As a result, the underside of the superstructure frame section 130 fits between the parallel frame parts of a further auxiliary trolley 100 'placed on the bearing surfaces 125. The wheels of the further auxiliary trolley 100 'support, in the stacked state, on the bearing surfaces 125 of the auxiliary trolley 100 located below (Fig. 2). In the embodiment shown here, the U-sections of the frame members are modified so that they provide at the ends where they provide the arms 110 which at their distal ends provide a tapered recess 115 for easily accommodating the dolly 190 for a crate, and are provided with stops 127, the role of which will be explained.

De paralllelle framedelen verschaffen aan de van de uitsparing 115 afgelegen zijde van de hulptrolley 100 een verdere uitsparing 116.The parallel frame members provide a further recess 116 on the side of the auxiliary trolley 100 remote from the recess 115.

Bij de hier getoonde uitvoeringsvorm omvat de bovenbouwframesectie 130 van de hulptrolley 100 staanders 135 en een duwstang 131 welke zich evenwijdig met de staanders 135 uitstrekt en bedienbaar is met hendel 132 zoals aan de hand van Fig. 5A zal worden toegelicht. De bovenbouwframesectie 130 omvat bij deze uitvoeringsvorm ook een werkblad 133, en is voorzien van een handgreep 134 waarmee de hulptrolley 100 en daarmee de dolly 190 voor een krat kan worden voortgeduwd.In the embodiment shown here, the superstructure frame section 130 of the auxiliary trolley 100 comprises uprights 135 and a push rod 131 which extends parallel to the uprights 135 and is operable with handle 132 as shown in FIG. 5A will be explained. The superstructure frame section 130 in this embodiment also comprises a work surface 133, and is provided with a handle 134 with which the auxiliary trolley 100 and thus the dolly 190 for a crate can be pushed forward.

Fig. 1B en C tonen dezelfde hulptrolley 100 in een gebruikstoestand, waarbij zich tussen de armen 110 een dolly 190 voor een krat bevindt, in respectievelijk een perspectivisch vooraanzicht en een vooraanzicht.FIG. 1B and C show the same auxiliary trolley 100 in a position of use, wherein between the arms 110 there is a dolly 190 for a crate, in a front perspective view and a front view, respectively.

In Fig. 1B en Fig. 1C is de dolly 190 voor een krat voorzien van een krat 191. Ook een reservekrat 192 is weergegeven dat na het vullen van het krat 191 op krat 191 kan worden geplaatst en vervolgens eveneens kan worden gevuld. Het geheel van dolly 190 voor een krat voorzien van twee kratten kan dan ergens worden geplaatst, bijvoorbeeld in een voertuig voor transport naar klanten die boodschappen verzameld in kratten hebben gekocht. De hulptrolley 100 is dan weer beschikbaar voor het verzamelen van andere boodschappen.In FIG. 1B and FIG. 1C, the dolly 190 for a crate is provided with a crate 191. A spare crate 192 is also shown which, after filling of the crate 191, can be placed on crate 191 and subsequently also filled. The whole of dolly 190 for a crate provided with two crates can then be placed somewhere, for example in a vehicle for transport to customers who have purchased groceries collected in crates. The assist trolley 100 is then again available for collecting other messages.

Fig. 2 toont een stapel van vier hulptrolleys, waarbij een verdere hulptrolley 100' op een hulptrolley 100 is geplaatst, in het bijzonder op de draagvlakken 125 ervan (Fig. IA). De onderste uiteinden van de bovenbouwframesectie 130 is in de verdere uitsparing 116 opgenomen.FIG. 2 shows a stack of four auxiliary trolleys, wherein a further auxiliary trolley 100 'is placed on an auxiliary trolley 100, in particular on its supporting surfaces 125 (Fig. 1A). The lower ends of the superstructure frame section 130 are received in the further recess 116.

De opstaande profielsecties 126 helpen te vermijden dat een basisframesectie 120 van een daaronder gelegen basisframesectie schuift or rijdt.The upright profile sections 126 help to prevent a base frame section 120 from sliding or moving below a base frame section.

De aanslagen 127 helpen eveneens voorkoment dat een basisframesectie 120 van een daaronder gelegen basisframesectie 120 schuift or rijdt.The stops 127 also help prevent a base frame section 120 from sliding underneath a base frame section 120.

Fig. 3A tot Fig. 3C tonen respectievelijk een perspectvisch aanzicht, een zijaanzicht en een vooraanzicht van de basisframesectie 120 van de hulptrolley 100 in nader detail.FIG. 3A to FIG. 3C show respectively a perspective view, a side view and a front view of the base frame section 120 of the auxiliary trolley 100 in further detail.

Met voordeel wordt de dolly 190 voor een krat aan de hulptrolley 100 gekoppeld, hetgeen met voordeel middels een haak 221 geschiedt, welke achter de onderrand van een dolly 190 voor een krat aan kan grijpen. De haak 221 wordt middels een veer 222 in een relatief hoge stand gehouden. De duwstang 131 kan via een sleuf 223 in verbindingsdeel 123 met het uiteinde ervan tegen de haak 221 duwen wanneer de hendel 132 wordt bediend, waardoor de haak 221 naar een tweede lagere stand wordt geduwd en de dolly 190 voor een krat wordt vrijgegeven.The dolly 190 is advantageously coupled to the auxiliary trolley 100 for a crate, which advantageously takes place by means of a hook 221, which can engage behind the lower edge of a dolly 190 for a crate. The hook 221 is held in a relatively high position by means of a spring 222. The push rod 131 can push via a slot 223 in connecting part 123 with its end against the hook 221 when the handle 132 is operated, whereby the hook 221 is pushed to a second lower position and the dolly 190 is released for a crate.

Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm omvat de basisframesectie 120 een element 360 dat zich dwars op de wielbasis uitstrekt. Hier heeft het de vorm van een holle buis met een taps uiteinde 361. Dit tapse uiteinde 631 vervult bij deze voorkeursuitvoeringsvorm een tweeledige rol.In the embodiment described here, the base frame section 120 includes an element 360 that extends transversely to the wheel base. Here it is in the form of a hollow tube with a tapered end 361. In this preferred embodiment, this tapered end 631 fulfills a dual role.

Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm omvat de basisframesectie 120 twee elementen 360. Zij dienen voor het bevestigen van de bovenbouwframesectie 130 die staanders 135 omvat in de vorm van holle buizen, welke buizen over de elementen 360 worden geschoven. De assemblage van de hulptrolley 100 met een werkende duwstang 131 voor het vrijgeven van de dolly 190 voor een krat door het combineren van de bovenbouwframesectie 130 en de basisframesectie 120 kan derhalve zonder gereedschap geschieden.In the embodiment described here, the base frame section 120 comprises two elements 360. They serve to attach the superstructure frame section 130 which includes uprights 135 in the form of hollow tubes, which tubes are slid over the elements 360. The assembly of the auxiliary trolley 100 with a working push rod 131 for releasing the dolly 190 for a crate by combining the superstructure frame section 130 and the base frame section 120 can therefore be done without tools.

Fig. 3C toont een uitvoeringsvorm die is voorzien van vulplaatjes 390 waarmee de speling waarmee de haak 221 op de dolly 190 voor een krat aangrijpt kan worden ingesteld. De vulplaatjes 390 kunnen ook dienst doen voor het tegengaan van beschadigingen/slijtage. Zij zijn bijvoorbeeld van metaal, kunststof of veerkrachtig materiaal zoals rubber. Ook de armen 110 kunnen aan de voorzijde en/of een naar de dolly gerichte zijde zijn voorzien van dergelijke vulplaatjes 390'.FIG. 3C shows an embodiment provided with shim plates 390 with which the clearance with which the hook 221 engages the dolly 190 for a crate can be adjusted. The spacer plates 390 can also serve to prevent damage / wear. They are, for example, made of metal, plastic or resilient material such as rubber. The arms 110 can also be provided with such spacer plates 390 'on the front side and / or on a side facing the dolly.

Wanneer basisframesecties 120 niet van bovenbouwframesecties 130 zijn voorzien kunnen de basisframesecties 120 worden gestapeld onder gebruikmaking van de elementen 360 die verschuiven van twee op elkaar gestapelde basisframesecties 120 ten opzichte van elkaar verhinderen. Het zwaartepunt verschuift daarbij niet in horizontale richting wanneer de stapel hoger wordt.When base frame sections 120 are not provided with superstructure frame sections 130, the base frame sections 120 can be stacked using the elements 360 that prevent shifting of two superimposed base frame sections 120 relative to each other. The center of gravity does not shift in the horizontal direction when the stack gets higher.

Fig. 5A en Fig. 5B tonen respectievelijk een vooraanzicht en een zijaanzicht op de bovenbouwframesectie 130 maar waarbij het werkblad 133 is weggelaten. De duwstang 131 en dwarsstuk 540 omvatten elk een geleidingssleuf 531 respectievelijk 531' en de duwstang 131 is dwars op de wielbasis beweegbaar tussen een relatief hoge stand en een relatief lage stand. Daartoe is de duwstang 131 uitgevoerd met een uitsparing 532 waarin een pen 533 van hendel 132 steekt. De uitsparing 532 wordt gedefinieerd door een bovenrand welke voor een deel relatief ver van de wielbasis is gelegen en voor een ander deel minder ver.FIG. 5A and FIG. 5B show a front view and a side view, respectively, of the superstructure frame section 130 but with the worktop 133 omitted. The push rod 131 and cross piece 540 each comprise a guide slot 531 and 531 ', respectively, and the push rod 131 is movable transversely to the wheel base between a relatively high position and a relatively low position. To this end, the push rod 131 is provided with a recess 532 into which a pin 533 of handle 132 protrudes. The recess 532 is defined by an upper edge which is partly located relatively far from the wheelbase and for another part less far.

Door de hendel om as 534 (verschaft door een bout) te draaien beweegt de pen 533 de duwstang 131 relatief verder of minder ver naar beneden. Daardoor steekt distaai uiteinde 535 verder of minder ver in de sleuf 223 en wordt bij het relatief ver in de sleuf 223 steken van het distale uiteinde 535 de haak 221 naar de tweede stand gebracht en wordt de dolly 190 voor een krat vrijgegeven.By turning the handle about shaft 534 (provided by a bolt), the pin 533 moves the push rod 131 relatively further or less far down. As a result, distal end 535 protrudes further or less far into the slot 223 and when the distal end 535 is inserted relatively far into the slot 223, the hook 221 is brought to the second position and the dolly 190 is released for a crate.

De uitvinding kan binnen het kader van de bijgaande conclusies op uiteenlopende wijze worden gevarieerd. Zo is het ook mogelijk om met een haak op een bovenrand van een dolly voor een krat aan te laten grijpen.The invention can be varied in various ways within the scope of the appended claims. It is thus also possible to engage a crate with a hook on an upper edge of a dolly.

Claims

An auxiliary trolley (100) for use in collecting messages using a dolly (190) for a crate (191), the auxiliary trolley (100) comprising - a bottom, a top, a front and a rear, - on at least one side selected from the front and the rear comprises two arms (110) protruding from that side for receiving the dolly (190) for a crate (191) between the two arms (110) for carrying said dolly (190) for a crate (191); and wherein the auxiliary trolley (100) comprises a frame, which frame comprises - a basic frame section (120), which basic frame section (120) comprises a first frame part (121) and a second frame part (122) which frame parts are two parallel frame parts connected to each other wherein - each frame part on the underside of the auxiliary trolley (100) is provided with at least two wheels of which at least two wheels at least one wheel (124) is a swivel wheel (124 '), and - the wheels of the first frame member (121) and the second frame member (122) define a wheelbase; and - a superstructure frame section (130) for pushing the auxiliary trolley (100); and a frame section selected from the base frame section (120) and the superstructure frame section (130) comprising said arms (110); characterized in that the superstructure frame section (130) has at least on its side facing the base frame section (120) a width that is at most equal to the distance between the first frame part (121) and the second frame part (122), and the two parallel frame portions of the base frame section (120) are adapted to receive an identical auxiliary trolley between them.

Auxiliary trolley according to claim 1, wherein each of the two parallel frame parts of the basic frame section (120) comprises a profile with a first profile section (125) parallel to the wheelbase and a second profile section extending in the longitudinal direction of the auxiliary trolley (100) ( 125) transversely of the first profile section (125) and away from the wheelbase.

Auxiliary trolley according to claim 2, wherein the parallel frame parts are each in the form of a U-profile.

Auxiliary trolley according to one of claims 2 or 3, wherein the first profile sections (126) of the parallel frame parts each have at least one recess (532) for partially receiving wheels from the further basic frame section (120).

The auxiliary trolley according to any one of the preceding claims, wherein the superstructure frame section (130) is a detachable superstructure frame section (130).

The auxiliary trolley according to claim 5, wherein the base frame section (120) comprises an element (360) extending transversely to the wheel base with a first end and a second end, wherein in the stacked state of two auxiliary trolleys the first end of one of the auxiliary trolley ( 100) and the further auxiliary trolley (100) is partially received in the second end of the other auxiliary trolley (100), and the detachable superstructure frame section (130) is attachable to the base frame section (120) by receiving one of i) the underside of the superstructure frame section (130) and ii) the first end of the element (360) is included in, respectively, i) the second end of the element (360) and ii) the underside of the superstructure frame section (130).

Auxiliary trolley according to claim 6, wherein the superstructure frame section (130) comprises uprights (135) which extend at an angle of at most 20 ° to the normal on the wheel base.

Auxiliary trolley according to any one of the preceding claims, wherein the arms (110) are adapted to receive the short side of the dolly (190) in front of a crate (191).

Auxiliary trolley according to any of the preceding claims, wherein the superstructure frame section (130) is provided with a push rod and the substructure section comprises a hook (221) operable with the push position for engaging the dolley for a crate (191).