NL2015464B1 - Systeem voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest. - Google Patents

Systeem voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest. Download PDF

Info

Publication number
NL2015464B1
NL2015464B1 NL2015464A NL2015464A NL2015464B1 NL 2015464 B1 NL2015464 B1 NL 2015464B1 NL 2015464 A NL2015464 A NL 2015464A NL 2015464 A NL2015464 A NL 2015464A NL 2015464 B1 NL2015464 B1 NL 2015464B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
manure
drum
dryer
section
drying
Prior art date
Application number
NL2015464A
Other languages
English (en)
Inventor
Golstein Gerhard
Original Assignee
Golstein Mestsystemen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Golstein Mestsystemen B V filed Critical Golstein Mestsystemen B V
Priority to NL2015464A priority Critical patent/NL2015464B1/nl
Priority to EP16782306.1A priority patent/EP3350140B1/en
Priority to PCT/NL2016/050638 priority patent/WO2017048124A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2015464B1 publication Critical patent/NL2015464B1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C05FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
    • C05FORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
    • C05F3/00Fertilisers from human or animal excrements, e.g. manure
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B11/00Machines or apparatus for drying solid materials or objects with movement which is non-progressive
    • F26B11/02Machines or apparatus for drying solid materials or objects with movement which is non-progressive in moving drums or other mainly-closed receptacles
    • F26B11/04Machines or apparatus for drying solid materials or objects with movement which is non-progressive in moving drums or other mainly-closed receptacles rotating about a horizontal or slightly-inclined axis
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B21/00Arrangements or duct systems, e.g. in combination with pallet boxes, for supplying and controlling air or gases for drying solid materials or objects
    • F26B21/06Controlling, e.g. regulating, parameters of gas supply
    • F26B21/10Temperature; Pressure
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B21/00Arrangements or duct systems, e.g. in combination with pallet boxes, for supplying and controlling air or gases for drying solid materials or objects
    • F26B21/06Controlling, e.g. regulating, parameters of gas supply
    • F26B21/12Velocity of flow; Quantity of flow, e.g. by varying fan speed, by modifying cross flow area
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B3/00Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat
    • F26B3/02Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air
    • F26B3/04Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air the gas or vapour circulating over or surrounding the materials or objects to be dried
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B2200/00Drying processes and machines for solid materials characterised by the specific requirements of the drying good
    • F26B2200/12Manure

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Fertilizers (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)

Abstract

Een systeem voor het verwerken van dierenmest, omvattende: een stationair frame; een door het frame gehouden in een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende langwerpige droogtrommel, in lengterichting opgedeeld in een invoergedeelte aan een eerste kopse kant van de trommel, voorzien van een invoeropening; een uitvoergedeelte aan een tweede, tegenovergelegen, kopse kant van de trommel, voorzien van uitvoeropening; en een zich tussen het invoer en uitvoergedeelte bevindend verwerkingsgedeelte; een met het frame verbindbare aandrijving, voor het rond de lengteas van de droogtrommel roteren van de droogtrommel; waarbij het invoergedeelte, het uitvoergedeelte en het verwerkingsgedeelte elk zijn voorzien van verplaatsers voor het ten minste in draairichting van de droogtrommel verplaatsen van de mest; en een zich vanaf de buitenzijde van de trommel tot ten minste in het verwerkingsgedeelte van de droogtrommel uitstrekkende stationaire beluchting, voor het beluchten van de mest in de droogtrommel.

Description

Systeem voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest, als op een droogeenheid voor een dergelijk systeem.
Dierenmest is een bijproduct van dierhouderijen. Met de industrialisering en het houden van dieren op steeds grotere schaal ontstaat er bij veel dierhouderijen een mestoverschot, omdat zij meer mest produceren dan dat ze kunnen verwerken.
Dierenmest kan als afvalproduct echter ook goed gebruikt worden als voedingsstof voor bijvoorbeeld voedingsarme bodems. Hiertoe moet deze mest verwerkt en vervoerd kunnen worden. Dierenmest heeft doorgaans echter een groot vloeibaar gehalte en is onhygiënisch, waardoor deze lastig te vervoeren en verwerken valt.
Het is daarom het doel van de onderhavige uitvinding om bovengenoemde problemen en nadelen te verminderen, en om te voorzien in een verbeterd systeem voor het verwerken van dierenmest zodat de verwerkte mest beter te gebruiken is.
De uitvinding omvat daartoe een systeem voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest, omvattende: een stationair frame; een door het frame gehouden in een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende langwerpige droogtrommel, in lengterichting opgedeeld in een invoergedeelte aan een eerste kopse kant van de trommel, voorzien van een invoeropening voor het invoeren van mest in de trommel; een uitvoergedeelte aan een tweede, tegenovergelegen, kopse kant van de trommel, voorzien van uitvoeropening voor het afvoeren van mest uit de trommel; en een zich tussen het invoer en uitvoergedeelte bevindend verwerkingsgedeelte, voor het verwerken van toegevoerde mest; een met het frame verbindbare aandrijving, voor het rond de lengteas van de droogtrommel roteren van de droogtrommel; waarbij het invoergedeelte, het uitvoergedeelte en het verwerkingsgedeelte elk zijn voorzien van verplaatsers voor het ten minste in draairichting van de droogtrommel verplaatsen van mest; en een zich vanaf de buitenzijde van de trommel tot ten minste in het verwerkingsgedeelte van de droogtrommel uitstrekkende stationaire beluchting, voor het beluchten van de mest in de droogtrommel.
Het systeem is bij voorkeur ingericht voor het natuurlijk laten composteren van dierenmest in de droogtrommel. Tijdens dit natuurlijke afbraakproces droogt de mest gedeeltelijk en kan de mest temperaturen tot boven de 60 graden Celsius bereiken. Hierdoor wordt de mest tevens gehygiëniseerd omdat ziektekiemen deze temperatuur niet overleven. Voor dit natuurlijke proces moeten bacteriën van voldoende zuurstof worden voorzien. De door de trommel heen getransporteerde mest komt ten minste in het verwerkingsgedeelte van de trommel in contact met door de beluchting toegevoerde lucht, voorzien van zuurstof, om zo in de zuurstofvraag van de bacteriën te kunnen voorzien. Een bijkomend voordeel is dat de toegevoerde lucht door de verhoogde temperatuur wordt opgewarmd en zo vocht, zoals water, uit de mest kan opnemen, waardoor de mest verder wordt gedroogd. De droogtrommel is bijvoorbeeld door middel van lagers in het frame gelagerd. Te verwerken mest wordt via de invoeropening aan de droogtrommel toegevoerd, in de droogtrommel verwerkt, en bijvoorbeeld middels een instelbare overstort uit de uitvoeropening uit de droogtrommel verwijderd.
De verplaatsers zorgen ervoor dat de ingevoerde mest niet aan de wanden van de trommel blijft plakken, maar dat de mest tijdens rotatie van de trommel over zichzelf heen wordt gebracht, om de mest te blijven omscheppen. De ingevoerde mest kan zich tijdens rotatie van de trommel zelf over de lengte van de trommel verdelen. Wanneer de mest in de trommel een bepaald niveau bereikt, en additionele mest wordt toegevoerd, duwt de nieuwe mest de zich reeds in de trommel bevindende mest geleidelijk naar achter toe, alwaar de gedroogde mest uit de uitvoeropening uit de trommel gehaald kan worden.
Voordeel van een dergelijk systeem is dat het direct bij een stal met dieren geplaatst kan worden om verse mest uit de stal direct te kunnen verwerken. Hierdoor verbetert het klimaat in de stal en neemt de ammoniak vorming uit de stal drastisch af.
De aandrijving van de droogtrommel zorgt ervoor dat de trommel regelmatig gedraaid kan worden, zodat de mest binnen in de trommel gekeerd kan worden. Hierdoor wordt de mest in de trommel verdeeld en gemengd, en kan lucht met opgenomen waterdamp uit de mest vrijkomen uit de mest. Dit resulteert erin dat de mest in contact kan komen met nieuwe lucht en nieuwe zuurstof, wat het natuurlijke afbraakproces bevordert.
Het systeem is bij voorkeur ingericht voor het verwerken van mest met een drogestofgehalte vanaf 30%, bijvoorbeeld kippenmest, en deze bij voorkeur om te zetten naar mest met een drogestofgehalte vanaf 70, in het bijzonder vanaf 80%.
De verplaatsers in het invoergedeelte zijn bijvoorbeeld ingericht voor het verplaatsen van mest vanaf de invoeropening richting het verwerkingsgedeelte, waarbij de verplaatsers in het verwerkingsgedeelte bijvoorbeeld zijn ingericht voor het verplaatsen van mest vanaf het verwerkingsgedeelte naar het uitvoergedeelte, en het mengen van mest in het verwerkingsgedeelte, en waarbij de verplaatsers in het uitvoergedeelte bijvoorbeeld zijn ingericht voor het naar de uitvoeropening verplaatsen van de verwerkte mest. Hiermee vindt het grootste deel van de verwerking plaats in het verwerkingsgedeelte. Door de mest in dit gedeelte te mengen kan de verblijftijd in dit gedeelte worden verlengd, om aldus voldoende zuurstof aan de mest toe te kunnen voeren.
De verplaatsers bevinden zich bijvoorbeeld op de binnenwand van de droogtrommel en zijn bijvoorbeeld star met de binnenzijde van de droogtrommel verbonden. Onder rotatie van de trommel bewegen de verplaatsers mee, om zo de mest te verplaatsen. Op deze wijze kan het mengen van mest in de trommel door middel van de rotatiesnelheid en rotatietijd van de trommel aangestuurd worden.
De verplaatsers zijn bijvoorbeeld ingericht voor het tijdens een kerende beweging van de droogtrommel meenemen van materiaal langs de wand van de trommel, om dit materiaal op een hoger punt weer te laten vallen.
Het verwerkingsgedeelte en het uitvoergedeelte zijn bijvoorbeeld van elkaar gescheiden door middel van een afscheiding, zoals een schot, waarbij de afscheiding is voorzien van een doorvoeropening voor het doorvoeren van mest. Het is evenwel mogelijk dat er meerdere doorvoeropeningen zijn voorzien. Het scheiden van de twee gedeeltes van de droogtrommel heeft als voordeel dat de twee functionaliteiten, namelijk de verwerking en de uitvoer van elkaar gescheiden worden. Hiermee kan in elk van de gedeeltes de gewenste omgevingsconditie, zoals bijvoorbeeld temperatuur, luchtvochtigheid of luchtstroom, gehandhaafd worden. De doorvoeropening is bijvoorbeeld een dunne spleet, welke beperkte doorvoer van mest toelaat. Luchtuitwisseling tussen de gescheiden gedeeltes wordt hierdoor beperkt toegestaan.
De centrale as van de droogtrommel staat bijvoorbeeld ten opzichte van de horizontaal onder een hoek, in het bijzonder onder een hoek tussen 0.5 en 5 graden. Deze hoek vergemakkelijkt het transport van mest vanaf de invoer naar de uitvoer, omdat de zwaartekracht in deze opstelling leidt tot een kracht met een component in de transportrichting, en dus meehelpt in het transport.
Het systeem is mogelijk ook voorzien van toevoermiddelen, voor het toevoeren van mest naar de invoeropening, welke toevoermiddelen bijvoorbeeld een lopende band, en/of een storttrechter en/of een verspreider omvatten. Een verspreider maakt het mogelijk om toegevoerde mest op een gelijkmatige en luchtige manier aan de droogtrommel toe te voeren, wat de verwerking ten goede komt. De lopende band strekt zich bijvoorbeeld ten minste gedeeltelijk tot in het invoergedeelte van de droogtrommel uit. Het is voordelig de toevoermiddelen zodanig aan te sturen dat mest in kleine hoeveelheden aan de droogtrommel wordt toegevoerd, om het droogproces en/of de temperatuur van de mest in de droogtrommel constant te houden. De toevoermiddelen kunnen tevens worden gebruikt om hulpmateriaal aan de trommel toe te voeren. Dit materiaal is bijvoorbeeld organische stof zoals stro, of kalk.
Het is evenwel mogelijk om de mate waarin toevoermiddelen zich in het invoergedeelte uitstrekken te variëren. Hierdoor kan verse mest op in lengterichting verschillende posities aan de trommel toegevoerd worden. Wanneer bijvoorbeeld relatief natte mest moet worden verwerkt kan deze natte mest relatief ver in de trommel worden toegevoerd. Op deze plaats in de trommel is de zich reeds in de trommel bevindende mest al gedroogd. Wanneer deze relatief droge mest wordt gemengd met de nieuwe relatief natte mest wordt een gemiddeld drogere mest gevormd, welke beter door de trommel te verwerken is.
Het systeem is mogelijk ook voorzien van afvoermiddelen, voor het via de uitvoeropening afvoeren van verwerkte mest uit het uitvoergedeelte. De afvoermiddelen bestaan bijvoorbeeld uit een afvoervijzel of een lopende band. De verwerkte mest stroomt bijvoorbeeld via de uitvoeropening in een opvangbak. Onderin deze opvangbak bevindt zich bijvoorbeeld een afvoervijzel, voor het uit de bak verplaatsen van gedroogde mest.
Het systeem is mogelijk ook voorzien van een temperatuursensor, voor het meten van de temperatuur in de droogtrommel. Voor een goede composteren en hygienisering van de mest wordt de mest bij voorkeur op een temperatuur tussen de 50 en 70 graden gehouden. Door het systeem te voorzien van een temperatuursensor kunnen bijvoorbeeld de luchttoevoer en rotatiesnelheid worden aangepast voor het handhaven van deze temperatuurrange. Wanneer de temperatuur bijvoorbeeld te hoog is, kan de rotatiesnelheid en/of de luchttoevoer worden verhoogd, en vice versa. Het systeem kan ook zijn voorzien van andere sensoren, zoals gasdetectie en vochtigheidssensoren. De besturingseenheid kan aldus tevens zijn ingericht voor het op basis van de door de sensoren gemeten temperatuur aansturen van de aandrijfsnelheid van de aandrijving en/of de toevoer snelheid van de toevoermiddelen en/of de beluchting.
De temperatuursensor bevindt zich bijvoorbeeld in een zich over de lengterichting van de droogtrommel uitstrekkende buis. Deze buis is bijvoorbeeld van thermisch geleidend materiaal zoals metaal. De temperatuursensor bevindt zich bijvoorbeeld aan de binnenwand van de buis, om via de buis de temperatuur van de mest te bepalen. Het is evenwel mogelijk dat zich over de lengte van de buis meerdere sensoren bevinden. De sensor wordt bijvoorbeeld door middel van een magneet of een veer tegen de binnenwand van de buis gedrukt.
Het systeem omvat bijvoorbeeld tevens een besturingseenheid, ingericht voor het besturen van de aandrijfsnelheid van de aandrijving en/of de toevoersnelheid van de toevoermiddelen. De aandrijving voor het roteren van de droogtrommel kan zijn ingericht voor het aansturen van het drogen van de mest, en de toevoersnelheid voor de mest kan bijvoorbeeld de snelheid waarmee de mest door de trommel voortbeweegt bepalen. De besturingseenheid kan bijvoorbeeld worden ingericht om een vooraf bepaalde hoeveelheid mest in een vooraf bepaalde tijd door de trommel te bewegen. De besturingseenheid omvat tevens bij voorkeur een geheugen, voor het opslaan van de gemeten temperaturen.
De besturingseenheid kan tevens zijn ingericht voor het bijhouden van de hoeveelheid door de toevoermiddelen toegevoerde mest en/of door de afvoermiddelen afgevoerde mest. Hiertoe worden bijvoorbeeld het aantal rotaties van de afvoervijzel bijgehouden. De afvoervijzel voert de gedroogde mest af, en bij elke rotatie van de vijzel wordt een bepaald volume en/of gewicht gedroogde mest afgevoerd. Het aantal rotaties vermenigvuldigd met dit volume en/of gewicht is een maat voor de hoeveelheid afgevoerde mest. Het is evenwel mogelijk om de hoeveelheid uitgevoerde mest te wegen door middel van een weegsysteem.
De droogtrommel draait bijvoorbeeld periodiek een aantal minuten, in afhankelijkheid van de toegevoerde mestsoort. Bij relatief droge mest draait de droogtrommel continu. Bij relatief vochtige mest draait de droogtrommel met een gepulst programma, omdat natte mest anders verkleeft en zijn luchtige structuur verliest, wat het verwerkings- en/of composteerproces van de mest niet ten goede komt. Wanneer de trommel niet draait, zorgt de beluchting voor zuurstoftoevoer en vochtafvoer.
Voor het verwerken van de mest verblijft de mest doorgaans enkele dagen in de droogtrommel, afhankelijk van de hoeveelheid mest en het gehalte droge stof in de toegevoerde mest, waarbij natte mest om een langere verblijfstijd vraagt dan droge mest. Doorgaans zal deze tijd tussen de 3 en 10 dagen variëren.
Voor het verplaatsen van de toegevoerde mest worden de verplaatsers bijvoorbeeld gevormd door schoepen, voor het tijdens roteren van de trommel in rotatierichting verplaatsen van mest in de trommel. De schoepen kunnen tevens zijn ingericht voor het verplaatsen van mest in de richting van de uitvoeropening. De schoepen staan bijvoorbeeld ten opzichte van de lengteas van de droogtrommel in lengterichting onder een hoek, bij voorkeur onder een hoek tussen de 5 en 60 graden, in het bijzonder tussen de 10 en 45 graden. Door ten minste een deel van de schoepen onder een hoek te zetten met de lengterichting van de trommel oefenen de schoepen, tijdens rotatie van de trommel een kracht uit op de te verwerken mest met een component in de lengterichting van de trommel.
De schoepen in het verwerkingsgedeelte zijn bijvoorbeeld in lengterichting ten minste gedeeltelijk boogvormig. Een boogvorm zorgt voor een gelijkmatige verplaatsing van de mest in de trommel. Een geknikte vorm, waarbij de boog in een aantal knikken van de schoep gevormd wordt, is een andere voorkeursuitvoering welke ten opzichte van de boogvorm makkelijker te produceren is.
De schoepen zijn bij voorkeur in omtreksrichting in hoofdzaak gelijkmatig over de binnenwand van de droogtrommel geplaatst, zodat een gelijkmatige verplaatsing van mest tijdens rotatie van de trommel plaatsvindt. De gelijkmatige verdeling heeft tevens als effect dat krachten, welke tijdens rotatie door de mest op de schoepen worden uitgeoefend, gelijkmatig over de omtrekswand van de trommel verdeeld worden.
De schoepen in het verwerkingsgedeelte zijn bijvoorbeeld in lengterichting afwisselend linksom en rechtsom gebogen uitgevoerd. Bij voorkeur zijn de schoepen aldus afwisselend richting de uitvoer (teruggaand) en richting de invoer (heengaand) gericht. Resultaat hiervan is dat de mest in lengterichting door de ene schoepen gedeeltelijk naar de uitvoeropening wordt bewogen, en door de andere schoepen gedeeltelijk terug wordt bewogen.
De schoepen in het invoergedeelte staan bijvoorbeeld ten minste gedeeltelijk onder een hoek met de lengteas van de droogtrommel, in het bijzonder onder een hoek tussen de 10 en 45 graden. Door ten minste een deel van de schoepen in het invoergedeelte onder een hoek te zetten met de lengterichting van de trommel kunnen de schoepen, tijdens rotatie van de trommel een kracht uit oefenen op de te verwerken mest met een component in de lengterichting van de trommel en bewegen ze de mest vanaf de invoer naar het verwerkingsgedeelte.
De schoepen in het uitvoergedeelte staan bijvoorbeeld niet onder een hoek ten opzichte van de lengterichting van de droogtrommel, maar strekken zich in lengterichting uit. Hierdoor hebben de schoepen in het uitvoergedeelte geen bijdrage in de in lengterichting verplaatsing van de mest.
De schoepen in het verwerkingsgedeelte in de draairichting van de droogtrommel staan bijvoorbeeld onder een hoek ten opzichte van de normaal van de droogtrommel ter hoogte van de schoepen. De normaal van de droogtrommel bijvoorbeeld een lijn van een punt op de trommel, naar een tegenovergelegen punt van de trommel, en is bij een cilindervormige trommel naar de centrale as van de trommel gericht. De schoepen staan bijvoorbeeld onder een hoek ten opzichte van een dergelijke normaal of lijn, en staan dus niet haaks op de omtrekswand van de droogtrommel. Door de hoek van de schoepen ten opzichte van de normaal te veranderen kan worden geregeld hoeveel mest door de schoepen wordt meegenomen, en hoe lang de mest op de schoepen kan blijven liggen. Ook de schoepen in het uitvoergedeelte kunnen in de draairichting van de droogtrommel onder een hoek staan ten opzichte van de normaal van de droogtrommel ter hoogte van de schoepen.
In het bijzonder staan de schoepen in de draairichting van de droogtrommel achterover. Hierdoor glijdt mest op de schoepen in een relatief vroeg tijdstip, onder een relatief kleine hoekverdraaiing, van de schoepen af. Dit zorgt voor een gelijkmatige kleine omschepping of verplaatsing van de mest in de trommel, en aldus voor een gelijkmatigere verwerking hiervan.
De beluchting van het systeem is bijvoorbeeld ingericht voor het afvoeren van warmte en vocht van de mest in het verwerkingsgedeelte. Tijdens verwerking van de mest in het verwerkingsgedeelte stijgt de temperatuur van de mest doorgaans tot voorbij optimale werktemperaturen. Wanneer de temperatuur te hoog wordt, kan bijvoorbeeld additionele lucht van buiten de trommel aan de mest worden toegevoerd, welke de warmte kan opnemen. Hiermee kan de werktemperatuur van de mest in het verwerkingsgedeelte door de luchtstroom gereguleerd worden.
De beluchting is bijvoorbeeld ingericht om lucht, en bij voorkeur stallucht,aan de te verwerken mest toe te voeren met een debiet afhankelijk van de hoeveelheid mest in de droogtrommel Aldus kan de beluchting worden aangepast aan de grootte en/of dichtheid van de mest in de droogtrommel.
De beluchting omvat bijvoorbeeld een geperforeerde buis welke zich ten minste door het verwerkingsgedeelte van de trommel uitstrekt. Lucht wordt aan de buis toegevoerd, en kan door middel van de perforaties in de buis aan de lucht in de droogtrommel worden afgeleverd. De perforaties van de buis bevinden zich bij voorkeur ten minste in het verwerkingsgedeelte van de trommel. De buis kan allerhande vormen en dwarsdoorsnedes hebben. Een voordelige vorm van de buis is in draairichting spits, zodat mest tijdens het draaien in de trommel weinig weerstand ondervindt van de beluchting. De beluchting kan tevens uit een samenstel van buizen bestaan.
De beluchting kan tevens uit één of meerdere buizen met perforaties bestaan, waarbij lucht aan de ten minste ene buis wordt toegevoerd. Boven de perforaties kunnen bijvoorbeeld afschermkappen worden geplaatst, om te voorkomen dat mest zich in de perforaties ophoopt. Het is ook mogelijk om de perforaties voornamelijk aan de onderzijde van de buis aan te brengen. Dit geeft een lage weerstand tijdens het keren, voorkomt vervuiling en brengt de lucht voldoende diep in de laag. De beluchting kan bijvoorbeeld ook bestaan uit een aantal buizen met een verschillende lengte, om de lucht op verschillende lengteposities in de mest te blazen. Door buizen met aflopende diameters toe te passen, kunnen de buizen in elkaar worden gestoken.
De beluchting is bij voorkeur ingericht om lucht in hoofdzaak neerwaarts in de mest te blazen. De luchtstromen kunnen zo gelijkmatige door de mest verdeeld worden. Aldus wordt voorkomen dat zich een kanaal of een doorlaat in de mest vormt, en toegevoerde lucht zonder veel weerstand door de mest stroomt, en aldus weinig bijdraagt aan het drogen van de mest.
De beluchting is ingericht voor het toevoeren van lucht aan de mest zodanig dat de mest van voldoende zuurstof wordt voorzien, en voor het toevoeren van lucht aan de mest zodanig dat de verwerken mest een temperatuur heeft tussen de 50 en 70 graden Celsius om natuurlijk te composteren. Bij voldoende zuurstof en een dergelijke temperatuur is het mogelijk de mest effectief te verwerken en te drogen. Voor het regelen van de zuurstof en de temperatuur is bijvoorbeeld een zuurstof- en/of temperatuursensor en een regelsysteem voorzien, voor het op basis van de gemeten waarden regelen van de beluchting.
De beluchting omvat bijvoorbeeld een buiten de droogtrommel opgestelde ventilator, voor het toevoeren van buitenlucht, bij voorkeur geconditioneerde lucht zoals stallucht, aan de dierenmest. Voordeel van het toevoeren van geconditioneerde lucht is dat deze doorgaans relatief droog is en warmte en vocht van de te verwerken mest kan opnemen en afvoeren. Bij voorkeur is de ventilator regelbaar in toerental, zodat met dezelfde ventilator verschillende hoeveelheden lucht aan de droogtrommel kunnen worden toegevoerd. Bij voorkeur wordt lucht uit de stal waarin de dieren gehouden worden via de ventilator aan de droogtrommel toegevoerd. Hiertoe zijn bijvoorbeeld geïsoleerde leidingen voorzien, tussen de stal en de ventilator.
Het systeem is bijvoorbeeld ook voorzien van een zich buiten de droogtrommel bevindende persinrichting, voor het persen van verwerkte mest. Doordat de mest in de droogtrommel volgens de uitvinding effectief gedroogd wordt is het mogelijk de mest, na verwerking in de trommel, tot pellets en/of korrels te persen. Hiertoe wordt de mest vanuit de droogtrommel aan de persinrichting toegevoerd, welke de mest tot deze pellets en/of korrels perst. Hierna is de mest eenvoudig te transporteren.
Het systeem is bijvoorbeeld nabij de uitvoeropening van de droogtrommel voorzien van een stationaire droogeenheid, voor het drogen van verwerkte mest in de droogtrommel, waarbij de droogeenheid zich ten minste gedeeltelijk in het uitvoergedeelte van de droogtrommel bevindt. Tijdens verwerking van de mest in het verwerkingsgedeelte wordt de mest reeds gedroogd. De droogeenheid dient om de verwerkte mest verder te drogen, wat resulteert in een drogere mest.
De droogeenheid omvat bijvoorbeeld een geperforeerde plaat. Wanneer de mest uit het verwerkingsgedeelte op de geperforeerde plaat rust kan lucht gemakkelijker door de verwerkte mest stromen om de mest verder te drogen. Het is evenwel mogelijk om lucht actief door de mest op de plaat te sturen, waarbij de lucht door de perforaties in de plaat uitstroomt. De mest wordt bijvoorbeeld door de verplaatsers of schoepen in het uitvoergedeelte op de geperforeerde plaat geschept. De schoepen in het uitvoergedeelte van de droogtrommel zijn aldus bij voorkeur ingericht voor het op de droogeenheid plaatsen van te drogen mest.
De geperforeerde plaat strekt zich bijvoorbeeld in lengterichting van de trommel ten minste gedeeltelijk onder een hoek uitstrekt ten opzichte van de horizontaal. Hierdoor kan mest welke op de plaat is geschept onder invloed van zwaartekracht weer van de plaat afstromen, om ruimte te maken voor nieuwe verder te drogen mest. De hoek draagt tevens bij aan het creëren van een constante hoeveelheid mest op de plaat. De hoek is bij voorkeur tussen de 5 en 60 graden gelegen, in het bijzonder tussen de 10 en 40 graden, meer in het bijzonder tussen de 20 en 30 graden.
De geperforeerde plaat kan tevens uit verschillende stappen of trappen bestaan, waarbij elke opvolgende trap in hoogte versprongen is ten opzichte van een voorgaande trap. De perforaties kunnen zich aan de bovenkant van de trappen en/of in de opstaande delen van de trappen bevinden. Wanneer de perforaties zich in de opstaande delen van de trappen bevinden worden de perforaties bijvoorbeeld door de bovenkanten van de trappen afgeschermd van de mest en van de zich in de mest bevindende onzuiverheden, zoals grit, grind en/of veren.
Het systeem omvat bij voorkeur twee beluchtingen, een eerste beluchting voor het beluchten van de mest in het verwerkingsgedeelte van de trommel, en een tweede beluchting voor het beluchten van de mest in het uitvoergedeelte van de trommel. Dit maakt het mogelijk om aan beide gedeeltes droge lucht toe te voeren om zoveel mogelijk vocht uit de mest te onttrekken. Het is bovendien mogelijk om de luchtstroom in beide gedeeltes op hun specifieke functies af te stemmen, bijvoorbeeld door meer lucht in het uitvoergedeelte te blazen dan in het verwerkingsgedeelte. In het verwerkingsgedeelte is immer de temperatuur van de mest van belang, waarbij dit in het uitvoergedeelte een minder grote rol speelt.
Het uitvoergedeelte is bijvoorbeeld voorzien van een luchtafvoeropening, voor het afvoeren van lucht toegevoerd door de tweede beluchting. Dit is bijzonder voordelig wanneer het uitvoergedeelte is gescheiden van het verwerkingsgedeelte door bijvoorbeeld een tussenschot, waarbij de luchtconditie in het uitvoergedeelte door invoer en afvoer van lucht regelbaar is. De lucht in het verwerkingsgedeelte is relatief vochtig ten opzichte van de lucht in het uitvoergedeelte, terwijl de lucht in het uitvoergedeelte relatief stoffig is ten opzichte van de lucht in het verwerkingsgedeelte. De afscheiding zorgt ervoor dat beide luchtcondities van elkaar gescheiden blijven.
Het invoergedeelte kan tevens zijn voorzien van een afzuiging, voor het afzuigen van lucht uit de droogtrommel. Door de afzuiging in het invoergedeelte van de trommel te plaatsen wordt relatief vochtige lucht afgezogen, en wordt een luchtstroom vanaf relatief droge lucht naar relatief vochtige lucht bereikt. Hierdoor wordt voorkomen dat drogere mest met vochtige lucht in aanraking komt en weer vocht zou kunnen opnemen.
De droogeenheid omvat bijvoorbeeld ten minste twee opstaande schotten, voor het tussen de schotten verzamelen van gecomposteerde mest. De schotten staan bijvoorbeeld verticaal en strekken zich in hoofdzaak in lengterichting van de trommel op de droogeenheid uit. Tussen de schotten kan aldus mest worden verzameld, en lucht bijvoorbeeld via de geperforeerde plaat aan de mest worden toegevoerd. Hiermee kan een groter volume van mest worden gecreëerd dat per opening in de geperforeerde plaat kan worden gedroogd. De schotten voorkomen dat mest op de plaat vrij van de plaat afglijdt en verhogen de verblijftijd van de mest op de plaat.
Het frame van het systeem is bijvoorbeeld voorzien van twee opstaande stationaire wanden, één aan elke kopse kant van de droogtrommel, waarbij de wanden en de droogtrommel een cilindervormige ruimte ten minste gedeeltelijk insluiten en zijn voorzien van een invoer- en een uitvoeropening. Het voordeel van stationaire kopse wanden is dat de invoer- en uitvoeropening van de trommel niet roteert, en dat mest eenvoudig aan- en afgevoerd kan worden. Ook de stationaire beluchting van het systeem kan aan deze stationaire wanden worden bevestigd.
Tussen de stationaire wanden en de roteerbare droogtrommel bevindt zich bijvoorbeeld een afdichting, om te voorkomen dat mest tussen de trommel en de wanden wegstroomt. Het is mogelijk de afdichting meervoudig uit te voeren, waarbij een eerste afdichting, bijvoorbeeld tussen de stationaire invoerwand en het invoergedeelte, het invoergedeelte gedeeltelijk afsluit en een kleine hoeveelheid mest door laat. Tussen de eerste afdichting en de wand zit vervolgens een tweede afdichting, welke bijvoorbeeld is voorzien van flexibele afdichters, zoals rubbers. Op de binnenwand van de droogtrommel zitten bijvoorbeeld meenemers, welke de kleine hoeveelheid doorgelaten mest meenemen en weer, bijvoorbeeld via een afgeschuind vlak, in het invoergedeelte of op de mesttoevoer vrijlaten. Hierdoor ontstaat een klein gecontroleerd lek aan materiaal bij de eerste afdichting, en een volledige afdichting bij de tweede afdichting.
Het systeem kan tevens zijn voorzien van een transporteur, voor het transporteren van door de trommel gedroogde mest naar de invoeropening. Hierdoor kan droge mest bijvoorbeeld een tweede keer door de trommel geleid worden, om extra droging te verkrijgen. Het is evenwel mogelijk om de gedroogde mest in combinatie met relatief natte mest toe te voeren. Hierdoor heeft de gecombineerde toegevoerde mest een gemiddelde vochtigheid, het gemiddelde van de gedroogde en nieuwe mest. Dit maakt het mogelijk om in tweede instantie relatief vochtige mest in de trommel te drogen. De transporteur is bijvoorbeeld een lopende band.
Het systeem omvat bijvoorbeeld een zich in het verwerkingsgedeelte en/of het invoergedeelte bevindende luchtafvoer, voor het afvoeren van lucht uit de droogtrommel. De afvoer bevindt zich bij voorkeur nabij de invoeropening van de droogtrommel.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een droogeenheid, kennelijk geschikt voor gebruik in een systeem volgens de onderhavige uitvinding.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin: figuur 1 een schematische weergave van een systeem volgens de onderhavige uitvinding toont; figuur 2 een detailaanzicht van het invoergedeelte van figuur 1 toont; figuur 3 schematisch een aanzicht van binnenuit de droogtrommel volgens de onderhavige uitvinding toont; figuur 4 schematisch een detail van een verplaatser uit figuur 3 toont; figuur 5 schematisch het detail van figuur 4 in ander perspectief toont; figuur 6 schematisch een droogeenheid volgens de uitvinding toont; figuur 7 schematisch een vooraanzicht van het uitvoergedeelte van de droogtrommel voorzien van droogeenheid toont; figuur 8 schematisch een binnenaanzicht van de droogeenheid in de droogtrommel toont; figuur 9 schematisch een gedeeltelijk opengewerkte weergave van een systeem volgens de onderhavige uitvinding toont; figuur 10 schematisch een detail van de droogeenheid van figuur 9 toont; en figuur 11 schematisch een binnenaanzich van een systeem volgens de onderhavige uitvinding toont.
Figuur 1 toont schematisch een systeem (1) volgens de onderhavige uitvinding, voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest, omvattende: een stationair frame (2) en een door het frame (2) gehouden droogtrommel (3), welke zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt en langwerpig is. De droogtrommel (3) is in lengterichting (L) opgedeeld in een invoergedeelte (4) aan een eerste kopse kant (5) van de trommel (3), een uitvoergedeelte (6) aan een tweede, tegenovergelegen, kopse kant (7) van de trommel (3) en een zich tussen het invoer (4) en uitvoergedeelte (6) bevindend verwerkingsgedeelte (8), voor het verwerken van toegevoerde mest.
Het invoergedeelte (4) is voorzien van een invoeropening (9) voor het ontvangen van mest in de trommel (3). Figuur 1 toont tevens een met het frame (2) verbonden aandrijving (10), voor het rond de lengteas (A) van de droogtrommel (3) roteren van de droogtrommel (3), en een lopende band (11) voor het toevoeren van mest aan de invoeropening (9).
De droogtrommel (3) is aan beide kopse kanten voorzien van een stationaire wand (12), welke van de invoeropening (9) is voorzien.
Figuur 2 toont schematisch een detail van het invoergedeelte (4) van figuur 1, en toont het frame (2), de droogtrommel (3), de invoeropening (9) in de wand (12), de aandrijving (10) en de lopende band (11). In de stationaire wand (12) zijn tevens twee beluchtingsbuizen (13) voorzien.
Figuur 3 toont schematisch een aanzicht van binnenuit de droogtrommel, vanaf het invoergedeelte naar het uitvoergedeelte. In een stationaire achterwand (14) is een uitvoeropening (15) voor het uitvoeren van mest voorzien. Figuur 3 toont tevens dat de binnenzijde van de droogtrommel (3) is voorzien van verplaatsers (16), gevormd door schoepen (16), als ook van een buis (17) met perforaties (18). De buis (17) strekt zich in lengterichting van de droogtrommel uit.
Figuur 4 toont schematisch een detail van een verplaatser (16) uit figuur 3. De verplaatser (16) bestaat uit een schoep (16) welke gebogen is uitgevoerd ten opzichte van de lengterichting (L) van de droogtrommel. De getoonde schoep (16) bevindt zich in het verwerkingsgedeelte van de droogtrommel. Wanneer de trommel in draairichting (R) draait, wordt mest in de trommel door de gebogen vorm van de schoep (16) gedeeltelijk in de aangegeven richting (B) van de pijl bewogen, in dit geval dus naar achteren. De opvolgende schoep (16’) is ook gebogen weergegeven, maar zorgt er juist voor dat wanneer de trommel in draairichting (R) draait, de mest in de trommel door de gebogen vorm van de schoep (16’) gedeeltelijk naar voren wordt bewogen volgens pijl (C) in de richting van het uitvoergedeelte. Wanneer de draairichting (R) andersom zou zijn, zouden ook de andere pijlen van richting veranderen. De schoepen (16, 16’) hebben als voornaamste functie om de mest in de trommel, tijdens het draaien, in draairichting (R) mee te nemen.
Figuur 5 toont de opstelling van figuur 4 in een ander perspectief.
Figuur 6 toont schematisch een stationaire droogeenheid (17) volgens de onderhavige uitvinding voor het drogen van verwerkte mest in de droogtrommel. Met stationair wordt bedoeld dat de droogeenheid niet draait, in tegenstelling tot de droogtrommel. De droogeenheid (17) omvat een geperforeerde plaat (18) en een luchttoevoer (19), om lucht aan de droogeenheid (17) toe te voeren en via perforaties (20) in contact met mest op de plaat (18) te brengen. De luchttoevoer (19) wordt bijvoorbeeld aan een aparte toevoer aangesloten.
Figuur 7 toont schematisch een vooraanzicht van het uitvoergedeelte van de droogtrommel, waarbij een gedeelte van de droogtrommel (3) en een gedeelte van het frame (2) worden getoond. De droogeenheid (17) strekt zich tot in het uitvoergedeelte van de trommel (3) uit, waarbij de (niet getoonde) stationaire achterwand zich tussen het uiteinde van de luchttoevoer (19) en de geperforeerde plaat (18) bevindt. Figuur 7 toont tevens schematisch dat de plaat (18) zich onder een hoek (a) ten opzichte van de horizontaal (H) uitstrekt, welke hoek in de getoonde figuur ongeveer 30 graden is.
Figuur 8 toont schematisch een binnenaanzicht van de droogeenheid (17) in de droogtrommel (3), en toont tevens de achterwand (14) voorzien van uitvoeropening (15), als ook schoepen (16). De schoepen (16) zijn ingericht om, wanneer de droogtrommel (3) in draairichting (R) draait, mest mee te nemen en op het hoogste deel van de plaat (18), in de figuur rechts, te plaatsen.
Figuur 9 toont een gedeeltelijk opengewerkte weergave van een systeem (21) volgens de onderhavige uitvinding, omvattende een stationair frame (22) en een door het frame (22) gehouden droogtrommel (23), welke zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt en langwerpig is. De droogtrommel (23) is in figuur 9 bijna volledig weggelaten, maar is in lengterichting (L) opgedeeld in een invoergedeelte (24) aan een eerste kopse kant (25) van de trommel (23), een uitvoergedeelte (26) aan een tweede, tegenovergelegen, kopse kant (27) van de trommel (23) en een zich tussen het invoer (24) en uitvoergedeelte (26) bevindend verwerkingsgedeelte (28), voor het verwerken van toegevoerde mest.
Het invoergedeelte (24) is voorzien van een invoeropening (29) voor het ontvangen van mest in de trommel (23). Figuur 9 toont tevens een met het frame (22) verbonden aandrijving (30), voor het rond de lengteas van de droogtrommel (23) roteren van de droogtrommel (23), en een lopende band (31) voor het toevoeren van mest aan de invoeropening (29).
In de droogtrommel (23) is een beluchting (32) voorzien voor het toevoeren van lucht aan de mest. Het uitvoergedeelte (26) van de droogtrommel (23) is voorzien van een droogeenheid (37) volgens de onderhavige uitvinding voor het drogen van verwerkte mest in de droogtrommel. Met stationair wordt bedoeld dat de droogeenheid niet draait, in tegenstelling tot de droogtrommel. De droogeenheid (37) omvat een geperforeerde plaat (38) en een (niet getoonde) luchttoevoer, om lucht aan de droogeenheid (37) toe te voeren en via perforaties in contact met mest op de plaat (38) te brengen. De plaat (38) van de droogeenheid (37) is getrapt weergegeven, waarbij de perforaties zich in de opstaande delen van de trap bevinden.
Het uitvoergedeelte (26) en het verwerkingsgedeelte (28) zijn van elkaar gescheiden door een schot (39). Beide gedeeltes hebben een eigen luchtafvoer, een eerste (40) voor het uitvoergedeelte en een tweede (41) voor het verwerkingsgedeelte.
Figuur 10 toont schematisch een detail van de droogeenheid (37) van figuur 9. De droogeenheid (37) omvat een geperforeerde plaat (38) en een luchttoevoer (42), om lucht aan de droogeenheid (37) toe te voeren en via perforaties (43) in contact met mest op de plaat (38) te brengen. De plaat (38) van de droogeenheid (37) is getrapt weergegeven, waarbij de perforaties (43) zich in de opstaande delen van de trap bevinden.
Figuur 11 toont schematisch een aanzicht van de binnenkant van een systeem (51) volgens de onderhavige uitvinding, omvattende een stationair frame (52) en een door het frame (52) gehouden droogtrommel (53). Een stationaire voorwand (54) is voorzien van een invoeropening (55) waardoor een lopende band (56) mest kan toevoeren aan de trommel (54). De voorwand (54) is tevens voorzien van een beluchtingsbuis (57), voor het toevoeren van lucht aan de mest. De buis (57) strekt zich tot in de droogtrommel (53) uit. De binnenwand van de droogtrommel (53) is voorzien van verplaatsers (58). In het gedeelte van de droogtrommel (53) nabij de invoeropening (55) zijn de verplaatsers (58) ingericht voor het omscheppen van de mest. In het middelste gedeelte van de droogtrommel (53) zijn de verplaatsers (58) ingericht voor het mengen van de mest. In het gedeelte van de droogtrommel nabij de (niet getoonde) uitvoeropening zijn de verplaatsers (58) ingericht voor het meenemen van de mest in draairichting, om deze mest op een hoger niveau weer te laten vallen.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

Claims (47)

1. Systeem voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest, omvattende: a. een stationair frame; b. een door het frame gehouden in een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende langwerpige droogtrommel, in lengterichting opgedeeld in i. een invoergedeelte aan een eerste kopse kant van de trommel, voorzien van een invoeropening voor het ontvangen van mest in de trommel; ii. een uitvoergedeelte aan een tweede, tegenovergelegen, kopse kant van de trommel, voorzien van uitvoeropening voor het afvoeren van mest uit de trommel; en iii. een zich tussen het invoer en uitvoergedeelte bevindend verwerkingsgedeelte, voor het verwerken van toegevoerde mest c. een met het frame verbindbare aandrijving, voor het rond de lengteas van de droogtrommel roteren van de droogtrommel; d. waarbij het invoergedeelte, het uitvoergedeelte en het verwerkingsgedeelte elk zijn voorzien van verplaatsers voor het ten minste in draairichting van de trommel verplaatsen van de mest; en e. een zich vanaf de buitenzijde van de trommel tot ten minste in het verwerkingsgedeelte van de droogtrommel uitstrekkende stationaire beluchting, voor het beluchten van de mest in de droogtrommel.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de verplaatsers in het invoergedeelte zijn ingericht voor het verplaatsen van mest vanaf de invoeropening richting het verwerkingsgedeelte, waarbij de verplaatsers in het verwerkingsgedeelte zijn ingericht voor het verplaatsen van mest vanaf het verwerkingsgedeelte naar het uitvoergedeelte, en het mengen van mest in het verwerkingsgedeelte, en waarbij de verplaatsers in het uitvoergedeelte zijn ingericht voor het naar de uitvoeropening verplaatsen van de verwerkte mest.
3. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de verplaatsers zich op de binnenwand van de droogtrommel bevinden.
4. Systeem volgens conclusie 3, waarbij de verplaatsers star met de binnenzijde van de droogtrommel zijn verbonden.
5. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verwerkingsgedeelte en het uitvoergedeelte van elkaar zijn gescheiden door middel van een afscheiding, zoals een schot, waarbij de afscheiding is voorzien van een doorvoeropening voor het doorvoeren van mest.
6. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de centrale as van de droogtrommel ten opzichte van de horizontaal onder een hoek staat, in het bijzonder onder een hoek tussen 0.5 en 5 graden.
7. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende toevoermiddelen, voor het toevoeren van mest naar de invoeropening.
8. Systeem volgens conclusie 7 waarbij de toevoermiddelen een lopende band, en/of een storttrechter en/of een verspreider omvatten.
9. Systeem volgens conclusie 7 of 8, waarbij de toevoermiddelen zich tot in het invoergedeelte uitstrekt, bij voorkeur in een instelbare mate.
10. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende afvoermiddelen, zoals een afvoervijzel, voor het via de uitvoeropening afvoeren van verwerkte mest uit het uitvoergedeelte.
11. Systeem volgens conclusie 10, omvattende weegmiddelen, voor het wegen van de hoeveelheid afgevoerde mest.
12. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van een temperatuursensor, voor het meten van de temperatuur in de droogtrommel.
13. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een besturingseenheid, ingericht voor het besturen van de aandrijfsnelheid van de aandrijving en/of de toevoersnelheid van de toevoermiddelen.
14. Systeem volgens conclusie 12, omvattende een besturingseenheid, ingericht voor het op basis van de door de sensor gemeten temperatuur aansturen van de aandrijfsnelheid van de aandrijving en/of de toevoersnelheid van de toevoermiddelen en/of de beluchting.
15. Systeem volgens conclusie 13 of 14, waarbij de besturingseenheid is ingericht voor het bijhouden van de hoeveelheid door de toevoermiddelen toegevoerde mest en/of door de afvoermiddelen afgevoerde mest.
16. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de verplaatsers worden gevormd door schoepen voor het tijdens roteren van de trommel in rotatierichting verplaatsen van mest in de trommel.
17. Systeem volgens conclusie 16, waarbij de schoepen in omtreksrichting in hoofdzaak gelijkmatig over de binnenwand van de droogtrommel zijn geplaatst.
18. Systeem volgens conclusie 16 of 17, waarbij de schoepen ten opzichte van de lengteas van de droogtrommel in lengterichting onder een hoek staan, bij voorkeur onder een hoek tussen de 5 en 60 graden, in het bijzonder tussen de 10 en 45 graden.
19. Systeem volgens één der conclusies 16-18, waarbij de schoepen in het verwerkingsgedeelte in lengterichting ten minste gedeeltelijk boogvormig zijn.
20. Systeem volgens conclusie 19, waarbij de schoepen in het verwerkingsgedeelte in lengterichting afwisselend linksom en rechtsom gebogen zijn uitgevoerd.
21. Systeem volgens één van de conclusies 16-20, waarbij de schoepen in het invoergedeelte ten minste gedeeltelijk onder een hoek staan met de lengteas van de droogtrommel, in het bijzonder onder een hoek tussen de 10 en 45 graden.
22. Systeem volgens één van de conclusies 16-21, waarbij de schoepen in het verwerkingsgedeelte in de draairichting van de droogtrommel onder een hoek staan ten opzichte van de normaal van de droogtrommel ter hoogte van de schoepen.
23. Systeem volgens één van de conclusies 16-22, waarbij de schoepen in het uitvoergedeelte in de draairichting van de droogtrommel onder een hoek staan ten opzichte van de normaal van de droogtrommel ter hoogte van de schoepen.
24. Systeem volgens conclusie 22 of 23, waarbij de schoepen in de draairichting van de droogtrommel achterover staan.
25. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de beluchting is ingericht voor het afvoeren van warmte van de mest in het verwerkingsgedeelte.
26. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de beluchting is ingericht om lucht, en bij voorkeur stallucht, aan de te verwerken mest toe te voeren met een debiet afhankelijk van de hoeveelheid mest in de droogtrommel.
27. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de beluchting een geperforeerde buis omvat welke zich ten minste door het verwerkingsgedeelte van de trommel uitstrekt.
28. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de beluchting is ingericht voor het toevoeren van lucht aan de mest zodanig dat de mest van voldoende zuurstof wordt voorzien om natuurlijk te composteren.
29. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de beluchting is ingericht voor het toevoeren van lucht aan de mest zodanig dat de verwerken mest een temperatuur heeft tussen de 50 en 70 graden Celsius om natuurlijk te composteren.
30. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de beluchting een buiten de droogtrommel opgestelde ventilator omvat, voor het toevoeren van buitenlucht, bij voorkeur geconditioneerde lucht zoals stallucht, aan de dierenmest.
31. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, tevens omvattende een zich buiten de droogtrommel bevindende persinrichting, voor het persen van verwerkte mest.
32. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het systeem nabij de uitvoeropening van de droogtrommel is voorzien van een stationaire droogeenheid, voor het drogen van verwerkte mest in de droogtrommel, waarbij de droogeenheid zich ten minste gedeeltelijk in het uitvoergedeelte van de droogtrommel bevindt.
33. Systeem volgens conclusie 32, waarbij de droogeenheid een geperforeerde plaat omvat.
34. Systeem volgens conclusie 33, waarbij de geperforeerde plaat zich in lengterichting van de trommel ten minste gedeeltelijk onder een hoek uitstrekt ten opzichte van de horizontaal.
35. Systeem volgens één der conclusies 32-34, omvattende twee beluchtingen, een eerste beluchting voor het beluchten van de mest in het verwerkingsgedeelte van de trommel, en een tweede beluchting voor het beluchten van de mest in het uitvoergedeelte van de trommel.
36. Systeem volgens conclusie 35, waarbij de tweede beluchting is ingericht voor het door de geperforeerde plaat toevoeren van lucht aan de te drogen mest in het uitvoergedeelte van de droogtrommel.
37. Systeem volgens conclusie 35 of 36, waarbij het uitvoergedeelte is voorzien van een luchtafvoeropening, voor het afvoeren van lucht toegevoerd door de tweede beluchting.
38. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het invoergedeelte is voorzien van een afzuiging, voor het afzuigen van lucht uit de droogtrommel.
39. Systeem volgens één der conclusies 35-38, waarbij de droogeenheid ten minste twee opstaande schotten omvat, voor het tussen de schotten verzamelen van verwerkte mest.
40. Systeem volgens conclusie 39, waarbij de schotten in hoofdzaak verticaal staan.
41. Systeem volgens één der conclusies 32-40, waarbij de schoepen in het uitvoergedeelte van de droogtrommel zijn ingericht voor het op de droogeenheid plaatsen van te drogen mest.
42. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het frame is voorzien van twee opstaande stationaire wanden, één aan elke kopse kant van de droogtrommel, waarbij de wanden en de droogtrommel een cilindervormige ruimte ten minste gedeeltelijk insluiten en zijn voorzien van de invoer- en uitvoeropening.
43. Systeem volgens conclusie 42, waarbij zich tussen de wanden en de droogtrommel een eerste afdichting bevindt.
44. Systeem volgens conclusie 43, waarbij de afdichting meervoudig is uitgevoerd, en waarbij zich tussen de wand en de eerste afdichting ten minste een tweede afdichting bevindt.
45. Systeem volgens conclusie 44, waarbij de binnenwand van de droogtrommel tussen de eerste en tweede afdichting is voorzien van meenemers, voor het meenemen van mest tijdens rotatie van de droogtrommel.
46. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van een transporteur, voor het transporteren van door de trommel gedroogde mest naar de invoeropening.
47. Droogeenheid, kennelijk geschikt voor gebruik in een systeem volgens één van de conclusies 32-46.
NL2015464A 2015-09-18 2015-09-18 Systeem voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest. NL2015464B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015464A NL2015464B1 (nl) 2015-09-18 2015-09-18 Systeem voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest.
EP16782306.1A EP3350140B1 (en) 2015-09-18 2016-09-16 System for processing, particularly sanitizing and drying, animal manure
PCT/NL2016/050638 WO2017048124A1 (en) 2015-09-18 2016-09-16 System for processing, particularly sanitizing and drying, animal manure

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015464A NL2015464B1 (nl) 2015-09-18 2015-09-18 Systeem voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2015464B1 true NL2015464B1 (nl) 2017-04-19

Family

ID=54601974

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2015464A NL2015464B1 (nl) 2015-09-18 2015-09-18 Systeem voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3350140B1 (nl)
NL (1) NL2015464B1 (nl)
WO (1) WO2017048124A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN116294475A (zh) * 2023-03-28 2023-06-23 安徽农神生物科技有限公司 一种灵芝三萜生产的热风烘干装置

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110538791B (zh) * 2019-09-29 2021-05-04 东宸环保装备制造有限公司 一种用于污水的多级矿粉筛选回收装置
FI129505B (en) * 2021-03-10 2022-03-31 Griffin Refineries Oy Composting device and method for treatment of organic material
CN113758182B (zh) * 2021-08-18 2022-06-14 池州西恩新材料科技有限公司 一种三元前驱体回转窑干燥装置
CN114234584A (zh) * 2021-12-10 2022-03-25 黄浩 一种有机肥料用烘干机

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB489710A (en) * 1937-02-02 1938-08-02 John Alexander Pemberton Improvements in or relating to the treatment of manure
GB1163579A (en) * 1966-07-12 1969-09-10 Crosfields & Calthrop Ltd Improvements in or relating to drying machines
EP0445102A1 (de) * 1990-02-01 1991-09-04 Willibald Dipl. Ing. Dr. Lutz Verfahren zur geruchsarmen aeroben Behandlung von tierischen Exkrementen
CA2798880A1 (en) * 2009-05-08 2010-11-11 Joao Calderon Method for producing organic and organo-mineral fertilisers with high carbon concentration using physical and biological process

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2255692A1 (en) * 2009-05-27 2010-12-01 Ondal Friseurtechnik GmbH Hair-dryer appliance

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB489710A (en) * 1937-02-02 1938-08-02 John Alexander Pemberton Improvements in or relating to the treatment of manure
GB1163579A (en) * 1966-07-12 1969-09-10 Crosfields & Calthrop Ltd Improvements in or relating to drying machines
EP0445102A1 (de) * 1990-02-01 1991-09-04 Willibald Dipl. Ing. Dr. Lutz Verfahren zur geruchsarmen aeroben Behandlung von tierischen Exkrementen
CA2798880A1 (en) * 2009-05-08 2010-11-11 Joao Calderon Method for producing organic and organo-mineral fertilisers with high carbon concentration using physical and biological process

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN116294475A (zh) * 2023-03-28 2023-06-23 安徽农神生物科技有限公司 一种灵芝三萜生产的热风烘干装置
CN116294475B (zh) * 2023-03-28 2024-05-31 安徽农神生物科技有限公司 一种灵芝三萜生产的热风烘干装置

Also Published As

Publication number Publication date
WO2017048124A1 (en) 2017-03-23
EP3350140A1 (en) 2018-07-25
EP3350140B1 (en) 2022-08-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2015464B1 (nl) Systeem voor het verwerken, in het bijzonder het hygiëniseren en drogen, van dierenmest.
CN1942728B (zh) 用于干燥材料的装置
CA1288179C (en) Process and an apparatus for drying and conditioning chicken droppings and similar pasty substances
US5759224A (en) Device and method for the continuous treatment of waste by means of fly larvae
US4813154A (en) Method and apparatus for conditioning fibrous materials
CN110746076A (zh) 养殖场粪水处理系统
CN208860087U (zh) 一种进料量可控的饲料烘干装置
WO2023077658A1 (zh) 粪污处理干湿分离装置
WO2016128801A1 (en) Dynamic discontinuous dryer
CN105104231A (zh) 一种养鸡场用的鸡粪干燥系统及环保型养鸡法
RU64211U1 (ru) Поточная линия для производства белково-витаминного продукта
CN104552644A (zh) 塑料造粒搅拌干燥机
DK2284468T3 (en) Process for drying cuts
CZ391692A3 (en) Apparatus for drying moist materials in loose form by means of superheated steam
CN211626005U (zh) 一种农作物种子烘干装置
NL9400025A (nl) Droogtunnel voor pluimveemest.
CN105601077B (zh) 一种禽类粪便干燥装置及其干燥方法
US6001146A (en) Device and method for the continuous treatment of waste by means of fly larvae
CN205619690U (zh) 一种有机肥干燥装置
US6555363B1 (en) Aerobic reduction reactor
AU649404B2 (en) Process and plant for producing heat treated growth substrate and manure
JP3111005U (ja) 畜糞の仕上げ乾燥設備
FI86517C (fi) Anordning foer rening och sortering av spannmaol.
CN203904226U (zh) 温控式猪粪固液分离机
CN213874580U (zh) 一种有机肥称重设备